Infosessie personeelsbeleid raden van bestuur scholengroepen.

1. Bevoegdheden Raden van Bestuur
24 en 27 mei 2014: algemeen
30 mei 2015: personeelsbeleid
1

2. Bevoegdheden Raden van Bestuur
Algemeen kader / personeelsbeleid
2
Marc Smets

3. Bevoegdheden RvB
3
1. Bevoegdheden Raden van Bestuur
Algemeen kader / Personeelsbeleid
Marc Smets
2. Contractueel personeel
Statutair personeel: aanwerving, benoeming, personeelsstatuut
Hilde Eloot
3. Functiebeschrijving – evaluatie
Procedures evaluatie onvoldoende, orde en tucht
Herman Taels
4. Actuele ontwikkelingen en algemene vraagstelling
Marc Smets

4. Personeelsbeleid – bevoegdheden RvB –
art. 23 § 1, 3° BDGO
4
a) de benoeming van personeelsleden overeenkomstig het
personeelsstatuut;
b) de toewijzing en beëindiging van het mandaat van
directeur en het mandaat van algemeen directeur;
c) de aanstelling van de overige leden van het
bestuurspersoneel, op voordracht van het college van
directeurs;
d) maatregelen inzake tucht en orde met betrekking tot
personeelsleden;
e) beslissingen over de taakverdeling van de leden van het
bestuurspersoneel van de scholengroep.

5. Algemene aandachtspunten
5
1. Scholengemeenschap / scholengroep (1)
• Scholengemeenschap
samenwerkingsverband op een bepaald
onderwijsniveau (BaO of SO)
• Scholengroep
één van de drie bestuursniveaus van het GO!
(als geografisch samenhangende entiteit van
instellingen met minstens BaO + SO)

6. Algemene aandachtspunten
6
Scholengemeenschap / scholengroep (2)
Scholengemeenschap: adviesbevoegdheden
Bijkomende bevoegdheden kunnen door schoolbesturen of inrichtende
machten worden toegewezen, tenzij uitgesloten bij wet, decreet of
besluit.
Vermits het GO! een grondwettelijke opdracht heeft waar het niet zomaar
afstand kan van doen, worden alle bevoegdheden die betrekking hebben
op de organisatie van het onderwijs, expliciet toegewezen aan één van de
drie bestuursniveaus en de organen voorzien in het Bijzonder Decreet.
Conclusie: de beslissingsbevoegdheid binnen het GO! ligt bij de
scholengroep!
Gevolg: ook omtrent bijvoorbeeld de aanwending puntenenveloppe
scholengemeenschap ligt de beslissing bij de raad van bestuur
van de scholengroep!

7. Algemene aandachtspunten
7
2. Delegaties (1)
• cfr. art 24 § 1, 3° BDGO
• Een aantal bevoegdheden van de RvB kan worden
gedelegeerd aan de algemeen directeur
• Op zijn beurt kan de algemeen directeur die
bevoegdheden delegeren, ná goedkeuring door de
raad van bestuur (art. 30 § 4 BDGO)
Een aantal andere bevoegdheden zijn uitgesloten van
delegatie.

8. Algemene aandachtspunten
8
Delegaties (2)
• Reikwijdte:
Voor de praktische, dagelijkse werking en voor zover de
kern van de bevoegdheden niet wordt aangetast, kan het
wel, doch enkel in specifiek opgesomde gevallen.

9. Algemene aandachtspunten
9
Delegaties (3)
• Een paar voorbeelden van wat wel gedelegeerd mag
worden aan de algemeen directeur:
- Het beleid inzake de contractuele personeelsleden
- Maatregelen inzake orde en tucht m.b.t.
personeelsleden
• Een paar voorbeelden van wat niet gedelegeerd mag
worden aan de algemeen directeur:
- Vaste benoeming personeelsleden
- Aanstelling directeur / algemeen directeur
- Het bekrachtigen van schoolreglementen

10. Algemene aandachtspunten
10
Delegaties (4)
Karakteristieken bij het verlenen van delegatie:
• Een delegatie moet expliciet en schriftelijk worden
verleend
• Een delegatie kan te allen tijde opnieuw worden
ingetrokken
• De eindverantwoordelijkheid blijft bij het bevoegde
orgaan, dat ook toezicht moet uitoefenen

11. Algemene aandachtspunten
11
3. Motiveringsplicht – openbaarheid van bestuur
• Wet motivering bestuurshandelingen
- Formele motivering  criteria, procedure…
• Decreet openbaarheid van bestuur
- Na de eindbeslissing
- Niet indien:
• Schending persoonlijke levenssfeer
• Strategisch belang (beperkt in te roepen)
• Beide hangen samen – cfr. ook PPGO

12. Contractueel personeel
Statutair personeel: aanwerving, benoeming,
personeelsstatuut
12
Hilde Eloot

13. Scholengroep – RVB
• Belangrijke regionale werkgevers!
• Groot personeelsbestand: contractueel en statutair personeel!
• Personeel ten laste van de overheid en personeel ten laste van
de eigen werkingsmiddelen!
• Uitdaging: aantrekkelijk werkgeverschap creëren via een goed
uitgebouwd personeelsbeleid in al zijn aspecten (goede
krachten aantrekken, retentiebeleid, kansen bieden op
ontwikkeling en doorgroeien, enz…)
• Opdracht én verantwoordelijkheid voor de raden van bestuur
in samenwerking met de andere GO!-organen!
13

14. Contractueel personeel
• Bevoegdheid algemeen directeur binnen goedgekeurde
begroting
• Realiteit: VB MVD-personeel dooft uit waardoor meer
nood aan contractueel personeel (MVD-personeel en
specifieke functies binnen sgr)
• Uitgaven stijgen - beschikbare werkingsmiddelen dalen
• Extra uitgaven ingevolge het eenheidsstatuut en
gestegen RSZ-bijdragen
• Aanzienlijke groep personeelsleden voor het
personeelsbeleid in de scholengroepen, met grote
financiële impact!
14

15. Statutair personeel
• Bevoegdheden m.b.t. het statutair personeel: opgesplitst
over verschillende organen: directeur, college van
directeurs, algemeen directeur, raad van bestuur,
raad GO! (i.c. vormingsattesten voor selectie- en
bevorderingsambten)
• Raad van bestuur: bevoegdheden m.b.t.
personeelsbewegingen in de wervingsambten,
personeelsbewegingen in de selectie- en
bevorderingsambten en aanstellingen via mandaat
15

16. Wervingsambten
• RVB: beslissend orgaan in de procedure vacantverklaring
en benoeming wervingsambten
• Procedure dit jaar: aangepast! Voortaan twee
benoemingsdata: 1 juli én 1 oktober
• Vacantverklaring in 2015: op basis van toestand 15 april
(vanaf 2016: toestand op 1 maart).
• Vacantverklaring en benoeming: in zelfde schooljaar;
gevolg: wat vacant is, wordt toegewezen!
16

17. Wervingsambten
Opdracht en taken RVB:
• Na voorbereiding door en op voorstel van college van
directeurs
• Timing en inhoud procedure vastleggen
• Criteria voor toewijzing/screening/selecties vastleggen
(princiepsbeslissing, onderhandelen op TOC, definitieve
beslissing)
• Beslissen over de mutaties, nieuwe affectaties en
benoemingen
17

18. Wervingsambten
Aandachtspunten procedure vacantverklaring en benoeming
(1) :
• Benoemingsdata: liggen decretaal vast MAAR datum
voor nieuwe affectatie is vrij te bepalen (elke eerste van
de maand ? op bepaalde data ? samen met de
benoemingen ? modaliteiten ? …)
• Benoemingsmoment: logisch vervolg op het TADD-
worden van personeelsleden; evaluatie moet voordien
gebeuren!
18

19. Wervingsambten
Aandachtspunten procedure vacantverklaring en benoeming
(2):
• Opvolging personeelsbewegingen: instellingen moeten de
personeelsbewegingen melden aan hun werkstation
(anders worden de personeelsbewegingen niet erkend
door de overheid (= probleem voor de sgr!)
• Onterechte benoemingen: moeten worden ingetrokken
door de RVB; scholen moeten dit melden aan de
algemeen directeur/RVB
19

20. Wervingsambten: specifieke benoemingen
(1)
Benoeming in de forfaitaire puntenenveloppe voor de
rekenplichtigheid van de scholengroep (‘5330 punten’):
• Betrekkingen van administratief medewerker SO bij de
scholengroep (doorgegeven op een school SO)
• 164 punten ter beschikking voor elke sgr; grote
scholengroepen: extra betrekking
• Specifiek profiel!
20

21. Wervingsambten: specifieke benoemingen
(2)
Benoeming tot de hogere salarisschaal ‘106’ van
personeelsleden van het ondersteunend personeel:
• Mogelijk in gewoon SO, BUSO en DKO
• Instellingen tot 400 lln : 1 p.
• Instellingen tussen 400 en 900 lln : 2 p.
• Instellingen met meer dan 900 lln : 3 p.
• Betrekking kost ‘82 punten’
21

22. Selectie- en bevorderingsambten
Voorbeelden: TA, TAC, beheerder, directeur,
hoofdopvoeder, adjunct-directeur, ...
Verschillende aanstellingsmogelijkheden:
• Waarnemende aanstelling
• Toelating tot de proeftijd en benoeming
• Nieuwe affectatie
• Mutatie
• Aanstelling via mandaat (directeur CLB)
22

23. Waarnemende aanstelling (1)
• Verschillende redenen mogelijk:
- ter vervanging van een afwezige titularis (niet-vacant)
- in afwachting van een toelating tot de proeftijd (vacant)
(tijdsduur gelimiteerd!)
• Twee mogelijkheden:
- aanstelling voor zestig dagen met beperkte oproep (binnen de
instelling) (wordt eventueel gevolgd door aanstelling van
langere duur)
- onmiddellijk voor lange duur
• Modaliteiten bekendmaking vacature: keuze van de sgr
23

24. Waarnemende aanstelling (2)
• Voorrang voor houders vormingsattest voor het betrokken
ambt!
• RVB:
- beslist op voordracht van CVD
- verplicht om eerst kandidaturen houders vormingsattest te
behandelen en te beslissen
- indien er geen dergelijke kandidaten zijn of houder
vormingsattest wordt gemotiveerd afgewezen: mogelijkheid tot
aanstelling van kandidaat zonder vormingsattest
• Raad van State is hierover duidelijk!
24

25. Waarnemende aanstelling (3)
• Aanstelling loopt in principe over de schooljaren heen (zolang de
betrekking blijft bestaan)
• Einde/beëindiging:
- door terugkeer titularis
- door toelating proeftijd/nieuwe affectatie/mutatie
-…
Ook:
- door de RVB: binnen de eerste zes maanden van de aanstelling met
een opzegtermijn van 15 kalenderdagen
- door de RVB: op het einde van het schooljaar (31/8); motivatie
uiteraard verplicht (‘horen’ aangewezen) (opvolgen functioneren in
de loop van het schooljaar is dus noodzakelijk!)
25

26. Toelating proeftijd/mutatie/ nieuwe
affectatie (1)
• Met het oog op een definitieve aanstelling in een vacante betrekking
• RVB: bevoegd voor het vastleggen van de procedure: timing en
criteria voor vergelijking kandidaten en toewijzing
• Bekendmaking vacature aan kandidaten (minstens binnen de sgr)
• Vormingsattest verplicht voor proeftijd
• Proeftijd: 12 maanden; einde proeftijd: evaluatie en advies
• Beslissing: benoemen, proeftijd verlengen of niet benoemen
(hoorplicht!) (opvolgen functioneren in de loop van het schooljaar is
dus noodzakelijk!)
26

27. Toelating proeftijd/mutatie/ nieuwe
affectatie (2)
• Naast ‘proeftijd’ zijn ook mutatie en nieuwe affectatie
mogelijk
• Mutatie: benoemd in het zelfde ambt in ander net of
andere scholengroep
• Nieuwe affectatie: benoemd in het zelfde ambt in de
zelfde scholengroep
• RVB maakt procedurekeuze: iedereen in zelfde oproep of
aparte/voorafgaandelijke mogelijkheid voor aanvragen
voor nieuwe affectatie
27

28. Mandaten van directeur : directeur CLB
• Aanstelling via mandaat: ingeschreven in BD en DRP maar
voorlopig enkel ingevoerd voor directeur CLB
• Directeur CLB: aanstelling via mandaat zowel voor niet-
vacante als vacante betrekkingen (onbepaalde duur en
bepaalde duur)
• Decretale voorwaarde vormingsattest : ook hier van toepassing
(in principe geen afwijkingen mogelijk!)
• Opgelet: directeurs CLB, aangesteld via mandaat in een
vacante betrekking, worden op hun vraag vast benoemd op
1 januari, volgend op hun 55ste verjaardag
28

29. Mandaat van coördinerend directeur SO (1)
• Op voordracht van de scholengemeenschap SO
• Is directeur van een school van de scholengemeenschap
SO (externe kandidaat kan dus niet)
• Geen specifiek vormingsattest vereist
• Belast met taken voor de totaliteit van de instellingen die
deel uitmaken van de scholengemeenschap
29

30. Mandaat van coördinerend directeur SO (2)
• Eén personeelslid voltijds of 2 personeelsleden halftijds
• Kan vrijgesteld worden (HT of FT) met punten (60 of 120)
van de scholengemeenschap SO (‘verlof mandaat’)
• Mandaatstoelage voor zover de sgm tenminste 2000
regelmatig ingeschreven leerlingen telt
30

31. Mandaat van algemeen directeur (1)
• Directeur van een school van de scholengroep
• Belangrijk: voorbereiding opvolging tijdig starten in sgr
(procedure en selectiecriteria vastleggen,...)
• Oproep tot de kandidaten als de betrekking vacant is
• Oproep tot de kandidaten moet de selectiecriteria reeds
vermelden
• Eerste stap in de aanstellingsprocedure = assessment
(test van generieke en functionele competenties, zoals
vastgelegd in de FB)
• Geslaagd = ‘geschikt’ of ‘geschikt met aandachtspunten’
31

32. Mandaat van algemeen directeur (2)
• Na assessment volgt de eigen selectieprocedure van de sgr
• NB: Indien geen ‘geschikte’ kandidaat beschikbaar: aanstelling
is toch mogelijk van een niet geslaagde kandidaat, maar voor
maximum één jaar (= tijdelijke oplossing) (nadien: nieuwe
oproep nodig)
• Aanstelling ‘geschikte’ kandidaat: mandaat van onbepaalde
duur
• Specifieke functie vereist specifieke aanpak: recent werd een
‘ontwikkeltraject AD’ uitgewerkt i.s.m. Katena en Jobpunt
Vlaanderen
• Dossier geagendeerd op Raad GO! op 5 juni; communicatie
volgt zodra beslissing definitief is
32

33. Andere leidinggevende functies (1)
Directeur-coördinatie (‘DICO’) scholengemeenschap
basisonderwijs
• Directeur belast met coördinerende functie voor de sgm BAO
• Kan halftijds of voltijds vrijgesteld worden (60 of 120 ptn!)
• Wedde afhankelijk van grootte school waaraan functie is
verbonden
• Uitsluitend waarnemende aanstelling (niet benoembaar)
• Invulling mogelijk door iemand die reeds directeur is, maar ook
mogelijk vanuit een wervingsambt of via een rechtstreekse
aanstelling
33

34. Andere leidinggevende functies (2)
Extra directeursbetrekking op niveau scholengemeenschap
SO
• Extra directeursbetrekking (HT of FT)
• Wedde afhankelijk van de grootte van de school waaraan
de functie is verbonden
• 60 of 120 punten uit puntenenveloppe
• Uitsluitend waarnemende aanstelling (niet benoembaar)
• Invulling mogelijk door iemand die reeds directeur is,
maar ook mogelijk vanuit een wervingsambt of via een
rechtstreekse aanstelling
• Kan belast worden met specifieke opdracht
34

35. Specifieke decretale personeelsbepalingen
(1)
Artikel 42bis DRP: vacantverklaring van betrekkingen van
langdurige afwezige directeurs
• Mogelijkheid voor de raad van bestuur, geen verplichting!
• Maatregel ingeschreven in functie van stabiliteit van de
invulling van de directiefunctie
• RVB bepaalt modaliteiten met inachtname decretale
voorwaarden :
- vacantverklaring: ten vroegste na drie jaar ononderbroken
afwezigheid; RVB legt termijn zelf vast
- zonder kennisgeving aan titularis: geen eenzijdige actie
mogelijk!
- bij terugkeer oorspronkelijke titularis: de nieuwe titularis blijft
in dienst; oorspronkelijke titularis: boventallig
35

36. Specifieke decretale personeelsbepalingen
(2)
Artikel 49bis DRP: inzetbaarheid directeurs en adjunct-
directeurs
• Directeurs en adjunct-directeurs zijn geaffecteerd aan een
bepaalde instelling
• Directeur: toegewezen bevoegdheden via Bijzonder
Decreet
• Directeur en adjunct-directeur: inzetbaar voor de
vervulling van opdrachten voor andere instellingen van de
scholengroep of voor de totaliteit van de scholengroep
36

37. Specifieke decretale personeelsbepalingen
(4)
Artikel 53bis DRP: directeur belast met andere opdracht
• Verschil tussen ‘oude’ dossiers en huidige regelgeving (in
het verleden regelmatig toegepast wegens ‘gunstige
voorwaarden’)
• Nu: enkel mogelijk bij beslissing Raad in het kader van
beleidsmatig toezicht, op voorstel AB
• ‘Landingsplaats’: ten laste van de sgr (detachering met
terugbetaling of betrekking voorzien via puntenenveloppe)
• Directiebetrekking wordt vacant
37

38. Specifieke decretale personeelsbepalingen
(5)
Artikel 88,6° DRP: verlenging van aanstelling van
personeelsleden na bereiken leeftijdsgrens (einde
schooljaar waarin personeelslid 65j. wordt)
• Zowel voor vast benoemden als tijdelijken
• Verlenging van aanstelling mogelijk, telkens voor duur
van één schooljaar
• Mag niet leiden tot boventalligheid van andere
personeelsleden van de instelling (tenzij reaffectatie
mogelijk is)
• Bevoegdheid van de IM (= RVB)
38

39. Andere bevoegdheden/opdrachten RVB
In samenwerking met college van directeurs en algemeen
directeur werken aan:
• Talentenwerven (cfr instroom voor opleiding directeur)
• Coachings- en vormingsinitiatieven
• Functiebeschrijvingen en evaluaties
• Onthaal- en welzijnsbeleid
• …
Samengevat: personeelsbeleid = continu proces i.f.v.
optimalisatie en versterking van alle bestuursorganen en
personeelsleden !
39

40. Functiebeschrijving en evaluatie op basis
van de functiebeschrijving
40
Herman Taels

41. Geschiedenis
GO!  evaluatie steeds bestaan
• KB 22 maart 1969 (Rijksonderwijs):
beoordeling alle personeelsleden behalve directeurs
• DRP 27 maart 1991
‐ evaluatie personeelsleden behalve directeurs
‐ beoordeling tijdelijken
 vanaf september 1999: ook beoordeling
waarnemend aangestelde directies
41

42. Geschiedenis
• 1998: introductie FB + EVA
Uitgangspunt  toepassing in alle netten
• Evaluatie op basis van functiebeschrijving
Van toepassing op wervingsambten en selectie- en
bevorderingsambten
42

43. 1. Functiebeschrijving (FB): voor wie?
Elk personeelslid:
• aangesteld voor >104 dagen: verplicht
• aangesteld voor ≤104 dagen: mogelijk
• met functiebeschrijving:
moet minstens eens om de 4 schooljaren geëvalueerd
worden
43

44. 2. Algemene afspraken
• algemene afspraken over FB en evaluatie:
onderhandeling met vakorganisaties
• niveau SGE (voor scholen van SGE) of SGR
 TOC van de SGR
44

45. 3. Wie evalueert?
• De directeur wijst per personeelslid van zijn instelling 2
evaluatoren aan
• RvB doet dit voor personeelsleden van autonoom
internaat en voor de personeelsleden van de
scholengroep
• 1ste evaluator: begeleidt en evalueert
• 2de evaluator: procesbewaker
45

46. 1ste evaluator
• personeelslid van instelling zelf
• voor personeel van SGE: kan personeelslid van andere
instelling van SGE zijn
• voor personeel van SGR: 1ste evaluator is aangesteld bij
de SGR of een instelling ervan
• hiërarchie:
‒ voor WA: 1ste evaluator = S- of BVA
‒ voor SA: 1ste evaluator = BVA
‒ voor BVA: 1ste evaluator = directeur
• voor WA: 1 van beide evaluatoren = directeur of adjunct-
directeur (auton. internaat: beheerder)
46

47. 2de evaluator
• procesbewaker
• minstens van “eenzelfde rang” als 1ste evaluator
• of is een lid van de raad van bestuur van SGR
• taakinvulling: afspraken in bevoegde comité
MAAR:
• 1ste evaluator is verantwoordelijk voor evaluatie
• 2de evaluator mag niet eigenmachtig ingrijpen
47

48. • voor directies (en beheerders autonome internaten) is de
RvB bevoegd voor opstellen FB, begeleiding en evaluatie
van directeurs
 delegatie mogelijk (rekening houdend met het principe dat diegene
die de functioneringsgesprekken houdt ook de evaluatiebeslissing neemt en
omgekeerd dat de evaluator de functioneringsgesprekken houdt)
• kwaliteitsbewaking door collegiaal orgaan (geen 1ste en
2de evaluator zoals bij WA)
48

49. • begeleiden en coachen is belangrijkste taak van de
evaluator
 kan uitbesteed worden (!functioneringsgesprekken!)
• opleiding is aangewezen voor evaluatoren
49

50. 4. Functiebeschrijving
• FB = geïndividualiseerd
• wordt vastgelegd door evaluator en personeelslid
• rekening houden met arbeidsreglement en algemene
afspraken
• apart voor elk ambt en elke instelling
• bij onenigheid beslist raad van bestuur
(alle partijen worden gehoord)
50

51. • RvB ondertekent FB
• directeur ondertekent voor kennisname
• kan enkel worden gewijzigd:
− n.a.v. afspraken tijdens functioneringsgesprekken
− na een evaluatie
− bij belangrijke wijziging opdracht van personeelslid, na
onderling overleg
51

52. 5. Procedure
(vooraf: onderhandelen over algemene afspraken en
instellingsgebonden afspraken)
3 stappen:
• Gesprek waarin de FB vastgelegd wordt
(planningsgesprek)
• Functioneringsgesprekken
• Evaluatiegesprek
52

53. 6. Evaluatie en evaluatieverslag
→ Evaluatiegesprek resulteert in een
evaluatieverslag: beschrijving van het functioneren
vertrekkend van de FB
→ RvB tekent en dateert
Directeur tekent voor kennisname
Kopie wordt bezorgd aan personeelslid
53

54. → verslag: altijd eindconclusie
→ Eindconclusie ‘onvoldoende’?
Beroepsmogelijkheid vermelden (zo niet nietig).
54

55. 7. Evaluatie met eindconclusie
‘onvoldoende’ - beroepsmogelijkheid
→ Eindconclusie ‘onvoldoende’  beroepsmogelijkheid
moet uitdrukkelijk vermeld worden in het
evaluatieverslag ‘onvoldoende’
→ Beroep mogelijk bij het college van beroep:
binnen 20 kalenderdagen na overhandigen
evaluatie ‘onvoldoende’
→ Beroep is opschortend
→ College kan conclusie vernietigen
→ Vernietigde evaluatie: geen verdere gevolgen
55

56. 8. Na ‘onvoldoende’  nieuwe evaluatie
→ Eindconclusie ‘onvoldoende’ die niet tot ontslag geleid
heeft: het personeelslid moet opnieuw geëvalueerd
worden.
→ 2de evaluatie moet slaan op een periode van tenminste
12 maanden effectieve prestaties sinds de vorige
evaluatie.
→ Start van deze periode is de voorlegging van het 1ste
evaluatieverslag.
56

57. Schematisch overzicht gevolgen definitieve
evaluatie ‘onvoldoende’
57

58. 58

59. 59

60. 60

61. 61

62. Orde- en tuchtmaatregelen
62
Herman Taels

63. Tijdelijk   vastbenoemd / TADD
63

64. Overzicht
I. Tijdelijke personeelsleden
II. Vastbenoemd en TADD
III. Dossieropbouw
64

65. 1 Tijdelijke/Waarnemend aangestelde personeelsleden
1.1 Ontslag om dringende redenen
 Regelgeving
 art. 24 van het DRP van 27 maart 1991 (wervingsambten)
 art. 52bis van het DRP van 27 maart 1991 (selectie- en
bevorderingsambt)
 afdeling II van het BVR van 22 mei 1991 (BVR)
 Procedure
 vereist: ernstige tekortkoming
 feit  maximum 3 werkdagen bekend
 gegeven door directie/raad van bestuur
 reden van het ontslag  binnen 3 werkdagen na ontslag ter kennis
gebracht

66. I. Tijdelijke /waarnemend aangestelde
personeelsleden
Gevolgen
‐ zonder opzegging
Bijzonderheden
‐ niet van toepassing op TADD
‐ georganiseerd beroep (Kamer van Beroep) (indieningstermijn: 5
werkdagen)
• opschortend
• preventieve schorsing mogelijk
66

67. I. Tijdelijke /waarnemend aangestelde
personeelsleden
Voorbeelden
‐ diefstal
‐ eenzijdige beslissing om de dienst niet te hernemen o.w.v. bepaalde
grieven
‐ pedagogisch onverantwoorde (hardhandige) omgang met leerlingen
‐ herhaaldelijk ongewettigde afwezigheid
67

68. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
A. Ordemaatregelen
Motief  herstellen van de verstoorde orde (geen schuldvraag)
1. De overplaatsing in het belang van de dienst
Regelgeving
‐ art. 58 DRP
‐ art. 12bis, 13, 14 en 15 BVR
68

69. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Procedure
- vereist: verstoring van de minimaleverstandhouding nodig voor de
goede werking
- administratief onderzoek
 ingesteld door Raad van Bestuur op vraag directie of eigen initiatief
- na ontvangst onderzoeksrapport
 hoorzitting
- beslissing tot overplaatsing kan pas genomen worden na advies van
de betrokken instellingshoofden
- ingang: dag na betekening door de Post van de gemotiveerde
beslissing
69

70. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Gevolgen
‐ behoud administratieve en geldelijke toestand
‐ verplichte evaluatie na 1 jaar
‐ affectatie aan een andere instelling
70

71. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Bijzonderheden
‐ niet van toepassing op TADD
‐ kan (mits akkoord betrokken Raden van Bestuur) overgeplaatst
worden naar een andere scholengroep
‐ identiek ambt + redelijke afstand woonplaats
‐ geen georganiseerd beroep
71

72. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
2. De preventieve schorsing
Regelgeving
‐ art. 59, 59bis en ter DRP
‐ art. 15bis, 16, 17 BVR
Procedure
‐ gemotiveerd voorstel aan de Raad van Bestuur door instellingshoofd of (voor
instellingshoofden) door algemeen directeur
‐ hoorzitting door de Raad van Bestuur
 uitnodiging minstens 3 werkdagen vooraf
‐ ingang: derde kalenderdag na het (aangetekend) ter post aanbieden van de
gemotiveerde beslissing
72

73. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Gevolgen
‐ blijft in de administratieve stand waarin het zich bevond
‐ verbod tot verrichten van dienstprestaties
73

74. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Bijzonderheden
• hoogdringendheid 1: Raad van Bestuur kan de schorsing uitspreken onder de
verplichting betrokkene onverwijld te horen (art. 16 § 4, 2de alinea)
• hoogdringendheid 2: algemeen directeur kan maatregelen nemen in het
belang van de scholengroep (art. 30 Bijzonder Decreet)
• ook voor TADD, personeelsleden in proeftijd
• duur  in beginsel 6 maanden
uitz.: - tuchtprocedure
- strafrechtelijk onderzoek
• afhouding van maximum 1/5 van het salaris mogelijk
• beroep mogelijk bij de Kamer van Beroep
74

75. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
B. Tuchtmaatregelen
doel: inbreuken tegen de plichten (art. 6 t.e.m. 12 DRP) penaliseren
schuld  boete
Regelgeving
Art. 61 DRP
‐ de blaam
‐ de afhouding van wedde (maximaal 20 % gedurende 6 maanden)
‐ de schorsing bij tuchtmaatregel (maximaal 1 jaar)
‐ de terbeschikkingstelling bij tuchtmaatregel
(minimaal 1 jaar  maximaal 2 jaar)
‐ de terugkeer tot de tijdelijke aanstelling/terugzetting in rang
‐ het ontslag
‐ de afzetting
75

76. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Procedure
‐ Raad van Bestuur (algemeen directeur indien gedelegeerd) stelt tuchtdossier
samen
‐ personeelslid wordt opgeroepen voor een hoorzitting
(minstens 10 werkdagen vóór de hoorzitting)
‐ oproeping moet vermelden  ten laste gelegde feiten;
tuchtvoorstel; plaats, dag en uur van het verhoor; recht op bijstand door een
raadsman; inzagerecht
‐ overheid beslist uiterlijk binnen 6 weken na de hoorzitting
‐ gemotiveerde beslissing wordt aan het personeelslid ter kennis gebracht
‐ beroep mogelijk bij de Kamer van beroep
76

77. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Gevolgen
‐ afhouding van wedde, schorsing, terbeschikkingstelling
 wedde niet lager dan werkloosheidsuitkering
‐ terugkeer tot de tijdelijke aanstelling
 zelfde betrekking
 voorrang  TADD-statuut
‐ ontslag/afzetting  opzegtermijn
77

78. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Bijzonderheden
‐ geen tuchtstraf na verloop van 6 maanden na kennisname strafbare
feiten
‐ georganiseerd beroep  opschortend
‐ tuchtstraf wordt definitief bij het verstrijken van de beroepstermijn
(wanneer geen beroep) of na beslissing Kamer van Beroep (wanneer
wel beroep)
‐ doorhaling
‐ feiten die met elkaar verband houden  1 tuchtstraf
‐ tuchtrecht / strafrecht
78

79. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
Enkele voorbeelden
‐ blaam: het (éénmalig) verbaal hard optreden t.a.v. een leerling
‐ afhouding van wedde
• uitlatingen t.a.v. derden die de belangen van de instelling geschaad
hebben
• ondanks uitdrukkelijke schriftelijke bevelen van de directie de
lessen op de daartoe voorziene tijdstippen niet houden
‐ schorsing
• herhaaldelijke ongewettigde afwezigheden
• het begaan van een ernstige nalatigheid en hierdoor een
opgedrongen taak niet nauwgezet vervullen (waardoor een grote
som geld kon ontvreemd worden)
79

80. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
‐ Terbeschikkingstelling
• ongewettigde afwezigheden (na reeds een tuchtsanctie bekomen
te hebben)
• in dronken toestand, als bestuurder van een privé-voertuig waarin
ook leerlingen plaatsgenomen hadden, een verkeersongeval
veroorzaken
• het bewust en uit eigenbelang pogen om de belangen van het
gemeenschapsonderwijs te schaden
‐ Terugzetting in rang / terugkeer tot de tijdelijke aanstelling
• incorrecte wijze van gedragen t.o.v. leerlingen (herhaaldelijk)
80

81. II. Vastbenoemde en tijdelijke personeelsleden
aangesteld voor doorlopende duur
‐ ontslag/afzetting
• tekortkomingen aan de dienstplichten die hun oorsprong vinden in
een bepaalde geloofsovertuiging - voortdurende inbreuk op het
neutraliteitsprincipe
• fysisch geweld en impulsief en agressief optreden
• ontoelaatbare (seksuele) handelingen t.a.v. leerlingen tijdens een
extra-murosactiviteit
• verduistering sommen bij herhaling
81

82. III. Dossieropbouw
Eerste vereiste: documenten (motiveringsplicht: aantonen waardoor een
bepaalde beslissing geschraagd wordt)
- Negatieve vaststellingen: vaststellingsfiche:
(Feiten concreet weergeven, geen abstracties)
- Indien aanwezig: getuigenverklaringen
- Onderzoeksverslagen, …
- Klachten ouders, collega's, leerlingen, andere participanten
- Zeer ernstige feiten  inschakelen gerechtelijke instanties
82

83. Actuele ontwikkelingen en
algemene vraagstelling
83
Marc Smets

84. Actuele ontwikkelingen en algemene vraagstelling
84
• M-decreet  (ook) personeelseffecten
• Besparingen
• Geco’s

85. Bedankt
voor uw
aanwezigheid
85