SlideShare a Scribd company logo
1 of 65
Download to read offline
)
IDe Slag bii Gibra'Itar
Een zeventiende-eeuws schilderij
' zor:lder geldelijke waarde'
in het gebouw vatr de Eerste l(amer
Maríon Bolten
Sdu Uitgevers, Den Haag
Inhoud
Voorwoord T
Inleiding r r
De slag brj Gibraltar op z5 aprtT úo7 17
De historie 17
Het schilderij zr
De schílder z8
2 De levensloop van een schilderij 3 r
De 'Slag bij Cibraltar' door Ceeret Op Cíelder ín Deuenter 3r
Het schilderij komt naar Den Haag 34
Het schilderij gerestaureerd 37
3 De zeevaart 4r
4 Het zeestuk 45
Het ontstaan uan het zeestuk 45
De slag bij Gibraltar in steen 49
De slag bij Gibraltar in prent Sz
De slag bij Gíbraltar in de schilderkunst j5
j De waardering voor het zeventiende-eeuMse zeestuk aan het einde van de
twintigste eeuw ór
Bijlagen 65
e Jacob van Heemskerck, een korte biografie 65
n Notariële akte r r maart 1620 en de transcriptie 67
c Vertaling van de Latijnse tekst op het grafmonument van Jacob van Heems-
kerck ó9
Bibliografie 7r
Voorwoord
'Many works of art have been condemned to a secret life, and what we see
in the museums and art galleries, accesible to everyone, is only apart of the
existing heritage of the past.The impenetrable remainder winters in closed
labyrinths, treasure houses, and hiding places together with valuable papers
jealously guarded by not always enlightened collectors'- Herbert.
Van sommige dienstvaardigen in het gilde van St.Lukas uit het Nederland van de
zeventiende eeuw is er maar êén schilderij bekend enlof overgebleven.Toch valt
over een dergelijk schilderij soms nog veel te verhalen. Zbigníev Herbert was een
groot kenner van de Nederlandse schilderkunst en hrj tracteerde ons zo op een
beschouwing over het schilderij 'Still Life with a Bridle'vanTorrentius (fan Simon
van der Beeck, r589-ró44).Wie het relaas leest over de lotgevallen van deze mys-
tieke schilder en van diens schilderijen krijgt een bijzonder inzícht aangereikt over
de verhoudingen in de Nederlandse Republiek van die tijd en van de relatie met
Engeland. r
Mevrouw Bolten, kunsthistoricus, heeft zich verdiept in ook zo'n uniek stuk, name-
lijk de'Zeeslag bij Gibraltar'varr Geeret Op Gielder. In tegenstelling totTorrentius
blijkt over Op Gielder nauwelijks ofniets te vinden, zelß niet zijn jaren van geboor-
te en overlijden. Maar over het genre, de historische context en de geschiedenis van
het schilderij zelf vatveel te vertellen. Marion Bolten doet dat met smaak en voor-
komt daarmee dat een aansprekend en door zijn naïviteit ontroerend schilderij in
de verborgenheid blijft in een doorgaans niet vrij toegankelijke ruimte, namelijk de
r Zte Zbígniew Flerbert, Still Life with a Bridle. Essays and Apocryphas London, 1994
(Vintage), p.82-:rr2, r2o-r22. (Nederiandse titel: Stilleven, allegorie op de matigheid.)
7
koffiekamer van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. De tekst en de
opgenomen afbeeldingen bieden nu een ruimer publiek de gelegenheid mee te
genieten van dit schilderij dat een hoogtepunt in de'Vaderlandse'geschiedenis, bij-
na als een stripverhaal in één groot vlak, illustreert.2
Eerste Kamer en publiek mogen Marion Bolten dankbaar zijn voor haar inspan-
ning. Het hier gepresenteerde boekje is een uiwloeisel van haar tijdelijke werk-
zaamheden om de kunstvoor'werpen in de Eerste Kamer te inventariseren, te
beschrijven en die beschrijving af en toe te laten uitmonden in een uitvoeriger
uiteenzetting. In deze zin beschreef zij ook de Noenzaal en de Hall in het gebouw
van de Eerste Kamer. De aanleiding om in te gaan op de'Zeesiag'van Op Giel-
der was gelegen in het aanbrengen van een nieuwe lift in het gebouw waardoor
het omvangrijke schilderrj van zljn plâats moest. Het was, ook voor het lekenoog,
zichtbaar dat het schiiderij aan enige restauratie toe was. De Eerste Kamer is het
Instituut Collectie Nederland erkentelijk dat contact gelegd kon worden nret res-
taurateur Ronald deJager. Binnen de materiële mogelijkheden van de Kamel heeft
hij prachtig werk verzet, waardoor de voorstelling op het schilderr.l aan diepte,
kleur en precisie heeft gewonnen. Daardoor is het nog me'er genieten geworden
van dit schilderij. Het is misschien een typisch Nederlands genot om vast te stel-
len dat dat unieke stuk van Op Gielder van rózo, dat eerst gezien werd als'zon-
der geldehjke waarde' en in r97o op;[I5.ooo,- getaxeerd werd, thans een tåxatie-
waarde vanr[r.roo.ooo,- krijgt toegemeten. Die waardestrjging wordt niet alleen
verklaard uit de vergrote belangstelling voor de Nederlandse schilderkunst uit de
zeventiende eeuw en waarvan in de loop der tijd veel verloren is gegaan. Ook om
die reden heeft Geeret Op Gielder terecht op een bijzondere wtjze zljn initialen
aan het doek meegegeven.
Nu schilderde Op Gielder wel een genre schilderij en een mornent daarop, waar-
voor al grote belangstelling bestond rn zrjn eigen tijd. Die eigen tijd werd geken-
merkt door de langdurige oorlog die in Europa woedde. Gesteld is wel dat daar-
binnen de Nederldndse strijd om onafhankehjkheid met enige overdrijving een
gevecht was tussen twee diametraal verschillende beschavingsrypen: enerzijds de
Spaanse rnilitaire aristocratie en anderzijds de Nederlandse samenleving van bur-
gers en boeren. Symbolisch is wel dat in de ruimte waar het schilderij van Op Giel-
der hangt ook een groot portret van een geharnaste Spaanse aristocraat te zien is,
in wie sommigen Spinola vermoeden. Nu lag de kracht van de wordende Repu-
bliek niet ter land, want daar moesten overwegend huurlingen het werk opknap-
pen, maar ter zee.-Wel werd Nederland de proeftuin van rnilitaire en maritieme
z Deze uitgave sluit aan bij:Hollandse graven hervinden hun residentie. Een plaatsbepa-
ling van Hollandse graven en gravinnen bij de opening van de portrettengalerij in het
gebouw van de Eerste Kamer Den Haag, r99ó (Sdu).
vernieuwingen. De Nederlandse trots - en mercantiele verwachting - was geba-
seerd op de bijna'puur' Nederlandse vloot. De Staten-Generaal hunkerden naar
erkenning van hun uitzonderlijke republikeinse sraar in het Europa van die tijd en
Ljken die hunkering kracht bijgezet te hebben door in een vroege vorm van kan-
noneerbootdiplomatie de Spaanse vloot op te zoeken voor een confrontatie, waar-
mee ook het'mare liberum'in Europese wateren gediend werd. Die expeditie
mondde uit in de zeeslag bij Gibraltar op z5 april t6o7,het jaar ook waarinJan
Pietserszoon Coen, als twintigjarige jongen na de kerstdagen naar 'Nederlands-
Indië'vertrok en zijn bijdrage aan het Nederlands koloniaal imperium zou leve-
ren. Geen wonder dat de zeeslag bij Gibraltar als onderwerp voor een schilderij
bijkans voor Nederlanders een uiting van bedwongen patriottisme was. Een con-
trapunt in die beginnende zeventiende eeuw, waarin de Nederlandse staat formeel
bij deVrede van Munster in ró48 erkend zou worden enzljn'gouden tijdperk'
tegemoet zoLL gaar', was de dood in die zeeslag van de inmiddels vereenzaamde
Nederlandse vlootvoogd van die dagen,Jacob van Fleemskerck. In het midden van
de dan volgende 'Gouden Eeuw'lieten de Staten van Holland in'W'qst-Friesland
hunVergaderzaal bouwen, die onlangs ook gerestaureerd is, en'ongeveer f,vee-
honderd jaren daarna deVergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
werd. Die bouw werd zeer gestimuleerd door de raadspensionaris van die jaren,
Johan de'Witt, die onlangs ook per portret naar zrjn vroeger kantoor, schuin onder
deVergaderzaal, terugkeeñe.Zljn dood in 167z valt weer te beschouwen als de
contrapunt op de Nederlandse kortdurige Gouden Eeuw.
'Wij
mogen Marion Bolten dankbaar zljn,dat zij in dit boekje op onderhouden-
de wijze eigenlijk een nieuw verband tussen deVergaderzaal en de anti-chambre
ervan legt.
Chris L. Baljé
Griffrel erste Kamer der Staten-Generaal
9
Inleiding
Het jaar 1998 stond in het teken van de herdenking van deVrede van |4unster in
ró48, waarmee formeel een einde kwam aan deTächtigjarige Oorl'og. Het verdrag
werd op 3o januari ró48 getekend en in 1998,35o jaarlater,werd op die datum
het vredesjaar geopend. Deze historische gebeurtenis werd herdacht met een reeks
evenementen en tentoonstellingen.
Vooral rond het Binnenhof vonden diverse activiteiten plaats, met als hoogte-
punt de plechtige bijeenkomst in de RidderzaaT op 5 juni, de exacte datum van de
afkondiging van deVrede van Munster in deVerenigde Nederlanden. Na de ofû-
ciële herdenking in de Ridderzaal was er op het Binnenhof een groot feest.
Een van de vele tentoonstellingen die de vrede herdachten kon men bezoeken
in het Mauritshuis, even buiten de poorten van het Binnenhof. De expositie'Ge-
rard ter Borch en deVrede van Munster. Portretten van politici'Mas van beschei-
den formaat. Het schilderij'De beëdiging van deVrede van Munster, r 5 mei r ó48'
van Gerard ter Borch (ZwolJc 1617-168r Dqventer) vormde het middelpunt van
de presentatie. Hij portretteerde al-J.e 77 afgeva4rdigden op een vrij klein schilde-
rij. Het is de enige geschilderde afbeelding van die belangrijke gebeurtenis, die op
r5 mei ró48 in het stadhuis van Munster formeel een einde maakte aan deTäch-
tigjarige oorlog. Centraal in het schilderij liggen op tafel de documenten met hun
zegels en kostbare kistjes.Tijdens de tentoonstelling waren de originele akte van
het verdrag en een roodfluwelen kisde met zilverbeslag, dat de Spanjaarden aan de
Nederlanders schonken om het verdrag in te bewaren, voor deze gelegenheid uit
hun speciale kluis in hetAlgemeen Rijksarchief gehaald en in een vitrine tegen-
over het schilderij uitgestald. Na de expositie ging het schilderij terug naar de
National Gallery in Londen en verdwenen het kistje en het verdrag weer in het
archief.
Binnen de poorten van het Binnenhof, in het gebouw van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal kan men echter permanent een schilderij bewonderen waarop
II
I
*.-.#:- +'
.-ti,*Ël*-'!4F¡+
";i=" .. ,
i á{iA.-.,ó
. o{#4
'l)e zeeslag bij Gibraltar op 2J april róo7', Geeret op Giel<1er, ró,2o, vóór dê re sr¡utatie [Tinr l{oster]
evelleens een belangrijke gebeurtenis uit deTachtigjarige Oorlog staat afgebeeld.
Het is in regenstelling tot het schilderij van Gerarcl ter Borch, niet de enig geschil-
derde afbeelding van die ¡Sebeurtenis. In de koffìekamer hangt de'Slag bij Gibr:al-
tar op 25 april róo7'geschilderd door Geeret Op Gielder in t6zo. De slag brj
Gibraltar was in de zeventiencle eeur,v een geliefd en popLllair onderwerp ol1 Llit
te beelden, want het betrof de eel:ste grote zeeslâg waarbij de Spanjaar:den tijclens
deTachtigjarige Oorlog in eigen wateren door de Nederlandels werden verslagetÌ.
Deze belangrijke zeeslag onder leiding van admirâalJacob van Heemskerck is van
invloed geweest op het totstanclkonten van hetTwaalfarig Bestand van róo9 tot
162r, een wapenstilstand voorafgaand aan de definitieve vrede in r648.
Een van de aanleidingen voor een publicatie over het schilderij vatì Geeret Op
Gielder is gelegen in de herdenking van deVrede van Munster in I998.
Een histot:ische gebeur:tenis lvaar in 1998 geen aandacht aan rverd besteecl,
vormde een andere, nleer indirecte, aanleiding voor deze publicatie.'Ioen wer:d
namelijk niet herdacht dat 375jaar daarvoor, in januari ró23, pr:ins Maurits op het
Binnenhof een geschenk van formaat in ontvangst nam! De Amsterdamse Admi-
raliteit overhandigde prins Maurits toen een enorm schildetij ter gelegenheid van
de voltooiing van de nieuwe vleugel aan zljn residentie in het stadhoudedijk kwar-
tier in l)en Haag. Het schilderrj, van r80 x 49o cnr, toonde eveneens de Slag brj
Gibraltal op z5 april róo7.
Tussen rJ92 en r598 had prins Maurits de thans nog bestaande, vijf verdiepin-
gen hoge toren laten bouwen. Omstreeks rózo liet hij het gebouw tussen Binnen-
en Buitenhof vervangen door het huidige gebouw dat aansluit op de toren. Deze
nieuwe westelijke vleugel van zljn residentie kwam in r óz r gereed.
I2
Over de inrichting van het stadhouderlijk kwartier ten tijde van prins Maurits
is weinig bekend; inventarissen en beschrijvingen uit die tijd ontbreken.'W'el is uit
latere boedelbeschrijvingen iets af te leiden. Een inventaris van het stadhouderlijk
kwartier en het huis in het Noordeinde (Oude Hof) uit ró32 werd begin deze
eeuw âangetroffen onder een aantal onbeschreven stukken in het archiefvan de
Raad en Rekenkamer der Nassause Domeinen, dat berust in hetAlgemeen Rijks-
archief. Het is een aßchrift uit dezelfde tijd als het origineel dat bijgehouden is
van 163z tot ró33.Volgens deze inventaris bevonden zich:
Op de eetsael.
ró8 Thien stucken tapitseriën, d'historij van Julius Caesar, daeronder een
stuck uyt het Noorteynde gecomen.
úg Eenen schoorsteenmantel van verscheyde coleuren van Italiaenschen
marmef.
r70 Een groote wagenschotten uyttreckende tafel daerop eenTurcx tapijt,
verciert met verscheyde coleuren. 
Een root leeren tafelcleet tot de voors, tafel dienende.
Noch een kleyne wageschotte uyttreckende taeffel.
Een buffettaeflel van wagenschot met sijnTurcx tapijt.
Achttien Spaensche stoelen becleet met carmosijnroot laecken, ron-
toûìrne met frengen van gout ende roode zijde.
Eenen Franschen stoel met carmosijnroot laecken becleet ende ver-
gulde nagels, dienende voor Flaer Excle.
Een copere plate dienende tot bewaringe van het vuyr.
Een rooden hondtschooten gardijn voor de glasen van de taeffel.
Twe coopere blaeckers, een copere koelvat, met t'rvee schabellen van
veurenhoudt.
Een schilderij van den slach van GibralteE gedaen door Verwer van
Amsterdam.
17r
172
173
174
175
176
178
179
Het is bekend datAbraham deVerwer (ca.r585*165o) in ró28 een schilderij van
de'Slag bij Gibraltar' aan de Amsterdamse Admiraliteit heeft verkocht.'Wellicht
wordt onder nummer ry9 dit of een ander exemplaar van de'Slag'doorVerwer
bedoeld. Onverklaarbaar is waarom het in januari ró23 door de Admiraliteit van
Amsterdam aan prins Maurits geschonken schilderij door Cornelis Claesz van
Wieringen (vóór r58o-ró33) uit Haarlem niet is opgenomen in de boedel-
beschrijving.
VanWieringen vroeg aanvankelijk.-if 3ooo voor deze opdracht,firaar stemde er
in toe het definitieve schilderij te laten taxeren door een commissie die vervolgens
zou bepalen welk bedrag betaald moest worden. Half december 1622 was het schil-
derij gereed; het werd bezichtigd en getaxeerd ap f 24oo.Van'Wieringen onfving
r3
CVRI' lrOf,l^¡Nt)lÆ
DXI'¡:RIOI!.
Het Stadhouderlijk kwartier met de Mauritstoren en de westerlijke vleugel aangebouwd in 16zr
[Andy Mason]
f z45o:7,f 24oo voor de schilder - het hoogste bedrag tot dan toe voor eer. zee-
stuk betaald - en.f 5o:7 voor het transport van Haarlem naâr Den Haag'
Een maand na de bezichtiging en taxatie kon de Admiraliteit vân Amsterdâm
van'wieringens 'Slag bij Gubraltar' het grootste zeestuk dat in de zeventiende
eeuw in Nederland is vervaardigd, aanbieden aan prins Maurits'
Slechts enkele tientallen meters verwijderd van de plaats waarVan-W'ieringens
enorme zeestllk moet hebben gehangen, bevindt zich binnen de muren van het
Binnenhofcomplex wederom een'Slag bij Gibraltar op z5 april róo7'. Dat schil-
derij is dit jaar gerestaureerd. Die restauratie was de uiteindelijke en belangrijkste
^^nzet
tot deze Publicatie.
r4
'De zeeslag bij Gibralta¡ op z5 april róo7', Cornelis Claesz van'Wieringen, t6zz
[Nederlands Scheepvaart MuseumArnsterdam]
r5
I
HEÞ/{6 XE¡lCKtI
Portret van Admiraal Jacob van Heemskerck (t S6l -t6oZ),
C. van Sichem I, ongedateerd, gravure
[Nederlands Scheepvaart Museum Amsterdam]
I6
Hoof<lstuk 1
De Slag br¡ Gilbraltar op 25 april 1607
De historie
De slag bij Gibraltar op z5 april róo7 was de eerste grote zeeslag *".rin uitslui-
tend Nededandse oorlogsschepen het opnamen tegen een vijandelijke scheep-
smacht.
Emanuel van Meteren (r535-rórz), die in rór4 een reeks van 32 boeken uitgaf
over de historie van Nederland, ging in het zSste deel uitgebreid in op de gebeur-
tenissen rond de zeeslag, die hij in de'Sornmarie ofte cort verhael vant achten-
twintigste Boeck', kernachtig omschreef 'Vereenichde Nederlanden senden uyt
een vlote van zB schepen onder de Admiraal Jacob van Heemskerck,/ die den 5
April bespringen/verwinnen en branden in de bay van Gibraltar de armade van
Spaengien/daer Heemskerck doot bTeef/en de wort heerlijck tot Âmsterdam
begraven.'
Mede namens deVerenigde Oost-Indische Compagnie en de admiraliteitscolleges
verzocht raadspensionaris OldenbarneveltJacob van Fleemskerck in januaú 16o7
een krachtige vloot uit te rusten om te trachten de Spaanse zeemacht een gevoe-
lige slag toe te brengen. Alle genoemde partijen hadden hun belangen bij deze
onderneming. De jonge voc (opgericht in róoz) drong aan op bescherming vân
haar handelsvloten omdat een aanslag op de Oost-Indische retourschepen,als zlj
langs de kust van Portugal koers zetten naar het Kanaal, niet denkbeeldig was.
Spanje deed er namelijk alles aan om de groeiende handel van de Nederlanden in
Europa en Oost-Azië te hinderen. Slechts een tegenoffensief zou aan dit gevaar
een einde kunnen maken. De admiraliteitscolleges hoopten van hun kant op het
onderscheppen van een Spaanse zilvervloot om de kassen van de admiraliteiten te
kunnen spekken. FIet was slecht gesteld met de financiële positie van de admira-
liteitscolleges en een'zilvervloot'injectie konden ze zeer wel gebruiken. Al eer-
r7
der waren minder succesvolle âcties ondernomen tegen de Spanjaarden. De laat-
ste expeditie vond plaats in r5gg, toen een Nederlandse vloot van 73 schepen
onder bevel van admiraal Pieter van der Does een aanval deed op de Canarische
eilanden. De buit woog niet op tegen de hoge kosten. De Nederlanders waren
trouwens in hun aanval op de Iberische koloniale wereld succesvoller tegen de
Portugezen dan tegen de Spanjaarden.
Niet alleen de admiraliteiten kampten met financiële problemen. Het was in de
rweede helft van róoó voor raadspensionaris Oldenbarnevelt duidelijk dat de
financiële positie van de.Republiek zelf bljna onhoudbaar was geworden. De
Republiek kon de problemen het hoofcl bieden door zich onder bescherming te
stellen van Hendrik IV van Frankrijk, of door tot een vergelijk te komen met Span-
je.
In dezelfde tijd veranderde ook Spanje van standpunt. Niet langer was onder-
handeling met de Nederlanden afhankelijk van de erkenning van de soevereini-
reit van de Aartshertogen (Isabella, dochter van Filips II en haar echtgenootAlber-
tus vân Oostenrijk, die vanuit Brussel regeerden) en erkenning-van de rechten van
de koning van spanje. Eind róoó was men van spaanse zijde bereid de Neder'lan-
den als soevereine staat te erkennen als de Nederlanden op hun beurt bereid waren
zich terug te trekken uitAzië,Afiika enAmerika. Ook deze koerswijziging werd
vooral ingegeven door financiële problemen.Zo ontbrak het Spanje aan midde-
len o¡r de Nederlandse expansie in Indië een halt toe te roepen. Beide partijen
waren de geldverslindende oorlog die sinds r 5ó8 aan de gang was, noe. Men ver-
langde naar vrede of een wapenstilstand.
De daaropvolgende onderhandelingen tussen Nederland en Spanje bleven tot
december róoó informeel van karakter. Daarna kregen ze een officiële status'
Oldenbarnevelt vertegenwoordigde de Republiek enAmbrosius Spinola, de com-
lrrandant van het Spaanse leger inVlaanderen, onderhandelde namens Spanje en
de Aartshertogen.
Onderwijl aanvaardde Heemskerck begin februatr 16o7 de opdracht van de Sta-
ten-Generaal, de toenmalige regering.Als vlootvoogd wijdde hrj al zrjn aandacht
aan de voorbereiding en de uitrusting van de vloot. Schepen en bemanning moes-
ten aan aller'lei voorwaarden voldoen: meer en beter scheepsvolk, voldoende chi-
rurgijns, goede kwaliteit rlondvoorraden, zwaardü geschut, meer kruit en kogels
en voorraâdschepen met reserves aan personeel, ammunitie en proviand ' Zeer
zorgvuldig stelde hij een verdeling in eskaders op, verzegelde instructies, seinen
Voor overdag en 's nachts en voor mist, gevechts-, manoeuvreer- en verkennings-
seinen.Van de overheid ontving hij strategische richtlijnen: de vloot moest verza-
melen brj het eiland'Wight, vandaâr naar het zuiden op verkenning gaarT'vervol-
gens de Tâag blokkeren en een aanval uitvoeren op de wellicht daar liggende
Spaanse vloot. Zou deze reeds vertrokken zijn dan kon Heemskerck naar eigen
inzicht handelen.
r8
In totaal vertrokken van Wight op 29 l'naart z4 galjoenen, rwee jachten en vier
transportschepen.Tien schepen kwamen uit Amsterdam, waaronder het adrniraal-
schip'Aeolus', de'Swerte Beyr', de ''Witte Beyr', de'Gouden Leeuw', de'GriÊ
fìoen'en de'Gouden Sterre'.Van Enkhuizen drie schepen en drie van Hoorn, de
'Vriessche Pinasse' en het jacht van Amsterdam.Vier Zeeuwse schepen waaronder
de 'Rode Leeuw', het schip van de vice-adnriraal van de vloot Alteras. (Eén
Zeeuws schip liep brj Wight aan de grond en verging). Uit Rotterdam kwamen
zes schepen, onder andere de 'Tijgher'van Moyen Lambert, het'Lupart' en de
'Barc' met als kapitein Harpert Maertenszoon Tiomp en âan boord zijn negen-
jarige zoon Maerten Hartpertszoon, de latere luitenant-admiraal. Deze vloot
bereikte op ro april de monding van deTäag. In overeenstemming met de instruc-
tie werd besloten om in Lissabon de mogelijk daar liggende Spaanse vloot aan te
vallen. Berichten van aangehouden koopvaarders leerden evenwel dat de meeste
Spaanse schepen al vertrokken waren en de galjoenen die er wel lagen niet vóór
r juli buitengaats zouden komen, ze waren onbemand en niet zeilklaar. Noch te
Lissabon, noch te Cadiz werden Spaanse schepen aangetroffen. In de rlacht varr 24
op z5 aprll werd varende langs de Afrikaanse kust van de Straat van Gibraltar van
een Frans schip vernomen dat de Spanjaarden voor anker lagen in de baai van
Gibraltar. Heemskerck seinde zijn commandanten en zoalsVan Meteren beschreef;
'heeft de Admirael in de enghde vande Strate alle de Capiteynen aen boordt
ontboden ende den Krijghs-raedt te kennen ghegheven, wat hy vanden
Frans-man verstaen hadde.'Waer op hy wel ghelet ende alles overleydt heeft,
ende met rijpen rade eyntlick besloten, de Spaensche schepen manlyck aen
te vallen, ende dat hy met sijn schip de Spaenschen admirael metten Capi-
teyn Moye Lambert soude aborderen; ,lteras, de vice-admirael, met Capi-
teyn Bras (van een van de schepen uit Hoorn) souden den Spaenschen vice-
admirael aenklampen; voorts de ander schepen souden rwee ende fi,vee te
samen elck een Galioen aen vallen.'
De beide jachten moesten buiten kruisen om vijanden die wilden uitzeilen, aan
te vallen. De voorraadschepen zouden op veilige aßtand en buiten het gevecht
blijven.
De vloot zeilde op z5 apr17 naar Gibraltar en naderde de rede om drie uur's
middags. De Spaanse schepen lagen voor anker in ondiep water onder bescher-
ming van het geschut van de stad en van het grote fort aldaar. Er lagen zr grote
vaartuigen inclusief vier of vijf veroverde koopvaarders, waaronder twee uit Enk-
huizen en een uit Rotterdam. De admiraal van de Spaanse vloot was Don Juan
A.lvarez d',&ila, die ook in de zeeslag in de Golf van Lepanto had gestreden (trj-
dens de strijd vanVenetiê en bondgenoten tegen deTurken in r57o-t57t).
Zijn schip, de 'St. Augustijn' was bemand met 7oo koppen. Beide andere vlag-
geschepen heetten'Nostra Señora de laVega'en'Madre de Dios'.411e Spaanse
r9
schepen droegen heiligennamen, terwijl de Nederlandse schepen voor het meren-
deel naar dieren waren genoemd. Uitkijkposten hadden de Nederlandse vloot
reeds waargenomen toen hij om KaapVincent zeilde en ijlboden hadden de vori-
ge nacht de nadering van de Nederlanders gerapporteerd. De Spanjaarden waren
dus voorbereid maar waren zich blijkbaar niet bewust van de gevaarlijke positie
waarin zij zichbevonden en nog minder van de durf van de vlootvoogdJacob van
Heemskerck.
Admiraal d',&ila had trouwens beter kunnen weten, want [oen de kleinere
Nederlandse schepen in zicht kwamen liet hij de schipper van de veroverde Rot-
rerdamse koopvaarder b1j zichkomen en vroeg hem of hij meende dat de Neder-
landers het zouden wagen, aan te vallen. De schipper was er heilig van overtuigd
dat zljnlandgenoten tot de aanval zouden ovefgaan.Vân Meteren schreef hoe het
intussen aan boord van de aanvallers toeging:
,De Nederlandtschevloote de Spaense rakende, heeft elck capiteyn onder
zijn volck order ghestelt ende tot vromicheydt vermaent;.en naedat elcks
Schips-volck de ghebeden gedaen ende Godes Name aengheroepen hadden,
ende malcanderen den dronc van getrouwicheyt toeghedroncken, soo seyl-
de elc lustich naer zijnen q/andt toe.'
Recht voor de wind met'staende seylen'voeren de Nederlanders de vijand voor
de boeg. Heemskerck wilde volgens plan de Spaanse admiraal aanklampen, maar
d',Vila wist achter zijn vice-admiraal en drie andere galjoenen te gâan liggen.
Heemskerck slaagde er toch in het admiraalschip te naderen. Hij had zijn anker
aan de boeg hangen en beval dat niet te laten vallen voor men het Spaanse schip
had aangeklampt en'sy 't hoorden kraken'. Men mocht niet schieten voordat de
schepen boord aan boord lagen. Hij loofde Ioo realen van achten uit aan die
bemanningsleden die de Spaanse admiraalsvlag naar beneden zouden halen. De
'Aeolus' zeilde met volle zeilen op het grote Spâanse schip af. De 'St. Augustijn'
vuurde en de'.eolus'beantwoordde met zijn twee boegstukken.Vervolgens lagen
de schepen dicht tegen elkaar en viel het anker van de'Aeolus'. Heemskerck stond
voor de mast in volle wapenuitrusting: helm op het hoofd, zwaard in de hand.Toen
viel het tweede schot van het Spaanse schip en de uitwerking daarvan wâs ver-
schrikkelijk: de ijzeren kogel schoot een matroos middendoor, nam het linkerbeen
vân Heemskerck bij de heup weg en vernielde de rechterhand van een man die
achter hem stond. De admiraal was gevallen,m ar zlin dood werd geheim gehou-
den tot na de slag. De 'Aeolus' bleef de admiraalsvlag voeren en de kapitein zette
de aanval voort alsofer niets wâs gebeurd.
Moyen Lambert met het galjoen de'Tygher'was zijn bevelhebber gevolgd en
viel ook de 'St. Augustijn' aan. Het schip werd ingenomen en de trompetter van
de 'Griffi.oen', het andere Nederlandse schip dat bij deze aanval betrokken was,
klom in de mast, haalde de Spaanse admiraalsvlag naar beneden en ontving later
20
de toegezegde beloning. Daarop bleek dat ook admiraal d'Avila in het begin van
het treffen gesneuveld wâs. De enkele overlevenden van het Spaanse schip spron-
gen over boord en probeerden de wal te bereiken maar slaagden daar meestal niet
in en werden gedood.
De andere galjoens werden volgens de gegeven bevelen paarsgewijs aangevallen
en overweldigd.Ze zonken,brandden uit ofvlogen met een slag de lucht in.Alte-
ras, de Zeeuwse vice-admiraal slaagde er niet in de Spaanse vice-admiraal en zljn
'Nostra Señora'te naderen, maar het werd door andere Nederlandse schepen aan-
gevallen. Een matroos van de'Gouden Leeuw'wist zich van de vlag meester te
maken voor het schip geheel uitbrandde. De kustbatterijen vuurden intussen lnaar
râakten veelal de eigen Spaanse schepen. De vernieling was verschrikkelijk. De
aanval was om drie uur 's middags begonnen en tegen zonsondergang was de
Spaanse vloot vernietigd.
De Spanjaarden verloren in deze'treffelycke Zeeslagh'ongeveer 4ooo man. De
Nederlanders moesten zo'n roo man betreuren maar hadden ondanks alle bran-
den en explosies geen enkel schip verloren. Het doel, de Spanjaarden"een gevoe-
lige slag toe te brengen, was bereikt. De materiële winst was echternrihil: geen zil-
vervloot voor de admiraliteitskassen. De besprekingen met Spanje over een
wapenstilstand zouden nog fwee jaren gaan duren. FIet sneuvelen van Jacob van
Heemskerck betekende bovendien een zeer groot verlies (zie bijlage A).
De morele effecten van de zeeslag wâren evenwel groot, want deze confrontatie
tussen de Spaanse en Nederlandse zeemacht maakte in het Middellandse-Zee-
gebied een diepe indruk en het Nederlandse zelfvertrouwen werd er aanzienlijk
door versterkt.
Het schilderij
De 'Slag bij Gibraltar'werd in rózo door Geerer Op Gielder geschilderd op een
doek van groot formaat, hoog 167.5 cn en breed 287 cn.De horizon op het schil-
derij ligt hoog, waardoor eenderde van het beeldvlak in beslag wordt genomen
door de grijze lucht met wolkenpartijen. Op de resr van het doek zijn vele sche-
pen te zien, b ezigrrret manoeuvreren. De schilder heeft een hoog standpunt geko-
zen waardoor een breed panorama wordt geboden. De blik gaat over de schepen
tot aan het einde van de baai en over de muren van de vesting. Zo zljn de acties
zowel op het water als binnen de muren goed waar tê nemen. De schepen varen
in het groen-blauwe water dat in de voorgrond diep van kleur is en naar de ein-
der toe steeds lichter wordt.
De schepen bevinden zichin de omsloten baai van Gibraltar. Links is een berg-
achtige kust zichtbaar met aan de waterlijn een hoge ronde toren, rechts is op hori-
zonhoogte een groter deel van de kuststrook te zien.De bergen gaan hier over in
2I
I
'De zeeslag bij Gibraltar op z5 april róo7', Geeret Op Gielder, l6zo, na de
restauratie [Tim Kosterl
de ommuurde stad Gibraltar. De gebogen muLlr staat in het water en wordt door
twee uitspringende ronde muurtorens begrensd. Halverwdge de muur is een poort
die toegang geeft tot een korte pier waarop vijf figuren staan afgebeeld. De meest
ver gelegen multrtoren sluit nauw aan brj de bebouwde omgeving, eenvoudige
kubusvormige gebouwen.
Het gebied âchter het fort is rotsachtig en wordt door drie muren ingesloten.
Vele figuren zljn zichtbaar op de open weergang vân de muurtoren, rechts op de
voorgrond afgebeeld, en aan de voet van de rots. Boven op de rotspartij staat een
stuk geschut, geflankeerd door twee rieten manshoge korven.
Een hevig gevecht is gaande, het vuur vân drie schepen in de voorgrond wordt
beantwoord door vijf vuurmonden uit de toren van het forl'
Geerer Op Gielder heeft van de slag bij Gibraltar de meest spectâcltlaire gebeur-
tenissen afgebeeld: op de achtergrond de confrontaties tussen de schepen de'Aeo-
lus'van admiraalJacob van Heemskerck en de'St.Auglrstijn'van de Spaanse admi-
raal Don Juan Alvarez d'Á.lvila, en links op de voorgrond de confi'ontatie van
Nederlandse schepen met het schip van de Spaanse vice-admiraal.
Volgens de plannen zou de Zeeuwse vice-adnriraal LaurensJacobsenAlteras en
zijn galjoen de 'Rode Leeuw' het schip van de Spaanse vice-admiraal de'Nostra
Señora de laVega'aanklampen, samen met het Floornse galjoen de'Eenhoorn'van
kapitein Bras.Alteras slaagde er niet in bij het Spaanse schip te komen. lJit de bron-
nen blijkt dat vervolgens kapitein ,driaen Roest van de 'Zwafte Beer', bijgestaan
door SymonJansen (geen naam van het galjoen genoemd), Cornelis Madder met
de'Witte Beer'en kapitein Pau met de'Gouden Leeuw'het Spaanse vlaggeschip
hebben aangeklampt en in brand gestoken. Een van de bemanningsleden van de
'Gouden Leeuw'heeft over verschillende schepen klimmend de Spaanse bodem
.weten te bereiken en de vlag meegenomen, waardoor hij in aanmerking kwam
voor de doorJacob van Heemskerck uitgeloofcle beloning van vijftig realen van
achten.
22
'De Eenhoorn', het schip van kapitein Bras [Tim Koster]
Op Gielder heeft dit verhaal zorgvuldig afgebeeld. Links voor op ztjn schilderij
is het strijdtoneel te zien tussen de Nederlandse galjoenen en het Spaanse vice-
admiraal schip. De 'Nostra Señora de laVega' draagt hoog in de mast de Spaanse
vlag, een rood kruis op een wit veld. Het rode kruis wordt gevormd door twee
boomtakken met regelmatige uitstulpingen. Dezelfde vlag wappert op de muur-
toren, met welke vijand hier gestreden wordt is evident.
Vooraan in totaal zljaanzrcht een Hollands schip met slappe ze17en, wellicht de
'Gouden Leeuw'. Rechts van dit schip steekt het achterdeel van een schip uit met
op de spiegel de afbeelding vân'Fortuna', links is de boeg vân een derde schip te
zien. Boven dit schip is de spiegel te onderscheiden van de'Eenhoorn', het schip
van kapitein Bras.Tussen de slaphangende zeilen is een enorme explosie waar te
nemen. Achter de 'Fortuna' is het zinkende schip van de Spaanse vice-admiraal
afgebeeld.Twee monniken op het achterdek ontfermen ztch nog over het ziele-
heil van enkele bemanningsleden. De rechter monnik heeft een kruis in zijn rech-
terhand, de linker hanteert een wijwaterkwast en een vat. De knielende gelovigen
nemen wellicht hun laatste zegen in ontvangst voor zlj, zoals veel andere beman-
ningsleden reeds gedaan hebben, overboord moeten springen en zwemmen voor
hun leven. Nog twee Nederlandse schepen zijn bij deze confrontatie betrokken
en pâsseren in volle vaart het Spaanse wrak; aan bakboord een galjoen waarvan de
afbeelding op de spiegel onduidelijk is en aan stuurboord het vurend galjoen de
''Witte Beer'van kapitein Madder. Op Gielder heeft het Zeeuwse galjoen de'Rode
Leeuw'middenvoor afgebeeld, geheel afzljdig van de actie rond het Spaanse vice-
23
I
Het zinkende schip de'Nostra Señora de laVega'van de
Spaanse vice-admiraal [Tim Koster]
'signatuur van Geeret Op Gielder en datering op
'De Rode Leeuw', het schip van vice-admiraal,lteras
[Tim Koster]
'DeWitte Beyr', het lchip van kapitein Madder
[Tim Koster] Þ
'De Monnik' [Tim Koster]
admiraal schip. Hij geeft het schip een extra accent door op de spiegel onder het
wapen varr Zeelarrd zijn signatuur en het jaart^l 1620 te zetten.
Tussen het Zeeuwse schip en het fort vaart een galjoen onder de Hollandse vlag,
een rode klimmende leeuw op een goudgeel veld en de dubbele Staten- of Prin-
24
'Vrouwe Fortuna' [Tim Koster] 'Aeolus', het schip van Admiraa$acob van Heems-
kerck fTim Koster] Ë
senvlag. Op de spiegel staat een monnik geschilderd van opzlj gezien met een staf
over zijn rechterschouder. Een scheepsnaam of plaatsnaam met'Monnik'komt niet
voor op de lijst van namen dieVan Meteren in zljn boek had opgenomen. Het is
voor het toenmalige protestantse Nederland een wonderlijke figuur. Op Gielder
beeldde drie schepen af met een mensfiguur op de spiegel, namelijk deze mon-
nik,Vrouwe Fortuna en'Aeolus'. Zij vormen de uitzonderingen in de reeks van
dierennamen. De'Eenhoorn'gaf hij niet het fabeldier als embleem mee, maar het
blaasinstrument: de hoorn.
Op het tweede plan van het schilderij, rechts van het midden, vindt het treffen
tussen de hoogste ofhcieren plaats. Het galjoen van Fleemskerck met op de spie-
gel een afbeelding van Aeolus, de bewaker van de winden, ligt tegen het grotere
Spaanse admiraalschip. Het Spaanse schip is te herkennen aan de vlag met een
afbeelding van de H.Âugustinus, die hoog boven de horizon uitsteekt.Achterlangs
vaart een van de andere twee bij deze actie betrokken galjoenen, de'Tijger'of de
'Grifûoen', die de vrjand van dichtbij onder vuur neemt. Een explosie is tussen de
loshangende zeilen van de'Aeolus'waar te nemen. Dtt zal het tr,veede schot van
de Spanjaard z1jn, dat Heemskerck dusdanig verwondde dat hij het leven liet.
Heemskerck, zo vermelden de bronnen, stond voor de mast en Op Gielder heeft
in een van de zeilen een winkelhaak geschilderd waardoor we als het ware getui-
ge zijn van dit trieste feit.
De beide admiraalschepen en het Zeeuwse vice-admiraalschip onderscheiden
zich van alle andere schepen door de rode schanskleden die langs het boord
gespannen zijn.
25
'Winkelhaak
in een zeil van de'Aeolus' [Andy Mason]
Rechts voor de admiraalschepen vaart al vurend een galjoen met de Hollandse
vlag in top en eer. zwaar' afgebeeld op de spiegel. Een schip met een dergelijke
naam wordt in de bronnen niet genoemd maar van Meteren was, zoals eerder is
opgemerkt, niet volledig in het noteren van de namen van de schepen. De'Zwaan'
vaart met volle zeilen af op een hele reeks Spaanse oorlogsschepen die voor anker
liggen voor het fort. Aan dek staan de Spaanse bemanningen keurig in het gelid
hun lot af te wachten.
De schepen op de achtergrond, Spaanse zowel als Nederlandse, zijn soms moei-
lijk van elkaar te onderscheiden. Het is een gewemel van masten,zellen, stâgen en
vlaggen. De kleuren worden grljzer en de vormen zijn kleiner en minder goed
wâar te nemen.
In schril contrast met het strijdgewoel is het kleine stukje strand aan de voet van
de toren van het fort, geheel rechts in de hoek van het schilderij, een letterlijk'stil-
leven'van stenen en schelpen.Te onderscheiden zijn mosselen, wenteltrapjes, kok-
kels,Jacobsscheipen, een rode (zesarmige) zeester, twee nautilusschelpen (afkom-
stig uit gebieden rond de Grote Oceaan en wel zeer afgedwaald!) en, uiterst rechts,
de helft van een oesterschelp met in het midden een klein parelt1e.
Het schilderij vertoont een zekere naïviteit. Laurens Bol omschrijft in een korte
biografie van Op Gielder diens stijl als stijf en hoekig. Het schilderij is, vermoedt
hrj, naar een prent geschilderd, een onbeholpen omzetting in olieverf. De schilder
heeft zeker moeite gehad water te visualiseren, het schuim van de golven lijkt op
z6
Het strand aan de voet van het forf [Tim Koster]
wirte veren die op regelmatige aßtand en in diagonale richting tussen de schepen
drijven. Naar de verte toe Morden de veerachtige golven steeds kleineî eî zlin ze
dichter op elkaar geschilderd, dunne Mitte lijnen verbinden ze tot een netvverk dat
over het water ligt. De golven ztln in de voorgrond in een meer rechte hoek ten
opzichte van het wateroppervlak geschilderd dan naar de achtergrond toe. Ze bj-
ken wat te steigeren. Het is een kalme zee waar de schepen eerder op dan in het
water liggen en alleen bij de aanraking met het wateroppervlak een aarrzet tot
weerspiegeling tonen.
Drie schepen op de voorgrond vuren in de richting van het fort, dit vuur weer-
spiegelt zodanig dat het lijkt of van onder de wâterlijn gevuurd wordt. De zeilen,
zich steeds herhalende witte vlakken, hebben plompe vormen. De illusie van door
wind opbollend zeildoek wordt niet echt bereikt. De suggestie van volume door
middel van het schilderen in kleurnuances van licht naar donker is beperkt. De
gebogen vorm van de zeilen moet die indruk versterken. De bergachtige kust met
toppen en dalen en met glooiingen is beter geslaagd dan de luchtpartij. De lucht
en de wolken zrjn vlak uitgewerkt.
De schepen heeft hij zeer gedetailleerd geportretteerd, ze lijken eerder getekend
dan geschilderd. Veel contourlijnen moeten de suggestie van schepen met een
voor-, achter- en zijkant versterken. Het Hollandse schip dat betrokken is bij het
gevecht tussen de beide admiraalschepen en achter deze schepen langs vaart, heeft
hij verkort weergegeven. Deze perspectivische weergave is niet geheel geslaagd -
een vreemd gevormd vaartuig is het resultaat.
De kleurovergangen in het kanonvuur zijn nogal abrupt, geel gaat vrijwel zon-
der tussentonen over in vermiljoenrood. De rook is meer in lijnen dan in kleur-
De toren van het fort [Tim Koster] De nautilusschelp .tlde oesrerschelp [Tim Koster]
vlakken uitgewerkt. De diverse bemanningen, de soldaten op de toren en binnen
het fort, de vijf figuren op het pierde, stâan er allemaal even stijf bij; eerder gesja-
bloneerde tinnen soldaatjes dan mensen. De trompetters op de achterdekken zijn
individueel het meest herkenbaar, maar staan allen in dezelfde houding.
In de uitbeelding van de muurtoren toont op Gielder zich toch weer wel een aar-
dig schilder. Hier heeft hij met verschillende kleurtoetsen een stevig volumineus
bouwwerk weten neer te zetten. Het licht-schaduwspel rond de steunberen is met
behulp van veel verschillende kleuren in kleine toetsen naast en over elkaar over-
tuigend uitgewerkt. Perspectivisch kloppen de kanonslopen die uit het middelste
muurwlak steken niet. De muur rechts van de toren heeft met zorgvuldige getam-
ponneerde kleurvlakken het aanzten van een dikke onneembâre muur gekregen.
De verhoudingen in de compositie kloppen niet overal, zeker rechtsonder in het
schilderij zljn de schelpen in relatie tot het fort en de soldaten wel heel erg groot
uitgevallen. Maar al zljn ze in verhouding tot de rest van de voorstelling te groot,
Op Gielder heeft ze met grote precisie geschilderd.Vooral de nautilusschelpen zijn
in hun parelmoerglans goed getroffen en het pareltje in de oester heeft hij zorg-
vuldig weergegeven. Ze.lijken op kleine schaal de glansrijk gewonnen'parel'van
een zeeslag te benadrukken.
De schilder
Geeret Op Gielder kreeg een bescheiden plaats in Die holländísche Marinemalereí der
t7.Jahrhunderls van Laurens J. Bol uit 1973. Bol kon slechts een zeer beknopte bio-
z8
,l
grafie aan Op Gielder wijden, omdat er vrijwel niets bekend is over deze schilder.
GerritJorisz Op Gielder of Op Gelder werd waarschijnlijk omstreeks róoo of
eerder geboren. Er is maar één sciriiderij van hem bekend en dat is de 'Slag bij
Gibraltar op z5 april t6o7',dat nu in het gebollw van de Eerste I{amer hangt. Het
sclrilderrj signeerde en dateerde hij onder het wapen van Zeeland op de spiegel
van de'Rode Leeuw': Geeret Op Gielder róeo.Tussen de ró en de zo,precies
onder het midden van het wapen, schilderde hij een symmetrisch monogram van
twee met de ruggen in elkaar gedraaide Gt.
Verder komt Op Gielders naan voorzover bekend nog slechts één keer voor in
een eigentijdse bron, en wel een handgeschreven ofÏìcieel stuk, een notariêle akte
van eenAmsterdamse notaris. Hieruit blijkt dat hrj een opleiding tot schilder heeft
gevolgd bij de schilder Flans Rern (zie bijlage B). Rem verklaarde bij zrjn notaris
Frederick van Banchem (notaris van róoó-ró47 te Amsterdam):
'Compareerde voor mij, Frederick van l3anchem notaris publicq bij den hove
van Hoilandt geadmitteert, residerende binnen
'msterdamme,
e¡rde den
getuijgen naergenoempt ¡
Hans Rem meester schilder, burger binnen dezer voorschreven stede, out
ontrent ¡1¡1tich (53) jaeren mij notario bekent. Ende heeft bij waere woor--
JoLl :1,iì1{! uLùnh: Uì¡ Lr't tlrtù ,r.hr. t
-i _-
''":' j;' - '""r''*;=æ:-- .-"
¡¿ì{&¡ax-
'De Zeeslag brj Sluis', Flans Rem, róo3, gravure, z platen, iedere plaat 5z x 46,5 cm
[Nederlands Scheepvaart Museum Amsterdam]
29
den in plaetse van eede ten versoecke van Joris Joriszoon op Gelder in den
naeme van GerritJoriszoon op Gelder, schilder, altans woonende tot Breemen,
sijnen broeder, verclaert, getuijcht ende geattesteert hoe waer is, dat eenige jae-
ren geleden d'voorschreven GerritJoriszoon op Gelder - noch jongen sijnde
- bij hem getuijge besteer is geweest den tijt van vijfjaeren, om de conste van't
schilderen met dies aencleeft te leeren,van d'welcke tijt den voorschreven Ger-
rit Joriszoon hem getuijgen heeft trouwelijck ende vroom voldaen gelijck
meede de costpennigh die bij hem getuijgen schuldich was. Oversulcx zeet
ernstich versoeckende aen een rjgelijck deses gerehronstreert werd ende dat
hen gelieve den voorschreven GerritJoriszoon desen te laeten genieten. Geda-
en binnen Amsterdamme ter presentie van Claes Janssoon Ruijtenburch ende
Cornelis Pieterszoon van Brakel inwoonders deser stede als getuijgen hier
overgesraen. Den XIen meert XVIC twinrich (r r maarr rózo). Coll (Collatu$'
De comparant Hans Rem liet op verzoek vanJoris, die handelde uit nâam v^n zlirl
broer Geeret Op Gielder, vastleggen dat laatstgenoemde met goed gevolg brj hem
in de leer is geweest en dâarvoof heef,t betaald. Hij geeft âan dat Geeret het vak
van schilder overal mag uitoefenen.
Op Gielder had dit bewijs waarschijnlijk nodig om in Bremen, waar hij volgens
de akte op dat moment woonde, als schilder aan het werk te kunnen.
Zijn leermeester Flans Rem (Antwerpen omstreeks r 5óó-Amsterdam na 29 apúl
rózo) was schilder, gravellr en prentenhandelaar. H¡ werd op zz aprtT r5g4-
A.msterdams burger.Van zijn hand is een prent uit Ióo3 bekend van een gevecht
tussen Nederlandse en Spaanse galeien bij Sluis.
In de Amsterdamse archieven wordt Hans Rem als schilder een aantal malen
genoemd. Hij werd als deskundige, meestal met een aantal vakgenoten, verzocht
een oordeel te geven over schilderijen waarbij getwijfeld werd aan de juiste toe-
schrijving.Van schilderijen van zljn hand is tot nu toe niets bekend. Over de datum
van zljn overlijden tast men eveneens in het duister.Wel liet hlj op zg april rózo
zijn testament opmaken bij notaris Ruttens inAmsterdam en liet toevoegen:'swac-
kelycken van lichame overende sittende'. Na deze datum is van de'eersame'Flans
Rem, schilder,'poorter deser Stede Amsterdam', geen spoor meer te vinden.
Over de schilder Geeret Op Gielder en zrjn verblijf in Bremen is net zo rnin iets
bekend. Naspeuringen brj het'staatsarchiv Bremen'bleven zorldeÍ resultaat. Zijn
naam komt ook niet voor in recente literatuur, zoals de artikelen'Niederländer in
Bremen in r7. und r8.Jahrhundert'door H. Schwarzwälder en'Niederländer in
Bremer Dom Gemälde der Niederländischen Schule im Bremer St. Petri Dom'
door J.'weibezahn. Beide verschenen in Bremen und díe Niederlande, Jahrbuch
ryg5/ ryg6 der'Wittheit zu Bremen (Brernen r99ó).
Het Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte Focke-Museum in Bremen
wijdt in een expositie over de geschiedenis van Bremen speciale aandâcht aan de
nauwe betrekkingen tussen Bremen en de Nederlanden in de zeventiende eeuw,
maar ook voor dit museum is Geeret Op Gielder een grote onbekende.
3o
->--
Hoofclstuk 2
De levensloop van een schilder¡
De'Slag bij Gibraltar'door Geeret Op Gielder in Devqrrter
ä
Het stuk van Op Gielder is dertien jaar na de slag bij Gibraltar geschilderd. Dit
was brj dergelijke doeken heel gebruikelijk. Zeestukken beeldden meestal geen
recente gebeurtenissen uit; tussen feit en fictie konden vele jaren liggen. Het kon
om een triomf of een veroveting gaan van eeuwen geleden, bijvoorbeeld'De ver-
overing van Damiate', dat Cornelis Claesz van'W'ieringen in ró28 schilderde voor
de Haarlemse kloveniersdoelen. Die verovering had al in rzr8 plaatsgevonden. De
slag bij Gibraltar behoorde met de slag op de Zsiderzee, die plaats had op r r okto-
ber 1573, tot een van de favoriete onderwerpen van de zeeschilders. Hun afne-
mers hadden ook voorkeur voor deze thema's.
Stadsbesturen en admiraliteitscolleges, vlootvoogden, schippers en reders bestel-
den vaak schilderijen van zeeslagen of havengezichten ter meerdere eer en glorie
van zichzelf of om weg te geven aan de een of andere autoriteit.
Het zou kunnen dat ook Op Gielder zo'n opdracht heeft gekregen. Het formaat
van het doek en het onderwerp wijzen in die richting. Dergehjke grote schilde-
rijen waren eerder bestemd voor de verfiaaiing van openbare ruimtes, zoals een
stadhuis, dan voor een woonhuis.
Het schilderrj van Op Gielder was tot r97o het eigendom van het Groote- en
Voorstergasthuis in Deventer. Dit gasthuis is ontstaan uit een fusie van het Groote-
of Heilige Geest Gasthuis met hetVoorstergasthuis in r798. Het Heilige Geest
Gasthuis was het oudste en aanvankehjk enige gasthuis te Deventer. Het oudste
archießtuk ervan, een schriftelijke verklaring dat aan de provisoren (bestuurders)
een huis is toegewezen, dateert van zz december tz67 .F{et gasthuis bood hulp aan
ailerlei noodlijdenden en tijdelijk logies aan vreemdelingen in de zogenaamde
wandelaarskamer.
JI
HetVoorstergasthuis werd in t476 opgericht met geld uit de nalatenschap van
Geert Hakesberch. Het werd gevestigd op de plaats waar de stichter veel grond bezat
en vanouds heette die plek DeVoorst.Alleen vrije burgers, dus geen lijfeigenen of
horigen,konden in dit armenhuis worden opgenomen.Alle goederen die een opge-
nomene bezat of zott verkrijgen, bleven na diens overlijden eigendom van het gast-
huis, zonder dat de erfgenamen er recht op hadden. De op deze wljze verkregen
goederen en gelden werden gebruikt voor de verzorging van de patiënten.Een ande-
re bron van inkomsten vormden de schenkingen en testamentaire beschikkingen die
werden gedaan ter bevordering van het zieleheil van de gevers.
'Waarschijnlijk
is zo het schilderrj de'Slag brj Gibraltar'in het bezit gekomen van het
Groote- enVoorstergasthuis. Een chronologisch gerangschikte opsomrning van de
archiefbescheiden van het Groote (vroeger HeiÏge Geest) enVoorstergasthuis is uit-
gegeven in een Catalogus derArchieven, opgemaakt door mr.J.l. van Doorninck in
r88o. Daarin zijn r895 afzonderlijke stukken beschreven uit de periode o67-t8r5.
Nergens is echter een vermelding te vinden van de zeeslag dooç Geeret Op Gielder.
Aanvankelijk werd aangenomen dat het schilderrj toebehoorde aanJonker Bal-
thasar Boedeker (r54o-rór7) uit Deventer. Deze edelman nam deel aan een zee-
slag, namelijk de slag bij Lepanto in oktober r1Tr,waaÍaan zoals vermeld ook de
Spaanse admiraal d'Avila meedeed die slag leverde brj Gibraltar.
In de literatuur is geen enkele aanwijzing gevonden of en waarom Boedeker
opdracht zou hebben gegeven voor het schilderen van de'Slag bij Gibraltar'. Dit
moet hoe dan ook v66r 1617 gebeurd zijn. H¡ heeft in geen geval het uiteinde-
lijke schilderij kunnen aanschouwen aangezien Op Gielder zijn werk na voltooi-
ing dateerde met het jaartal t6zo.
Het schilder¡ wordt pas genoemd in de notulen van een vergadering van het
Centraal Bestuur van het Groote- enVoorstergasthuis, gehouden op 9 maart r 8 80.
Het bestuur had een missive onrvangen van de directeur van het Nederlands muse-
um voor Geschiedenis en Kunst, het huidige Rijksmuseum in Amsterdam,'hou-
dende het verzoek om aan het Museurn ten geschenke te geven de schilderij,
berustende in het Groote- en Voorster Gasthuis en voorstellende een zeeslag of
liever een aanval door een Hollandsche vloot daar deze schilderij geen geldelijke
waarde bezit'. De vraag werd doorver-wezen naar de Commissie voor het Groote-
enVoorster Gasthuis, die adviseerde af te zien'tot het kosteloos aßtand doen van
het bedoelde schilderrj'.
Uit de periode tussen rózo, het jaartal waarmee Op Gielder zijn schilderrj dateer-
de, en r88o, het jaar waarin het voorkomt in de notulen van het Centraal Bestuur
van het Groote- enVoorster Gasthuis, is niets bekend, noch over het zeestuk noch
over de schilder, de opdrachtgever, of de plaats waar het oorspronkelijk heeft
gehangen.Vele jaren later wordt het schilderij weer in de notulen vermeld. Op de
vergadering van z juli r9r 5 van de Commissie belast met het huishoudelijk beheer
J2
Interieur van het rnuseum'DeWaag', Deventer. Foto uit'Eigen Erf' jaargang 8,nr.27,23 september
r 912 [Stadsârchief Deventer]
van het Groote- enVoorster Gasthuis werd besloten tot'het uittrekken van een
bedrag van f Too op de begrooting voor r9ró voor kosten van restauratie der aan
het Museum "de'W'aag" fin Deventer] in bruikleen afgestane schilderij, voorstel-
lende "den Zeeslag bij Gibraltar".'
De uiteindelijke kosten vielen zeer mee want tn r9t6 werd aan de heer'WFC.
Greebe, âssistent bij het Rijksmuseum te,msterdam,f z4o,z5 uitbetaald voor het
verdoeken, schoonmaken en herstellen van het zeestuk van Geeret Op Gielder.
De directeur van museum De'Waag de heer D.M.E. Houck betuigde in een mis-
sive van 3r juli ryt6 zljn dank voor het herstellen van her kapitale schilderij, dat
reeds eerder aan het museum in bruikleen was gegeven.
Eigen Erf, een geillustreerd familieweekblad, publiceerde op 23 septembe r tg3z een
foto van een interieur met aan de wand het schilderij van de zeeslag. De begelei-
dende tekst verwees naar vertrek nummer 8 in museum De-W'aag waar men deze
voorstelling van de slag bij Gibraltar kon bewonderen.
Achter op een oude bruine foto van het schilderij uit het bezit van het Muse-
um De'Waag staat in potlood vermeld dat het schilderij de 'Slag bij Gibraltar' in
r95z is gerestaureerd, tussen haakjes staat er'oorlogsschade' en dat het een foto
betreft van vóór de restauratie.
Deventer is in februari rg45 zwar gebombardeerd. Het is mogelijk dat bij deze
É
33
'De Zeeslag bij Gibraltar op z5 april róo7', oude foto voor de restauratie vân r9J2
bombardementen, waarbij ook het Groote- en Voorstergasthuis zwâar werd ge-
ffoffen, het schilder¡ zo ergwerd beschadigd dat het noodzâkehjk werd in tg5z
tot restauratie over te gaan.
Het schilderij komt naar Den Flaag
Op Gielders 'Slag bij Gibraltar' we rd in ry7o door het bestuur van de Stichting de
Verenigde Gestichten, waarin Het Groote- en Voorstergasthuis was opgegaan'
overgedragen aan de Dienst voor t RijksVerspreide Kunstvoorwerpen (lnvr)'
Onder het inventaris nummer: AA I3 8ó, met een geschatte waarde van f r 5.ooo,
werd het opgenomen in de colle ctie. Een jaar later kwam het in het gebouw van
de Eerste Kamer te hangen, ter vervanging van een ander doek dat naar het Rrjks-
muselrm terug ging.
Het Rijksmuseum te Amsterdam richtte op 4 januâri r97I het verzoek aan de
GrifIìer van de Eerste Kamer der Staten-Generaal tot teruggave van het schilde-
rij: 'Allegorische voorstelling van de triomftocht van de Prins van Oranje (later
koning'Willem rr) na de slag bij'W'aterloo r 8 r 5', van C. van Cuijlenborgh. Het was
ooir in bruikleen gegeven mâar de afcleling Nederlandse Geschiedenis van het
Rijksmuseum wilde het in verband met de herinrichting van de afdeling graag
weer ter beschikking hebben.
34
'Allegorische voorsteiling van de triomftocht van de Prins van Oranje na de slag bij Waterloo,
r8r5', C. van Cuijlenborgh, r8r5, doek, 186 x 242 cm [RijksmuseumAmsterdam]
De toenmalige Grifûer,Jhr. mr.J.'W RöeIl, was bereid
^àn
dít verzoek te vol-
doen. In zljnbúef van zo januaù stelde hij voor dat eind april r97r de overdracht
zou kunnen plaatsvinden.'Voorts', schreef hij ín ztln brief gericht aan de heer D.E
Lunsingh Scheurleer, hoofd van de oRvr,
'moge ik u ervan in kennis stellen, dat de Huishoudelijke Commissie er met
instemrning en erkentelijkheid van heeft kennisgenomen, dat (Jwerzijds al het
mogelijke zal worden gedaân om te bevorderen, dat een ander representatief
schilderij ter beschikking van de Eerste Kamer wordt gesteld, zulks ter ver-
vanging van het schilderij vanVan Cuijlenborgh, herwelk thans hangt op een
opvallende plaats in dit unieke gebouw. U maakte er in dit verband gewag van
dat,zo nodig, de bereidheid bestaat beslag te leggen op een passend schilde-
rtj,zich bevindende in een gebouw, waar het minder tot ztjn recht komt, dan
wel waar de plaatsing ervan minder urgent kan worden geacht.'
Het hoofcl van de afdeling schilderijen van het Rijksmuseum, dr. PJJ. vanThiel,
liet Röell een week later schrifìelijk weten dat april, gezien het strenge tijdsche-
35
ma voor de herinrichting van de afdeling Nederlandse Geschiedenis, te laat zou
zijn, men wilde op kortelermijn beschikking hebben over het schilderij. De tijds-
diuk was wellichi ook de ooizaakvan de onnauwkeurigheden die in deze brief
geslopen ztjn; de naam van de schilder veranderde in cornelis van Schuylenburg
ãr, då tit.l-rran het schilderij werd'De terugkeer van de Prins van Oranje van
.w.aterloo'.
De zaken zrjn daarnainderdaad snel geregeld ,gezierl de aantekeningen
van de GrifÊer op de brief vanvanThiel bestemd voor het toenmalige hoofd griË
fie:
'Heer Hegi
r) De heJr Lunsingh Scheurleer belde mij op dat ondanks alle aßpraken nu
tách al woensdag r*. h., Cuijlenborgh schilderij wordt weggehaald'
z) zêêrspoedig ko-,
",
een nieuw schilderij nl. een "Zeeslag" bij Gibraltar uit
de rTde eeuw.
Röell.'
Aldus kwam.De slag bij Gibraltar' geschilderd door Geereb op Gielder in rózo te
hangen in de kofíìekr-.r'op ."t op"'llt"de plaats in dit unieke gebouw'van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Grote egale retouche in de luchtpdrtij vóór de restautatie van 1998-1999 rechtsboven de
reflectie van het flitslicht [Coilectie auteur]
36
Het schilderij gerestaureerd
Op de ochtend van dinsdag z8 april 1998 werd het schilderij ingeladen in een
vrachtwagen van het Instituut Collectie Nederland (rcN). Een ingrijpende ver-
bouwing in het pand van de Eerste Kamer maakte het noodzakelijk het omvang-
rijke schilderij in veilige bewaring te geven.Vân deze gelegenheid werd gebruik
gemaakt om het schilderij opnieuw te laten restaureren.
Restaurator Ronald deJager vond het schilderij srrucrureel nog in redehjk goe-
de staat. Hij constateerde dat het doek een was,/harsbedoeking heeft ondergaan
die de verf goed op de drager fixeert. Er zljn drie lagen linnen te onderscheiden:
twee lagen linnen van een fijne structuur en één laagvanveel grover geweven lin-
nen. De eerste laag is het originele linnen uit de zeventiende eeuw, de volgende
laag dateert waarschijnlijk uit r9ró en het grove doek uít :1952.
DeJager merkte op dat de verf enigszins gesleten was en de vernis zeer vergeeld
en vuil. Over het schilderij zater. zeer lelijke en slordig aangebrachte mastieken
(harsplekken), variërend in grootte van kleine stopsels tor grote plakkaten. Over
deze mastieken waren retouches/overschilderijen aangebracht die ih kleur en glans
sterk zÙn gaan afwijken van de omliggende originele verf. Deze vroegere restau-
raties werkten qua structuur, kleur en glans zeer storend.Vooral in het midden van
de luchtpartij viel dat op; een grote bijna egale retouche was aangepast aan de cra-
quelures (haarscheurtjes in het ver{oppervlak) van de omliggende velf door er mer
potiood slordig 'barst'-lijntjes op te tekenen. De Jager vermoedde dat onder de
retouches veel originele verf schuil ging, wat ook het geval bleek te ztjn.
Voor de restauratie stonden vier opties open: volledige restauratie, presentabel
maken, een behoudende restauratie of alleen oppervlakkig reinigen en vernissen.
Uiteindehjk werd ook met het oog op de kosten besloten tot het preéentabel
maken van het schilderij. Het schildenj werd oppervlakkig gereinigd en de kleu-
ren wonnen weer aan helderheid. De oude vernislaag werd niet afgenomen. De
eerdere restauraties werden voor een groot deel ongemoeid gelaten en alleen
enkele zeer storende retouches in de lucht zijn weggenornen.
Tevens zijn verkeerde oude overschilderingen verwijderd. In het tafereel links-
onder op het schilderij stak op een onverwachte, onlogische plaats een mast uir
het Mater. De vreemde scène was het resultaat van een onjuiste ingreep bij de res-
tauratie in t952. De enige retouches rond de mast waren enkele witte vegen van
het schuim van de golven. De retouches bleken over de originele onbeschadigde
ver-flaag te zrjn aangebracht. Het waterpatroon zoals het geschilderd was boven de
mast wâs ook voortgezet onder de mast. De originele onderlaag verbeeldde ech-
ter geen water maar rook van het exploderende schip iets lager op het schildenj.
De mast zonk dus niet weg in de golven maar was door de rook van de grote
explosie nog mâar gedeeltelijk zichtbaar. Mer het verwijderen van de verkeerd aan-
gebrachte retouches werd water weer rook en de oorspronkelijke bedoeling van
de afbeelding opnieuw zichtbaar. Het Nederlandse galjoen, afgebeeld achter her
J/
Vóór de restauratie van rg98-
rg99. De verkeerde overschilde-
ring van'water'tussen de twee
grote zeilen [Collectie auteur]
Na de restauratie van
r998-r999' Vater' wordt
'rook' þoven de exPlosie)
[,ndy Mason]
38
Na velwijdering vân een overschildering werd de a{beelding vân een dier zichtbaar, op de spiegel
van het schip. Mogelijk een luipaard van'FIet Lupart', het schip van kapitein Rocussen.
[Ronald de Jager]
zinkende achterdek vân het schip van de Spaanse vice-admiraal, had een spiegel
zor'der voorstelliàg. Onder de egale bruine kleur van een overschildering bleek
een dier te schuilen, het zou een luipaard kunnen voorstellen van het galjoen
'Lupart'.
Ten slotte kreeg het schilderij een nieuwe vernislaag waardoor de oude retou-
ches/overschilderingen ook wât glans betreft in het totaal van het schilderij wer-
den opgenomen.
Bij het uitnemen van het schilderij uit de lijst constateerde De Jager dat in het
verleden, zowel aan de boven- als onderkant een stuk van het doek is afgehaald.
De boorden van het linnen zljn daar minder vergaan dan aan de zijkanten. Het
schilderij moet hoger van formaat zijn geweest, mogelijk gaat het slechts om enke-
le centimeters.
39
Hoof<lstuk 3
De zeevaart
Ouer de zeeudart in Nederland aan lrct eind uan de zestiende eeuw etl
het begin uan de zeuentiende eeuw
De Nederlandse koopvaart was sinds de laatste twee decennia van de zestiende
eeui zo spectaculair gegroeid datJoost van denVondel er een iraspiratiebron in
vond voor zljn Lof der Zeeuaert uit 1623, een ode aan de wereldomvattende activi-
teiten van de Nederlanders op zee.
Een aantal factoren droeg bij tot deze sterke positie in het internationale scheep-
vaartverkeer. Schepen werden in de Republiek verhoudingsgewijs goedkoop
gebouwd. l)e invoerrechten op bouwmaterialen waren laag en de aanvoer
geschiedde in grote hoeveelheden. De bouwprijs kon laag blijven door standaar-
disatie in de bouw het toepassen van arbeidsbesparende techniek en het gebruik
van minder duurzame materialen.
De rentevoet was gunstiger dan in de omringende landen maar vooral het type
schip waarover men kon beschikken vormde een belangrijke factor: het fluitschip.
Dit schip was omstreeks r 595 ontwikkeld in Hoorn voor het vervoer van nlassa-
goederen. De fluit had slechts de meest noodzakelijke voorzieningen aan boord
en er kon met een kleine bemanning worden gevaren.
De meeste koopvaardijschepen hadden geen wapens aan boord en dat beteken-
de besparing van ruimte en bemanning. Het onbewapende schip op routes waar
weinig oorlogshandelingen dreigden, zoals richting Oostzee, was een vernieuwing
in het scheepvaartverkeer. Dreigde er wel gevaar op een route dan werden speci-
aal uitgeruste koopvaardijschepen en oor-logsschepen ingezet.Voor de vaart op de
Middellandse Zee (de Straatvaart) werden bewapeningsvoorschriften gehanteerd.
Reders konden zich tegen risico's verzekeren. Aan het einde van de zestiende
eeuw ondergingen de verschillende vormen van zeevetzekering een snelle ont-
wikkeling. De prernies bleken zo aantrekkelijk dat ook buitenlanders (zelfs Engel-
sen tijdens de 'Dutch Wars') zich hier lieten verzekeren. De Nederlandse koop-
vaardij had door al deze factoren een voorsprong op buitenlandse concurrenten.
J.R. Brurjn schat het aantal koopvaardijschepen waarover de Republiek in ró3ó
+r
beschikte op r7jo, dat wil zeggen gezamenlijk zo'n 3ro.ooo ton. Niet meegere-
kend zijn de schepen van de voc, de in t6zt opgerichte'West-Indische Compag-
nie (wrc) en de visserijschepen. Hij stelt dat de vloot rond róoo groter moet zijn
geweest, al waren de schepen toen veel kleiner.
De Nederlandse handelsvloot was groter dan de Franse, Engelse en Schotse vlo-
ten sâmen en verzorgde het grootste deel van de Europese vrachtvaart. De waar-
de van de goederen die in de Republiek in 1636 werden ingevoerd, schat Bruijn
op ruim dertig miljoen gulden.
Het aantal zeelieden dat werk vond in de vrachtvaart moet in róro zo'n zo.ooo
man hebben bedragen, naast circa r5.ooo man in dienst bij de marine, visserij en
de voc.
De ligging van de Republiek op de route van zuidwest- paar noordwest-Europa
en aan de monding van Rijn en Maas was gunstig. Faciliteiten voor opslag van goe-
deren en voor doorverkoop, beschikbaarheid van handelskapitaal en van een goed
betalingssysteem maakten de Republiek tot stapelmarkt van Europa. De jaren van
hetTwaalf arig Bestand ft6og-r6zr) waren goede jaren voor ha,ndel en scheepvaart.
Het noorden van Rusland, de Middellandse Zee,'tfrika,Är$erika enAztë kwamen
binnen het bereik van de Nederlandse handelsvloot en nieuwe artikelen kwamen
op de markt. De scheepvaart in de noordelijke gebieden breidde zich uit. Door de
ontsluiting van de Middellandse zee omstreeks r jgo ontstond een geregelde vaart
op ltalië. De voedseltekorten in Italië en Spanje betekenden nieuwe afzetmarkten
voor graan en de schepen vonden in die gebieden waardevolle retourvrachten. De
Straatvaart ondervond behalve van de Barbarijse kapers vooral moeilijkheden van
Spaanse zijde. Elke koopvaarder moest de door Spanje beheerste Straat van Gibral-
tar passeren. De Nederlandse schepen konden tot ró48 in de vele gebieden die onder
Spaans gezag stonden gemakkelijk in beslag genomen worden.
Van overheidswege werden maatregelen genomen met betrekking tot de ris-
kante Straatvaart. De Staten-Generaal vaardigden vanaf ró23 plakkaten uit waar-
in voorschriften werden gegeven over bemanning en bewapening. Meestal werd
het in konvooi varen verplicht, met of zonder begeleiding van oorlogsschepen.
De scheepvaart naar Az7ë maakte een stormachtige ontwikkeling door met vele
ontdekkingsreizen. Naarstig werd eerst gezocht naar een doorvaart naar Indië via
het noorden. De pogingen van'W'illem Barentsz enJacob van Fleemskerck waren
het meest spectaculair. Hun laatste poging in r5g6-t597 eindigde met de beken-
de overwintering op Nova Zembla. De meest bruikbare route naar de Oost bleek
die langs Kaap de Goede Hoop. Vele steden stichtten'compagnieën'die vloten
uitrustten voor tochten naar Oost-Indië. In róor vertrokken alleen al r4 vloten
met in totaal 65 schepen. De handel leed onder de hevige onderlinge concurren-
tie. De overheid en landsadvoca,atJohan van Oldenbarnevelt wisten de kooplie-
den van de concurrerende steden en regio's tot sâmenwerking te bewegen en dit
leidde in t6oz tot de oprichting van de voc, die per charter een handelsmono-
polie op de Oost kreeg van de Staten-Generaal.
42
Handel en scheepvaart vertegenwoordigden zulke grote economische belangen
dat ter bescherming van het handelsbelang een permânente maritieme defensie
noodzakelijk was. De Staten-Generaal verordonneerde daartoe op r3 âtlgtlstus
r597 de zogenaamde Instructie voor de Ädrniraliteiten. De defensie te wâterwerd
opgedragen aan vijf admiraliteiten: die van Zeeland, de Maze,Amsterdam,-West-
Friesland en het Noorderkwartier en Friesland. Deze instructie bleef tot de BataaÊ
se onrwentelingin r7g5 van kracht. Honderd artikelen legden regels vast ten aan-
ztenvan organisatie, rechten en plichten van de admiraliteitscolleges op het terrein
van rechtspraak, krijgsbuit, financiën, personeel en materieel. De colleges waren
bijvoorbeeld belast met het innen en beheren van in- en uitvoerrechten en ze
benoemden de lagere officieren. De hogere officieren en kapiteins werden door
de stadhouder of de Staten-Generaal aangesteld. In theorie was de stadhouder, de
Prins van Oranje, tn zljn functie van admiraal-generaal voorzitter van eik college.
De admiraliteitscolleges concentreerden zich op vier verschillende vlootopera-
ties: patrouillering op de rivieren, ðe Zsiderzee en de zeearmen; kruisen voor de
Vlaamse kust waar de Vlaamse kapers veel schade konden toebrengen aan de
Nederlandse schepen; kruisen in de Noordzee en het Kanaal;en konvooiering. De
strijd tegen de Spanjaarden en de Portugezen buiten Europa werd hooftlzakehjk
overgelaten aan de voc en de meer offensieve wrc (vanaf rózr).
Joost van denVondel gaf in zljn lofclicht alle zeevarenden een wijze raad: 'Besoeckt
vrymoedelijck de veergelegen oorden. Maar pleegt oprechtigheyd in handel, en
in woorden.'
'W'ant:'Soo
zal de segen Gods toevloeyen door de vaert.'
De laatste woorden bleken profetisch; de Republiek werd reeds voor de vrede
met Spanje in ró48 internationaal beschouwd als de meest vooraanstaande han-
dels- en zeevarende mogendheid.
43
Floofclstuk 4
Het zeestuk
Ouer ltet zeestul< in de beeldende kunst aan lrct eind uan de zestiende eeuw
en het begin uan de zeuentiende eeuw
FIet ontstaan van het zeestuk
*
,o.O-*.0..-De geweldige groei van de scheepvaart had ook zijn weerslag in de No
landse schilderkunst. Vlak voor het einde van de zestiende eeuw ontstond een
nieuw genre. Naast het historiestuk, het portret, het landschap, het stilleven en het
architectuurstuk ontwikkelde zich een nieuw thema: de zee. De introductie van
en toenemende vraag naar het zeestuk zljn zonder twijfel gestimuleerd door de
groei van de zeevaart.Zoals de schilder en dichter Karel van Mander (r548-róoó)
het in zijn Schilderboeck omschreef;
'En 't volck,/ghelijck in Hollandt veel zee-vaert is/begon oock groot beval-
len in deze Scheepkens te crijghen.'
Van Manders boek, dat in róo3-r 6o4 in Haarlem uitkwam, was de eerste publica-
tie over de schilderkunst in de Nederlandse taal. FIet was bestemd voor aanko-
mende en gevestigde schilders en kunstliefhebbers. Hij beschreef de levens van
schilders uit de oudheid, van vroegere en eigentijdse Italiaanse schilders en van
Nederlandse schilders vanaf de gebroedersVan Eyck tot âan collega-kunstenaars.
In de schilderkunst onderscheiddeVan Mander een hiêrarchie van onderwerpen
waarbij hij het uitbeelden van historiên op de hoogste trap plaatste. Onder een
historie ofhistoriestuk verstond hij een schilderij met een mensfiguur in de hoofd-
rol, in een onderwerp ontleend aan de bijbel, de geschiedenis, de nrythologie, de
literatuur of een allegorische voorstelling. Een goede schilder was bedreven in al
deze aspecten van de schilderkunst. Hij moest universeel zljn en niet gespeciali-
seerd in één bepaald onderdeel van de schilderkunst zoals het landschap, stilleven
of portret.Van Mander begreep dat zrjn ideaalbeeld niet voor elke schilder haal-
baar was. Hij concludeerde dat hoewel universaliteit het hoogste goed was, spe-
cialismen niet uitgesloten konden worden:
45
.Ist
niet de volcomenheyt in beelden en Historien, soo mach het wesen Bees-
ten, Keuckenen, Prospectiven, Compârtimenten, Grotissen, Nachten, bran-
den, conterfeytselen nae 't leven, zeen, en schepen, oft soo yet anders te schil-
deren.'
Van Mander keek enigszins neer op schilders die zich louter met één onderwerp
bezig hielden.
Samuel van Hoogstraeten onderscheidde in zljn Inleyding tot de hooge schoole der
schilderkunst, anders de zichtbate werelt uit ró78, drie groepen onderwerpen in de
schilderkunst. De eerste waardeerde hij het minst, daartoe behoorden schilderijen
met als onderwerp keukens en stillevens. De tweede groep bestond uit kabinet-
stukken en landschappen.Tot de hoogste en voornaâmste trap in de schilderkunst
rekende hij ook de historiestukken.Van Hoogstraeten voegde aan het rijtje histo-
riën vanVan Mander evenwel nog het schilderen van land- en zeeslagen toe' In de
kunsttheoretische literatuur vielen zeestukken (als het onderwerp niet ontleend
Mas aan de bijbel of de mythologie) aan het begin vân de ãeventiende eeuw dus
nog onder het minder gewaardeerde 'specialisme', maâF tegen het einde van de
eeuw behoorden de zeeslagen tot de hoogste trâp vân de schilderkunst.
W'at theoretici ook beweerden, in de praktijk bestond in Nederland al vanaf het
begin van de zeventiende eeuw grote vraag naar schilderijen met uiteenlopende
onderwerpen en zeestukken hoorden daar zeker bij.Van Mander beschreef in zijn
boek het leven van de schilder Hendrick CornelisVroom (r5óó-ró4o) uit Haar-
lem, die erg vaardig was in het schepen schilderen. Hij had al ontelbare stukken
gemaakt en áeze leverden hem veel op.
,En 't geen van hem te prijzen is, hij kladt nier met de schilder-kunst, want,
die iet van hem wil hebben moet het hem wel betaalen.Tot besluit, hij is een
zeer goed Meester in dit zijn stuk''
Vroom was de eerste Noord-Nederlandse schilder die het zeestuk tot zijn specia-
lisme maakte,rlraar zee en schepen waren uiteraard wel eerder in beeld gebracht.
van de hand van devlaamse meesrer Pieter Brueghel de oude (r5r5(?)- tsóq)
bestaat een zeegezicht'Gezicht op Napels'uit r558. Zlin weergave van schepen
voor de kust van Napels vanuit vogelvluchtperspectief heeft zeker als voorbeeld
gefungeerd voor latere zeeschilders. Dit perspectiefstaat overigens ook in verband
met de cartografìsche traditie, waardoor ook HeinrichVroom zich liet inspireren
brj het ontwerpen van tien wandtapijten met zeevoorstellingen voor de wever
Spierincx uit Delft.
VolgensVan Mander had Vroom deze eerste grote opdracht aan hem te danken.
Spierincx had aanvankelijk Van Mander benaderd voor de ontwerptekeningen
voor de wandtapijten. Het onderwerp schepen lag niet inzljn lijn en hij bracht
Spierincx met Vroom in contact.
46
=--
Prent naar een tapijt van HendrickVroom,John Pine,'The tapestry hangings of the House of
Lords, representing the several engâgelllents between the English ancl Spanish Fleets. In the ever
memorable year MDLXXxvIu, London, r739
ir.l1.',1
.rl
#:ìki
"ei.. _!
.ffç'
&Ëffi
€'üË,"
¡& q
Caltografische kaart van Robert Adams 'Expeditionis Hispanorum in AngliamVera Descliptio.
4..D. r588', r588
t
ß
o
Ë
1P ,{ n r ¡:
sil t
47
Spierincx had aan het einde van de zestiende eeuw van de Engelse admiraal Lord
Howard de opdracht gekregen, wandtapijten te weven met voorstellingen van de
overwinning van de Engelse vloot op de Spaanse Armada in r588. Lord Howard,
held van deze zeeslag,liet kort na de strijd door Robert,dams kaarten maken die
de opeenvolgende manoeuvres van beide vloten in het Kanaal weergaven. Hend-
rickVroom hanteerde deze cartografische verslagen als leidraad en zette ze nauw-
keurig om in panoramische voorstellingen.
De voltooide Armada-serie kwam in r 595 in het bezit van opdrachtgever Lord
Howard.Vanaf ú5o hingen de wandtapijten in het Flouse of Lords in Londen.
Helaas gingen ze bij een brand in r834 verloren. Er zijn gelukkig wel afbeeldin-
gen bewaard gebleven in de vorm vân een serie gravures,die de Londense druk-
ker en uitgeverJohn Pine in 1739 publiceerde. .;
'W'andtapijten
die de eeuwen wel hebben doorstaan en waar HendrickVroom
eveneens een aantal onr,verpen voor heeft gemaakt zljn de 'Middelburg'wandta-
pijten. De Staten van Zeeland lieten in de loop van de jaren negentig van de zes-
tiende eeuw zes tapijten maken, met scènes uit de strijd op {e Zeeuwse wateren
tegen de Spanjaarden, tussen r j72 en t576. HendrickVroom tekende in r595 en
volgende jaren voor wever De Maecht achtereenvolgens de ontwerpen voor de
tapij ten'Rammekens','Lillo',' D en Flaak' en' Zierikzee' .
'De Slag blj Zieúkzee' ,wrndtapijt naar onñverp van HendrickVroom, r j99
48
Deze Zeeuwse tapijten, die vanaf r97z in het Zeeuws Museum in Middelburg
hangen, zijn nu het vroegste grote werk vanVroom dat bewaard is gebleven.
Vroom schreef op zó november r599 aan Flendrick de Maecht dat hij voortaan
geen onrvverpen voor wandtapijten rneer wilde maken, aangezien zijn werk als
schilder buitengewoon profijtelijk was geworden.Zljn vroegst bekende zeeschil-
derij 'De terugkeer van de tweede expeditie uit Oost-Indië in Amsterdam, l9 juli
r j99'(op doek ror,5 x 218,5 cm, Historisch MuseumAmsterdam) vervaardigde
hrj in hezelfde jaar.
Vroom domineerde de eerste fase van de zeventiende-eeuwse zeeschilderkunst
in Nederland. Kenmerkend voor zijn stijl is de grote aandacht voor details en de
grote precisie waarmee het onderwerp wordt Meergegeven. Bol noemt het een
documentaire stijl. De nadruk ligt op de gebeurtenis: de zeeslag of de aankomst
vân een vloot, en rrtet zozeet op de weergâve van een stemmingsvolle natuur.
Opmerkelijk is de hoge horizon in de cornpositie en het gebruik van heldere kleu-
ren.
Vrooms tijdgenoot Geeret Op Gielder schilderde in de stijl vantde nestor van
het Nederlandse zeestuk. De summiere vermelding over Op Gielder tn Allgemei-
nes Lexicon der bíldenden Künstler von der Antike bis zur Cegenwart uit r93z luidt:
'Seeschlacht (in d.Art d. Herdr.Vroom)'. Op Gielder schilderde weliswaar à la
Vroom, mâar op een eigen aandoenlijk naïeve wijze. Het is eerder het werk van
een vlijtige amateur dan van een volleerd meester.
De slag bij Gibraltar in steen
Terug naar de zeeslag wâarover deze publicatie handelt. De slag bij Gibraltar is,
zoals vermeld, in de zeventiende eeuw diverse malen afgebeeld. De eerste keer dat
daarvan melding wordt gemaakt is vlak na de slag. De Staten-Generaal besloten
bij resolutie van z juni t6o7 de slag bij Gibraltar te laten vereeuwigen, bij wijze
van eerbetoon aan de gesneuvelde Jacob van Heemskerck. FIet moest een graÊ
monument worden. De Staten hadden zojuist het bericht over de heuglijke over-
winning op de Spanjaarden ontvangen, en daarmee de droeve tijding over Fleems-
kercks dood. FIun verklaring luidde:
'dat men tot een teecken van erkentenisse van desen dienst bij eene eerlijc-
ke begravenisse van 't voors. doode licaaem opebaerhjck bethoone hoe aen-
genaem, dat denselven den lande is, dat d'heeren Staten daerom begeeren,
dat zij dese begravenisse eerlijck tot laste van de Generaliteyt sullen doen
ende die met haerluyder presentatie vereeren, doende het graffbeleggen met
eenen swâren sarcksteen oft matige tombe, daerinne dat zij sullen doen hou-
welen de representatie van de voors. Victorie tot eene eeuwige memorie,
49
Het grafmonument van Jacob van Heems-
kerck, Hendrick de Keyser, 16o9 in de Oude
Kerk, Amsterdam [Collectie auteur]
Het grafmonument van Jacob van Heems-
kerck [Collectie auteur]
Het onderste gedeelte van het grafmonument van Jacob van Heems-
kerck,'De Zeeslag bij Gibraltar'in reliêf [Collectie auteur]
teneynde anderen voer het toecommende te meer gemoreert moegen Mord-
den met gelijcke courage ende devoir dese landen dienst te doen''
De,msterdamse beeldhouwer en architect Hendrick de Keyser (r5ó5-Iózr) kreeg
de opdracht voor het maken van het gedenkteken. Hij voltooide de epitaaf in róo9'
5o
Drie heren van deAmsterdamse admi-
raliteit deden op 13 juni róo9 verslag
van hun inspectiebezoek aan de Oude
Kerk te.msterdam, waar het monu-
ment bij Heemskercks graf was ge-
plaatst (zie bijlage C).
De epitaaf is nog steeds bevestigd aan
de zuil rechts van het graf. Het onder-
ste deel bestaat uit een reliëf met de
voorstelling van de siag bij Gibraltar,
de'representatie van deVictorie', zoals
de resolutie het omschreef.
Prenten uit Iór4 en róró geven een
indruk van hoe een en ander eruit
moet hebben gezien. Van de oor-
spronkehjke voorstelling is nu nauwe-
lijks meer iets te herenåen, alleen
rechtsonder is in donkere tonen vaâg
de toren van het fort te bespeuren.
Het rechterdeel van het reliêf
[Collectie auter.rr]
Het grafinonu-
ment vanJacob
van Heems-
kerck, gravure in
Pontanus Johan
nes Isacius
'Historische
Beschrijvinghe
der seer wijt
beroemde
Coopstadt
Amsterdam',
,A.msterdam,
t6t4
Het grafmonu-
ment van Jacob
van Heemskerck,
gravure in D.
Heinsius'Neder-
duytsche poema-
ta',,msterdam,
t6t6
JI
Hendrick de Keyser had voor het reliëf namehjk gebruikgemaakt van albast, een
zachte steensoort die slecht bestand is tegen het klimaat in de Oude Kerk.
De uitbeelding mâg dan door de tand des tijds zeer zljrr âangetâst, het is een van
de eerste uit een reeks van afbeeldingen van de slag bij Gibraltar die in de loop
van de zeventiende eeuw voorkomt.
De slag bij Gibraltar in prent
Schilderijen van belangrijke gebeurtenissen zoals de grote zeeslagen uit deTäch-
tigjarige Oorlog werden meestal in opdracht geschilderd qn vaak vele jaren nadat
de gebeurtenis had plaats gevonden. Zokwamhet eerdergenoemde schilderij van
Cornelis Claesz van'Wieringen voor prins Maurits van de slag bij Gibraltar pas
zestien jaar na dato tot stand. Dit wil echter niet zeggen dat er geen recentere
afbeeldingen bestonden. De actuele verslaggeving geschiedde vrijwel uitsluitend
door middel van prenten, de enige methode voor een snelle verspreiding op gro-
te schaal. E
Van de slag bij Gibraltar bestaat een aantal verschillende prenten. Drie ervan ver-
tonen overeenkomsten die ook weer bij Op Gielders schilderij voofkomen.
Een gravure (ró,5 x 33,i cm) vân een anonieme maker toont de baai van Gibral-
tar met rechtsonder het fort, rechts van het midden, het schip van de Spaanse admi-
raal en linksonder de confrontatie van de Nederlandse schepen met de Spaanse
vice-admiraal; de vlaggen van beide Spaanse schepen ztjn zeet groot afgebeeld.
Naar de hoogliggende horizon toe neemt het strijdgewoel af, de strijd is gecon-
centreerd op het onderste diagonale vlak van de prent. Bovenaan staât:'Äbbildung
des wunderlichen Schiffstreits zwischen der Spanisch und HolländischenArmeen
underJacob Heimskirchen bei Gibralter, den z5 Ãpr: t6o7' .
Een ets gedrukt door Claes JanszVisscher bestaat uit drie delen (samen 44 x 88
cm) en heeft vijf kleine afbeeldingen als inzet: de baai van Gibraltar van bovenaf
gezien met de vloot van de Nederlanden voor de strijd, een tekstblokje, het graf
vanJacob van Heemskerck in de Oude Kerk te Amsterdam, het portret vanJacob
van Heemskerck, de begrafenisstoet en een zicht op de baai tijdens de zeeslag.
Linksonder is een inzet, de kaart van het gebied rond de strâât van Gibraltar. De
grote scène komt in compositie overeen met de zojuist beschreven gravure. Rechts
vân het midden bevindt zich de Spaanse admiraal, niet alleen de vlag maakt dit
duideltjk, ook de tekst. Het schip van admiraal van Heemskerck is te herkennen
âan de tekst in de rookwolk onder zijn schip. Links vaart de Spaanse vice-admi-
raal, herkenb ãar aar. de grote vlag en daaronder de tekst. Bij verschillende schepen
staat de nââm van de Nederlandse kapitein. Geheel op de onderrand, wat geïso-
leerd van de rest vân de vloot, is het schip van vice-admiraalAlteras afgebeeld' Het
formaat van deze ets komt trouwens ongeveer overeen met dat van Hendrick de
Keysers albasten reliëf voorVan Fleemskercks graf. De ets lrrreet +4 x 88 cm, het
52
'De Zeeslag bij Gibraltar', anonieme grâvure, r6,5 x 33,5 cm
[Nederlands Scheepvaar t Museurn Amsterdam]
'De Zeeslag bij Gibraltar'ClaesJanszVisscher, ets,44 x 88 cn
[Nederlands Scheepvaart Museum Amsterdam]
reliëf 39 x 9o.'w'ellicht was de prenr de basis voor het reliëf, of rnisschien juist
andersom.
Een derde prent met deze kenmerkende compositie is een illustratie in Den Nas-
sauschen Lauren-crans, waarin de overwinningen beschreven en afgebeeld worden
die de Hoogmogende heren, de Staten der Verenigde Nederlanden en prins Mau-
rits samen behaald hebben. Het boek is in róro in Leiden uitgegeven doorJan
Janszoon orlers en Hendrick van Flaestens.Tussen folio zo6 en 2o7 is een afbeel-
ding opgenomen die een vereenvoudigde versie is van de hierboven besproken
--_
J3
DT.
3i
'De Zeeslag bij Gibraltar', gravure in'Den Nassavschen Lauren-crans',JanJanszoon Orlers, r6ro,
4r x j2 cnr. [Nederlands Scheepvaart Museum]
prenten, met precies in het midden de Spaanse admiraal getooid met een enorme
vlag en links de Spaanse vice-admiraal.Teksten accentueren de verschillende posi-
ties. Er zijn minder schepen afgebeeld eî ze zlin minder gedetailleerd uitgewerkt.
FIer water is in vergelijking met de gravure en de ets in regelmatige, nauwelijks
gebogen horizontale lijntjes weergegeven. De stilering doet vermoeden dat de
maker is uitgegaan van een gedetailleerder voorbeeld.
De'Slag bij Gibraltar'door Geeret op Gielder heeft niet het formaat gemeen
met een van de drie bovengenoemde prenten, maar de compositie. FIet is waar-
schijnlijk dat hij bij de keuze van zljn compositie gebruik gemaakt heeft van deze
prenten, die mogehjk br¡ zijn leermeester, de prentenhandelaar Hans Rem, wer-
den verkocht. Het is ook mogehjk dat hij zich door De Keysers reliêf heeft laten
inspireren.
Op Gielder heeft het schema van de prenten gehânteerd en eigen elementen
toegevoegd. Uit de torens op de prenten,links in de achtergrond, komt rook, maar
Op Gielder laat die weg. Het dak van de muurtoren vân het fort heeft op alle pren-
ten een zes- of achthoekige opbouw met een dak in even zovele segûlenten. Op
Gielder maakt er een cirkelvormige opbouw van met een dak als een schelp. Het
doet denken aan de vorm van de kokkels op het strand. Het strand rechtsonder
komt trouwens op geen enkele prent voor. De prenten tonen wâter tot âan de voet
van het fort. Op Gielder heeft de zeeslag aangevLlld met een verrassend stilleven-
tje.
54
De slag bij Gibraltar in de schilderkunst
wie hebben er behalve Geeret op Gielder nog meer de slag bij Gibraltar geschil-
derd?van Hendrickvroom is bekend dat hij in róro een schilderij van de zeeslag
heeft gernaakt. De Staten-Generaal gaven het omstreeks eind april róro aan FIen-
ri, de Prins van-W'ales, de oudere broer van de latere koning I{arel r van Engeland.
De afgevaardigden inspecteerden op ro april
'seecker stuck schilderye gemaeckt tot Haerlem by mr.Vroom, van de zee-
slach, geschied voor Gibraltar, onder het Commando van Fleemsker-cken,
vromer memorie, tegen de Spaensche gallioenen, om daermede te vereeren
den prince van'Whalis, wiens successie seecker ende wiens vrierrdschap dese
landen noodich is'.
vroom vroegrf 2+oo rnaan kreeg uiteindelijk toen het op r 3 april werd aangekocht
tussen de r[ úoo en f 2ooo.
De NederlanderAbraham van der Doort kwam omstreeks rórl in dienst van
prins Henri en maakte een inventaris van zijn collectie. Daarin staat ook het schil-
derij vanvroom met de voorstelling van de slag bij Gibraltar. De huidige verblijÊ
plaats van het schilderij is onbekend. Lange tijd heeft men het schilderij 'Het onr-
ploffen van het Spaanse adrniraalschip tijdens de zeeslag bij Gibraltar op z5 april
16o7' .oit het Rijksmuseum beschouwd alsvrooms doek voor de prins van-w'ales.
Sinds begin jaren tachtig is men op die veronderstelling teruggekomen en wordr
het toegeschreven âan de zeeschilder Cornelis Claesz van-Wieringen.
Diens stijl en onderwerpkeuze waren wel sterk bernvloed door het werk van
Vroom;mogelijk heeft hij bij hem het vak geleerd.
De Amsterdamse admiraliteit wilde aanvankelijk de opdracht voor her schilde-
rij de 'Slag bij Gibraltar'voor prins Maurits door vroom laten uirvoeren.vroom
vroeg echter het enorme bedrag van r[ ó.ooo. De Amsterdamse heren gingen daar
uiteindelijk niet mee akkoord.vroom schijnt de vergadering waarin deze beslis-
sing werd genomen, kwaad te hebben verlaten,'gebruyckende insolente propoos-
ten en woorden'. Uit de notulen van de admiraliteit blijkt dat een briefwisseling
met de prins over deze gebeurtenis volgde, waarin men meedeelde voornemens
te z4n de opdracht aan een andere schilder te geven.Tevens verzocht men de maten
te mogen vernemen die het schilderij volgens de prins zou moeten hebben. Het
antvvoord op deze vraag is niet bewaard gebleven maar dat hij een groot stuk ver-
langde is haast zeker. vervolgens gingen twee leden van de admiraliteit naar Haar-
lem om het werk vanvroom met dat van een andere schilder te vergelijken en te
beslissen wie uiteindelijk de opdracht zou krijgen. Dat werd cornelis claesz van
'wieringen.
Hrj kreeg de opdracht een proeßtuk te schilderen van acht voer lang
en vijf voet breed om aan prins Maurits te laten zien.
Mogehjk is dit proeßtuk het eerder genoemde schilderij'Het ontploffen van het
L
55
..'
a  ', d" :Þ..,.
_*È-'- v.+ "
l
1
,Het ontploffen van het SpaansAdrniraalschip tijdens de zeeslag bij Gibraltar op z5 april róo7"
cornelis claesz vanWierrngen, (tot r983 toegeschteven aan HendrickVroom), ca r6zr, doek,
r37,5 x r88 crn [Rijksrnr.rseumÀmsterdam]
Spaanse,dnriraalschip tijdens de zeeslag bij Gibraltar op 25 april 16c7'van r37'5
x r88 cm. Na een nâand was het stuk klaar en werd het aan prins Maurits gepre-
senteerd. Het beviel hem enVan'Wieringen kreeg de opdracht een'1nodelle vân
de schilderije'te rnaken. op klein formaat moest hij de compositie voor l.ret defini-
tieve schilderij uitwerken.
Ook het'modello'viel in de srlaak enVan'Wieringen kreeg in het voorjaar van
t6zz de uiteindelijke opdracht om het doek van de slag bij Gibraltar te vefvaar-
digen. (Het
"lrod.llo'bãvindt
zich in een particuliere collectie in Engeland.)
Het schilderij van prins Maurits is waarschijnlijk via de Duitse er{genamen van
Frederik Hendrik in het bezit van het Duitse vorstenhuis Von Hohenzollefn
gekomen. Het werd in t9z8 van een Duitse kunsthandelaar aangekocht door het
Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam'
Abraham dever-wer (ca. r585-ró5o) woonde in t6o7 in Haarlem en zou eveneens
leerling vanvroom zijn geweest. Hij verhuisd e in t6t7 naar Ämsterdam en kreeg
in t6zz van de admiraliteit aldaar de opdracht tot het schilderen van een'Slag brj
Gibraltar'. Zijn schilderij werd door de Adrniraliteit toen niet aangekocht, want zij
gaf de voorkã.r.
""t
het werk van Cornelis Claesz van'Wieringen' De notulen van
ã. R"ad (van deAmsterdamse admiraliteit) vermelden op rr mei ró28 een bin-
56
j
; ,j
'De Zeeslag bij Gibraltar',Adam-Willaerts, rór7, doek, 93 x r87 cm [RijksmuseumAmsterdam]
nengekomen verzoek vanverwer. Hij beklaagde zich dat ze ziin schildenj van de
zeeslag nooit had afgenomen en of ze dat alsnog wilde overwegen. Drie gecom-
mitteerden bekeken daarop het schilderij en rapporteerden ten gunste vanVerwer.
Op r 3 mei werd besloten de schilder f z4oo te betalen.Waar het schilderij is geble-
ven, is onbekend. Verwer leverde aan de Oostindische Compagnie in ró39 een
'Slag bij Gibraltar'voor;f r2oo. De bewindhebbers van de voc eisten wel dat voor
dat bedrag het enigszins mât geworden werk zou worden opgefrist.-W'aarschijnlijk
leverdeVerwer het werk uit voorraad en stond het al enige tijd in zijn atelier. Het
was bedoeld als geschenk voor een Indische vorst maar kwam in t64r retour met
de mededeling dat zulke scènes door zijne majesteit niet op prijs werden gesteld.
De verblijfplaats van het schilderij is thans onbekend.
Adam Willaerts (r577-t664), werkzaam in lJtrecht, wordt ook als een van de
grondleggers van de zeeschilderkunst beschouwd.Van zljnhand zijn drie schilde-
rijen bekend met de Slag van Gibraltar als onderwerp, alle bevinden zich in de col-
lectie van het Rijksmuseum te ,msterdam. Twee van de werken zijn gedateerd,
het ene 1617 en de ander ró39. Het doek uit rór7 toont de hele baai van Gibral-
tar met op de achtergrond de rots en de zeeslag, links brandt een schip, waar-
schijnlijk dat van de Spaanse vice-admiraal. In het midden een schip met een gro-
te vlag, mogelijk het Spaanse admiraalschip. De zeeslag hjkt ondergeschikt aan de
scène op de voorgrond, waar een leger over het strand trekt. Op het ongedateer-
de paneel, het kleinste werk, ligt de nadruk nog meer op de personen op de voor-
grond die de allegorie van de slag, op de achtergrond, verbeelden. De schepen die
slag leveren zljn op het paneel van ondergeschikt belang en nemen een klein deel
van de voorstelling in beslag. Het grootste werk van de drie zeeslagen vanWilla-
ert is vervaardigd in ró39. De voorstelling toont de slag bij Gibraltar in een com-
57
'Allegorie op de Nederlandse overwinning in de Zeeslag in de baai van Gibraltar, z5 l;tpril t6o7',
paneel,38,z cm x 55,8 cm fRijksnuseun-rAmsterdam]
.:t:11ìfl>'
'i{i::-.,'
#
'De Zeeslag bij Gibraltar'AdamWillaerts, r639, doek, r32 x 204,5 cm [Rijksmuseum Ansterdam]
58
positie die overeenkomt met de eerdergenoemde prenten. De positie van de sche-
pen van de spaanse vice-admiraal en de Spaanse admiraal zijn achtereenvolgens
links en in het midden van het schilderij met rechts het fort. De horizon is ech-
ter veel lager gelegen dan op de prenten.
De historicus
'td van der'W'oude beweerde in 1987 dat van alle schilderijen ver-
vaardigd door de Nederlandse meesters van de zeventiende eeuw er vandaag de
dag nog minder dan êên procent over is. Gary Schwartz stelde in zljn column in
het NRC Handelsblad van ro mei r99ó, getiteld'Rembrandt bij het grofüuil'dat dit
wat overdreven is, maar datVan derWoude in wezen gelijk heeft. Schwarz veron-
derstelt dat er zo'n tien miljoen schilderijen zijn vervaardigd in de Gouden Eeuw,
en denkt dat daar meer dan een rniljoen doeken en panelen van over zijn, dus ro
procent. Het overlevingspercentage van schilderijen van beroemde meesters schat
hij hoger dan het werk van overige meesters.Voor die groep'overigen'stelt hij dat
percentage op nul.
In dit verband is het interessant te constateren dat binnen de kleirç categorie
van schilderijen met als onderwerp de slag bij Gibraltar werken van'beroemde
meesters'alsVroom enVerwer verdwenen zijn maar dat het werk van Geeret Op
Gielder, een vrijwel onbekende schilder uit de groep 'overige meesters', bewaard
is gebleven.
59
Hoof<lstuk 5
De waardering voor het zeventiende-eeuwse zeestuk
aanhef, einde van de nnrrntigste eeuw
De laatste jaren mag het zeventiende-eeuwse zeestuk zich verheugen in een toe-
nemende belangstelling. Dit gebeurde het eerst in Âmerika. Daarivas in r99o en
rggr in Minneapolis,Toledo en Los,ngeles een tentoonstelling van 5j doeken
v^n 24 verschillende schilders te zien.De catalogus, getiteld Mirror of Empire. Dutch
MarineArt of the Seuenteenth Century, omschreef het zeestuk als het'stiefl<ind van
de Nederlandse Gouden Eeuw'en benadrukte dat het in feite ging om
'one of the most important categories of Netherlandish Art.As significant as
genre, landscape and still life during the golden age, which is still less well
known than those types'.
Ook in Nederland is men inmiddels tot die conclusie gekomen. Her Museum
Boymans van Beuningen organiseerde eind r99ó begin r9g7 insamenwerking met
de Gemäldegalerie van de Staatliche Museen in Berlijn de tentoonstelling'LoÊ
zang der Zeevaaft' . Niet rninder dan r ro schilderijen van +g verschillende kun-
stenaars werden geëxposeerd, eerst in Rotterdam en later in Berlijn. De samen-
stellers van de expositie verbaasden zich er in de begeleidende catalogus over dat
het zeestuk tot dan toe onderbelicht was geweest:
'Het is merkwaardig dat tot nu toe betrekkelijk weinig aandacht is besteed
aan dit uiterst belangrijke genre in de zeventiende eeuwse schilderkunst. Het
lijkt wel alsof het enigszins buiten het beeld van'de kunstgeschiedenis is
gebleven.'
Beide grote tentoonstellingen hebben ertoe bijgedr agen dathet zeestuk weer meer
in de belangstelling is komen te staan. Op de onlangs gehouden twaalfcle Kunst-
en Antiekbeurs van de Lage Landen, de rAN in Amsterdam, was het aanbod, zoals
6t
VREpe vaN
R
Folder ntet detail I'rn 'l)e
Gottdelr Leenrv oP llet IJ
voor Arìrstcrdâ1lr' ü/illeln
van derVelde cleJonge,
r ó.Só, doe k, r 79,5 x 3 I 6
cl-t-t.
.iù
werd vermeld in een recensie in NRC Handelsblad,'zeer divers, met clit jaar een uit-
breiding van de zeegezichterr'. Het was vergeleken met voorafgaande jaren der-
mate opvallend, dat de recensent het expliciet vermeldde.
De groeiende belangstelling voor het Nederlandse zeestuk kan mogelijk ook
gestimuleeld zijn door een kunstwerk van Rob Scholte, dat grotendeels geïnspi-
reerd is door zeventiende-eeuwse voorstellingen van het leven op zee. In het kader
van de tentoonsteliing'Lofzang der Zeevaart'in Rotterdam vond een dialoog
plaats tussen Scholte en'Wim Beeren (oud-directeur van het Stedelijk Museum in
Amsterdam). Onderwerp van gesprek was Scholtes werk in HollandVillage in
Nagasaki,Japan. In de aldaar gebouwde kopie van het koninkljk paleis Huis ten
Bosch had hrj een schilderij vervâardigd van r2oo m2. De Koningin had toestem-
ming verleend om het paleis in Nagasaki na te bouwen, mâar de wand- en koe-
pelschilderingen vân de Oranjezaal, de allegorische voorstellingen die de verheer-
lijking van Frederik Hendrik voorstellen, mochten niet worden gekopieerd. Rob
Scholte was in IggI aàngezocht om een ontwerp te maken voor een alternatief.
De wandschildering werd op de computer onrvvorpen en in de volgende vierjaren
met behulp van assistenten uitgevoerd. Het kunstwerk',près nous le déiuge'werd
6z
op 30 november r995 ingewijd. Gedurende de jaren van uitvoering vertoonden
de media in Nederland voortdurend grote belangstelling voor dit prestigieuze pro-
j ect.
Over alle muren zyn zeetaferelen geschilderd, vooral ontleend aan de zeventien-
de-eeuwse zeeschilderkunst. Een storm is opgestoken en blaast en raast over de
honderden schepen met bollende zeilen op de woèste golven. FIet meest opval-
lend is de wand die geheel in beslag wordt genomen door een zeeslag, met sche-
pen in een Gl oranje vuurzee, gescheurde zeilen, explosies, mensen en ledematen
die door de lucht vliegen. En Amerikaanse marine-helikopters. Een inferno van
ouderwets en modern geweld. Het betreft hier een uirvergrote kopiq van'Het ont-
ploffen van het Spaanse admiraalschip tijdens de Slag brj Gibraltar op z5 aprtl úo7'
van Cornelis Claesz van-Wieringen uit het Rijksmuseum in Amsterdam.
Ook bij de herdenking van de Vrede van Munster maakte men gebruik vân een
zeventiende-eeuws zeestuk. Op : r januari werd een nieuwe zilveren 5o-gulden-
munt geslagen, en de begeleidende folder was voorzien van een afbeelding van een
schip. Het betrof een detail van het schilderij 'De Gouden Leeuw op het IJ voor
,msterdarn'vanWillem van derVelde de Jonge, geschilderd in ró8ó. Dit was het
beroemde vlaggeschip van admiraal CornelisTromp. Het gold als een van de groot-
ste oorlogsschepen door de Â.msterdamse admiraliteit gebouwd, en het nam deel
aan drie belangrijke zeeslagen tijdens de derde Engelse oorlog in t673. De afbeel-
ding van de'Gouden Leeuw'op de folder is mogeljk gekozen om de gouden toe-
komst, die de Republiek derVerenigde Nederlanden ná de totstandkonring van de
Vrede in ró48 tegemo et zotl ga n, te illustreren. Het schilderij van'Willem van der
Velde de Jonge, een van de grote meesters van de zeeschilderkunst in de fweede
helft van de zeventiende eeuw, ontstond meer dan een halve eeuw na het schil-
derij van Geeret op Gielder, een kleine meester.
Het werk van de grote meester HendrickVroom dat hing in een zusterinstelling
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, het'Flouse of Lords'in Londen, is ver-
brand. Een tastbare herinnering aan de Engelse overwinning op de Spaanse,trm-
ada was daarmee verdwenen. De herinnering aan een zeeslag tijdens een heroï-
sche periode uit onze vaderlandse geschiedenis is met een schilderij van een kleine
meester in het gebouw van de Eerste Kamerweer voortdurend aanwezig.
De 'Slag bij Gibraltar op z5 april 16o7' van Geeret Op Gielder is als herboren
uit de restauratie gekomen en weergekeerd op ztjn tn het oog springende plaats
in de kofûekamer. FIet zeventiende-eeuwse zeestuk is losgekomen van zijn stieÊ
kinderlijke status en heeft in het laatste decennium van de twintigste eeuw aan
waardering gewonnen - een waardering die ook aßtraalt op het schilderij 'zonder
geldelijke waarde' dat in zijn unieke aandoenlijkheid'onbetaalbaar'is geworden.
63
'{ffsi '' '
,'n t;,,#fi
'':"ffiffi$itiù;"1,,,;,
d;
-slì,*
#Ëü',, ""'
'
ffii'
+c
'De Zeeslag bij Gibraltar op z5 april r6o7'Geeret Op Gielder, weergekeerd in de
koÍïiekamei van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. [Tim Koster]
I
Bijlage A
Jacob van Heemskerck (t567-t607)
Als zoon van zeilmaker Hendrick Cornelisz van Beest van Heemskerck behoorde Jacob
van Hçemskerck tot de gegoede poortersklasse van Amsterdam. Hij volgde een opleiding
tot stnnrman bij Robbert Robbertsz aan de zeevaartschool buiten de Haarlemmerpoort en
maakte wellicht enkele reizen om zich te bekwamen.
In de geschiedenisboeken duikt zijn naam pas op in r j9 j wanneer hij deelneemt als'com-
mies van de coopmanschappen'aan de rr,veede reis van'Willem Barentsz die een noordelij-
ke doorvaart naar de Oost wil vinden.Tijdens Barentsz' derde reis in r 59ó was Heemskerck
zowel commies als schipper. Deze reis is wereldberoemd geworden door de overwintering
op Nova Zernbla. Uit het verslag dat de overlevende Gerrit deVeer maakte van het verblijf
op het eiland in het Behouden Huis en de terugreis in open sloepen komt Heemskerck
nââr voren als een geboren leider, een bevelhebber die zijn manschappen weet aan te spo-
ren tot grote inspanningen onder barre omstandigheden. Een zeer wilskrachtig persoon die
het hoofcl weet te bieden aan tegenslagen. Een man ook gezegend met een ijzeren gestel.
Zeven weken duurde de terugtocht in de sloepen iangs de kust van het eiland. Barentsz
overleed al in de eerste week. Heemskerck waagde de oversteek naar Rusland en vond uit-
eindelijk na een uitputtende tocht van r2oo zeemijlen een Nederlands schip in de haven
van Kola.
Heemskerck verscheen op r november 1597 met zijn manschappen op het Prinsenhof
te Amsterdam waar zij verslag deden van hun tocht aan de heren burgemeesters. Reeds een
half jaar later was hij weer op weg naar hetVerre Oosten, ditmaal via het zuiden eerst als
com¡nies op de'Gelderland'onder admiraalJacob van Neck. In januari r599 werd beslo-
ten dat Neck met vier schepen zou terugzeilen naar FIolland, terwijl Heemskerck tot vice-
admiraal van de vier overige schepen werd benoemd. Tijdens deze reis werden handels-
contacten gelegd met Ambon en Banda en in mei róoo keerden de rijkbeladen schepen
terug.
Binnen een jaar was Heemskerck al weer vertrokken naar de Oost, ditmaal als admiraal.
Deze reis, ondernomen om handelsrelaties aan te knopen en Spaanse galjoenen te bevech-
ten, duurde drie jaar en is vermaard geworden door de verovering in Straat Malakka van
een grote Portugese kraak de'Santa Catharina'die een zeer rijke lading aan boord had.
Nooit eerder werd een dergelijk groot schip naar Holland opgebracht. De lading werd
65
Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer
Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer
Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer
Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer
Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer
Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer
Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer

More Related Content

Similar to Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer

Persconferentie Strip Aalst
Persconferentie Strip AalstPersconferentie Strip Aalst
Persconferentie Strip AalstTini Clackson
 
Restaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragersRestaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragersbvba kerat
 
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944JustineRassauw
 
Staande Beelden, Straffe Verhalen
Staande Beelden, Straffe VerhalenStaande Beelden, Straffe Verhalen
Staande Beelden, Straffe VerhalenNightman178
 
Voordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-Dordrecht
Voordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-DordrechtVoordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-Dordrecht
Voordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-DordrechtOud-Dordrecht
 
Artikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR def
Artikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR defArtikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR def
Artikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR defMarcel van Dasselaar
 
Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...
Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...
Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...Michiel C.C. Kersten
 
100 Paginas Teun Gijssen
100 Paginas Teun Gijssen100 Paginas Teun Gijssen
100 Paginas Teun GijssenStylineDesign
 
Theater 17e eeuw
Theater 17e eeuwTheater 17e eeuw
Theater 17e eeuwmavalu
 
Werkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tieltWerkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tieltPhoebeGoemaere
 
Werkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tieltWerkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tieltPhoebeGoemaere
 

Similar to Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer (20)

Persconferentie Strip Aalst
Persconferentie Strip AalstPersconferentie Strip Aalst
Persconferentie Strip Aalst
 
Restaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragersRestaureren van kunstwerken op houten dragers
Restaureren van kunstwerken op houten dragers
 
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
Schilderij Maaltijd te Dokkum, met oa Philander de Baron, deel 2
 
Het herenhuis van Helder aan de Dokkumer Ee
Het herenhuis van Helder aan de Dokkumer EeHet herenhuis van Helder aan de Dokkumer Ee
Het herenhuis van Helder aan de Dokkumer Ee
 
Hendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuw
Hendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuwHendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuw
Hendrick ten Oever, een vergeten Overijssels meester uit de zeventiende eeuw
 
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
Leerkrachtenbundel: bevrijding van Ruiselede in 1944
 
De portretkunst in Friesland in de 17e eeuw in Jaarboek CBG 1948
De portretkunst in Friesland in de 17e eeuw in Jaarboek CBG 1948De portretkunst in Friesland in de 17e eeuw in Jaarboek CBG 1948
De portretkunst in Friesland in de 17e eeuw in Jaarboek CBG 1948
 
Staande Beelden, Straffe Verhalen
Staande Beelden, Straffe VerhalenStaande Beelden, Straffe Verhalen
Staande Beelden, Straffe Verhalen
 
Voordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-Dordrecht
Voordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-DordrechtVoordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-Dordrecht
Voordracht Theo Pronk - Vereniging Oud-Dordrecht
 
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale) Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
Zeeland & Zigeuners (Couleur Locale)
 
Artikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR def
Artikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR defArtikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR def
Artikel Sint-Janskerk Tidinge4-LR def
 
Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...
Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...
Maritime art of Willem van de Velde II and his contemporaries | Maritieme sch...
 
100 Paginas Teun Gijssen
100 Paginas Teun Gijssen100 Paginas Teun Gijssen
100 Paginas Teun Gijssen
 
Roma2
Roma2Roma2
Roma2
 
Magazine 4_
Magazine 4_Magazine 4_
Magazine 4_
 
De Sneuper 130, juni 2018, webnieuws
De Sneuper 130, juni 2018, webnieuwsDe Sneuper 130, juni 2018, webnieuws
De Sneuper 130, juni 2018, webnieuws
 
Ode aan merkwaardige avonturier Tinco Lycklama a Nijeholt
Ode aan merkwaardige avonturier Tinco Lycklama a NijeholtOde aan merkwaardige avonturier Tinco Lycklama a Nijeholt
Ode aan merkwaardige avonturier Tinco Lycklama a Nijeholt
 
Theater 17e eeuw
Theater 17e eeuwTheater 17e eeuw
Theater 17e eeuw
 
Werkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tieltWerkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tielt
 
Werkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tieltWerkbundel hallentoren tielt
Werkbundel hallentoren tielt
 

More from Historische Vereniging Noordoost Friesland

More from Historische Vereniging Noordoost Friesland (20)

Hoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdf
Hoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdfHoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdf
Hoofdelijke Omslag Tietjerksteradeel 1915.pdf
 
Hoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdf
Hoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdfHoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdf
Hoofdelijke Omslag Kollumerland 1920.pdf
 
Role of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdf
Role of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdfRole of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdf
Role of British Prisoners of War 1918 Leeuwarden.pdf
 
Boerderijenlijst boek Houtstromen borghaerts
Boerderijenlijst boek Houtstromen borghaertsBoerderijenlijst boek Houtstromen borghaerts
Boerderijenlijst boek Houtstromen borghaerts
 
Namenlijst Album Amicorum Cornelis de Glarges
Namenlijst Album Amicorum Cornelis de GlargesNamenlijst Album Amicorum Cornelis de Glarges
Namenlijst Album Amicorum Cornelis de Glarges
 
Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker
Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in FranekerBriefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker
Briefe von Stephanus Bányai an Prof. Valckenaer in Franeker
 
Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai
Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch BányaiDie Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai
Die Eintragungen aus den Niederlanden im Stammbuch Bányai
 
Als ballingen aan de boorden van de Amstel
Als ballingen aan de boorden van de AmstelAls ballingen aan de boorden van de Amstel
Als ballingen aan de boorden van de Amstel
 
Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624
Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624
Vijf inscripties in Album Amicorum Michael Corvinus 1624
 
Album amicorum Fredericus Kemener
Album amicorum Fredericus KemenerAlbum amicorum Fredericus Kemener
Album amicorum Fredericus Kemener
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1565-1568 YY7
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1559-1564 YY6
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (c)
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (b)
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1554-1559 YY5 (a)
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1549-1554 YY4
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1538-1548 YY3
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1534-1537 YY2
 
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1
Hof van Friesland Namenindex Quaclappen 1527-1533 YY1
 
Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog
Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste WereldoorlogVer van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog
Ver van het Front? Friesland en de Friezen in de Eerste Wereldoorlog
 

Slag bij Gibraltar schilderij Eerste Kamer

  • 1. )
  • 2. IDe Slag bii Gibra'Itar Een zeventiende-eeuws schilderij ' zor:lder geldelijke waarde' in het gebouw vatr de Eerste l(amer Maríon Bolten Sdu Uitgevers, Den Haag
  • 3. Inhoud Voorwoord T Inleiding r r De slag brj Gibraltar op z5 aprtT úo7 17 De historie 17 Het schilderij zr De schílder z8 2 De levensloop van een schilderij 3 r De 'Slag bij Cibraltar' door Ceeret Op Cíelder ín Deuenter 3r Het schilderij komt naar Den Haag 34 Het schilderij gerestaureerd 37 3 De zeevaart 4r 4 Het zeestuk 45 Het ontstaan uan het zeestuk 45 De slag bij Gibraltar in steen 49 De slag bij Gibraltar in prent Sz De slag bij Gíbraltar in de schilderkunst j5 j De waardering voor het zeventiende-eeuMse zeestuk aan het einde van de twintigste eeuw ór Bijlagen 65 e Jacob van Heemskerck, een korte biografie 65 n Notariële akte r r maart 1620 en de transcriptie 67 c Vertaling van de Latijnse tekst op het grafmonument van Jacob van Heems- kerck ó9 Bibliografie 7r
  • 4. Voorwoord 'Many works of art have been condemned to a secret life, and what we see in the museums and art galleries, accesible to everyone, is only apart of the existing heritage of the past.The impenetrable remainder winters in closed labyrinths, treasure houses, and hiding places together with valuable papers jealously guarded by not always enlightened collectors'- Herbert. Van sommige dienstvaardigen in het gilde van St.Lukas uit het Nederland van de zeventiende eeuw is er maar êén schilderij bekend enlof overgebleven.Toch valt over een dergelijk schilderij soms nog veel te verhalen. Zbigníev Herbert was een groot kenner van de Nederlandse schilderkunst en hrj tracteerde ons zo op een beschouwing over het schilderij 'Still Life with a Bridle'vanTorrentius (fan Simon van der Beeck, r589-ró44).Wie het relaas leest over de lotgevallen van deze mys- tieke schilder en van diens schilderijen krijgt een bijzonder inzícht aangereikt over de verhoudingen in de Nederlandse Republiek van die tijd en van de relatie met Engeland. r Mevrouw Bolten, kunsthistoricus, heeft zich verdiept in ook zo'n uniek stuk, name- lijk de'Zeeslag bij Gibraltar'varr Geeret Op Gielder. In tegenstelling totTorrentius blijkt over Op Gielder nauwelijks ofniets te vinden, zelß niet zijn jaren van geboor- te en overlijden. Maar over het genre, de historische context en de geschiedenis van het schilderij zelf vatveel te vertellen. Marion Bolten doet dat met smaak en voor- komt daarmee dat een aansprekend en door zijn naïviteit ontroerend schilderij in de verborgenheid blijft in een doorgaans niet vrij toegankelijke ruimte, namelijk de r Zte Zbígniew Flerbert, Still Life with a Bridle. Essays and Apocryphas London, 1994 (Vintage), p.82-:rr2, r2o-r22. (Nederiandse titel: Stilleven, allegorie op de matigheid.) 7
  • 5. koffiekamer van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. De tekst en de opgenomen afbeeldingen bieden nu een ruimer publiek de gelegenheid mee te genieten van dit schilderij dat een hoogtepunt in de'Vaderlandse'geschiedenis, bij- na als een stripverhaal in één groot vlak, illustreert.2 Eerste Kamer en publiek mogen Marion Bolten dankbaar zijn voor haar inspan- ning. Het hier gepresenteerde boekje is een uiwloeisel van haar tijdelijke werk- zaamheden om de kunstvoor'werpen in de Eerste Kamer te inventariseren, te beschrijven en die beschrijving af en toe te laten uitmonden in een uitvoeriger uiteenzetting. In deze zin beschreef zij ook de Noenzaal en de Hall in het gebouw van de Eerste Kamer. De aanleiding om in te gaan op de'Zeesiag'van Op Giel- der was gelegen in het aanbrengen van een nieuwe lift in het gebouw waardoor het omvangrijke schilderrj van zljn plâats moest. Het was, ook voor het lekenoog, zichtbaar dat het schiiderij aan enige restauratie toe was. De Eerste Kamer is het Instituut Collectie Nederland erkentelijk dat contact gelegd kon worden nret res- taurateur Ronald deJager. Binnen de materiële mogelijkheden van de Kamel heeft hij prachtig werk verzet, waardoor de voorstelling op het schilderr.l aan diepte, kleur en precisie heeft gewonnen. Daardoor is het nog me'er genieten geworden van dit schilderij. Het is misschien een typisch Nederlands genot om vast te stel- len dat dat unieke stuk van Op Gielder van rózo, dat eerst gezien werd als'zon- der geldehjke waarde' en in r97o op;[I5.ooo,- getaxeerd werd, thans een tåxatie- waarde vanr[r.roo.ooo,- krijgt toegemeten. Die waardestrjging wordt niet alleen verklaard uit de vergrote belangstelling voor de Nederlandse schilderkunst uit de zeventiende eeuw en waarvan in de loop der tijd veel verloren is gegaan. Ook om die reden heeft Geeret Op Gielder terecht op een bijzondere wtjze zljn initialen aan het doek meegegeven. Nu schilderde Op Gielder wel een genre schilderij en een mornent daarop, waar- voor al grote belangstelling bestond rn zrjn eigen tijd. Die eigen tijd werd geken- merkt door de langdurige oorlog die in Europa woedde. Gesteld is wel dat daar- binnen de Nederldndse strijd om onafhankehjkheid met enige overdrijving een gevecht was tussen twee diametraal verschillende beschavingsrypen: enerzijds de Spaanse rnilitaire aristocratie en anderzijds de Nederlandse samenleving van bur- gers en boeren. Symbolisch is wel dat in de ruimte waar het schilderij van Op Giel- der hangt ook een groot portret van een geharnaste Spaanse aristocraat te zien is, in wie sommigen Spinola vermoeden. Nu lag de kracht van de wordende Repu- bliek niet ter land, want daar moesten overwegend huurlingen het werk opknap- pen, maar ter zee.-Wel werd Nederland de proeftuin van rnilitaire en maritieme z Deze uitgave sluit aan bij:Hollandse graven hervinden hun residentie. Een plaatsbepa- ling van Hollandse graven en gravinnen bij de opening van de portrettengalerij in het gebouw van de Eerste Kamer Den Haag, r99ó (Sdu).
  • 6. vernieuwingen. De Nederlandse trots - en mercantiele verwachting - was geba- seerd op de bijna'puur' Nederlandse vloot. De Staten-Generaal hunkerden naar erkenning van hun uitzonderlijke republikeinse sraar in het Europa van die tijd en Ljken die hunkering kracht bijgezet te hebben door in een vroege vorm van kan- noneerbootdiplomatie de Spaanse vloot op te zoeken voor een confrontatie, waar- mee ook het'mare liberum'in Europese wateren gediend werd. Die expeditie mondde uit in de zeeslag bij Gibraltar op z5 april t6o7,het jaar ook waarinJan Pietserszoon Coen, als twintigjarige jongen na de kerstdagen naar 'Nederlands- Indië'vertrok en zijn bijdrage aan het Nederlands koloniaal imperium zou leve- ren. Geen wonder dat de zeeslag bij Gibraltar als onderwerp voor een schilderij bijkans voor Nederlanders een uiting van bedwongen patriottisme was. Een con- trapunt in die beginnende zeventiende eeuw, waarin de Nederlandse staat formeel bij deVrede van Munster in ró48 erkend zou worden enzljn'gouden tijdperk' tegemoet zoLL gaar', was de dood in die zeeslag van de inmiddels vereenzaamde Nederlandse vlootvoogd van die dagen,Jacob van Fleemskerck. In het midden van de dan volgende 'Gouden Eeuw'lieten de Staten van Holland in'W'qst-Friesland hunVergaderzaal bouwen, die onlangs ook gerestaureerd is, en'ongeveer f,vee- honderd jaren daarna deVergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal werd. Die bouw werd zeer gestimuleerd door de raadspensionaris van die jaren, Johan de'Witt, die onlangs ook per portret naar zrjn vroeger kantoor, schuin onder deVergaderzaal, terugkeeñe.Zljn dood in 167z valt weer te beschouwen als de contrapunt op de Nederlandse kortdurige Gouden Eeuw. 'Wij mogen Marion Bolten dankbaar zljn,dat zij in dit boekje op onderhouden- de wijze eigenlijk een nieuw verband tussen deVergaderzaal en de anti-chambre ervan legt. Chris L. Baljé Griffrel erste Kamer der Staten-Generaal 9
  • 7. Inleiding Het jaar 1998 stond in het teken van de herdenking van deVrede van |4unster in ró48, waarmee formeel een einde kwam aan deTächtigjarige Oorl'og. Het verdrag werd op 3o januari ró48 getekend en in 1998,35o jaarlater,werd op die datum het vredesjaar geopend. Deze historische gebeurtenis werd herdacht met een reeks evenementen en tentoonstellingen. Vooral rond het Binnenhof vonden diverse activiteiten plaats, met als hoogte- punt de plechtige bijeenkomst in de RidderzaaT op 5 juni, de exacte datum van de afkondiging van deVrede van Munster in deVerenigde Nederlanden. Na de ofû- ciële herdenking in de Ridderzaal was er op het Binnenhof een groot feest. Een van de vele tentoonstellingen die de vrede herdachten kon men bezoeken in het Mauritshuis, even buiten de poorten van het Binnenhof. De expositie'Ge- rard ter Borch en deVrede van Munster. Portretten van politici'Mas van beschei- den formaat. Het schilderij'De beëdiging van deVrede van Munster, r 5 mei r ó48' van Gerard ter Borch (ZwolJc 1617-168r Dqventer) vormde het middelpunt van de presentatie. Hij portretteerde al-J.e 77 afgeva4rdigden op een vrij klein schilde- rij. Het is de enige geschilderde afbeelding van die belangrijke gebeurtenis, die op r5 mei ró48 in het stadhuis van Munster formeel een einde maakte aan deTäch- tigjarige oorlog. Centraal in het schilderij liggen op tafel de documenten met hun zegels en kostbare kistjes.Tijdens de tentoonstelling waren de originele akte van het verdrag en een roodfluwelen kisde met zilverbeslag, dat de Spanjaarden aan de Nederlanders schonken om het verdrag in te bewaren, voor deze gelegenheid uit hun speciale kluis in hetAlgemeen Rijksarchief gehaald en in een vitrine tegen- over het schilderij uitgestald. Na de expositie ging het schilderij terug naar de National Gallery in Londen en verdwenen het kistje en het verdrag weer in het archief. Binnen de poorten van het Binnenhof, in het gebouw van de Eerste Kamer der Staten-Generaal kan men echter permanent een schilderij bewonderen waarop II
  • 8. I *.-.#:- +' .-ti,*Ël*-'!4F¡+ ";i=" .. , i á{iA.-.,ó . o{#4 'l)e zeeslag bij Gibraltar op 2J april róo7', Geeret op Giel<1er, ró,2o, vóór dê re sr¡utatie [Tinr l{oster] evelleens een belangrijke gebeurtenis uit deTachtigjarige Oorlog staat afgebeeld. Het is in regenstelling tot het schilderij van Gerarcl ter Borch, niet de enig geschil- derde afbeelding van die ¡Sebeurtenis. In de koffìekamer hangt de'Slag bij Gibr:al- tar op 25 april róo7'geschilderd door Geeret Op Gielder in t6zo. De slag brj Gibraltar was in de zeventiencle eeur,v een geliefd en popLllair onderwerp ol1 Llit te beelden, want het betrof de eel:ste grote zeeslâg waarbij de Spanjaar:den tijclens deTachtigjarige Oorlog in eigen wateren door de Nederlandels werden verslagetÌ. Deze belangrijke zeeslag onder leiding van admirâalJacob van Heemskerck is van invloed geweest op het totstanclkonten van hetTwaalfarig Bestand van róo9 tot 162r, een wapenstilstand voorafgaand aan de definitieve vrede in r648. Een van de aanleidingen voor een publicatie over het schilderij vatì Geeret Op Gielder is gelegen in de herdenking van deVrede van Munster in I998. Een histot:ische gebeur:tenis lvaar in 1998 geen aandacht aan rverd besteecl, vormde een andere, nleer indirecte, aanleiding voor deze publicatie.'Ioen wer:d namelijk niet herdacht dat 375jaar daarvoor, in januari ró23, pr:ins Maurits op het Binnenhof een geschenk van formaat in ontvangst nam! De Amsterdamse Admi- raliteit overhandigde prins Maurits toen een enorm schildetij ter gelegenheid van de voltooiing van de nieuwe vleugel aan zljn residentie in het stadhoudedijk kwar- tier in l)en Haag. Het schilderrj, van r80 x 49o cnr, toonde eveneens de Slag brj Gibraltal op z5 april róo7. Tussen rJ92 en r598 had prins Maurits de thans nog bestaande, vijf verdiepin- gen hoge toren laten bouwen. Omstreeks rózo liet hij het gebouw tussen Binnen- en Buitenhof vervangen door het huidige gebouw dat aansluit op de toren. Deze nieuwe westelijke vleugel van zljn residentie kwam in r óz r gereed. I2
  • 9. Over de inrichting van het stadhouderlijk kwartier ten tijde van prins Maurits is weinig bekend; inventarissen en beschrijvingen uit die tijd ontbreken.'W'el is uit latere boedelbeschrijvingen iets af te leiden. Een inventaris van het stadhouderlijk kwartier en het huis in het Noordeinde (Oude Hof) uit ró32 werd begin deze eeuw âangetroffen onder een aantal onbeschreven stukken in het archiefvan de Raad en Rekenkamer der Nassause Domeinen, dat berust in hetAlgemeen Rijks- archief. Het is een aßchrift uit dezelfde tijd als het origineel dat bijgehouden is van 163z tot ró33.Volgens deze inventaris bevonden zich: Op de eetsael. ró8 Thien stucken tapitseriën, d'historij van Julius Caesar, daeronder een stuck uyt het Noorteynde gecomen. úg Eenen schoorsteenmantel van verscheyde coleuren van Italiaenschen marmef. r70 Een groote wagenschotten uyttreckende tafel daerop eenTurcx tapijt, verciert met verscheyde coleuren. Een root leeren tafelcleet tot de voors, tafel dienende. Noch een kleyne wageschotte uyttreckende taeffel. Een buffettaeflel van wagenschot met sijnTurcx tapijt. Achttien Spaensche stoelen becleet met carmosijnroot laecken, ron- toûìrne met frengen van gout ende roode zijde. Eenen Franschen stoel met carmosijnroot laecken becleet ende ver- gulde nagels, dienende voor Flaer Excle. Een copere plate dienende tot bewaringe van het vuyr. Een rooden hondtschooten gardijn voor de glasen van de taeffel. Twe coopere blaeckers, een copere koelvat, met t'rvee schabellen van veurenhoudt. Een schilderij van den slach van GibralteE gedaen door Verwer van Amsterdam. 17r 172 173 174 175 176 178 179 Het is bekend datAbraham deVerwer (ca.r585*165o) in ró28 een schilderij van de'Slag bij Gibraltar' aan de Amsterdamse Admiraliteit heeft verkocht.'Wellicht wordt onder nummer ry9 dit of een ander exemplaar van de'Slag'doorVerwer bedoeld. Onverklaarbaar is waarom het in januari ró23 door de Admiraliteit van Amsterdam aan prins Maurits geschonken schilderij door Cornelis Claesz van Wieringen (vóór r58o-ró33) uit Haarlem niet is opgenomen in de boedel- beschrijving. VanWieringen vroeg aanvankelijk.-if 3ooo voor deze opdracht,firaar stemde er in toe het definitieve schilderij te laten taxeren door een commissie die vervolgens zou bepalen welk bedrag betaald moest worden. Half december 1622 was het schil- derij gereed; het werd bezichtigd en getaxeerd ap f 24oo.Van'Wieringen onfving r3
  • 10. CVRI' lrOf,l^¡Nt)lÆ DXI'¡:RIOI!. Het Stadhouderlijk kwartier met de Mauritstoren en de westerlijke vleugel aangebouwd in 16zr [Andy Mason] f z45o:7,f 24oo voor de schilder - het hoogste bedrag tot dan toe voor eer. zee- stuk betaald - en.f 5o:7 voor het transport van Haarlem naâr Den Haag' Een maand na de bezichtiging en taxatie kon de Admiraliteit vân Amsterdâm van'wieringens 'Slag bij Gubraltar' het grootste zeestuk dat in de zeventiende eeuw in Nederland is vervaardigd, aanbieden aan prins Maurits' Slechts enkele tientallen meters verwijderd van de plaats waarVan-W'ieringens enorme zeestllk moet hebben gehangen, bevindt zich binnen de muren van het Binnenhofcomplex wederom een'Slag bij Gibraltar op z5 april róo7'. Dat schil- derij is dit jaar gerestaureerd. Die restauratie was de uiteindelijke en belangrijkste ^^nzet tot deze Publicatie. r4
  • 11. 'De zeeslag bij Gibralta¡ op z5 april róo7', Cornelis Claesz van'Wieringen, t6zz [Nederlands Scheepvaart MuseumArnsterdam] r5
  • 12. I HEÞ/{6 XE¡lCKtI Portret van Admiraal Jacob van Heemskerck (t S6l -t6oZ), C. van Sichem I, ongedateerd, gravure [Nederlands Scheepvaart Museum Amsterdam] I6
  • 13. Hoof<lstuk 1 De Slag br¡ Gilbraltar op 25 april 1607 De historie De slag bij Gibraltar op z5 april róo7 was de eerste grote zeeslag *".rin uitslui- tend Nededandse oorlogsschepen het opnamen tegen een vijandelijke scheep- smacht. Emanuel van Meteren (r535-rórz), die in rór4 een reeks van 32 boeken uitgaf over de historie van Nederland, ging in het zSste deel uitgebreid in op de gebeur- tenissen rond de zeeslag, die hij in de'Sornmarie ofte cort verhael vant achten- twintigste Boeck', kernachtig omschreef 'Vereenichde Nederlanden senden uyt een vlote van zB schepen onder de Admiraal Jacob van Heemskerck,/ die den 5 April bespringen/verwinnen en branden in de bay van Gibraltar de armade van Spaengien/daer Heemskerck doot bTeef/en de wort heerlijck tot Âmsterdam begraven.' Mede namens deVerenigde Oost-Indische Compagnie en de admiraliteitscolleges verzocht raadspensionaris OldenbarneveltJacob van Fleemskerck in januaú 16o7 een krachtige vloot uit te rusten om te trachten de Spaanse zeemacht een gevoe- lige slag toe te brengen. Alle genoemde partijen hadden hun belangen bij deze onderneming. De jonge voc (opgericht in róoz) drong aan op bescherming vân haar handelsvloten omdat een aanslag op de Oost-Indische retourschepen,als zlj langs de kust van Portugal koers zetten naar het Kanaal, niet denkbeeldig was. Spanje deed er namelijk alles aan om de groeiende handel van de Nederlanden in Europa en Oost-Azië te hinderen. Slechts een tegenoffensief zou aan dit gevaar een einde kunnen maken. De admiraliteitscolleges hoopten van hun kant op het onderscheppen van een Spaanse zilvervloot om de kassen van de admiraliteiten te kunnen spekken. FIet was slecht gesteld met de financiële positie van de admira- liteitscolleges en een'zilvervloot'injectie konden ze zeer wel gebruiken. Al eer- r7
  • 14. der waren minder succesvolle âcties ondernomen tegen de Spanjaarden. De laat- ste expeditie vond plaats in r5gg, toen een Nederlandse vloot van 73 schepen onder bevel van admiraal Pieter van der Does een aanval deed op de Canarische eilanden. De buit woog niet op tegen de hoge kosten. De Nederlanders waren trouwens in hun aanval op de Iberische koloniale wereld succesvoller tegen de Portugezen dan tegen de Spanjaarden. Niet alleen de admiraliteiten kampten met financiële problemen. Het was in de rweede helft van róoó voor raadspensionaris Oldenbarnevelt duidelijk dat de financiële positie van de.Republiek zelf bljna onhoudbaar was geworden. De Republiek kon de problemen het hoofcl bieden door zich onder bescherming te stellen van Hendrik IV van Frankrijk, of door tot een vergelijk te komen met Span- je. In dezelfde tijd veranderde ook Spanje van standpunt. Niet langer was onder- handeling met de Nederlanden afhankelijk van de erkenning van de soevereini- reit van de Aartshertogen (Isabella, dochter van Filips II en haar echtgenootAlber- tus vân Oostenrijk, die vanuit Brussel regeerden) en erkenning-van de rechten van de koning van spanje. Eind róoó was men van spaanse zijde bereid de Neder'lan- den als soevereine staat te erkennen als de Nederlanden op hun beurt bereid waren zich terug te trekken uitAzië,Afiika enAmerika. Ook deze koerswijziging werd vooral ingegeven door financiële problemen.Zo ontbrak het Spanje aan midde- len o¡r de Nederlandse expansie in Indië een halt toe te roepen. Beide partijen waren de geldverslindende oorlog die sinds r 5ó8 aan de gang was, noe. Men ver- langde naar vrede of een wapenstilstand. De daaropvolgende onderhandelingen tussen Nederland en Spanje bleven tot december róoó informeel van karakter. Daarna kregen ze een officiële status' Oldenbarnevelt vertegenwoordigde de Republiek enAmbrosius Spinola, de com- lrrandant van het Spaanse leger inVlaanderen, onderhandelde namens Spanje en de Aartshertogen. Onderwijl aanvaardde Heemskerck begin februatr 16o7 de opdracht van de Sta- ten-Generaal, de toenmalige regering.Als vlootvoogd wijdde hrj al zrjn aandacht aan de voorbereiding en de uitrusting van de vloot. Schepen en bemanning moes- ten aan aller'lei voorwaarden voldoen: meer en beter scheepsvolk, voldoende chi- rurgijns, goede kwaliteit rlondvoorraden, zwaardü geschut, meer kruit en kogels en voorraâdschepen met reserves aan personeel, ammunitie en proviand ' Zeer zorgvuldig stelde hij een verdeling in eskaders op, verzegelde instructies, seinen Voor overdag en 's nachts en voor mist, gevechts-, manoeuvreer- en verkennings- seinen.Van de overheid ontving hij strategische richtlijnen: de vloot moest verza- melen brj het eiland'Wight, vandaâr naar het zuiden op verkenning gaarT'vervol- gens de Tâag blokkeren en een aanval uitvoeren op de wellicht daar liggende Spaanse vloot. Zou deze reeds vertrokken zijn dan kon Heemskerck naar eigen inzicht handelen. r8
  • 15. In totaal vertrokken van Wight op 29 l'naart z4 galjoenen, rwee jachten en vier transportschepen.Tien schepen kwamen uit Amsterdam, waaronder het adrniraal- schip'Aeolus', de'Swerte Beyr', de ''Witte Beyr', de'Gouden Leeuw', de'GriÊ fìoen'en de'Gouden Sterre'.Van Enkhuizen drie schepen en drie van Hoorn, de 'Vriessche Pinasse' en het jacht van Amsterdam.Vier Zeeuwse schepen waaronder de 'Rode Leeuw', het schip van de vice-adnriraal van de vloot Alteras. (Eén Zeeuws schip liep brj Wight aan de grond en verging). Uit Rotterdam kwamen zes schepen, onder andere de 'Tijgher'van Moyen Lambert, het'Lupart' en de 'Barc' met als kapitein Harpert Maertenszoon Tiomp en âan boord zijn negen- jarige zoon Maerten Hartpertszoon, de latere luitenant-admiraal. Deze vloot bereikte op ro april de monding van deTäag. In overeenstemming met de instruc- tie werd besloten om in Lissabon de mogelijk daar liggende Spaanse vloot aan te vallen. Berichten van aangehouden koopvaarders leerden evenwel dat de meeste Spaanse schepen al vertrokken waren en de galjoenen die er wel lagen niet vóór r juli buitengaats zouden komen, ze waren onbemand en niet zeilklaar. Noch te Lissabon, noch te Cadiz werden Spaanse schepen aangetroffen. In de rlacht varr 24 op z5 aprll werd varende langs de Afrikaanse kust van de Straat van Gibraltar van een Frans schip vernomen dat de Spanjaarden voor anker lagen in de baai van Gibraltar. Heemskerck seinde zijn commandanten en zoalsVan Meteren beschreef; 'heeft de Admirael in de enghde vande Strate alle de Capiteynen aen boordt ontboden ende den Krijghs-raedt te kennen ghegheven, wat hy vanden Frans-man verstaen hadde.'Waer op hy wel ghelet ende alles overleydt heeft, ende met rijpen rade eyntlick besloten, de Spaensche schepen manlyck aen te vallen, ende dat hy met sijn schip de Spaenschen admirael metten Capi- teyn Moye Lambert soude aborderen; ,lteras, de vice-admirael, met Capi- teyn Bras (van een van de schepen uit Hoorn) souden den Spaenschen vice- admirael aenklampen; voorts de ander schepen souden rwee ende fi,vee te samen elck een Galioen aen vallen.' De beide jachten moesten buiten kruisen om vijanden die wilden uitzeilen, aan te vallen. De voorraadschepen zouden op veilige aßtand en buiten het gevecht blijven. De vloot zeilde op z5 apr17 naar Gibraltar en naderde de rede om drie uur's middags. De Spaanse schepen lagen voor anker in ondiep water onder bescher- ming van het geschut van de stad en van het grote fort aldaar. Er lagen zr grote vaartuigen inclusief vier of vijf veroverde koopvaarders, waaronder twee uit Enk- huizen en een uit Rotterdam. De admiraal van de Spaanse vloot was Don Juan A.lvarez d',&ila, die ook in de zeeslag in de Golf van Lepanto had gestreden (trj- dens de strijd vanVenetiê en bondgenoten tegen deTurken in r57o-t57t). Zijn schip, de 'St. Augustijn' was bemand met 7oo koppen. Beide andere vlag- geschepen heetten'Nostra Señora de laVega'en'Madre de Dios'.411e Spaanse r9
  • 16. schepen droegen heiligennamen, terwijl de Nederlandse schepen voor het meren- deel naar dieren waren genoemd. Uitkijkposten hadden de Nederlandse vloot reeds waargenomen toen hij om KaapVincent zeilde en ijlboden hadden de vori- ge nacht de nadering van de Nederlanders gerapporteerd. De Spanjaarden waren dus voorbereid maar waren zich blijkbaar niet bewust van de gevaarlijke positie waarin zij zichbevonden en nog minder van de durf van de vlootvoogdJacob van Heemskerck. Admiraal d',&ila had trouwens beter kunnen weten, want [oen de kleinere Nederlandse schepen in zicht kwamen liet hij de schipper van de veroverde Rot- rerdamse koopvaarder b1j zichkomen en vroeg hem of hij meende dat de Neder- landers het zouden wagen, aan te vallen. De schipper was er heilig van overtuigd dat zljnlandgenoten tot de aanval zouden ovefgaan.Vân Meteren schreef hoe het intussen aan boord van de aanvallers toeging: ,De Nederlandtschevloote de Spaense rakende, heeft elck capiteyn onder zijn volck order ghestelt ende tot vromicheydt vermaent;.en naedat elcks Schips-volck de ghebeden gedaen ende Godes Name aengheroepen hadden, ende malcanderen den dronc van getrouwicheyt toeghedroncken, soo seyl- de elc lustich naer zijnen q/andt toe.' Recht voor de wind met'staende seylen'voeren de Nederlanders de vijand voor de boeg. Heemskerck wilde volgens plan de Spaanse admiraal aanklampen, maar d',Vila wist achter zijn vice-admiraal en drie andere galjoenen te gâan liggen. Heemskerck slaagde er toch in het admiraalschip te naderen. Hij had zijn anker aan de boeg hangen en beval dat niet te laten vallen voor men het Spaanse schip had aangeklampt en'sy 't hoorden kraken'. Men mocht niet schieten voordat de schepen boord aan boord lagen. Hij loofde Ioo realen van achten uit aan die bemanningsleden die de Spaanse admiraalsvlag naar beneden zouden halen. De 'Aeolus' zeilde met volle zeilen op het grote Spâanse schip af. De 'St. Augustijn' vuurde en de'.eolus'beantwoordde met zijn twee boegstukken.Vervolgens lagen de schepen dicht tegen elkaar en viel het anker van de'Aeolus'. Heemskerck stond voor de mast in volle wapenuitrusting: helm op het hoofd, zwaard in de hand.Toen viel het tweede schot van het Spaanse schip en de uitwerking daarvan wâs ver- schrikkelijk: de ijzeren kogel schoot een matroos middendoor, nam het linkerbeen vân Heemskerck bij de heup weg en vernielde de rechterhand van een man die achter hem stond. De admiraal was gevallen,m ar zlin dood werd geheim gehou- den tot na de slag. De 'Aeolus' bleef de admiraalsvlag voeren en de kapitein zette de aanval voort alsofer niets wâs gebeurd. Moyen Lambert met het galjoen de'Tygher'was zijn bevelhebber gevolgd en viel ook de 'St. Augustijn' aan. Het schip werd ingenomen en de trompetter van de 'Griffi.oen', het andere Nederlandse schip dat bij deze aanval betrokken was, klom in de mast, haalde de Spaanse admiraalsvlag naar beneden en ontving later 20
  • 17. de toegezegde beloning. Daarop bleek dat ook admiraal d'Avila in het begin van het treffen gesneuveld wâs. De enkele overlevenden van het Spaanse schip spron- gen over boord en probeerden de wal te bereiken maar slaagden daar meestal niet in en werden gedood. De andere galjoens werden volgens de gegeven bevelen paarsgewijs aangevallen en overweldigd.Ze zonken,brandden uit ofvlogen met een slag de lucht in.Alte- ras, de Zeeuwse vice-admiraal slaagde er niet in de Spaanse vice-admiraal en zljn 'Nostra Señora'te naderen, maar het werd door andere Nederlandse schepen aan- gevallen. Een matroos van de'Gouden Leeuw'wist zich van de vlag meester te maken voor het schip geheel uitbrandde. De kustbatterijen vuurden intussen lnaar râakten veelal de eigen Spaanse schepen. De vernieling was verschrikkelijk. De aanval was om drie uur 's middags begonnen en tegen zonsondergang was de Spaanse vloot vernietigd. De Spanjaarden verloren in deze'treffelycke Zeeslagh'ongeveer 4ooo man. De Nederlanders moesten zo'n roo man betreuren maar hadden ondanks alle bran- den en explosies geen enkel schip verloren. Het doel, de Spanjaarden"een gevoe- lige slag toe te brengen, was bereikt. De materiële winst was echternrihil: geen zil- vervloot voor de admiraliteitskassen. De besprekingen met Spanje over een wapenstilstand zouden nog fwee jaren gaan duren. FIet sneuvelen van Jacob van Heemskerck betekende bovendien een zeer groot verlies (zie bijlage A). De morele effecten van de zeeslag wâren evenwel groot, want deze confrontatie tussen de Spaanse en Nederlandse zeemacht maakte in het Middellandse-Zee- gebied een diepe indruk en het Nederlandse zelfvertrouwen werd er aanzienlijk door versterkt. Het schilderij De 'Slag bij Gibraltar'werd in rózo door Geerer Op Gielder geschilderd op een doek van groot formaat, hoog 167.5 cn en breed 287 cn.De horizon op het schil- derij ligt hoog, waardoor eenderde van het beeldvlak in beslag wordt genomen door de grijze lucht met wolkenpartijen. Op de resr van het doek zijn vele sche- pen te zien, b ezigrrret manoeuvreren. De schilder heeft een hoog standpunt geko- zen waardoor een breed panorama wordt geboden. De blik gaat over de schepen tot aan het einde van de baai en over de muren van de vesting. Zo zljn de acties zowel op het water als binnen de muren goed waar tê nemen. De schepen varen in het groen-blauwe water dat in de voorgrond diep van kleur is en naar de ein- der toe steeds lichter wordt. De schepen bevinden zichin de omsloten baai van Gibraltar. Links is een berg- achtige kust zichtbaar met aan de waterlijn een hoge ronde toren, rechts is op hori- zonhoogte een groter deel van de kuststrook te zien.De bergen gaan hier over in 2I
  • 18. I 'De zeeslag bij Gibraltar op z5 april róo7', Geeret Op Gielder, l6zo, na de restauratie [Tim Kosterl de ommuurde stad Gibraltar. De gebogen muLlr staat in het water en wordt door twee uitspringende ronde muurtorens begrensd. Halverwdge de muur is een poort die toegang geeft tot een korte pier waarop vijf figuren staan afgebeeld. De meest ver gelegen multrtoren sluit nauw aan brj de bebouwde omgeving, eenvoudige kubusvormige gebouwen. Het gebied âchter het fort is rotsachtig en wordt door drie muren ingesloten. Vele figuren zljn zichtbaar op de open weergang vân de muurtoren, rechts op de voorgrond afgebeeld, en aan de voet van de rots. Boven op de rotspartij staat een stuk geschut, geflankeerd door twee rieten manshoge korven. Een hevig gevecht is gaande, het vuur vân drie schepen in de voorgrond wordt beantwoord door vijf vuurmonden uit de toren van het forl' Geerer Op Gielder heeft van de slag bij Gibraltar de meest spectâcltlaire gebeur- tenissen afgebeeld: op de achtergrond de confrontaties tussen de schepen de'Aeo- lus'van admiraalJacob van Heemskerck en de'St.Auglrstijn'van de Spaanse admi- raal Don Juan Alvarez d'Á.lvila, en links op de voorgrond de confi'ontatie van Nederlandse schepen met het schip van de Spaanse vice-admiraal. Volgens de plannen zou de Zeeuwse vice-adnriraal LaurensJacobsenAlteras en zijn galjoen de 'Rode Leeuw' het schip van de Spaanse vice-admiraal de'Nostra Señora de laVega'aanklampen, samen met het Floornse galjoen de'Eenhoorn'van kapitein Bras.Alteras slaagde er niet in bij het Spaanse schip te komen. lJit de bron- nen blijkt dat vervolgens kapitein ,driaen Roest van de 'Zwafte Beer', bijgestaan door SymonJansen (geen naam van het galjoen genoemd), Cornelis Madder met de'Witte Beer'en kapitein Pau met de'Gouden Leeuw'het Spaanse vlaggeschip hebben aangeklampt en in brand gestoken. Een van de bemanningsleden van de 'Gouden Leeuw'heeft over verschillende schepen klimmend de Spaanse bodem .weten te bereiken en de vlag meegenomen, waardoor hij in aanmerking kwam voor de doorJacob van Heemskerck uitgeloofcle beloning van vijftig realen van achten. 22
  • 19. 'De Eenhoorn', het schip van kapitein Bras [Tim Koster] Op Gielder heeft dit verhaal zorgvuldig afgebeeld. Links voor op ztjn schilderij is het strijdtoneel te zien tussen de Nederlandse galjoenen en het Spaanse vice- admiraal schip. De 'Nostra Señora de laVega' draagt hoog in de mast de Spaanse vlag, een rood kruis op een wit veld. Het rode kruis wordt gevormd door twee boomtakken met regelmatige uitstulpingen. Dezelfde vlag wappert op de muur- toren, met welke vijand hier gestreden wordt is evident. Vooraan in totaal zljaanzrcht een Hollands schip met slappe ze17en, wellicht de 'Gouden Leeuw'. Rechts van dit schip steekt het achterdeel van een schip uit met op de spiegel de afbeelding vân'Fortuna', links is de boeg vân een derde schip te zien. Boven dit schip is de spiegel te onderscheiden van de'Eenhoorn', het schip van kapitein Bras.Tussen de slaphangende zeilen is een enorme explosie waar te nemen. Achter de 'Fortuna' is het zinkende schip van de Spaanse vice-admiraal afgebeeld.Twee monniken op het achterdek ontfermen ztch nog over het ziele- heil van enkele bemanningsleden. De rechter monnik heeft een kruis in zijn rech- terhand, de linker hanteert een wijwaterkwast en een vat. De knielende gelovigen nemen wellicht hun laatste zegen in ontvangst voor zlj, zoals veel andere beman- ningsleden reeds gedaan hebben, overboord moeten springen en zwemmen voor hun leven. Nog twee Nederlandse schepen zijn bij deze confrontatie betrokken en pâsseren in volle vaart het Spaanse wrak; aan bakboord een galjoen waarvan de afbeelding op de spiegel onduidelijk is en aan stuurboord het vurend galjoen de ''Witte Beer'van kapitein Madder. Op Gielder heeft het Zeeuwse galjoen de'Rode Leeuw'middenvoor afgebeeld, geheel afzljdig van de actie rond het Spaanse vice- 23
  • 20. I Het zinkende schip de'Nostra Señora de laVega'van de Spaanse vice-admiraal [Tim Koster] 'signatuur van Geeret Op Gielder en datering op 'De Rode Leeuw', het schip van vice-admiraal,lteras [Tim Koster] 'DeWitte Beyr', het lchip van kapitein Madder [Tim Koster] Þ 'De Monnik' [Tim Koster] admiraal schip. Hij geeft het schip een extra accent door op de spiegel onder het wapen varr Zeelarrd zijn signatuur en het jaart^l 1620 te zetten. Tussen het Zeeuwse schip en het fort vaart een galjoen onder de Hollandse vlag, een rode klimmende leeuw op een goudgeel veld en de dubbele Staten- of Prin- 24
  • 21. 'Vrouwe Fortuna' [Tim Koster] 'Aeolus', het schip van Admiraa$acob van Heems- kerck fTim Koster] Ë senvlag. Op de spiegel staat een monnik geschilderd van opzlj gezien met een staf over zijn rechterschouder. Een scheepsnaam of plaatsnaam met'Monnik'komt niet voor op de lijst van namen dieVan Meteren in zljn boek had opgenomen. Het is voor het toenmalige protestantse Nederland een wonderlijke figuur. Op Gielder beeldde drie schepen af met een mensfiguur op de spiegel, namelijk deze mon- nik,Vrouwe Fortuna en'Aeolus'. Zij vormen de uitzonderingen in de reeks van dierennamen. De'Eenhoorn'gaf hij niet het fabeldier als embleem mee, maar het blaasinstrument: de hoorn. Op het tweede plan van het schilderij, rechts van het midden, vindt het treffen tussen de hoogste ofhcieren plaats. Het galjoen van Fleemskerck met op de spie- gel een afbeelding van Aeolus, de bewaker van de winden, ligt tegen het grotere Spaanse admiraalschip. Het Spaanse schip is te herkennen aan de vlag met een afbeelding van de H.Âugustinus, die hoog boven de horizon uitsteekt.Achterlangs vaart een van de andere twee bij deze actie betrokken galjoenen, de'Tijger'of de 'Grifûoen', die de vrjand van dichtbij onder vuur neemt. Een explosie is tussen de loshangende zeilen van de'Aeolus'waar te nemen. Dtt zal het tr,veede schot van de Spanjaard z1jn, dat Heemskerck dusdanig verwondde dat hij het leven liet. Heemskerck, zo vermelden de bronnen, stond voor de mast en Op Gielder heeft in een van de zeilen een winkelhaak geschilderd waardoor we als het ware getui- ge zijn van dit trieste feit. De beide admiraalschepen en het Zeeuwse vice-admiraalschip onderscheiden zich van alle andere schepen door de rode schanskleden die langs het boord gespannen zijn. 25
  • 22. 'Winkelhaak in een zeil van de'Aeolus' [Andy Mason] Rechts voor de admiraalschepen vaart al vurend een galjoen met de Hollandse vlag in top en eer. zwaar' afgebeeld op de spiegel. Een schip met een dergelijke naam wordt in de bronnen niet genoemd maar van Meteren was, zoals eerder is opgemerkt, niet volledig in het noteren van de namen van de schepen. De'Zwaan' vaart met volle zeilen af op een hele reeks Spaanse oorlogsschepen die voor anker liggen voor het fort. Aan dek staan de Spaanse bemanningen keurig in het gelid hun lot af te wachten. De schepen op de achtergrond, Spaanse zowel als Nederlandse, zijn soms moei- lijk van elkaar te onderscheiden. Het is een gewemel van masten,zellen, stâgen en vlaggen. De kleuren worden grljzer en de vormen zijn kleiner en minder goed wâar te nemen. In schril contrast met het strijdgewoel is het kleine stukje strand aan de voet van de toren van het fort, geheel rechts in de hoek van het schilderij, een letterlijk'stil- leven'van stenen en schelpen.Te onderscheiden zijn mosselen, wenteltrapjes, kok- kels,Jacobsscheipen, een rode (zesarmige) zeester, twee nautilusschelpen (afkom- stig uit gebieden rond de Grote Oceaan en wel zeer afgedwaald!) en, uiterst rechts, de helft van een oesterschelp met in het midden een klein parelt1e. Het schilderij vertoont een zekere naïviteit. Laurens Bol omschrijft in een korte biografie van Op Gielder diens stijl als stijf en hoekig. Het schilderij is, vermoedt hrj, naar een prent geschilderd, een onbeholpen omzetting in olieverf. De schilder heeft zeker moeite gehad water te visualiseren, het schuim van de golven lijkt op z6
  • 23. Het strand aan de voet van het forf [Tim Koster] wirte veren die op regelmatige aßtand en in diagonale richting tussen de schepen drijven. Naar de verte toe Morden de veerachtige golven steeds kleineî eî zlin ze dichter op elkaar geschilderd, dunne Mitte lijnen verbinden ze tot een netvverk dat over het water ligt. De golven ztln in de voorgrond in een meer rechte hoek ten opzichte van het wateroppervlak geschilderd dan naar de achtergrond toe. Ze bj- ken wat te steigeren. Het is een kalme zee waar de schepen eerder op dan in het water liggen en alleen bij de aanraking met het wateroppervlak een aarrzet tot weerspiegeling tonen. Drie schepen op de voorgrond vuren in de richting van het fort, dit vuur weer- spiegelt zodanig dat het lijkt of van onder de wâterlijn gevuurd wordt. De zeilen, zich steeds herhalende witte vlakken, hebben plompe vormen. De illusie van door wind opbollend zeildoek wordt niet echt bereikt. De suggestie van volume door middel van het schilderen in kleurnuances van licht naar donker is beperkt. De gebogen vorm van de zeilen moet die indruk versterken. De bergachtige kust met toppen en dalen en met glooiingen is beter geslaagd dan de luchtpartij. De lucht en de wolken zrjn vlak uitgewerkt. De schepen heeft hij zeer gedetailleerd geportretteerd, ze lijken eerder getekend dan geschilderd. Veel contourlijnen moeten de suggestie van schepen met een voor-, achter- en zijkant versterken. Het Hollandse schip dat betrokken is bij het gevecht tussen de beide admiraalschepen en achter deze schepen langs vaart, heeft hij verkort weergegeven. Deze perspectivische weergave is niet geheel geslaagd - een vreemd gevormd vaartuig is het resultaat. De kleurovergangen in het kanonvuur zijn nogal abrupt, geel gaat vrijwel zon- der tussentonen over in vermiljoenrood. De rook is meer in lijnen dan in kleur-
  • 24. De toren van het fort [Tim Koster] De nautilusschelp .tlde oesrerschelp [Tim Koster] vlakken uitgewerkt. De diverse bemanningen, de soldaten op de toren en binnen het fort, de vijf figuren op het pierde, stâan er allemaal even stijf bij; eerder gesja- bloneerde tinnen soldaatjes dan mensen. De trompetters op de achterdekken zijn individueel het meest herkenbaar, maar staan allen in dezelfde houding. In de uitbeelding van de muurtoren toont op Gielder zich toch weer wel een aar- dig schilder. Hier heeft hij met verschillende kleurtoetsen een stevig volumineus bouwwerk weten neer te zetten. Het licht-schaduwspel rond de steunberen is met behulp van veel verschillende kleuren in kleine toetsen naast en over elkaar over- tuigend uitgewerkt. Perspectivisch kloppen de kanonslopen die uit het middelste muurwlak steken niet. De muur rechts van de toren heeft met zorgvuldige getam- ponneerde kleurvlakken het aanzten van een dikke onneembâre muur gekregen. De verhoudingen in de compositie kloppen niet overal, zeker rechtsonder in het schilderij zljn de schelpen in relatie tot het fort en de soldaten wel heel erg groot uitgevallen. Maar al zljn ze in verhouding tot de rest van de voorstelling te groot, Op Gielder heeft ze met grote precisie geschilderd.Vooral de nautilusschelpen zijn in hun parelmoerglans goed getroffen en het pareltje in de oester heeft hij zorg- vuldig weergegeven. Ze.lijken op kleine schaal de glansrijk gewonnen'parel'van een zeeslag te benadrukken. De schilder Geeret Op Gielder kreeg een bescheiden plaats in Die holländísche Marinemalereí der t7.Jahrhunderls van Laurens J. Bol uit 1973. Bol kon slechts een zeer beknopte bio- z8
  • 25. ,l grafie aan Op Gielder wijden, omdat er vrijwel niets bekend is over deze schilder. GerritJorisz Op Gielder of Op Gelder werd waarschijnlijk omstreeks róoo of eerder geboren. Er is maar één sciriiderij van hem bekend en dat is de 'Slag bij Gibraltar op z5 april t6o7',dat nu in het gebollw van de Eerste I{amer hangt. Het sclrilderrj signeerde en dateerde hij onder het wapen van Zeeland op de spiegel van de'Rode Leeuw': Geeret Op Gielder róeo.Tussen de ró en de zo,precies onder het midden van het wapen, schilderde hij een symmetrisch monogram van twee met de ruggen in elkaar gedraaide Gt. Verder komt Op Gielders naan voorzover bekend nog slechts één keer voor in een eigentijdse bron, en wel een handgeschreven ofÏìcieel stuk, een notariêle akte van eenAmsterdamse notaris. Hieruit blijkt dat hrj een opleiding tot schilder heeft gevolgd bij de schilder Flans Rern (zie bijlage B). Rem verklaarde bij zrjn notaris Frederick van Banchem (notaris van róoó-ró47 te Amsterdam): 'Compareerde voor mij, Frederick van l3anchem notaris publicq bij den hove van Hoilandt geadmitteert, residerende binnen 'msterdamme, e¡rde den getuijgen naergenoempt ¡ Hans Rem meester schilder, burger binnen dezer voorschreven stede, out ontrent ¡1¡1tich (53) jaeren mij notario bekent. Ende heeft bij waere woor-- JoLl :1,iì1{! uLùnh: Uì¡ Lr't tlrtù ,r.hr. t -i _- ''":' j;' - '""r''*;=æ:-- .-" ¡¿ì{&¡ax- 'De Zeeslag brj Sluis', Flans Rem, róo3, gravure, z platen, iedere plaat 5z x 46,5 cm [Nederlands Scheepvaart Museum Amsterdam] 29
  • 26. den in plaetse van eede ten versoecke van Joris Joriszoon op Gelder in den naeme van GerritJoriszoon op Gelder, schilder, altans woonende tot Breemen, sijnen broeder, verclaert, getuijcht ende geattesteert hoe waer is, dat eenige jae- ren geleden d'voorschreven GerritJoriszoon op Gelder - noch jongen sijnde - bij hem getuijge besteer is geweest den tijt van vijfjaeren, om de conste van't schilderen met dies aencleeft te leeren,van d'welcke tijt den voorschreven Ger- rit Joriszoon hem getuijgen heeft trouwelijck ende vroom voldaen gelijck meede de costpennigh die bij hem getuijgen schuldich was. Oversulcx zeet ernstich versoeckende aen een rjgelijck deses gerehronstreert werd ende dat hen gelieve den voorschreven GerritJoriszoon desen te laeten genieten. Geda- en binnen Amsterdamme ter presentie van Claes Janssoon Ruijtenburch ende Cornelis Pieterszoon van Brakel inwoonders deser stede als getuijgen hier overgesraen. Den XIen meert XVIC twinrich (r r maarr rózo). Coll (Collatu$' De comparant Hans Rem liet op verzoek vanJoris, die handelde uit nâam v^n zlirl broer Geeret Op Gielder, vastleggen dat laatstgenoemde met goed gevolg brj hem in de leer is geweest en dâarvoof heef,t betaald. Hij geeft âan dat Geeret het vak van schilder overal mag uitoefenen. Op Gielder had dit bewijs waarschijnlijk nodig om in Bremen, waar hij volgens de akte op dat moment woonde, als schilder aan het werk te kunnen. Zijn leermeester Flans Rem (Antwerpen omstreeks r 5óó-Amsterdam na 29 apúl rózo) was schilder, gravellr en prentenhandelaar. H¡ werd op zz aprtT r5g4- A.msterdams burger.Van zijn hand is een prent uit Ióo3 bekend van een gevecht tussen Nederlandse en Spaanse galeien bij Sluis. In de Amsterdamse archieven wordt Hans Rem als schilder een aantal malen genoemd. Hij werd als deskundige, meestal met een aantal vakgenoten, verzocht een oordeel te geven over schilderijen waarbij getwijfeld werd aan de juiste toe- schrijving.Van schilderijen van zljn hand is tot nu toe niets bekend. Over de datum van zljn overlijden tast men eveneens in het duister.Wel liet hlj op zg april rózo zijn testament opmaken bij notaris Ruttens inAmsterdam en liet toevoegen:'swac- kelycken van lichame overende sittende'. Na deze datum is van de'eersame'Flans Rem, schilder,'poorter deser Stede Amsterdam', geen spoor meer te vinden. Over de schilder Geeret Op Gielder en zrjn verblijf in Bremen is net zo rnin iets bekend. Naspeuringen brj het'staatsarchiv Bremen'bleven zorldeÍ resultaat. Zijn naam komt ook niet voor in recente literatuur, zoals de artikelen'Niederländer in Bremen in r7. und r8.Jahrhundert'door H. Schwarzwälder en'Niederländer in Bremer Dom Gemälde der Niederländischen Schule im Bremer St. Petri Dom' door J.'weibezahn. Beide verschenen in Bremen und díe Niederlande, Jahrbuch ryg5/ ryg6 der'Wittheit zu Bremen (Brernen r99ó). Het Landesmuseum für Kunst und Kulturgeschichte Focke-Museum in Bremen wijdt in een expositie over de geschiedenis van Bremen speciale aandâcht aan de nauwe betrekkingen tussen Bremen en de Nederlanden in de zeventiende eeuw, maar ook voor dit museum is Geeret Op Gielder een grote onbekende. 3o
  • 27. ->-- Hoofclstuk 2 De levensloop van een schilder¡ De'Slag bij Gibraltar'door Geeret Op Gielder in Devqrrter ä Het stuk van Op Gielder is dertien jaar na de slag bij Gibraltar geschilderd. Dit was brj dergelijke doeken heel gebruikelijk. Zeestukken beeldden meestal geen recente gebeurtenissen uit; tussen feit en fictie konden vele jaren liggen. Het kon om een triomf of een veroveting gaan van eeuwen geleden, bijvoorbeeld'De ver- overing van Damiate', dat Cornelis Claesz van'W'ieringen in ró28 schilderde voor de Haarlemse kloveniersdoelen. Die verovering had al in rzr8 plaatsgevonden. De slag bij Gibraltar behoorde met de slag op de Zsiderzee, die plaats had op r r okto- ber 1573, tot een van de favoriete onderwerpen van de zeeschilders. Hun afne- mers hadden ook voorkeur voor deze thema's. Stadsbesturen en admiraliteitscolleges, vlootvoogden, schippers en reders bestel- den vaak schilderijen van zeeslagen of havengezichten ter meerdere eer en glorie van zichzelf of om weg te geven aan de een of andere autoriteit. Het zou kunnen dat ook Op Gielder zo'n opdracht heeft gekregen. Het formaat van het doek en het onderwerp wijzen in die richting. Dergehjke grote schilde- rijen waren eerder bestemd voor de verfiaaiing van openbare ruimtes, zoals een stadhuis, dan voor een woonhuis. Het schilderrj van Op Gielder was tot r97o het eigendom van het Groote- en Voorstergasthuis in Deventer. Dit gasthuis is ontstaan uit een fusie van het Groote- of Heilige Geest Gasthuis met hetVoorstergasthuis in r798. Het Heilige Geest Gasthuis was het oudste en aanvankehjk enige gasthuis te Deventer. Het oudste archießtuk ervan, een schriftelijke verklaring dat aan de provisoren (bestuurders) een huis is toegewezen, dateert van zz december tz67 .F{et gasthuis bood hulp aan ailerlei noodlijdenden en tijdelijk logies aan vreemdelingen in de zogenaamde wandelaarskamer. JI
  • 28. HetVoorstergasthuis werd in t476 opgericht met geld uit de nalatenschap van Geert Hakesberch. Het werd gevestigd op de plaats waar de stichter veel grond bezat en vanouds heette die plek DeVoorst.Alleen vrije burgers, dus geen lijfeigenen of horigen,konden in dit armenhuis worden opgenomen.Alle goederen die een opge- nomene bezat of zott verkrijgen, bleven na diens overlijden eigendom van het gast- huis, zonder dat de erfgenamen er recht op hadden. De op deze wljze verkregen goederen en gelden werden gebruikt voor de verzorging van de patiënten.Een ande- re bron van inkomsten vormden de schenkingen en testamentaire beschikkingen die werden gedaan ter bevordering van het zieleheil van de gevers. 'Waarschijnlijk is zo het schilderrj de'Slag brj Gibraltar'in het bezit gekomen van het Groote- enVoorstergasthuis. Een chronologisch gerangschikte opsomrning van de archiefbescheiden van het Groote (vroeger HeiÏge Geest) enVoorstergasthuis is uit- gegeven in een Catalogus derArchieven, opgemaakt door mr.J.l. van Doorninck in r88o. Daarin zijn r895 afzonderlijke stukken beschreven uit de periode o67-t8r5. Nergens is echter een vermelding te vinden van de zeeslag dooç Geeret Op Gielder. Aanvankelijk werd aangenomen dat het schilderrj toebehoorde aanJonker Bal- thasar Boedeker (r54o-rór7) uit Deventer. Deze edelman nam deel aan een zee- slag, namelijk de slag bij Lepanto in oktober r1Tr,waaÍaan zoals vermeld ook de Spaanse admiraal d'Avila meedeed die slag leverde brj Gibraltar. In de literatuur is geen enkele aanwijzing gevonden of en waarom Boedeker opdracht zou hebben gegeven voor het schilderen van de'Slag bij Gibraltar'. Dit moet hoe dan ook v66r 1617 gebeurd zijn. H¡ heeft in geen geval het uiteinde- lijke schilderij kunnen aanschouwen aangezien Op Gielder zijn werk na voltooi- ing dateerde met het jaartal t6zo. Het schilder¡ wordt pas genoemd in de notulen van een vergadering van het Centraal Bestuur van het Groote- enVoorstergasthuis, gehouden op 9 maart r 8 80. Het bestuur had een missive onrvangen van de directeur van het Nederlands muse- um voor Geschiedenis en Kunst, het huidige Rijksmuseum in Amsterdam,'hou- dende het verzoek om aan het Museurn ten geschenke te geven de schilderij, berustende in het Groote- en Voorster Gasthuis en voorstellende een zeeslag of liever een aanval door een Hollandsche vloot daar deze schilderij geen geldelijke waarde bezit'. De vraag werd doorver-wezen naar de Commissie voor het Groote- enVoorster Gasthuis, die adviseerde af te zien'tot het kosteloos aßtand doen van het bedoelde schilderrj'. Uit de periode tussen rózo, het jaartal waarmee Op Gielder zijn schilderrj dateer- de, en r88o, het jaar waarin het voorkomt in de notulen van het Centraal Bestuur van het Groote- enVoorster Gasthuis, is niets bekend, noch over het zeestuk noch over de schilder, de opdrachtgever, of de plaats waar het oorspronkelijk heeft gehangen.Vele jaren later wordt het schilderij weer in de notulen vermeld. Op de vergadering van z juli r9r 5 van de Commissie belast met het huishoudelijk beheer J2
  • 29. Interieur van het rnuseum'DeWaag', Deventer. Foto uit'Eigen Erf' jaargang 8,nr.27,23 september r 912 [Stadsârchief Deventer] van het Groote- enVoorster Gasthuis werd besloten tot'het uittrekken van een bedrag van f Too op de begrooting voor r9ró voor kosten van restauratie der aan het Museum "de'W'aag" fin Deventer] in bruikleen afgestane schilderij, voorstel- lende "den Zeeslag bij Gibraltar".' De uiteindelijke kosten vielen zeer mee want tn r9t6 werd aan de heer'WFC. Greebe, âssistent bij het Rijksmuseum te,msterdam,f z4o,z5 uitbetaald voor het verdoeken, schoonmaken en herstellen van het zeestuk van Geeret Op Gielder. De directeur van museum De'Waag de heer D.M.E. Houck betuigde in een mis- sive van 3r juli ryt6 zljn dank voor het herstellen van her kapitale schilderij, dat reeds eerder aan het museum in bruikleen was gegeven. Eigen Erf, een geillustreerd familieweekblad, publiceerde op 23 septembe r tg3z een foto van een interieur met aan de wand het schilderij van de zeeslag. De begelei- dende tekst verwees naar vertrek nummer 8 in museum De-W'aag waar men deze voorstelling van de slag bij Gibraltar kon bewonderen. Achter op een oude bruine foto van het schilderij uit het bezit van het Muse- um De'Waag staat in potlood vermeld dat het schilderij de 'Slag bij Gibraltar' in r95z is gerestaureerd, tussen haakjes staat er'oorlogsschade' en dat het een foto betreft van vóór de restauratie. Deventer is in februari rg45 zwar gebombardeerd. Het is mogelijk dat bij deze É 33
  • 30. 'De Zeeslag bij Gibraltar op z5 april róo7', oude foto voor de restauratie vân r9J2 bombardementen, waarbij ook het Groote- en Voorstergasthuis zwâar werd ge- ffoffen, het schilder¡ zo ergwerd beschadigd dat het noodzâkehjk werd in tg5z tot restauratie over te gaan. Het schilderij komt naar Den Flaag Op Gielders 'Slag bij Gibraltar' we rd in ry7o door het bestuur van de Stichting de Verenigde Gestichten, waarin Het Groote- en Voorstergasthuis was opgegaan' overgedragen aan de Dienst voor t RijksVerspreide Kunstvoorwerpen (lnvr)' Onder het inventaris nummer: AA I3 8ó, met een geschatte waarde van f r 5.ooo, werd het opgenomen in de colle ctie. Een jaar later kwam het in het gebouw van de Eerste Kamer te hangen, ter vervanging van een ander doek dat naar het Rrjks- muselrm terug ging. Het Rijksmuseum te Amsterdam richtte op 4 januâri r97I het verzoek aan de GrifIìer van de Eerste Kamer der Staten-Generaal tot teruggave van het schilde- rij: 'Allegorische voorstelling van de triomftocht van de Prins van Oranje (later koning'Willem rr) na de slag bij'W'aterloo r 8 r 5', van C. van Cuijlenborgh. Het was ooir in bruikleen gegeven mâar de afcleling Nederlandse Geschiedenis van het Rijksmuseum wilde het in verband met de herinrichting van de afdeling graag weer ter beschikking hebben. 34
  • 31. 'Allegorische voorsteiling van de triomftocht van de Prins van Oranje na de slag bij Waterloo, r8r5', C. van Cuijlenborgh, r8r5, doek, 186 x 242 cm [RijksmuseumAmsterdam] De toenmalige Grifûer,Jhr. mr.J.'W RöeIl, was bereid ^àn dít verzoek te vol- doen. In zljnbúef van zo januaù stelde hij voor dat eind april r97r de overdracht zou kunnen plaatsvinden.'Voorts', schreef hij ín ztln brief gericht aan de heer D.E Lunsingh Scheurleer, hoofd van de oRvr, 'moge ik u ervan in kennis stellen, dat de Huishoudelijke Commissie er met instemrning en erkentelijkheid van heeft kennisgenomen, dat (Jwerzijds al het mogelijke zal worden gedaân om te bevorderen, dat een ander representatief schilderij ter beschikking van de Eerste Kamer wordt gesteld, zulks ter ver- vanging van het schilderij vanVan Cuijlenborgh, herwelk thans hangt op een opvallende plaats in dit unieke gebouw. U maakte er in dit verband gewag van dat,zo nodig, de bereidheid bestaat beslag te leggen op een passend schilde- rtj,zich bevindende in een gebouw, waar het minder tot ztjn recht komt, dan wel waar de plaatsing ervan minder urgent kan worden geacht.' Het hoofcl van de afdeling schilderijen van het Rijksmuseum, dr. PJJ. vanThiel, liet Röell een week later schrifìelijk weten dat april, gezien het strenge tijdsche- 35
  • 32. ma voor de herinrichting van de afdeling Nederlandse Geschiedenis, te laat zou zijn, men wilde op kortelermijn beschikking hebben over het schilderij. De tijds- diuk was wellichi ook de ooizaakvan de onnauwkeurigheden die in deze brief geslopen ztjn; de naam van de schilder veranderde in cornelis van Schuylenburg ãr, då tit.l-rran het schilderij werd'De terugkeer van de Prins van Oranje van .w.aterloo'. De zaken zrjn daarnainderdaad snel geregeld ,gezierl de aantekeningen van de GrifÊer op de brief vanvanThiel bestemd voor het toenmalige hoofd griË fie: 'Heer Hegi r) De heJr Lunsingh Scheurleer belde mij op dat ondanks alle aßpraken nu tách al woensdag r*. h., Cuijlenborgh schilderij wordt weggehaald' z) zêêrspoedig ko-, ", een nieuw schilderij nl. een "Zeeslag" bij Gibraltar uit de rTde eeuw. Röell.' Aldus kwam.De slag bij Gibraltar' geschilderd door Geereb op Gielder in rózo te hangen in de kofíìekr-.r'op ."t op"'llt"de plaats in dit unieke gebouw'van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Grote egale retouche in de luchtpdrtij vóór de restautatie van 1998-1999 rechtsboven de reflectie van het flitslicht [Coilectie auteur] 36
  • 33. Het schilderij gerestaureerd Op de ochtend van dinsdag z8 april 1998 werd het schilderij ingeladen in een vrachtwagen van het Instituut Collectie Nederland (rcN). Een ingrijpende ver- bouwing in het pand van de Eerste Kamer maakte het noodzakelijk het omvang- rijke schilderij in veilige bewaring te geven.Vân deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om het schilderij opnieuw te laten restaureren. Restaurator Ronald deJager vond het schilderij srrucrureel nog in redehjk goe- de staat. Hij constateerde dat het doek een was,/harsbedoeking heeft ondergaan die de verf goed op de drager fixeert. Er zljn drie lagen linnen te onderscheiden: twee lagen linnen van een fijne structuur en één laagvanveel grover geweven lin- nen. De eerste laag is het originele linnen uit de zeventiende eeuw, de volgende laag dateert waarschijnlijk uit r9ró en het grove doek uít :1952. DeJager merkte op dat de verf enigszins gesleten was en de vernis zeer vergeeld en vuil. Over het schilderij zater. zeer lelijke en slordig aangebrachte mastieken (harsplekken), variërend in grootte van kleine stopsels tor grote plakkaten. Over deze mastieken waren retouches/overschilderijen aangebracht die ih kleur en glans sterk zÙn gaan afwijken van de omliggende originele verf. Deze vroegere restau- raties werkten qua structuur, kleur en glans zeer storend.Vooral in het midden van de luchtpartij viel dat op; een grote bijna egale retouche was aangepast aan de cra- quelures (haarscheurtjes in het ver{oppervlak) van de omliggende velf door er mer potiood slordig 'barst'-lijntjes op te tekenen. De Jager vermoedde dat onder de retouches veel originele verf schuil ging, wat ook het geval bleek te ztjn. Voor de restauratie stonden vier opties open: volledige restauratie, presentabel maken, een behoudende restauratie of alleen oppervlakkig reinigen en vernissen. Uiteindehjk werd ook met het oog op de kosten besloten tot het preéentabel maken van het schilderij. Het schildenj werd oppervlakkig gereinigd en de kleu- ren wonnen weer aan helderheid. De oude vernislaag werd niet afgenomen. De eerdere restauraties werden voor een groot deel ongemoeid gelaten en alleen enkele zeer storende retouches in de lucht zijn weggenornen. Tevens zijn verkeerde oude overschilderingen verwijderd. In het tafereel links- onder op het schilderij stak op een onverwachte, onlogische plaats een mast uir het Mater. De vreemde scène was het resultaat van een onjuiste ingreep bij de res- tauratie in t952. De enige retouches rond de mast waren enkele witte vegen van het schuim van de golven. De retouches bleken over de originele onbeschadigde ver-flaag te zrjn aangebracht. Het waterpatroon zoals het geschilderd was boven de mast wâs ook voortgezet onder de mast. De originele onderlaag verbeeldde ech- ter geen water maar rook van het exploderende schip iets lager op het schildenj. De mast zonk dus niet weg in de golven maar was door de rook van de grote explosie nog mâar gedeeltelijk zichtbaar. Mer het verwijderen van de verkeerd aan- gebrachte retouches werd water weer rook en de oorspronkelijke bedoeling van de afbeelding opnieuw zichtbaar. Het Nederlandse galjoen, afgebeeld achter her J/
  • 34. Vóór de restauratie van rg98- rg99. De verkeerde overschilde- ring van'water'tussen de twee grote zeilen [Collectie auteur] Na de restauratie van r998-r999' Vater' wordt 'rook' þoven de exPlosie) [,ndy Mason] 38
  • 35. Na velwijdering vân een overschildering werd de a{beelding vân een dier zichtbaar, op de spiegel van het schip. Mogelijk een luipaard van'FIet Lupart', het schip van kapitein Rocussen. [Ronald de Jager] zinkende achterdek vân het schip van de Spaanse vice-admiraal, had een spiegel zor'der voorstelliàg. Onder de egale bruine kleur van een overschildering bleek een dier te schuilen, het zou een luipaard kunnen voorstellen van het galjoen 'Lupart'. Ten slotte kreeg het schilderij een nieuwe vernislaag waardoor de oude retou- ches/overschilderingen ook wât glans betreft in het totaal van het schilderij wer- den opgenomen. Bij het uitnemen van het schilderij uit de lijst constateerde De Jager dat in het verleden, zowel aan de boven- als onderkant een stuk van het doek is afgehaald. De boorden van het linnen zljn daar minder vergaan dan aan de zijkanten. Het schilderij moet hoger van formaat zijn geweest, mogelijk gaat het slechts om enke- le centimeters. 39
  • 36. Hoof<lstuk 3 De zeevaart Ouer de zeeudart in Nederland aan lrct eind uan de zestiende eeuw etl het begin uan de zeuentiende eeuw De Nederlandse koopvaart was sinds de laatste twee decennia van de zestiende eeui zo spectaculair gegroeid datJoost van denVondel er een iraspiratiebron in vond voor zljn Lof der Zeeuaert uit 1623, een ode aan de wereldomvattende activi- teiten van de Nederlanders op zee. Een aantal factoren droeg bij tot deze sterke positie in het internationale scheep- vaartverkeer. Schepen werden in de Republiek verhoudingsgewijs goedkoop gebouwd. l)e invoerrechten op bouwmaterialen waren laag en de aanvoer geschiedde in grote hoeveelheden. De bouwprijs kon laag blijven door standaar- disatie in de bouw het toepassen van arbeidsbesparende techniek en het gebruik van minder duurzame materialen. De rentevoet was gunstiger dan in de omringende landen maar vooral het type schip waarover men kon beschikken vormde een belangrijke factor: het fluitschip. Dit schip was omstreeks r 595 ontwikkeld in Hoorn voor het vervoer van nlassa- goederen. De fluit had slechts de meest noodzakelijke voorzieningen aan boord en er kon met een kleine bemanning worden gevaren. De meeste koopvaardijschepen hadden geen wapens aan boord en dat beteken- de besparing van ruimte en bemanning. Het onbewapende schip op routes waar weinig oorlogshandelingen dreigden, zoals richting Oostzee, was een vernieuwing in het scheepvaartverkeer. Dreigde er wel gevaar op een route dan werden speci- aal uitgeruste koopvaardijschepen en oor-logsschepen ingezet.Voor de vaart op de Middellandse Zee (de Straatvaart) werden bewapeningsvoorschriften gehanteerd. Reders konden zich tegen risico's verzekeren. Aan het einde van de zestiende eeuw ondergingen de verschillende vormen van zeevetzekering een snelle ont- wikkeling. De prernies bleken zo aantrekkelijk dat ook buitenlanders (zelfs Engel- sen tijdens de 'Dutch Wars') zich hier lieten verzekeren. De Nederlandse koop- vaardij had door al deze factoren een voorsprong op buitenlandse concurrenten. J.R. Brurjn schat het aantal koopvaardijschepen waarover de Republiek in ró3ó +r
  • 37. beschikte op r7jo, dat wil zeggen gezamenlijk zo'n 3ro.ooo ton. Niet meegere- kend zijn de schepen van de voc, de in t6zt opgerichte'West-Indische Compag- nie (wrc) en de visserijschepen. Hij stelt dat de vloot rond róoo groter moet zijn geweest, al waren de schepen toen veel kleiner. De Nederlandse handelsvloot was groter dan de Franse, Engelse en Schotse vlo- ten sâmen en verzorgde het grootste deel van de Europese vrachtvaart. De waar- de van de goederen die in de Republiek in 1636 werden ingevoerd, schat Bruijn op ruim dertig miljoen gulden. Het aantal zeelieden dat werk vond in de vrachtvaart moet in róro zo'n zo.ooo man hebben bedragen, naast circa r5.ooo man in dienst bij de marine, visserij en de voc. De ligging van de Republiek op de route van zuidwest- paar noordwest-Europa en aan de monding van Rijn en Maas was gunstig. Faciliteiten voor opslag van goe- deren en voor doorverkoop, beschikbaarheid van handelskapitaal en van een goed betalingssysteem maakten de Republiek tot stapelmarkt van Europa. De jaren van hetTwaalf arig Bestand ft6og-r6zr) waren goede jaren voor ha,ndel en scheepvaart. Het noorden van Rusland, de Middellandse Zee,'tfrika,Är$erika enAztë kwamen binnen het bereik van de Nederlandse handelsvloot en nieuwe artikelen kwamen op de markt. De scheepvaart in de noordelijke gebieden breidde zich uit. Door de ontsluiting van de Middellandse zee omstreeks r jgo ontstond een geregelde vaart op ltalië. De voedseltekorten in Italië en Spanje betekenden nieuwe afzetmarkten voor graan en de schepen vonden in die gebieden waardevolle retourvrachten. De Straatvaart ondervond behalve van de Barbarijse kapers vooral moeilijkheden van Spaanse zijde. Elke koopvaarder moest de door Spanje beheerste Straat van Gibral- tar passeren. De Nederlandse schepen konden tot ró48 in de vele gebieden die onder Spaans gezag stonden gemakkelijk in beslag genomen worden. Van overheidswege werden maatregelen genomen met betrekking tot de ris- kante Straatvaart. De Staten-Generaal vaardigden vanaf ró23 plakkaten uit waar- in voorschriften werden gegeven over bemanning en bewapening. Meestal werd het in konvooi varen verplicht, met of zonder begeleiding van oorlogsschepen. De scheepvaart naar Az7ë maakte een stormachtige ontwikkeling door met vele ontdekkingsreizen. Naarstig werd eerst gezocht naar een doorvaart naar Indië via het noorden. De pogingen van'W'illem Barentsz enJacob van Fleemskerck waren het meest spectaculair. Hun laatste poging in r5g6-t597 eindigde met de beken- de overwintering op Nova Zembla. De meest bruikbare route naar de Oost bleek die langs Kaap de Goede Hoop. Vele steden stichtten'compagnieën'die vloten uitrustten voor tochten naar Oost-Indië. In róor vertrokken alleen al r4 vloten met in totaal 65 schepen. De handel leed onder de hevige onderlinge concurren- tie. De overheid en landsadvoca,atJohan van Oldenbarnevelt wisten de kooplie- den van de concurrerende steden en regio's tot sâmenwerking te bewegen en dit leidde in t6oz tot de oprichting van de voc, die per charter een handelsmono- polie op de Oost kreeg van de Staten-Generaal. 42
  • 38. Handel en scheepvaart vertegenwoordigden zulke grote economische belangen dat ter bescherming van het handelsbelang een permânente maritieme defensie noodzakelijk was. De Staten-Generaal verordonneerde daartoe op r3 âtlgtlstus r597 de zogenaamde Instructie voor de Ädrniraliteiten. De defensie te wâterwerd opgedragen aan vijf admiraliteiten: die van Zeeland, de Maze,Amsterdam,-West- Friesland en het Noorderkwartier en Friesland. Deze instructie bleef tot de BataaÊ se onrwentelingin r7g5 van kracht. Honderd artikelen legden regels vast ten aan- ztenvan organisatie, rechten en plichten van de admiraliteitscolleges op het terrein van rechtspraak, krijgsbuit, financiën, personeel en materieel. De colleges waren bijvoorbeeld belast met het innen en beheren van in- en uitvoerrechten en ze benoemden de lagere officieren. De hogere officieren en kapiteins werden door de stadhouder of de Staten-Generaal aangesteld. In theorie was de stadhouder, de Prins van Oranje, tn zljn functie van admiraal-generaal voorzitter van eik college. De admiraliteitscolleges concentreerden zich op vier verschillende vlootopera- ties: patrouillering op de rivieren, ðe Zsiderzee en de zeearmen; kruisen voor de Vlaamse kust waar de Vlaamse kapers veel schade konden toebrengen aan de Nederlandse schepen; kruisen in de Noordzee en het Kanaal;en konvooiering. De strijd tegen de Spanjaarden en de Portugezen buiten Europa werd hooftlzakehjk overgelaten aan de voc en de meer offensieve wrc (vanaf rózr). Joost van denVondel gaf in zljn lofclicht alle zeevarenden een wijze raad: 'Besoeckt vrymoedelijck de veergelegen oorden. Maar pleegt oprechtigheyd in handel, en in woorden.' 'W'ant:'Soo zal de segen Gods toevloeyen door de vaert.' De laatste woorden bleken profetisch; de Republiek werd reeds voor de vrede met Spanje in ró48 internationaal beschouwd als de meest vooraanstaande han- dels- en zeevarende mogendheid. 43
  • 39. Floofclstuk 4 Het zeestuk Ouer ltet zeestul< in de beeldende kunst aan lrct eind uan de zestiende eeuw en het begin uan de zeuentiende eeuw FIet ontstaan van het zeestuk * ,o.O-*.0..-De geweldige groei van de scheepvaart had ook zijn weerslag in de No landse schilderkunst. Vlak voor het einde van de zestiende eeuw ontstond een nieuw genre. Naast het historiestuk, het portret, het landschap, het stilleven en het architectuurstuk ontwikkelde zich een nieuw thema: de zee. De introductie van en toenemende vraag naar het zeestuk zljn zonder twijfel gestimuleerd door de groei van de zeevaart.Zoals de schilder en dichter Karel van Mander (r548-róoó) het in zijn Schilderboeck omschreef; 'En 't volck,/ghelijck in Hollandt veel zee-vaert is/begon oock groot beval- len in deze Scheepkens te crijghen.' Van Manders boek, dat in róo3-r 6o4 in Haarlem uitkwam, was de eerste publica- tie over de schilderkunst in de Nederlandse taal. FIet was bestemd voor aanko- mende en gevestigde schilders en kunstliefhebbers. Hij beschreef de levens van schilders uit de oudheid, van vroegere en eigentijdse Italiaanse schilders en van Nederlandse schilders vanaf de gebroedersVan Eyck tot âan collega-kunstenaars. In de schilderkunst onderscheiddeVan Mander een hiêrarchie van onderwerpen waarbij hij het uitbeelden van historiên op de hoogste trap plaatste. Onder een historie ofhistoriestuk verstond hij een schilderij met een mensfiguur in de hoofd- rol, in een onderwerp ontleend aan de bijbel, de geschiedenis, de nrythologie, de literatuur of een allegorische voorstelling. Een goede schilder was bedreven in al deze aspecten van de schilderkunst. Hij moest universeel zljn en niet gespeciali- seerd in één bepaald onderdeel van de schilderkunst zoals het landschap, stilleven of portret.Van Mander begreep dat zrjn ideaalbeeld niet voor elke schilder haal- baar was. Hij concludeerde dat hoewel universaliteit het hoogste goed was, spe- cialismen niet uitgesloten konden worden: 45
  • 40. .Ist niet de volcomenheyt in beelden en Historien, soo mach het wesen Bees- ten, Keuckenen, Prospectiven, Compârtimenten, Grotissen, Nachten, bran- den, conterfeytselen nae 't leven, zeen, en schepen, oft soo yet anders te schil- deren.' Van Mander keek enigszins neer op schilders die zich louter met één onderwerp bezig hielden. Samuel van Hoogstraeten onderscheidde in zljn Inleyding tot de hooge schoole der schilderkunst, anders de zichtbate werelt uit ró78, drie groepen onderwerpen in de schilderkunst. De eerste waardeerde hij het minst, daartoe behoorden schilderijen met als onderwerp keukens en stillevens. De tweede groep bestond uit kabinet- stukken en landschappen.Tot de hoogste en voornaâmste trap in de schilderkunst rekende hij ook de historiestukken.Van Hoogstraeten voegde aan het rijtje histo- riën vanVan Mander evenwel nog het schilderen van land- en zeeslagen toe' In de kunsttheoretische literatuur vielen zeestukken (als het onderwerp niet ontleend Mas aan de bijbel of de mythologie) aan het begin vân de ãeventiende eeuw dus nog onder het minder gewaardeerde 'specialisme', maâF tegen het einde van de eeuw behoorden de zeeslagen tot de hoogste trâp vân de schilderkunst. W'at theoretici ook beweerden, in de praktijk bestond in Nederland al vanaf het begin van de zeventiende eeuw grote vraag naar schilderijen met uiteenlopende onderwerpen en zeestukken hoorden daar zeker bij.Van Mander beschreef in zijn boek het leven van de schilder Hendrick CornelisVroom (r5óó-ró4o) uit Haar- lem, die erg vaardig was in het schepen schilderen. Hij had al ontelbare stukken gemaakt en áeze leverden hem veel op. ,En 't geen van hem te prijzen is, hij kladt nier met de schilder-kunst, want, die iet van hem wil hebben moet het hem wel betaalen.Tot besluit, hij is een zeer goed Meester in dit zijn stuk'' Vroom was de eerste Noord-Nederlandse schilder die het zeestuk tot zijn specia- lisme maakte,rlraar zee en schepen waren uiteraard wel eerder in beeld gebracht. van de hand van devlaamse meesrer Pieter Brueghel de oude (r5r5(?)- tsóq) bestaat een zeegezicht'Gezicht op Napels'uit r558. Zlin weergave van schepen voor de kust van Napels vanuit vogelvluchtperspectief heeft zeker als voorbeeld gefungeerd voor latere zeeschilders. Dit perspectiefstaat overigens ook in verband met de cartografìsche traditie, waardoor ook HeinrichVroom zich liet inspireren brj het ontwerpen van tien wandtapijten met zeevoorstellingen voor de wever Spierincx uit Delft. VolgensVan Mander had Vroom deze eerste grote opdracht aan hem te danken. Spierincx had aanvankelijk Van Mander benaderd voor de ontwerptekeningen voor de wandtapijten. Het onderwerp schepen lag niet inzljn lijn en hij bracht Spierincx met Vroom in contact. 46
  • 41. =-- Prent naar een tapijt van HendrickVroom,John Pine,'The tapestry hangings of the House of Lords, representing the several engâgelllents between the English ancl Spanish Fleets. In the ever memorable year MDLXXxvIu, London, r739 ir.l1.',1 .rl #:ìki "ei.. _! .ffç' &Ëffi €'üË," ¡& q Caltografische kaart van Robert Adams 'Expeditionis Hispanorum in AngliamVera Descliptio. 4..D. r588', r588 t ß o Ë 1P ,{ n r ¡: sil t 47
  • 42. Spierincx had aan het einde van de zestiende eeuw van de Engelse admiraal Lord Howard de opdracht gekregen, wandtapijten te weven met voorstellingen van de overwinning van de Engelse vloot op de Spaanse Armada in r588. Lord Howard, held van deze zeeslag,liet kort na de strijd door Robert,dams kaarten maken die de opeenvolgende manoeuvres van beide vloten in het Kanaal weergaven. Hend- rickVroom hanteerde deze cartografische verslagen als leidraad en zette ze nauw- keurig om in panoramische voorstellingen. De voltooide Armada-serie kwam in r 595 in het bezit van opdrachtgever Lord Howard.Vanaf ú5o hingen de wandtapijten in het Flouse of Lords in Londen. Helaas gingen ze bij een brand in r834 verloren. Er zijn gelukkig wel afbeeldin- gen bewaard gebleven in de vorm vân een serie gravures,die de Londense druk- ker en uitgeverJohn Pine in 1739 publiceerde. .; 'W'andtapijten die de eeuwen wel hebben doorstaan en waar HendrickVroom eveneens een aantal onr,verpen voor heeft gemaakt zljn de 'Middelburg'wandta- pijten. De Staten van Zeeland lieten in de loop van de jaren negentig van de zes- tiende eeuw zes tapijten maken, met scènes uit de strijd op {e Zeeuwse wateren tegen de Spanjaarden, tussen r j72 en t576. HendrickVroom tekende in r595 en volgende jaren voor wever De Maecht achtereenvolgens de ontwerpen voor de tapij ten'Rammekens','Lillo',' D en Flaak' en' Zierikzee' . 'De Slag blj Zieúkzee' ,wrndtapijt naar onñverp van HendrickVroom, r j99 48
  • 43. Deze Zeeuwse tapijten, die vanaf r97z in het Zeeuws Museum in Middelburg hangen, zijn nu het vroegste grote werk vanVroom dat bewaard is gebleven. Vroom schreef op zó november r599 aan Flendrick de Maecht dat hij voortaan geen onrvverpen voor wandtapijten rneer wilde maken, aangezien zijn werk als schilder buitengewoon profijtelijk was geworden.Zljn vroegst bekende zeeschil- derij 'De terugkeer van de tweede expeditie uit Oost-Indië in Amsterdam, l9 juli r j99'(op doek ror,5 x 218,5 cm, Historisch MuseumAmsterdam) vervaardigde hrj in hezelfde jaar. Vroom domineerde de eerste fase van de zeventiende-eeuwse zeeschilderkunst in Nederland. Kenmerkend voor zijn stijl is de grote aandacht voor details en de grote precisie waarmee het onderwerp wordt Meergegeven. Bol noemt het een documentaire stijl. De nadruk ligt op de gebeurtenis: de zeeslag of de aankomst vân een vloot, en rrtet zozeet op de weergâve van een stemmingsvolle natuur. Opmerkelijk is de hoge horizon in de cornpositie en het gebruik van heldere kleu- ren. Vrooms tijdgenoot Geeret Op Gielder schilderde in de stijl vantde nestor van het Nederlandse zeestuk. De summiere vermelding over Op Gielder tn Allgemei- nes Lexicon der bíldenden Künstler von der Antike bis zur Cegenwart uit r93z luidt: 'Seeschlacht (in d.Art d. Herdr.Vroom)'. Op Gielder schilderde weliswaar à la Vroom, mâar op een eigen aandoenlijk naïeve wijze. Het is eerder het werk van een vlijtige amateur dan van een volleerd meester. De slag bij Gibraltar in steen Terug naar de zeeslag wâarover deze publicatie handelt. De slag bij Gibraltar is, zoals vermeld, in de zeventiende eeuw diverse malen afgebeeld. De eerste keer dat daarvan melding wordt gemaakt is vlak na de slag. De Staten-Generaal besloten bij resolutie van z juni t6o7 de slag bij Gibraltar te laten vereeuwigen, bij wijze van eerbetoon aan de gesneuvelde Jacob van Heemskerck. FIet moest een graÊ monument worden. De Staten hadden zojuist het bericht over de heuglijke over- winning op de Spanjaarden ontvangen, en daarmee de droeve tijding over Fleems- kercks dood. FIun verklaring luidde: 'dat men tot een teecken van erkentenisse van desen dienst bij eene eerlijc- ke begravenisse van 't voors. doode licaaem opebaerhjck bethoone hoe aen- genaem, dat denselven den lande is, dat d'heeren Staten daerom begeeren, dat zij dese begravenisse eerlijck tot laste van de Generaliteyt sullen doen ende die met haerluyder presentatie vereeren, doende het graffbeleggen met eenen swâren sarcksteen oft matige tombe, daerinne dat zij sullen doen hou- welen de representatie van de voors. Victorie tot eene eeuwige memorie, 49
  • 44. Het grafmonument van Jacob van Heems- kerck, Hendrick de Keyser, 16o9 in de Oude Kerk, Amsterdam [Collectie auteur] Het grafmonument van Jacob van Heems- kerck [Collectie auteur] Het onderste gedeelte van het grafmonument van Jacob van Heems- kerck,'De Zeeslag bij Gibraltar'in reliêf [Collectie auteur] teneynde anderen voer het toecommende te meer gemoreert moegen Mord- den met gelijcke courage ende devoir dese landen dienst te doen'' De,msterdamse beeldhouwer en architect Hendrick de Keyser (r5ó5-Iózr) kreeg de opdracht voor het maken van het gedenkteken. Hij voltooide de epitaaf in róo9' 5o
  • 45. Drie heren van deAmsterdamse admi- raliteit deden op 13 juni róo9 verslag van hun inspectiebezoek aan de Oude Kerk te.msterdam, waar het monu- ment bij Heemskercks graf was ge- plaatst (zie bijlage C). De epitaaf is nog steeds bevestigd aan de zuil rechts van het graf. Het onder- ste deel bestaat uit een reliëf met de voorstelling van de siag bij Gibraltar, de'representatie van deVictorie', zoals de resolutie het omschreef. Prenten uit Iór4 en róró geven een indruk van hoe een en ander eruit moet hebben gezien. Van de oor- spronkehjke voorstelling is nu nauwe- lijks meer iets te herenåen, alleen rechtsonder is in donkere tonen vaâg de toren van het fort te bespeuren. Het rechterdeel van het reliêf [Collectie auter.rr] Het grafinonu- ment vanJacob van Heems- kerck, gravure in Pontanus Johan nes Isacius 'Historische Beschrijvinghe der seer wijt beroemde Coopstadt Amsterdam', ,A.msterdam, t6t4 Het grafmonu- ment van Jacob van Heemskerck, gravure in D. Heinsius'Neder- duytsche poema- ta',,msterdam, t6t6 JI
  • 46. Hendrick de Keyser had voor het reliëf namehjk gebruikgemaakt van albast, een zachte steensoort die slecht bestand is tegen het klimaat in de Oude Kerk. De uitbeelding mâg dan door de tand des tijds zeer zljrr âangetâst, het is een van de eerste uit een reeks van afbeeldingen van de slag bij Gibraltar die in de loop van de zeventiende eeuw voorkomt. De slag bij Gibraltar in prent Schilderijen van belangrijke gebeurtenissen zoals de grote zeeslagen uit deTäch- tigjarige Oorlog werden meestal in opdracht geschilderd qn vaak vele jaren nadat de gebeurtenis had plaats gevonden. Zokwamhet eerdergenoemde schilderij van Cornelis Claesz van'Wieringen voor prins Maurits van de slag bij Gibraltar pas zestien jaar na dato tot stand. Dit wil echter niet zeggen dat er geen recentere afbeeldingen bestonden. De actuele verslaggeving geschiedde vrijwel uitsluitend door middel van prenten, de enige methode voor een snelle verspreiding op gro- te schaal. E Van de slag bij Gibraltar bestaat een aantal verschillende prenten. Drie ervan ver- tonen overeenkomsten die ook weer bij Op Gielders schilderij voofkomen. Een gravure (ró,5 x 33,i cm) vân een anonieme maker toont de baai van Gibral- tar met rechtsonder het fort, rechts van het midden, het schip van de Spaanse admi- raal en linksonder de confrontatie van de Nederlandse schepen met de Spaanse vice-admiraal; de vlaggen van beide Spaanse schepen ztjn zeet groot afgebeeld. Naar de hoogliggende horizon toe neemt het strijdgewoel af, de strijd is gecon- centreerd op het onderste diagonale vlak van de prent. Bovenaan staât:'Äbbildung des wunderlichen Schiffstreits zwischen der Spanisch und HolländischenArmeen underJacob Heimskirchen bei Gibralter, den z5 Ãpr: t6o7' . Een ets gedrukt door Claes JanszVisscher bestaat uit drie delen (samen 44 x 88 cm) en heeft vijf kleine afbeeldingen als inzet: de baai van Gibraltar van bovenaf gezien met de vloot van de Nederlanden voor de strijd, een tekstblokje, het graf vanJacob van Heemskerck in de Oude Kerk te Amsterdam, het portret vanJacob van Heemskerck, de begrafenisstoet en een zicht op de baai tijdens de zeeslag. Linksonder is een inzet, de kaart van het gebied rond de strâât van Gibraltar. De grote scène komt in compositie overeen met de zojuist beschreven gravure. Rechts vân het midden bevindt zich de Spaanse admiraal, niet alleen de vlag maakt dit duideltjk, ook de tekst. Het schip van admiraal van Heemskerck is te herkennen âan de tekst in de rookwolk onder zijn schip. Links vaart de Spaanse vice-admi- raal, herkenb ãar aar. de grote vlag en daaronder de tekst. Bij verschillende schepen staat de nââm van de Nederlandse kapitein. Geheel op de onderrand, wat geïso- leerd van de rest vân de vloot, is het schip van vice-admiraalAlteras afgebeeld' Het formaat van deze ets komt trouwens ongeveer overeen met dat van Hendrick de Keysers albasten reliëf voorVan Fleemskercks graf. De ets lrrreet +4 x 88 cm, het 52
  • 47. 'De Zeeslag bij Gibraltar', anonieme grâvure, r6,5 x 33,5 cm [Nederlands Scheepvaar t Museurn Amsterdam] 'De Zeeslag bij Gibraltar'ClaesJanszVisscher, ets,44 x 88 cn [Nederlands Scheepvaart Museum Amsterdam] reliëf 39 x 9o.'w'ellicht was de prenr de basis voor het reliëf, of rnisschien juist andersom. Een derde prent met deze kenmerkende compositie is een illustratie in Den Nas- sauschen Lauren-crans, waarin de overwinningen beschreven en afgebeeld worden die de Hoogmogende heren, de Staten der Verenigde Nederlanden en prins Mau- rits samen behaald hebben. Het boek is in róro in Leiden uitgegeven doorJan Janszoon orlers en Hendrick van Flaestens.Tussen folio zo6 en 2o7 is een afbeel- ding opgenomen die een vereenvoudigde versie is van de hierboven besproken --_ J3
  • 48. DT. 3i 'De Zeeslag bij Gibraltar', gravure in'Den Nassavschen Lauren-crans',JanJanszoon Orlers, r6ro, 4r x j2 cnr. [Nederlands Scheepvaart Museum] prenten, met precies in het midden de Spaanse admiraal getooid met een enorme vlag en links de Spaanse vice-admiraal.Teksten accentueren de verschillende posi- ties. Er zijn minder schepen afgebeeld eî ze zlin minder gedetailleerd uitgewerkt. FIer water is in vergelijking met de gravure en de ets in regelmatige, nauwelijks gebogen horizontale lijntjes weergegeven. De stilering doet vermoeden dat de maker is uitgegaan van een gedetailleerder voorbeeld. De'Slag bij Gibraltar'door Geeret op Gielder heeft niet het formaat gemeen met een van de drie bovengenoemde prenten, maar de compositie. FIet is waar- schijnlijk dat hij bij de keuze van zljn compositie gebruik gemaakt heeft van deze prenten, die mogehjk br¡ zijn leermeester, de prentenhandelaar Hans Rem, wer- den verkocht. Het is ook mogehjk dat hij zich door De Keysers reliêf heeft laten inspireren. Op Gielder heeft het schema van de prenten gehânteerd en eigen elementen toegevoegd. Uit de torens op de prenten,links in de achtergrond, komt rook, maar Op Gielder laat die weg. Het dak van de muurtoren vân het fort heeft op alle pren- ten een zes- of achthoekige opbouw met een dak in even zovele segûlenten. Op Gielder maakt er een cirkelvormige opbouw van met een dak als een schelp. Het doet denken aan de vorm van de kokkels op het strand. Het strand rechtsonder komt trouwens op geen enkele prent voor. De prenten tonen wâter tot âan de voet van het fort. Op Gielder heeft de zeeslag aangevLlld met een verrassend stilleven- tje. 54
  • 49. De slag bij Gibraltar in de schilderkunst wie hebben er behalve Geeret op Gielder nog meer de slag bij Gibraltar geschil- derd?van Hendrickvroom is bekend dat hij in róro een schilderij van de zeeslag heeft gernaakt. De Staten-Generaal gaven het omstreeks eind april róro aan FIen- ri, de Prins van-W'ales, de oudere broer van de latere koning I{arel r van Engeland. De afgevaardigden inspecteerden op ro april 'seecker stuck schilderye gemaeckt tot Haerlem by mr.Vroom, van de zee- slach, geschied voor Gibraltar, onder het Commando van Fleemsker-cken, vromer memorie, tegen de Spaensche gallioenen, om daermede te vereeren den prince van'Whalis, wiens successie seecker ende wiens vrierrdschap dese landen noodich is'. vroom vroegrf 2+oo rnaan kreeg uiteindelijk toen het op r 3 april werd aangekocht tussen de r[ úoo en f 2ooo. De NederlanderAbraham van der Doort kwam omstreeks rórl in dienst van prins Henri en maakte een inventaris van zijn collectie. Daarin staat ook het schil- derij vanvroom met de voorstelling van de slag bij Gibraltar. De huidige verblijÊ plaats van het schilderij is onbekend. Lange tijd heeft men het schilderij 'Het onr- ploffen van het Spaanse adrniraalschip tijdens de zeeslag bij Gibraltar op z5 april 16o7' .oit het Rijksmuseum beschouwd alsvrooms doek voor de prins van-w'ales. Sinds begin jaren tachtig is men op die veronderstelling teruggekomen en wordr het toegeschreven âan de zeeschilder Cornelis Claesz van-Wieringen. Diens stijl en onderwerpkeuze waren wel sterk bernvloed door het werk van Vroom;mogelijk heeft hij bij hem het vak geleerd. De Amsterdamse admiraliteit wilde aanvankelijk de opdracht voor her schilde- rij de 'Slag bij Gibraltar'voor prins Maurits door vroom laten uirvoeren.vroom vroeg echter het enorme bedrag van r[ ó.ooo. De Amsterdamse heren gingen daar uiteindelijk niet mee akkoord.vroom schijnt de vergadering waarin deze beslis- sing werd genomen, kwaad te hebben verlaten,'gebruyckende insolente propoos- ten en woorden'. Uit de notulen van de admiraliteit blijkt dat een briefwisseling met de prins over deze gebeurtenis volgde, waarin men meedeelde voornemens te z4n de opdracht aan een andere schilder te geven.Tevens verzocht men de maten te mogen vernemen die het schilderij volgens de prins zou moeten hebben. Het antvvoord op deze vraag is niet bewaard gebleven maar dat hij een groot stuk ver- langde is haast zeker. vervolgens gingen twee leden van de admiraliteit naar Haar- lem om het werk vanvroom met dat van een andere schilder te vergelijken en te beslissen wie uiteindelijk de opdracht zou krijgen. Dat werd cornelis claesz van 'wieringen. Hrj kreeg de opdracht een proeßtuk te schilderen van acht voer lang en vijf voet breed om aan prins Maurits te laten zien. Mogehjk is dit proeßtuk het eerder genoemde schilderij'Het ontploffen van het L 55
  • 50. ..' a ', d" :Þ..,. _*È-'- v.+ " l 1 ,Het ontploffen van het SpaansAdrniraalschip tijdens de zeeslag bij Gibraltar op z5 april róo7" cornelis claesz vanWierrngen, (tot r983 toegeschteven aan HendrickVroom), ca r6zr, doek, r37,5 x r88 crn [Rijksrnr.rseumÀmsterdam] Spaanse,dnriraalschip tijdens de zeeslag bij Gibraltar op 25 april 16c7'van r37'5 x r88 cm. Na een nâand was het stuk klaar en werd het aan prins Maurits gepre- senteerd. Het beviel hem enVan'Wieringen kreeg de opdracht een'1nodelle vân de schilderije'te rnaken. op klein formaat moest hij de compositie voor l.ret defini- tieve schilderij uitwerken. Ook het'modello'viel in de srlaak enVan'Wieringen kreeg in het voorjaar van t6zz de uiteindelijke opdracht om het doek van de slag bij Gibraltar te vefvaar- digen. (Het "lrod.llo'bãvindt zich in een particuliere collectie in Engeland.) Het schilderij van prins Maurits is waarschijnlijk via de Duitse er{genamen van Frederik Hendrik in het bezit van het Duitse vorstenhuis Von Hohenzollefn gekomen. Het werd in t9z8 van een Duitse kunsthandelaar aangekocht door het Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam' Abraham dever-wer (ca. r585-ró5o) woonde in t6o7 in Haarlem en zou eveneens leerling vanvroom zijn geweest. Hij verhuisd e in t6t7 naar Ämsterdam en kreeg in t6zz van de admiraliteit aldaar de opdracht tot het schilderen van een'Slag brj Gibraltar'. Zijn schilderij werd door de Adrniraliteit toen niet aangekocht, want zij gaf de voorkã.r. ""t het werk van Cornelis Claesz van'Wieringen' De notulen van ã. R"ad (van deAmsterdamse admiraliteit) vermelden op rr mei ró28 een bin- 56
  • 51. j ; ,j 'De Zeeslag bij Gibraltar',Adam-Willaerts, rór7, doek, 93 x r87 cm [RijksmuseumAmsterdam] nengekomen verzoek vanverwer. Hij beklaagde zich dat ze ziin schildenj van de zeeslag nooit had afgenomen en of ze dat alsnog wilde overwegen. Drie gecom- mitteerden bekeken daarop het schilderij en rapporteerden ten gunste vanVerwer. Op r 3 mei werd besloten de schilder f z4oo te betalen.Waar het schilderij is geble- ven, is onbekend. Verwer leverde aan de Oostindische Compagnie in ró39 een 'Slag bij Gibraltar'voor;f r2oo. De bewindhebbers van de voc eisten wel dat voor dat bedrag het enigszins mât geworden werk zou worden opgefrist.-W'aarschijnlijk leverdeVerwer het werk uit voorraad en stond het al enige tijd in zijn atelier. Het was bedoeld als geschenk voor een Indische vorst maar kwam in t64r retour met de mededeling dat zulke scènes door zijne majesteit niet op prijs werden gesteld. De verblijfplaats van het schilderij is thans onbekend. Adam Willaerts (r577-t664), werkzaam in lJtrecht, wordt ook als een van de grondleggers van de zeeschilderkunst beschouwd.Van zljnhand zijn drie schilde- rijen bekend met de Slag van Gibraltar als onderwerp, alle bevinden zich in de col- lectie van het Rijksmuseum te ,msterdam. Twee van de werken zijn gedateerd, het ene 1617 en de ander ró39. Het doek uit rór7 toont de hele baai van Gibral- tar met op de achtergrond de rots en de zeeslag, links brandt een schip, waar- schijnlijk dat van de Spaanse vice-admiraal. In het midden een schip met een gro- te vlag, mogelijk het Spaanse admiraalschip. De zeeslag hjkt ondergeschikt aan de scène op de voorgrond, waar een leger over het strand trekt. Op het ongedateer- de paneel, het kleinste werk, ligt de nadruk nog meer op de personen op de voor- grond die de allegorie van de slag, op de achtergrond, verbeelden. De schepen die slag leveren zljn op het paneel van ondergeschikt belang en nemen een klein deel van de voorstelling in beslag. Het grootste werk van de drie zeeslagen vanWilla- ert is vervaardigd in ró39. De voorstelling toont de slag bij Gibraltar in een com- 57
  • 52. 'Allegorie op de Nederlandse overwinning in de Zeeslag in de baai van Gibraltar, z5 l;tpril t6o7', paneel,38,z cm x 55,8 cm fRijksnuseun-rAmsterdam] .:t:11ìfl>' 'i{i::-.,' # 'De Zeeslag bij Gibraltar'AdamWillaerts, r639, doek, r32 x 204,5 cm [Rijksmuseum Ansterdam] 58
  • 53. positie die overeenkomt met de eerdergenoemde prenten. De positie van de sche- pen van de spaanse vice-admiraal en de Spaanse admiraal zijn achtereenvolgens links en in het midden van het schilderij met rechts het fort. De horizon is ech- ter veel lager gelegen dan op de prenten. De historicus 'td van der'W'oude beweerde in 1987 dat van alle schilderijen ver- vaardigd door de Nederlandse meesters van de zeventiende eeuw er vandaag de dag nog minder dan êên procent over is. Gary Schwartz stelde in zljn column in het NRC Handelsblad van ro mei r99ó, getiteld'Rembrandt bij het grofüuil'dat dit wat overdreven is, maar datVan derWoude in wezen gelijk heeft. Schwarz veron- derstelt dat er zo'n tien miljoen schilderijen zijn vervaardigd in de Gouden Eeuw, en denkt dat daar meer dan een rniljoen doeken en panelen van over zijn, dus ro procent. Het overlevingspercentage van schilderijen van beroemde meesters schat hij hoger dan het werk van overige meesters.Voor die groep'overigen'stelt hij dat percentage op nul. In dit verband is het interessant te constateren dat binnen de kleirç categorie van schilderijen met als onderwerp de slag bij Gibraltar werken van'beroemde meesters'alsVroom enVerwer verdwenen zijn maar dat het werk van Geeret Op Gielder, een vrijwel onbekende schilder uit de groep 'overige meesters', bewaard is gebleven. 59
  • 54. Hoof<lstuk 5 De waardering voor het zeventiende-eeuwse zeestuk aanhef, einde van de nnrrntigste eeuw De laatste jaren mag het zeventiende-eeuwse zeestuk zich verheugen in een toe- nemende belangstelling. Dit gebeurde het eerst in Âmerika. Daarivas in r99o en rggr in Minneapolis,Toledo en Los,ngeles een tentoonstelling van 5j doeken v^n 24 verschillende schilders te zien.De catalogus, getiteld Mirror of Empire. Dutch MarineArt of the Seuenteenth Century, omschreef het zeestuk als het'stiefl<ind van de Nederlandse Gouden Eeuw'en benadrukte dat het in feite ging om 'one of the most important categories of Netherlandish Art.As significant as genre, landscape and still life during the golden age, which is still less well known than those types'. Ook in Nederland is men inmiddels tot die conclusie gekomen. Her Museum Boymans van Beuningen organiseerde eind r99ó begin r9g7 insamenwerking met de Gemäldegalerie van de Staatliche Museen in Berlijn de tentoonstelling'LoÊ zang der Zeevaaft' . Niet rninder dan r ro schilderijen van +g verschillende kun- stenaars werden geëxposeerd, eerst in Rotterdam en later in Berlijn. De samen- stellers van de expositie verbaasden zich er in de begeleidende catalogus over dat het zeestuk tot dan toe onderbelicht was geweest: 'Het is merkwaardig dat tot nu toe betrekkelijk weinig aandacht is besteed aan dit uiterst belangrijke genre in de zeventiende eeuwse schilderkunst. Het lijkt wel alsof het enigszins buiten het beeld van'de kunstgeschiedenis is gebleven.' Beide grote tentoonstellingen hebben ertoe bijgedr agen dathet zeestuk weer meer in de belangstelling is komen te staan. Op de onlangs gehouden twaalfcle Kunst- en Antiekbeurs van de Lage Landen, de rAN in Amsterdam, was het aanbod, zoals 6t
  • 55. VREpe vaN R Folder ntet detail I'rn 'l)e Gottdelr Leenrv oP llet IJ voor Arìrstcrdâ1lr' ü/illeln van derVelde cleJonge, r ó.Só, doe k, r 79,5 x 3 I 6 cl-t-t. .iù werd vermeld in een recensie in NRC Handelsblad,'zeer divers, met clit jaar een uit- breiding van de zeegezichterr'. Het was vergeleken met voorafgaande jaren der- mate opvallend, dat de recensent het expliciet vermeldde. De groeiende belangstelling voor het Nederlandse zeestuk kan mogelijk ook gestimuleeld zijn door een kunstwerk van Rob Scholte, dat grotendeels geïnspi- reerd is door zeventiende-eeuwse voorstellingen van het leven op zee. In het kader van de tentoonsteliing'Lofzang der Zeevaart'in Rotterdam vond een dialoog plaats tussen Scholte en'Wim Beeren (oud-directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam). Onderwerp van gesprek was Scholtes werk in HollandVillage in Nagasaki,Japan. In de aldaar gebouwde kopie van het koninkljk paleis Huis ten Bosch had hrj een schilderij vervâardigd van r2oo m2. De Koningin had toestem- ming verleend om het paleis in Nagasaki na te bouwen, mâar de wand- en koe- pelschilderingen vân de Oranjezaal, de allegorische voorstellingen die de verheer- lijking van Frederik Hendrik voorstellen, mochten niet worden gekopieerd. Rob Scholte was in IggI aàngezocht om een ontwerp te maken voor een alternatief. De wandschildering werd op de computer onrvvorpen en in de volgende vierjaren met behulp van assistenten uitgevoerd. Het kunstwerk',près nous le déiuge'werd 6z
  • 56. op 30 november r995 ingewijd. Gedurende de jaren van uitvoering vertoonden de media in Nederland voortdurend grote belangstelling voor dit prestigieuze pro- j ect. Over alle muren zyn zeetaferelen geschilderd, vooral ontleend aan de zeventien- de-eeuwse zeeschilderkunst. Een storm is opgestoken en blaast en raast over de honderden schepen met bollende zeilen op de woèste golven. FIet meest opval- lend is de wand die geheel in beslag wordt genomen door een zeeslag, met sche- pen in een Gl oranje vuurzee, gescheurde zeilen, explosies, mensen en ledematen die door de lucht vliegen. En Amerikaanse marine-helikopters. Een inferno van ouderwets en modern geweld. Het betreft hier een uirvergrote kopiq van'Het ont- ploffen van het Spaanse admiraalschip tijdens de Slag brj Gibraltar op z5 aprtl úo7' van Cornelis Claesz van-Wieringen uit het Rijksmuseum in Amsterdam. Ook bij de herdenking van de Vrede van Munster maakte men gebruik vân een zeventiende-eeuws zeestuk. Op : r januari werd een nieuwe zilveren 5o-gulden- munt geslagen, en de begeleidende folder was voorzien van een afbeelding van een schip. Het betrof een detail van het schilderij 'De Gouden Leeuw op het IJ voor ,msterdarn'vanWillem van derVelde de Jonge, geschilderd in ró8ó. Dit was het beroemde vlaggeschip van admiraal CornelisTromp. Het gold als een van de groot- ste oorlogsschepen door de Â.msterdamse admiraliteit gebouwd, en het nam deel aan drie belangrijke zeeslagen tijdens de derde Engelse oorlog in t673. De afbeel- ding van de'Gouden Leeuw'op de folder is mogeljk gekozen om de gouden toe- komst, die de Republiek derVerenigde Nederlanden ná de totstandkonring van de Vrede in ró48 tegemo et zotl ga n, te illustreren. Het schilderij van'Willem van der Velde de Jonge, een van de grote meesters van de zeeschilderkunst in de fweede helft van de zeventiende eeuw, ontstond meer dan een halve eeuw na het schil- derij van Geeret op Gielder, een kleine meester. Het werk van de grote meester HendrickVroom dat hing in een zusterinstelling van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, het'Flouse of Lords'in Londen, is ver- brand. Een tastbare herinnering aan de Engelse overwinning op de Spaanse,trm- ada was daarmee verdwenen. De herinnering aan een zeeslag tijdens een heroï- sche periode uit onze vaderlandse geschiedenis is met een schilderij van een kleine meester in het gebouw van de Eerste Kamerweer voortdurend aanwezig. De 'Slag bij Gibraltar op z5 april 16o7' van Geeret Op Gielder is als herboren uit de restauratie gekomen en weergekeerd op ztjn tn het oog springende plaats in de kofûekamer. FIet zeventiende-eeuwse zeestuk is losgekomen van zijn stieÊ kinderlijke status en heeft in het laatste decennium van de twintigste eeuw aan waardering gewonnen - een waardering die ook aßtraalt op het schilderij 'zonder geldelijke waarde' dat in zijn unieke aandoenlijkheid'onbetaalbaar'is geworden. 63
  • 57. '{ffsi '' ' ,'n t;,,#fi '':"ffiffi$itiù;"1,,,;, d; -slì,* #Ëü',, ""' ' ffii' +c 'De Zeeslag bij Gibraltar op z5 april r6o7'Geeret Op Gielder, weergekeerd in de koÍïiekamei van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. [Tim Koster] I
  • 58. Bijlage A Jacob van Heemskerck (t567-t607) Als zoon van zeilmaker Hendrick Cornelisz van Beest van Heemskerck behoorde Jacob van Hçemskerck tot de gegoede poortersklasse van Amsterdam. Hij volgde een opleiding tot stnnrman bij Robbert Robbertsz aan de zeevaartschool buiten de Haarlemmerpoort en maakte wellicht enkele reizen om zich te bekwamen. In de geschiedenisboeken duikt zijn naam pas op in r j9 j wanneer hij deelneemt als'com- mies van de coopmanschappen'aan de rr,veede reis van'Willem Barentsz die een noordelij- ke doorvaart naar de Oost wil vinden.Tijdens Barentsz' derde reis in r 59ó was Heemskerck zowel commies als schipper. Deze reis is wereldberoemd geworden door de overwintering op Nova Zernbla. Uit het verslag dat de overlevende Gerrit deVeer maakte van het verblijf op het eiland in het Behouden Huis en de terugreis in open sloepen komt Heemskerck nââr voren als een geboren leider, een bevelhebber die zijn manschappen weet aan te spo- ren tot grote inspanningen onder barre omstandigheden. Een zeer wilskrachtig persoon die het hoofcl weet te bieden aan tegenslagen. Een man ook gezegend met een ijzeren gestel. Zeven weken duurde de terugtocht in de sloepen iangs de kust van het eiland. Barentsz overleed al in de eerste week. Heemskerck waagde de oversteek naar Rusland en vond uit- eindelijk na een uitputtende tocht van r2oo zeemijlen een Nederlands schip in de haven van Kola. Heemskerck verscheen op r november 1597 met zijn manschappen op het Prinsenhof te Amsterdam waar zij verslag deden van hun tocht aan de heren burgemeesters. Reeds een half jaar later was hij weer op weg naar hetVerre Oosten, ditmaal via het zuiden eerst als com¡nies op de'Gelderland'onder admiraalJacob van Neck. In januari r599 werd beslo- ten dat Neck met vier schepen zou terugzeilen naar FIolland, terwijl Heemskerck tot vice- admiraal van de vier overige schepen werd benoemd. Tijdens deze reis werden handels- contacten gelegd met Ambon en Banda en in mei róoo keerden de rijkbeladen schepen terug. Binnen een jaar was Heemskerck al weer vertrokken naar de Oost, ditmaal als admiraal. Deze reis, ondernomen om handelsrelaties aan te knopen en Spaanse galjoenen te bevech- ten, duurde drie jaar en is vermaard geworden door de verovering in Straat Malakka van een grote Portugese kraak de'Santa Catharina'die een zeer rijke lading aan boord had. Nooit eerder werd een dergelijk groot schip naar Holland opgebracht. De lading werd 65