SlideShare a Scribd company logo
1 of 20
Download to read offline
‘Geschiedenis 
van de Anticonceptie 
in Vlaanderen’ 
Mi-Th 90 symposium 
Zaterdag 22 november 2014 
de Warande, Turnhout 
Naar aanleiding van de 90ste verjaardag van 
prof. em. dr. Michel Thiery 
onder de auspiciën van de Vlaamse Vereniging 
voor Obstetrie en Gynaecologie 
ingericht door vzw Meduceum, Turnhout
Woord vooraf/ p.4 
Programma / p.7 
Karl van den Broeck / p8-9 
Robrecht Van Hee/ p.10-11 
Jean-Jacques Amy/ p.12-13 
Paul Defoort/ p.14-15 
Steven Weyers/ p.16-17 
Hendrik Van Kets/ p.18-19 
Inhoud 
2
PROF. EM. DR. M.THIERY 
Hoogleraar verloskunde UGent, 1963 – 1989
Prof. em. dr. Marc Dhont (UGent) 
Woord Vooraf 
Professor emeritus Michel Thiery is onlangs 90 jaar geworden. Een goede gelegenheid om hem te huldigen en zijn verdiensten op het vlak van de ontwikkeling en verspreiding van de moderne anticonceptiemiddelen in Vlaanderen in herinnering te brengen. 
Sommigen zullen zich afvragen waarom deze hulde in Turnhout wordt georganiseerd, want Michel Thiery is geboren en getogen in Gent waar hij in het laatste kwart van de 20e eeuw de leerstoel van verloskunde heeft bekleed aan de Gentse Universiteit. Het initiatief gaat uit van dr. Dirk Janssens, een oud-leerling van prof. Michel Thiery en gewezen gynaecoloog in Turnhout. Dit is echter niet de reden. Een aantal Turnhoutse gynaecologen hebben een voorname rol gespeeld in de geschiedenis van de anticonceptie in Vlaanderen. Te beginnen met dr. Nand Peeters die een pionier is geweest in de ontwikkeling van de ‘pil’. Dankzij het speurwerk van Karl van den Broeck, journalist, is hij hiervoor postuum onlangs als een van de tien belangrijkste Vlaamse uitvinders genomineerd. In de jaren 70 van de vorige eeuw is er echter een zeer vruchtbare samenwerking ontstaan tussen Dr. Harry Van der Pas en Michel Thiery en zijn medewerkers voor de evaluatie en verspreiding van diverse vormen van intra-uteriene anticonceptie. Dit is de belangrijkste reden waarom collega Janssens, die zelf ook actief betrokken was en is in de studie van de intra-uteriene anticonceptie, deze viering heeft georganiseerd in Turnhout, waarvoor onze dank en erkentelijkheid. 
De sprekers die vandaag het woord zullen voeren zijn op de een of andere manier verbonden met de jubilaris en de onderwerpen die zij behandelen sluiten aan bij zijn professionele interesse. De meeste hebben gewerkt onder de leiding van prof. Thiery en zijn ondertussen zelf emeriti geworden. 
4
5 
De rol die dr. Nand Peeters heeft gespeeld in de ontwikkeling van de eerste orale anticonceptiepil in Europa zal worden toegelicht door Karl van den Broeck. 
Behalve zijn baanbrekend werk op het gebied van de verloskunde en anticonceptie heeft prof. Michel Thiery steeds een grote interesse betoond voor de geschiedenis van de geneeskunde. Getuige hiervan zijn de uitgebreide collectie van historische boeken die hij heeft verzameld in de Universitaire Vrouwenkliniek van Gent, zijn jarenlange vaste bijdrage in het Tijdschrift voor Geneeskunde over eponiemen in de geneeskunde en zijn rol in de oprichting van het geneeskundig museum in het Pand te Gent. Wie beter dan Prof. Bob Van Hee kan het belang van de geschiedenis van de geneeskunde toelichten. Ik beaam volmondig zijn stelling dat de geschiedenis van de geneeskunde onvoldoende tot zijn recht komt in de opleiding van de hedendaagse artsen. 
Prof. Jean-Jacques Amy is ons allen bekend omwille van zijn strijd voor het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw, onder meer op het vlak van geboorteregeling. Vooraleer hij werd benoemd tot hoogleraar gynaecologie en verloskunde aan de Vrije Universiteit van Brussel is hij gedurende enkele jaren staflid geweest in de Gentse Vrouwenkliniek onder de leiding van Prof. M. Thiery. Zijn compromisloze rechtlijnigheid in de strijd voor mensenrechten heeft hem soms in botsing gebracht met zijn professor, een confrontatie die onvermijdelijk is tussen twee sterke karakters. De link met deze viering is echter zijn expertise op gebied van anticonceptie. Prof. Amy is jarenlang en tot voor kort hoofdredacteur geweest van de European Journal of Contraception and Reproductive Health Care. Hij mag er met recht en reden prat op gaan dat onder zijn leiding de impact van deze Journal sterk gestegen is. 
Velen kennen Prof. em. Paul Defoort als de expert van de verloskundige echografie in Vlaanderen. Maar hij deelt met Prof. M. Thiery zijn interesse voor en kennis van de geschiedenis in het algemeen en die van de geneeskunde in het bijzonder. Hij heeft trouwens de fakkel overgenomen in het beheer van het geschiedkundig museum in het Pand.
Als naaste medewerker van prof. Thiery heeft hij ook de ontwikkeling van anticonceptie van nabij meegemaakt. Samen met dr. Dirk Janssens heeft hij onlangs een zeer lezenswaardig artikel gepubliceerd in het Tijdschrift voor Geneeskunde over ‘De Kempische pioniersjaren van het spiraaltje’ (Tijdschr. Voor Geneeskunde 2014;10:577-588). Hierin belicht hij onder andere de rol van Prof. Thiery en zijn medewerkers in de ontwikkeling van de intra-uteriene anticonceptie in hechte samenwerking met EuReCa, de Turnhoutse vzw, die 15 jaar lang actief was van 1971 tot aan het emeritaat van “the pioneer in the development of contraceptive methods”, in 1989. 
Om de actuele stand van zaken en de toekomst van anticonceptie toe te lichten doen we een beroep op Prof. Steven Weyers. Hij is sinds enkele jaren diensthoofd gynaecologie en verloskunde van de Gentse Universiteit. In die functie is hij de vierde generatie na prof. Thiery, ikzelf en Prof. Marleen Temmerman. Zijn interesse in anticonceptie zet de traditie van zijn voorgangers verder. Hij behoort tot de Board van de European Society of Contraception en houdt derhalve de vinger aan de pols betreffende de ontwikkelingen op gebied van anticonceptie. 
Ten slotte zal Prof. em. Henri Van Kets zijn visie op Michel Thiery als mens schetsen. Hij heeft zeer actief meegewerkt aan de studies over intra-uteriene anticonceptie, wat uiteindelijk heeft geleid tot zijn doctoraatsthesis. Maar als een van zijn eerste assistenten is hij beter dan wie ook geplaatst om een profiel van prof. Thiery als mens te schetsen. 
6
7 
Programma 
10.00 u. 
Ontvangst en registratie 
10.30 u. 
Verwelkoming door de voorzitter van het symposium 
Prof. em. dr. Marc Dhont (Gent) 
Karl van den Broeck (Turnhout - Brussel) : 
‘De avonturen van Kuifje in Anticonceptieland’ 
Prof. dr. Robrecht Van Hee (Antwerpen) : 
‘Medische geschiedenis: een apart vakgebied voor studenten en adepten’ 
Prof. em. dr. Jean-Jacques Amy (Brussel) : 
‘Geschiedenis van de anticonceptie’ 
Prof. em. dr. Paul Defoort (Gent) : 
‘Michel Thiery, de voortrekker van anticonceptie’ 
Prof. dr. Steven Weyers (Gent): 
‘Actuele en toekomstige anticonceptie in Vlaanderen’ 
Prof. em. dr. Hendrik Van Kets (Gent) : 
‘Michel Thiery, de mens’ 
12.30 u. 
Feestelijke receptie 
13.30 u. 
Bezoek aan het ‘Meduceum’ onder begeleiding van gidsen 
15.00 u. 
Einde van het programma
8 
‘De avonturen van Kuifje in Anticonceptieland’ 
Karl van den Broeck (Turnhout - Brussel) 
In 2009 begon journalist Karl van den Broeck aan een onderzoek naar de bijdrage van dokter Ferdinand Peeters tot de ontwikkeling van de anticonceptiepil. Dat mondde uit in vulgariserende en wetenschappelijke publicaties. Daarbij werd duidelijk dat de mechanismen die werkzaam zijn in de media en de wetenschapscommunicatie niet dezelfde zijn. 
Of een artikel , documentaire of non-fictieboek bij het brede publiek weerklank krijgt, hangt vooral af van de ‘nieuwswaarde’. Maar wat is ‘nieuws’? Voor een wetenschapper is het niet evident om te spreken over ‘de vader van de pil’, bijvoorbeeld. Niet wanneer men het over Ferdinand Peeters heeft, maar zelfs niet wanneer het over Gregory Pincus gaat. De late erkenning van François Englert is in dit verband exemplarisch. 
‘Nieuws’ in een wetenschappelijke context betekent iets anders dan op de voorpagina van een krant. Wanneer een onderzoeker een stap zet in de richting van een betere behandeling van kanker, is het moeilijk uit te leggen waarom dat niet meteen resulteert in een klinisch bruikbaar medicijn. En dat die onderzoeker voortbouwt op onderzoeksresultaten van andere collega’s, past vaak niet in het romantische plaatje van het ‘eenzame genie’. Journalisten maken van elke onderzoeker maar al te graag een professor Barabas. Zo vertoont wetenschapsjournalistiek soms dezelfde trekjes als sportjournalistiek. Er moeten altijd winnaars en verliezers zijn. 
Die frustraties leiden ertoe dat de kloof tussen wetenschap en journalistiek erg groot is geworden. En dat is erg gevaarlijk. Als de wetenschap haar werk niet op een integere manier maatschappelijk kan valoriseren, dreigt het draagvlak voor de ondersteuning van het (vrij) onderzoek af te kalven. De wetenschap heeft er dus alle baat bij om te blijven zoeken naar manieren om – met zin voor nuance – de bevindingen op een toegankelijke, maar correctie manier in de pers te krijgen. Daarbij biedt nauwe samenwerking tussen onderzoeksjournalistiek en wetenschappelijke onderzoekers, grote kansen. 
Hoofdredacteur Apache.be - Auteur van “De echte vader van de pil”
9 
Tijdens zijn onderzoek naar ‘de echte vader van de pil’ heeft Karl van den Broeck vaak op het randje gebalanceerd, maar toch kwam hij nooit ‘aan de andere kant van de waarheid’ terecht. Zijn boek bewaart het evenwicht tussen een vlot leesbaar ‘verhaal’ en een vulgariserend wetenschappelijk werk. 
Ook in de wetenschappelijke wereld hebben externe factoren invloed op het werk van onderzoekers. Net zoals in de journalistiek spelen daarbij financiële redenen mee. Een boek dat niet verkoopt raakt niet uitgegeven. Een onderzoek dat geen fondsen oplevert voor de onderzoeker, maakt steeds minder kans. De economische logica is nochtans niet de logica van de wetenschap of van de journalistiek. 
Journalisten en wetenschappers kampen met dezelfde uitdagingen: ze moeten waken over hun integriteit. In dienst van de waarheid. Hoe ouderwets dat ook klinkt.
‘Medische geschiedenis: een apart vakgebied voor studenten en adepten’ 
Prof. dr. Robrecht (Bob) Van Hee (Antwerpen) 
Emer. professor Heelkunde en Medische Geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen. 
Medische geschiedenis is een achtergebleven vakgebied in de opleiding tot arts of historicus. 
Het vakgebied omvat vier grote deelgebieden. Centraal staat de patiënt, de gekwetste, de waanzinnige, de gehandicapte, kortom de zieke. Daarom heen bevinden zich drie polen: respectievelijk de arts die behandelt, de aandoening waaraan de patiënt lijdt, en de samenleving waarin de zieke op een bepaald moment van de geschiedenis leeft en ziek wordt. 
De medische geschiedenis kan zich richten op één dezer 4 deelgebieden. Van alle 4 zijn door de eeuwen heen vele historiografische voorbeelden te noemen. 
Een tweede belangrijk thema betreft de doelgroep, tot wie de medische geschiedschrijving zich richt. Zowel artsen als historici hebben zich in het verleden hiermee bezig gehouden. Van beide beroepscategorieën zijn uitstekende voorbeelden voorhanden, doch voor de noodzakelijke kennis van beide deelgebieden is (bij)scholing hetzij in de geschiedenis, hetzij in de geneeskunde een absolute noodzaak. 
De technieken, die daarbij worden gebruikt, omvatten in het ene geval (bij artsen) het onderzoek naar historische bronnen, het gebruik van historische kritiek en van aangepaste referentiemethoden, in het andere geval (bij historici) het vergaren van kennis in de basisbeginselen van de menselijke structuur, ziekteleer en behandelingsmethoden. 
10
11 
Dergelijke scholing kan verkregen worden aan de universiteiten, wanneer men zich richt tot jongeren die een beroepsopleiding krijgen, ofwel via bijscholingscursussen, georganiseerd door experten in daartoe bevoegde instellingen, wanneer men zich meer tot volwassenen of ouderen richt. Deze opleidingen, zowel universitair als via nascholingen, vinden plaats in de ons omringende landen, doch zijn zeer armoedig bedeeld in ons Vlaamse land. Onze Vlaamse overheid heeft zich in het verleden vooral bekommerd om (bio)ethische vraagstukken, als abortus, euthanasie e.d. 
Toch werd meermaals aangetoond dat kennis van de evolutie in het medisch denken onontbeerlijk is voor een adequaat begrip van de huidige gezondheidszorg, met inbegrip van de daarbij horende ethische aspecten. De huidige oriëntering van het curriculum van medisch studenten naar intensere communicatie met patiënt, collega of maatschappelijk werkers, naar betere zorg voor ouderen, gehandicapten of kinderen, kan maar succesvol zijn wanneer de student kennis krijgt van de historische achtergronden waarop deze zorg steunt. 
Het vakgebied ‘Medische Geschiedenis’ maakt dan ook in Angelsaksische landen deel uit van een breder geheel, meestal omschreven als ‘Medical Humanities’, waarbij de nadruk gelegd wordt op de intieme verwevenheid tussen de geschiedenis van de zorg, bepaalde kunstvormen die met gezondheid en ziekte van individuen te maken heeft, alsmede met door eeuwen heen ontwikkelde technieken van ‘humane’ benadering van zieken en zorgbehoevenden. 
Beleidsverantwoordelijken zouden moeten overtuigd raken van het belang van een dergelijke verplichte opleiding voor artsen en historici.
‘Geschiedenis van de anticonceptie’ 
Prof. em. dr. Jean-Jacques Amy (Brussel) 
Op verscheidene tijdstippen en onder verschillende regerings- bestellen was de beheersing van de fertiliteit een essentiële bekommernis. Een eerste vereiste kon de controle van de bevolkingsgroei zijn; dan was er de wens om seksueel genot van de voortplanting af te zonderen; uiteindelijk, bestond de wens of de verplichting om - wegens financiële of andere redenen - het aantal nakomelingen te beperken. Kindermoord en het te vondeling leggen van het kind werden tot in de 19de eeuw regelmatig toegepast. 
De frequentie waarmede abortus werd verricht was in een eerste tijd door de beschikbaarheid van de geëigende middelen bepaald. In Europa en Noord-Amerika vond zwangerschapsafbreking slechts op grote schaal plaats ná het ontstaan van een stedelijk proletariaat. Voortaan werd voor anticonceptie een beroep gedaan op onderbroken gemeenschap en, in geval van faling, ging men over tot een vruchtafdrijving. Het gezamenlijk aanwenden van deze twee methodes bracht de geleidelijke daling van het geboortecijfer teweeg die in geïndustrialiseerde landen tussen 1850 en 1950 werd waargenomen, lang vóór zeer doeltreffende anticonceptiva voorhanden waren. 
Gedurende de 19de eeuw publiceerden aanhangers van het neomalthusianisme vlugschriften over geboorteregeling. Deze laatste beschouwden zij als een revolutionair wapen dat de armen zou toelaten zich aan een dwang te onttrekken; de vrouw een vrijheid zou schenken die zij nooit had gekend; het paar een middel zou geven om niet langer zonen te verwekken die als kanonnenvoer zouden dienen. De middelen die werden voorgesteld waren niet meer onthouding maar de onbeperkte toepassing van de seksualiteit, het gebruik op een verantwoorde wijze van anticonceptiva en het verrichten van abortus in hygiënische omstandigheden. 
12
13 
De eerste raadpleging voor geboorteregeling werd op initiatief van Aletta Jacobs in 1882 in Nederland geopend. Margaret Sanger, die een gelijkaardig consultatiebureau in Brooklyn uit de grond had gestampt, werd hiervoor in 1916 tot een maand gevangenisstraf veroordeeld. 
Iedere vooruitgang die zich in het domein van de geboorteregeling heeft voorgedaan was het resultaat van een strijd gevoerd door enkele idealisten die bereid waren het door de Kerk uitgevaardigde verbod, de restrictieve wetgeving en het besluitvaardige verzet van het medisch college te trotseren. Het recht op verantwoord ouderschap werd niet zonder geweld afgedwongen. Deze evolutie heeft in de eerste plaats de vrouw voordeel gebracht; zij vertegenwoordigde een mijlpaal in haar broodnodige maatschappelijke ontvoogding.
‘Michel Thiery, de voortrekker van anticonceptie’ 
Prof. em. dr. Paul Defoort (Gent) 
Prof. M. Thiery groeide op in een milieu met een brede sociale en intellectuele belangstelling dat zijn interesse in de biologie al vroeg stimuleerde. Zijn inzicht in het belang van de voortplantingsbiologie en geboorteregeling deed hem opteren voor de geneeskunde. Het was de tijd waarin de anticonceptieve mogelijkheden nog beperkt waren tot “natuurlijke” en barrièremethodes, gepropageerd in een bijna clandestiene sfeer door pioniers zoals Mary Stopes. Het inzicht in de cyclus door Ogino en Knaus was pas verworven, Schering te Berlijn begon de eerste syntheses van geslachtshormonen, en pioniers zoals Gräfenberg trachtten tegen veel tegenkanting in het IUD te introduceren. 
Aldous Huxley betoogde op het einde van de jaren ’40 in zijn “Brave new world revisited” dat de overbevolking de mensheid in een onoverkomelijke circulus vitiosus zou brengen en geboorteregeling imperatief was, maar bij ons viel die alvast onder de wetgeving op obscene handelingen, om niet te spreken van de macht van de inertie van religieuze vooroordelen. Toen Michel Thiery als assistent “Geboorteregeling” als onderwerp voor een verplicht referaat koos, werd zijn conferentie slechts aangenomen op voorwaarde dat hij die achter gesloten deuren zou houden. 
Na een opleiding aan de UGent en in de States, werd Michel Thiery in 1963, hoewel zijn belangstelling vooral uitging naar reproductieve biologie en gynaecologische oncologie, benoemd voor de leerstoel Verloskunde en directeur van de Verloskundige Kliniek in het nieuwe Gentse Universitair Ziekenhuis. Hoewel hij voortaan heel veel werk zou verrichten op het gebied van de perinatologie, o.m. inzake de introductie van tocolyse en de toepassing van prostaglandines in de verloskunde, bleef hij toch ook gefocust op de anticonceptie. 
Michel Thiery wist zich te omringen met een groep medewerkers en assistenten die eveneens langs deze lijnen dachten en anticonceptie leerden te zien als een integraal deel uitmakend van de zwangerschapsbegeleiding. Zo werden tijdens de zwangerschap en 
14
15 
postpartaal de gezinsplanning, geboortespreiding en de modus van anticonceptie pro-actief aangebracht en vertrokken de allermeeste jonge moeders uit de kraamkliniek met een contraceptivum. In dezelfde optiek werd de postpartum/postsectio insertie van het IUD toegepast, een methode die wegens vele vooroordelen niet algemeen kon doorbreken, maar die voor de derde (en vierde) wereld, waar de partus vaak het enige contact is met de zorgverstrekker, een beduidend verschil had kunnen maken. Naast talrijke preklinische studies met orale contraceptiva, was het vooral de intra-uteriene anticonceptie die de interesse van Michel Thiery genoot. Rond het samenwerkingsverband met Harry Van der Pas uit Turnhout, dat formeel bevestigd werd in het EuReCa project, waren meerdere gynaecologen betrokken in breed opgezette studies rond nieuwe IUD types en nieuwe toepassingen, waarbij de life-table analyse volgens Tietze en Lewit rigoureus werd toegepast. Michel Thiery werd daarmee een erkende internationale autoriteit in een netwerk met namen zoals Tietze, Sivin, Howard Tatum, Jack Lippes, Tapi Luukkainen, Willem Van Os en vele anderen binnen de IPPF (International Planned Parenthood Federation). 
Michel Thiery verspeidde ook zijn ideeën naar de lekenwereld, zoals in voorlichtingsprogramma’s met “leading lady” Paula Semer, die wel met vele waarschuwingen vooraf voor de de gevoelige kijker, pas veilig na het laatavondjournaal op antenne gingen, maar toch controverse uitlokten, soms in de vorm van geschokte tot ronduit potsierlijke lezersbrieven. Tot de beroepswereld richtte Michel Thiery zich op baanbrekende nationale en internationale congressen, maar vooral door zijn in 1971 verschenen boek “Anticonceptie”, dat in een heldere en toegankelijke taal voor het eerst in onze regio de hele materie overzag. Het boek moest wel onder een valse omslag van de drukker uit Nederland in ons land binnengesmokkeld worden, want anno 1971 “obscene literatuur”! Daarnaast was Michel Thiery ook de bezielende co-auteur van het “Fertiliteitsinformatorium”, uitgegeven in mappen waarvan de katernen steeds ge-updated werden en de meest actuele informatie verouderde data konden vervangen. 
Reden te over waarom, bij het emeritaat van Michel Thiery, het huldeboek met als editeurs Harry Van der Pas en Thom Dieben gewijd was aan de “State of the Art of the IUD”, en de Vlaamse Vereniging voor Ob- stetrie en Gynaecologie (VVOG) het erelidmaatschap ad vitam van Michel Thiery motiveerde om zijn “promotie van de anticonceptie in Vlaanderen”.
16 
‘Actuele en toekomstige anticonceptie in Vlaanderen’ 
Prof. dr. Steven Weyers (Gent) 
De pil blijft op dit moment in Vlaanderen nog steeds de populairste vorm van anticonceptie. Heel recente cijfers zijn niet beschikbaar, maar in 2010 was de pil in België verantwoordelijk voor meer dan 12 miljoen pilcycli (min of meer status quo sinds 2000), de ring en de POP’s waren elk verantwoordelijk voor 600.000 cycli terwijl het LNG-IUS in 2010 goed was voor ongeveer 3 miljoen cycli (drievoudige tov 2000). Verschillende studies hebben aangetoond dat ‘tailoring’ van anticonceptie, tezamen met counseling, de efficaciteit sterk ten goede komt. Het gamma aan anticonceptiva is de voorbije decennia dermate uitgebreid dat er tegenwoordig nagenoeg voor elke vrouw een perfect passende vorm van reversibele anticonceptie kan worden gevonden. 
Op het vlak van gecombineerde hormonale contraceptiva hebben we de voorbije jaren de introductie van de pillen met natuurlijk oestrogeen gezien. Behalve minder bijwerkingen (zoals hoofdpijn, mastodynie, ….) 
zouden dergelijke preparaten ook minder invloed hebben op de stollingseiwitten met als gevolg minder negatieve cardiovasculaire effecten en minder risico op thrombose. De toekomst zal moeten uitwijzen of dit inderdaad het geval is. 
Een andere belangrijke evolutie van het voorbije decennia is de introductie van de niet-orale gecombineerde hormonale contraceptiva (de pleister en de ring). Ook op dat vlak verwachten we de komende jaren nog aanpassingen, oa een ring met een natuurlijk oestrogeen zit in de pipeline.
17 
Het LNG-IUS (Mirena®) heeft zonder twijfel de grootste revolutie in de contraceptiva teweeg gebracht sinds de introductie van de pil nu iets meer dan 50 jaar terug. Sinds dit jaar is er een model op de markt dat niet alleen fysiek wat kleiner is maar ook een stuk minder levonorgestrel afgeeft (Jaydess®). Mogelijke voordelen van dit type LNG-IUS zijn dat het device eventueel iets beter past in het cavum van nulliparae en dat er minder progesteron-gerelateerde bijwerkingen (zoals acné, amenorroe) kan verwacht worden. 
Op het vlak van intra-uteriene anticonceptie kunnen we de komende jaren verdere evolutie verwachten. Zo wordt het meer en meer duidelijk dat de vorm en grootte van het cavum uteri een belangrijke impact heeft op eventuele bijwerkingen en ongemakken van het IUD (bloedingsproblemen, pijn, …). Om hieraan tegemoet te komen werd ruim 20 jaar geleden het frameless spiraaltje Gynefix® ontwikkeld. Recent bracht het Belgisch bedrijf Mithra een eigen LNG-IUS (Levosert®) op de markt. Dit IUS heeft een iets flexibeler skelet wat theoretisch ook op het vlak van deze ongemakken een verschil zou kunnen maken. 
Voor wat de permanente anticonceptie betreft is de introductie van de methode van hysteroscopische sterilisatie (Essure, Adiana, …) 
zeker nog het vermelden waard. Het voordeel van een dergelijke sterilisatiemethode is zonder meer het minimaal invasieve karakter ervan, nadeel is dan weer dat dit een echt onomkeerbare methode betreft. 
In deze presentatie zullen de belangrijkste evoluties in anticonceptie van de voorbije decennia worden besproken, bovendien zullen ook producten die op dit moment in de pipeline zitten de revue passeren.
Professor Michel Thiery, veelzijdig maar vooral 
geneesheer 
Prof. em. dr. Hendrik Van Kets (Gent) 
Als Michel Thiery in Turnhout gevierd wordt is het moeilijk de vergelijking met dokter Nand Peeters uit de weg te gaan: twee bevlogen geneesheren met interesse in familieplanning. Beiden waren overtuigd dat een onbeperkte voortplanting geen zegen voor de mensheid was. 
Waar een biografie van dokter Peeters jaren van onderzoeksjournalistiek vergde, ligt het leven en werk van professor Thiery zo voor het grijpen in zijn lijst met congressen en publicaties. 
Michel Thiery werd geboren op een vrijdag 13e maar dit omen belette niet om van zijn leven een succesverhaal te maken: studies in de USA, een aggregaat hoger onderwijs, aanstelling tot hoogleraar aan de RUG, diensthoofd van de Universitaire Verloskundige Kliniek. 
In de gloednieuwe materniteit van het UZ Gent boog hij de verloskunde om van een manueel vak met handgrepen en maneuvers tot een wetenschap met echografie, foetale monitoring, inductie van de baring: technieken waar hij zijn medewerkers alle ruimte gaf. Het opbouwen van de Universitaire Verloskundige Kliniek en de zorg voor zijn patiënten waren zijn levenswerk. 
Als tweede helft van een tweeling stond hij mede aan de wieg van het “Oost-Vlaams Meerlingenregister” dat reeds 50 jaar een unieke database vormt voor genetici. 
18
19 
Waar dokter Peeters experimenteerde met “de pil” ging Michel Thiery het IUD-principe bestuderen en waar de connectie Gent-Turnhout gefaald had bij de pil werd ze een eclatant succes voor het IUD dank zij Dr. Harry Van der Pas die de spilfiguur werd in de studiegroep. Een stroom publicaties en mededelingen volgden en de gebruikte studiemethode wordt nog steeds als standaard aanzien. 
Na zijn emeritaat ging Michel Thiery de geschiedkundige toer op: zijn “eponiemen”, korte geschriften over belangrijke figuren uit de geneeskunde gaven namen ook een gezicht. Jarenlang was hij de drijvende kracht achter het Museum voor de Geschiedenis van de Geneeskunde aan de Universiteit van Gent. 
Zijn oud-leerlingen zijn gelukkig hem bij zijn 90e verjaardag hun dank en waardering te betuigen.
Het Meduceum werd op 28 november 2012 als vereniging zonder winstoogmerk opgericht. Het museum stelt zich tot doel de medisch- wetenschappelijke en historische kennis te bevorderen, zowel ten behoeve van een algemeen als van een gespecialiseerd publiek. 
Dit Medisch Educatief Museum is gelegen naast De Warande. Het geeft een overzicht van de lokale gezondheidszorg in de 20ste eeuw via de collectie van zuster Alena van het vroegere St Elisabeth ziekenhuis en een rijke verzameling persoonlijke stukken van Dr Paul Janssen. 
Verantwoordelijke uitgever: Dr. Dirk Janssens 
Gynaecologische Dienst - Steenweg op Zevendonk,46 
B-2300 Turnhout (drg.janssens@skynet.be)

More Related Content

Similar to Symposium_Mi-Th_SYLLABUS_2014-11-18_v02_PRINT

Programma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maartProgramma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maartDebbie Schuurmans
 
Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014
Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014
Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014Wendy Oldenmenger
 
Medzine immuno-oncology
Medzine immuno-oncologyMedzine immuno-oncology
Medzine immuno-oncologyAnke Vermeulen
 
Curriculum vitae Nederlands.doc
Curriculum vitae Nederlands.docCurriculum vitae Nederlands.doc
Curriculum vitae Nederlands.docalfred janssen
 
Mijn Grootste Wens
Mijn Grootste WensMijn Grootste Wens
Mijn Grootste Wensbeterhoren
 
Studium generale UCR lentelezingen
Studium generale UCR lentelezingenStudium generale UCR lentelezingen
Studium generale UCR lentelezingenArend Roos
 
Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloofEvolutie, wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloofAlfred Driessen
 
Medische Technologie
Medische TechnologieMedische Technologie
Medische TechnologieDennis Baffoe
 
2016-07 Interview Medisch Contact
2016-07 Interview Medisch Contact 2016-07 Interview Medisch Contact
2016-07 Interview Medisch Contact Alain van Gool
 
Apmas het boekje
Apmas het boekjeApmas het boekje
Apmas het boekjebeterhoren
 
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloofEvolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloofAlfred Driessen
 
Programma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maartProgramma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maartDebbie Schuurmans
 
Programma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maartProgramma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maartDebbie Schuurmans
 
Programma toelichting vrijdag 9 maart
Programma toelichting vrijdag 9 maartProgramma toelichting vrijdag 9 maart
Programma toelichting vrijdag 9 maartDebbie Schuurmans
 

Similar to Symposium_Mi-Th_SYLLABUS_2014-11-18_v02_PRINT (20)

Programma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maartProgramma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maart
 
Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014
Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014
Verpleegkundig Jaarboek 2010-2014
 
Medzine immuno-oncology
Medzine immuno-oncologyMedzine immuno-oncology
Medzine immuno-oncology
 
Curriculum vitae Nederlands.doc
Curriculum vitae Nederlands.docCurriculum vitae Nederlands.doc
Curriculum vitae Nederlands.doc
 
Dsmwetenschap
DsmwetenschapDsmwetenschap
Dsmwetenschap
 
Mijn Grootste Wens
Mijn Grootste WensMijn Grootste Wens
Mijn Grootste Wens
 
arts en auto
arts en autoarts en auto
arts en auto
 
Debat 'slow science'
Debat 'slow science'Debat 'slow science'
Debat 'slow science'
 
Studium generale UCR lentelezingen
Studium generale UCR lentelezingenStudium generale UCR lentelezingen
Studium generale UCR lentelezingen
 
Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloofEvolutie, wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie, wetenschappelijk model of seculier geloof
 
Medische Technologie
Medische TechnologieMedische Technologie
Medische Technologie
 
willem
willemwillem
willem
 
Dementie en ik
Dementie en ikDementie en ik
Dementie en ik
 
2016-07 Interview Medisch Contact
2016-07 Interview Medisch Contact 2016-07 Interview Medisch Contact
2016-07 Interview Medisch Contact
 
Apmas het boekje
Apmas het boekjeApmas het boekje
Apmas het boekje
 
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloofEvolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof
Evolutie: wetenschappelijk model of seculier geloof
 
Boek evolutie
Boek evolutieBoek evolutie
Boek evolutie
 
Programma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maartProgramma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maart
 
Programma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maartProgramma toelichting vrijdag 9maart
Programma toelichting vrijdag 9maart
 
Programma toelichting vrijdag 9 maart
Programma toelichting vrijdag 9 maartProgramma toelichting vrijdag 9 maart
Programma toelichting vrijdag 9 maart
 

Symposium_Mi-Th_SYLLABUS_2014-11-18_v02_PRINT

  • 1. ‘Geschiedenis van de Anticonceptie in Vlaanderen’ Mi-Th 90 symposium Zaterdag 22 november 2014 de Warande, Turnhout Naar aanleiding van de 90ste verjaardag van prof. em. dr. Michel Thiery onder de auspiciën van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ingericht door vzw Meduceum, Turnhout
  • 2. Woord vooraf/ p.4 Programma / p.7 Karl van den Broeck / p8-9 Robrecht Van Hee/ p.10-11 Jean-Jacques Amy/ p.12-13 Paul Defoort/ p.14-15 Steven Weyers/ p.16-17 Hendrik Van Kets/ p.18-19 Inhoud 2
  • 3. PROF. EM. DR. M.THIERY Hoogleraar verloskunde UGent, 1963 – 1989
  • 4. Prof. em. dr. Marc Dhont (UGent) Woord Vooraf Professor emeritus Michel Thiery is onlangs 90 jaar geworden. Een goede gelegenheid om hem te huldigen en zijn verdiensten op het vlak van de ontwikkeling en verspreiding van de moderne anticonceptiemiddelen in Vlaanderen in herinnering te brengen. Sommigen zullen zich afvragen waarom deze hulde in Turnhout wordt georganiseerd, want Michel Thiery is geboren en getogen in Gent waar hij in het laatste kwart van de 20e eeuw de leerstoel van verloskunde heeft bekleed aan de Gentse Universiteit. Het initiatief gaat uit van dr. Dirk Janssens, een oud-leerling van prof. Michel Thiery en gewezen gynaecoloog in Turnhout. Dit is echter niet de reden. Een aantal Turnhoutse gynaecologen hebben een voorname rol gespeeld in de geschiedenis van de anticonceptie in Vlaanderen. Te beginnen met dr. Nand Peeters die een pionier is geweest in de ontwikkeling van de ‘pil’. Dankzij het speurwerk van Karl van den Broeck, journalist, is hij hiervoor postuum onlangs als een van de tien belangrijkste Vlaamse uitvinders genomineerd. In de jaren 70 van de vorige eeuw is er echter een zeer vruchtbare samenwerking ontstaan tussen Dr. Harry Van der Pas en Michel Thiery en zijn medewerkers voor de evaluatie en verspreiding van diverse vormen van intra-uteriene anticonceptie. Dit is de belangrijkste reden waarom collega Janssens, die zelf ook actief betrokken was en is in de studie van de intra-uteriene anticonceptie, deze viering heeft georganiseerd in Turnhout, waarvoor onze dank en erkentelijkheid. De sprekers die vandaag het woord zullen voeren zijn op de een of andere manier verbonden met de jubilaris en de onderwerpen die zij behandelen sluiten aan bij zijn professionele interesse. De meeste hebben gewerkt onder de leiding van prof. Thiery en zijn ondertussen zelf emeriti geworden. 4
  • 5. 5 De rol die dr. Nand Peeters heeft gespeeld in de ontwikkeling van de eerste orale anticonceptiepil in Europa zal worden toegelicht door Karl van den Broeck. Behalve zijn baanbrekend werk op het gebied van de verloskunde en anticonceptie heeft prof. Michel Thiery steeds een grote interesse betoond voor de geschiedenis van de geneeskunde. Getuige hiervan zijn de uitgebreide collectie van historische boeken die hij heeft verzameld in de Universitaire Vrouwenkliniek van Gent, zijn jarenlange vaste bijdrage in het Tijdschrift voor Geneeskunde over eponiemen in de geneeskunde en zijn rol in de oprichting van het geneeskundig museum in het Pand te Gent. Wie beter dan Prof. Bob Van Hee kan het belang van de geschiedenis van de geneeskunde toelichten. Ik beaam volmondig zijn stelling dat de geschiedenis van de geneeskunde onvoldoende tot zijn recht komt in de opleiding van de hedendaagse artsen. Prof. Jean-Jacques Amy is ons allen bekend omwille van zijn strijd voor het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw, onder meer op het vlak van geboorteregeling. Vooraleer hij werd benoemd tot hoogleraar gynaecologie en verloskunde aan de Vrije Universiteit van Brussel is hij gedurende enkele jaren staflid geweest in de Gentse Vrouwenkliniek onder de leiding van Prof. M. Thiery. Zijn compromisloze rechtlijnigheid in de strijd voor mensenrechten heeft hem soms in botsing gebracht met zijn professor, een confrontatie die onvermijdelijk is tussen twee sterke karakters. De link met deze viering is echter zijn expertise op gebied van anticonceptie. Prof. Amy is jarenlang en tot voor kort hoofdredacteur geweest van de European Journal of Contraception and Reproductive Health Care. Hij mag er met recht en reden prat op gaan dat onder zijn leiding de impact van deze Journal sterk gestegen is. Velen kennen Prof. em. Paul Defoort als de expert van de verloskundige echografie in Vlaanderen. Maar hij deelt met Prof. M. Thiery zijn interesse voor en kennis van de geschiedenis in het algemeen en die van de geneeskunde in het bijzonder. Hij heeft trouwens de fakkel overgenomen in het beheer van het geschiedkundig museum in het Pand.
  • 6. Als naaste medewerker van prof. Thiery heeft hij ook de ontwikkeling van anticonceptie van nabij meegemaakt. Samen met dr. Dirk Janssens heeft hij onlangs een zeer lezenswaardig artikel gepubliceerd in het Tijdschrift voor Geneeskunde over ‘De Kempische pioniersjaren van het spiraaltje’ (Tijdschr. Voor Geneeskunde 2014;10:577-588). Hierin belicht hij onder andere de rol van Prof. Thiery en zijn medewerkers in de ontwikkeling van de intra-uteriene anticonceptie in hechte samenwerking met EuReCa, de Turnhoutse vzw, die 15 jaar lang actief was van 1971 tot aan het emeritaat van “the pioneer in the development of contraceptive methods”, in 1989. Om de actuele stand van zaken en de toekomst van anticonceptie toe te lichten doen we een beroep op Prof. Steven Weyers. Hij is sinds enkele jaren diensthoofd gynaecologie en verloskunde van de Gentse Universiteit. In die functie is hij de vierde generatie na prof. Thiery, ikzelf en Prof. Marleen Temmerman. Zijn interesse in anticonceptie zet de traditie van zijn voorgangers verder. Hij behoort tot de Board van de European Society of Contraception en houdt derhalve de vinger aan de pols betreffende de ontwikkelingen op gebied van anticonceptie. Ten slotte zal Prof. em. Henri Van Kets zijn visie op Michel Thiery als mens schetsen. Hij heeft zeer actief meegewerkt aan de studies over intra-uteriene anticonceptie, wat uiteindelijk heeft geleid tot zijn doctoraatsthesis. Maar als een van zijn eerste assistenten is hij beter dan wie ook geplaatst om een profiel van prof. Thiery als mens te schetsen. 6
  • 7. 7 Programma 10.00 u. Ontvangst en registratie 10.30 u. Verwelkoming door de voorzitter van het symposium Prof. em. dr. Marc Dhont (Gent) Karl van den Broeck (Turnhout - Brussel) : ‘De avonturen van Kuifje in Anticonceptieland’ Prof. dr. Robrecht Van Hee (Antwerpen) : ‘Medische geschiedenis: een apart vakgebied voor studenten en adepten’ Prof. em. dr. Jean-Jacques Amy (Brussel) : ‘Geschiedenis van de anticonceptie’ Prof. em. dr. Paul Defoort (Gent) : ‘Michel Thiery, de voortrekker van anticonceptie’ Prof. dr. Steven Weyers (Gent): ‘Actuele en toekomstige anticonceptie in Vlaanderen’ Prof. em. dr. Hendrik Van Kets (Gent) : ‘Michel Thiery, de mens’ 12.30 u. Feestelijke receptie 13.30 u. Bezoek aan het ‘Meduceum’ onder begeleiding van gidsen 15.00 u. Einde van het programma
  • 8. 8 ‘De avonturen van Kuifje in Anticonceptieland’ Karl van den Broeck (Turnhout - Brussel) In 2009 begon journalist Karl van den Broeck aan een onderzoek naar de bijdrage van dokter Ferdinand Peeters tot de ontwikkeling van de anticonceptiepil. Dat mondde uit in vulgariserende en wetenschappelijke publicaties. Daarbij werd duidelijk dat de mechanismen die werkzaam zijn in de media en de wetenschapscommunicatie niet dezelfde zijn. Of een artikel , documentaire of non-fictieboek bij het brede publiek weerklank krijgt, hangt vooral af van de ‘nieuwswaarde’. Maar wat is ‘nieuws’? Voor een wetenschapper is het niet evident om te spreken over ‘de vader van de pil’, bijvoorbeeld. Niet wanneer men het over Ferdinand Peeters heeft, maar zelfs niet wanneer het over Gregory Pincus gaat. De late erkenning van François Englert is in dit verband exemplarisch. ‘Nieuws’ in een wetenschappelijke context betekent iets anders dan op de voorpagina van een krant. Wanneer een onderzoeker een stap zet in de richting van een betere behandeling van kanker, is het moeilijk uit te leggen waarom dat niet meteen resulteert in een klinisch bruikbaar medicijn. En dat die onderzoeker voortbouwt op onderzoeksresultaten van andere collega’s, past vaak niet in het romantische plaatje van het ‘eenzame genie’. Journalisten maken van elke onderzoeker maar al te graag een professor Barabas. Zo vertoont wetenschapsjournalistiek soms dezelfde trekjes als sportjournalistiek. Er moeten altijd winnaars en verliezers zijn. Die frustraties leiden ertoe dat de kloof tussen wetenschap en journalistiek erg groot is geworden. En dat is erg gevaarlijk. Als de wetenschap haar werk niet op een integere manier maatschappelijk kan valoriseren, dreigt het draagvlak voor de ondersteuning van het (vrij) onderzoek af te kalven. De wetenschap heeft er dus alle baat bij om te blijven zoeken naar manieren om – met zin voor nuance – de bevindingen op een toegankelijke, maar correctie manier in de pers te krijgen. Daarbij biedt nauwe samenwerking tussen onderzoeksjournalistiek en wetenschappelijke onderzoekers, grote kansen. Hoofdredacteur Apache.be - Auteur van “De echte vader van de pil”
  • 9. 9 Tijdens zijn onderzoek naar ‘de echte vader van de pil’ heeft Karl van den Broeck vaak op het randje gebalanceerd, maar toch kwam hij nooit ‘aan de andere kant van de waarheid’ terecht. Zijn boek bewaart het evenwicht tussen een vlot leesbaar ‘verhaal’ en een vulgariserend wetenschappelijk werk. Ook in de wetenschappelijke wereld hebben externe factoren invloed op het werk van onderzoekers. Net zoals in de journalistiek spelen daarbij financiële redenen mee. Een boek dat niet verkoopt raakt niet uitgegeven. Een onderzoek dat geen fondsen oplevert voor de onderzoeker, maakt steeds minder kans. De economische logica is nochtans niet de logica van de wetenschap of van de journalistiek. Journalisten en wetenschappers kampen met dezelfde uitdagingen: ze moeten waken over hun integriteit. In dienst van de waarheid. Hoe ouderwets dat ook klinkt.
  • 10. ‘Medische geschiedenis: een apart vakgebied voor studenten en adepten’ Prof. dr. Robrecht (Bob) Van Hee (Antwerpen) Emer. professor Heelkunde en Medische Geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen. Medische geschiedenis is een achtergebleven vakgebied in de opleiding tot arts of historicus. Het vakgebied omvat vier grote deelgebieden. Centraal staat de patiënt, de gekwetste, de waanzinnige, de gehandicapte, kortom de zieke. Daarom heen bevinden zich drie polen: respectievelijk de arts die behandelt, de aandoening waaraan de patiënt lijdt, en de samenleving waarin de zieke op een bepaald moment van de geschiedenis leeft en ziek wordt. De medische geschiedenis kan zich richten op één dezer 4 deelgebieden. Van alle 4 zijn door de eeuwen heen vele historiografische voorbeelden te noemen. Een tweede belangrijk thema betreft de doelgroep, tot wie de medische geschiedschrijving zich richt. Zowel artsen als historici hebben zich in het verleden hiermee bezig gehouden. Van beide beroepscategorieën zijn uitstekende voorbeelden voorhanden, doch voor de noodzakelijke kennis van beide deelgebieden is (bij)scholing hetzij in de geschiedenis, hetzij in de geneeskunde een absolute noodzaak. De technieken, die daarbij worden gebruikt, omvatten in het ene geval (bij artsen) het onderzoek naar historische bronnen, het gebruik van historische kritiek en van aangepaste referentiemethoden, in het andere geval (bij historici) het vergaren van kennis in de basisbeginselen van de menselijke structuur, ziekteleer en behandelingsmethoden. 10
  • 11. 11 Dergelijke scholing kan verkregen worden aan de universiteiten, wanneer men zich richt tot jongeren die een beroepsopleiding krijgen, ofwel via bijscholingscursussen, georganiseerd door experten in daartoe bevoegde instellingen, wanneer men zich meer tot volwassenen of ouderen richt. Deze opleidingen, zowel universitair als via nascholingen, vinden plaats in de ons omringende landen, doch zijn zeer armoedig bedeeld in ons Vlaamse land. Onze Vlaamse overheid heeft zich in het verleden vooral bekommerd om (bio)ethische vraagstukken, als abortus, euthanasie e.d. Toch werd meermaals aangetoond dat kennis van de evolutie in het medisch denken onontbeerlijk is voor een adequaat begrip van de huidige gezondheidszorg, met inbegrip van de daarbij horende ethische aspecten. De huidige oriëntering van het curriculum van medisch studenten naar intensere communicatie met patiënt, collega of maatschappelijk werkers, naar betere zorg voor ouderen, gehandicapten of kinderen, kan maar succesvol zijn wanneer de student kennis krijgt van de historische achtergronden waarop deze zorg steunt. Het vakgebied ‘Medische Geschiedenis’ maakt dan ook in Angelsaksische landen deel uit van een breder geheel, meestal omschreven als ‘Medical Humanities’, waarbij de nadruk gelegd wordt op de intieme verwevenheid tussen de geschiedenis van de zorg, bepaalde kunstvormen die met gezondheid en ziekte van individuen te maken heeft, alsmede met door eeuwen heen ontwikkelde technieken van ‘humane’ benadering van zieken en zorgbehoevenden. Beleidsverantwoordelijken zouden moeten overtuigd raken van het belang van een dergelijke verplichte opleiding voor artsen en historici.
  • 12. ‘Geschiedenis van de anticonceptie’ Prof. em. dr. Jean-Jacques Amy (Brussel) Op verscheidene tijdstippen en onder verschillende regerings- bestellen was de beheersing van de fertiliteit een essentiële bekommernis. Een eerste vereiste kon de controle van de bevolkingsgroei zijn; dan was er de wens om seksueel genot van de voortplanting af te zonderen; uiteindelijk, bestond de wens of de verplichting om - wegens financiële of andere redenen - het aantal nakomelingen te beperken. Kindermoord en het te vondeling leggen van het kind werden tot in de 19de eeuw regelmatig toegepast. De frequentie waarmede abortus werd verricht was in een eerste tijd door de beschikbaarheid van de geëigende middelen bepaald. In Europa en Noord-Amerika vond zwangerschapsafbreking slechts op grote schaal plaats ná het ontstaan van een stedelijk proletariaat. Voortaan werd voor anticonceptie een beroep gedaan op onderbroken gemeenschap en, in geval van faling, ging men over tot een vruchtafdrijving. Het gezamenlijk aanwenden van deze twee methodes bracht de geleidelijke daling van het geboortecijfer teweeg die in geïndustrialiseerde landen tussen 1850 en 1950 werd waargenomen, lang vóór zeer doeltreffende anticonceptiva voorhanden waren. Gedurende de 19de eeuw publiceerden aanhangers van het neomalthusianisme vlugschriften over geboorteregeling. Deze laatste beschouwden zij als een revolutionair wapen dat de armen zou toelaten zich aan een dwang te onttrekken; de vrouw een vrijheid zou schenken die zij nooit had gekend; het paar een middel zou geven om niet langer zonen te verwekken die als kanonnenvoer zouden dienen. De middelen die werden voorgesteld waren niet meer onthouding maar de onbeperkte toepassing van de seksualiteit, het gebruik op een verantwoorde wijze van anticonceptiva en het verrichten van abortus in hygiënische omstandigheden. 12
  • 13. 13 De eerste raadpleging voor geboorteregeling werd op initiatief van Aletta Jacobs in 1882 in Nederland geopend. Margaret Sanger, die een gelijkaardig consultatiebureau in Brooklyn uit de grond had gestampt, werd hiervoor in 1916 tot een maand gevangenisstraf veroordeeld. Iedere vooruitgang die zich in het domein van de geboorteregeling heeft voorgedaan was het resultaat van een strijd gevoerd door enkele idealisten die bereid waren het door de Kerk uitgevaardigde verbod, de restrictieve wetgeving en het besluitvaardige verzet van het medisch college te trotseren. Het recht op verantwoord ouderschap werd niet zonder geweld afgedwongen. Deze evolutie heeft in de eerste plaats de vrouw voordeel gebracht; zij vertegenwoordigde een mijlpaal in haar broodnodige maatschappelijke ontvoogding.
  • 14. ‘Michel Thiery, de voortrekker van anticonceptie’ Prof. em. dr. Paul Defoort (Gent) Prof. M. Thiery groeide op in een milieu met een brede sociale en intellectuele belangstelling dat zijn interesse in de biologie al vroeg stimuleerde. Zijn inzicht in het belang van de voortplantingsbiologie en geboorteregeling deed hem opteren voor de geneeskunde. Het was de tijd waarin de anticonceptieve mogelijkheden nog beperkt waren tot “natuurlijke” en barrièremethodes, gepropageerd in een bijna clandestiene sfeer door pioniers zoals Mary Stopes. Het inzicht in de cyclus door Ogino en Knaus was pas verworven, Schering te Berlijn begon de eerste syntheses van geslachtshormonen, en pioniers zoals Gräfenberg trachtten tegen veel tegenkanting in het IUD te introduceren. Aldous Huxley betoogde op het einde van de jaren ’40 in zijn “Brave new world revisited” dat de overbevolking de mensheid in een onoverkomelijke circulus vitiosus zou brengen en geboorteregeling imperatief was, maar bij ons viel die alvast onder de wetgeving op obscene handelingen, om niet te spreken van de macht van de inertie van religieuze vooroordelen. Toen Michel Thiery als assistent “Geboorteregeling” als onderwerp voor een verplicht referaat koos, werd zijn conferentie slechts aangenomen op voorwaarde dat hij die achter gesloten deuren zou houden. Na een opleiding aan de UGent en in de States, werd Michel Thiery in 1963, hoewel zijn belangstelling vooral uitging naar reproductieve biologie en gynaecologische oncologie, benoemd voor de leerstoel Verloskunde en directeur van de Verloskundige Kliniek in het nieuwe Gentse Universitair Ziekenhuis. Hoewel hij voortaan heel veel werk zou verrichten op het gebied van de perinatologie, o.m. inzake de introductie van tocolyse en de toepassing van prostaglandines in de verloskunde, bleef hij toch ook gefocust op de anticonceptie. Michel Thiery wist zich te omringen met een groep medewerkers en assistenten die eveneens langs deze lijnen dachten en anticonceptie leerden te zien als een integraal deel uitmakend van de zwangerschapsbegeleiding. Zo werden tijdens de zwangerschap en 14
  • 15. 15 postpartaal de gezinsplanning, geboortespreiding en de modus van anticonceptie pro-actief aangebracht en vertrokken de allermeeste jonge moeders uit de kraamkliniek met een contraceptivum. In dezelfde optiek werd de postpartum/postsectio insertie van het IUD toegepast, een methode die wegens vele vooroordelen niet algemeen kon doorbreken, maar die voor de derde (en vierde) wereld, waar de partus vaak het enige contact is met de zorgverstrekker, een beduidend verschil had kunnen maken. Naast talrijke preklinische studies met orale contraceptiva, was het vooral de intra-uteriene anticonceptie die de interesse van Michel Thiery genoot. Rond het samenwerkingsverband met Harry Van der Pas uit Turnhout, dat formeel bevestigd werd in het EuReCa project, waren meerdere gynaecologen betrokken in breed opgezette studies rond nieuwe IUD types en nieuwe toepassingen, waarbij de life-table analyse volgens Tietze en Lewit rigoureus werd toegepast. Michel Thiery werd daarmee een erkende internationale autoriteit in een netwerk met namen zoals Tietze, Sivin, Howard Tatum, Jack Lippes, Tapi Luukkainen, Willem Van Os en vele anderen binnen de IPPF (International Planned Parenthood Federation). Michel Thiery verspeidde ook zijn ideeën naar de lekenwereld, zoals in voorlichtingsprogramma’s met “leading lady” Paula Semer, die wel met vele waarschuwingen vooraf voor de de gevoelige kijker, pas veilig na het laatavondjournaal op antenne gingen, maar toch controverse uitlokten, soms in de vorm van geschokte tot ronduit potsierlijke lezersbrieven. Tot de beroepswereld richtte Michel Thiery zich op baanbrekende nationale en internationale congressen, maar vooral door zijn in 1971 verschenen boek “Anticonceptie”, dat in een heldere en toegankelijke taal voor het eerst in onze regio de hele materie overzag. Het boek moest wel onder een valse omslag van de drukker uit Nederland in ons land binnengesmokkeld worden, want anno 1971 “obscene literatuur”! Daarnaast was Michel Thiery ook de bezielende co-auteur van het “Fertiliteitsinformatorium”, uitgegeven in mappen waarvan de katernen steeds ge-updated werden en de meest actuele informatie verouderde data konden vervangen. Reden te over waarom, bij het emeritaat van Michel Thiery, het huldeboek met als editeurs Harry Van der Pas en Thom Dieben gewijd was aan de “State of the Art of the IUD”, en de Vlaamse Vereniging voor Ob- stetrie en Gynaecologie (VVOG) het erelidmaatschap ad vitam van Michel Thiery motiveerde om zijn “promotie van de anticonceptie in Vlaanderen”.
  • 16. 16 ‘Actuele en toekomstige anticonceptie in Vlaanderen’ Prof. dr. Steven Weyers (Gent) De pil blijft op dit moment in Vlaanderen nog steeds de populairste vorm van anticonceptie. Heel recente cijfers zijn niet beschikbaar, maar in 2010 was de pil in België verantwoordelijk voor meer dan 12 miljoen pilcycli (min of meer status quo sinds 2000), de ring en de POP’s waren elk verantwoordelijk voor 600.000 cycli terwijl het LNG-IUS in 2010 goed was voor ongeveer 3 miljoen cycli (drievoudige tov 2000). Verschillende studies hebben aangetoond dat ‘tailoring’ van anticonceptie, tezamen met counseling, de efficaciteit sterk ten goede komt. Het gamma aan anticonceptiva is de voorbije decennia dermate uitgebreid dat er tegenwoordig nagenoeg voor elke vrouw een perfect passende vorm van reversibele anticonceptie kan worden gevonden. Op het vlak van gecombineerde hormonale contraceptiva hebben we de voorbije jaren de introductie van de pillen met natuurlijk oestrogeen gezien. Behalve minder bijwerkingen (zoals hoofdpijn, mastodynie, ….) zouden dergelijke preparaten ook minder invloed hebben op de stollingseiwitten met als gevolg minder negatieve cardiovasculaire effecten en minder risico op thrombose. De toekomst zal moeten uitwijzen of dit inderdaad het geval is. Een andere belangrijke evolutie van het voorbije decennia is de introductie van de niet-orale gecombineerde hormonale contraceptiva (de pleister en de ring). Ook op dat vlak verwachten we de komende jaren nog aanpassingen, oa een ring met een natuurlijk oestrogeen zit in de pipeline.
  • 17. 17 Het LNG-IUS (Mirena®) heeft zonder twijfel de grootste revolutie in de contraceptiva teweeg gebracht sinds de introductie van de pil nu iets meer dan 50 jaar terug. Sinds dit jaar is er een model op de markt dat niet alleen fysiek wat kleiner is maar ook een stuk minder levonorgestrel afgeeft (Jaydess®). Mogelijke voordelen van dit type LNG-IUS zijn dat het device eventueel iets beter past in het cavum van nulliparae en dat er minder progesteron-gerelateerde bijwerkingen (zoals acné, amenorroe) kan verwacht worden. Op het vlak van intra-uteriene anticonceptie kunnen we de komende jaren verdere evolutie verwachten. Zo wordt het meer en meer duidelijk dat de vorm en grootte van het cavum uteri een belangrijke impact heeft op eventuele bijwerkingen en ongemakken van het IUD (bloedingsproblemen, pijn, …). Om hieraan tegemoet te komen werd ruim 20 jaar geleden het frameless spiraaltje Gynefix® ontwikkeld. Recent bracht het Belgisch bedrijf Mithra een eigen LNG-IUS (Levosert®) op de markt. Dit IUS heeft een iets flexibeler skelet wat theoretisch ook op het vlak van deze ongemakken een verschil zou kunnen maken. Voor wat de permanente anticonceptie betreft is de introductie van de methode van hysteroscopische sterilisatie (Essure, Adiana, …) zeker nog het vermelden waard. Het voordeel van een dergelijke sterilisatiemethode is zonder meer het minimaal invasieve karakter ervan, nadeel is dan weer dat dit een echt onomkeerbare methode betreft. In deze presentatie zullen de belangrijkste evoluties in anticonceptie van de voorbije decennia worden besproken, bovendien zullen ook producten die op dit moment in de pipeline zitten de revue passeren.
  • 18. Professor Michel Thiery, veelzijdig maar vooral geneesheer Prof. em. dr. Hendrik Van Kets (Gent) Als Michel Thiery in Turnhout gevierd wordt is het moeilijk de vergelijking met dokter Nand Peeters uit de weg te gaan: twee bevlogen geneesheren met interesse in familieplanning. Beiden waren overtuigd dat een onbeperkte voortplanting geen zegen voor de mensheid was. Waar een biografie van dokter Peeters jaren van onderzoeksjournalistiek vergde, ligt het leven en werk van professor Thiery zo voor het grijpen in zijn lijst met congressen en publicaties. Michel Thiery werd geboren op een vrijdag 13e maar dit omen belette niet om van zijn leven een succesverhaal te maken: studies in de USA, een aggregaat hoger onderwijs, aanstelling tot hoogleraar aan de RUG, diensthoofd van de Universitaire Verloskundige Kliniek. In de gloednieuwe materniteit van het UZ Gent boog hij de verloskunde om van een manueel vak met handgrepen en maneuvers tot een wetenschap met echografie, foetale monitoring, inductie van de baring: technieken waar hij zijn medewerkers alle ruimte gaf. Het opbouwen van de Universitaire Verloskundige Kliniek en de zorg voor zijn patiënten waren zijn levenswerk. Als tweede helft van een tweeling stond hij mede aan de wieg van het “Oost-Vlaams Meerlingenregister” dat reeds 50 jaar een unieke database vormt voor genetici. 18
  • 19. 19 Waar dokter Peeters experimenteerde met “de pil” ging Michel Thiery het IUD-principe bestuderen en waar de connectie Gent-Turnhout gefaald had bij de pil werd ze een eclatant succes voor het IUD dank zij Dr. Harry Van der Pas die de spilfiguur werd in de studiegroep. Een stroom publicaties en mededelingen volgden en de gebruikte studiemethode wordt nog steeds als standaard aanzien. Na zijn emeritaat ging Michel Thiery de geschiedkundige toer op: zijn “eponiemen”, korte geschriften over belangrijke figuren uit de geneeskunde gaven namen ook een gezicht. Jarenlang was hij de drijvende kracht achter het Museum voor de Geschiedenis van de Geneeskunde aan de Universiteit van Gent. Zijn oud-leerlingen zijn gelukkig hem bij zijn 90e verjaardag hun dank en waardering te betuigen.
  • 20. Het Meduceum werd op 28 november 2012 als vereniging zonder winstoogmerk opgericht. Het museum stelt zich tot doel de medisch- wetenschappelijke en historische kennis te bevorderen, zowel ten behoeve van een algemeen als van een gespecialiseerd publiek. Dit Medisch Educatief Museum is gelegen naast De Warande. Het geeft een overzicht van de lokale gezondheidszorg in de 20ste eeuw via de collectie van zuster Alena van het vroegere St Elisabeth ziekenhuis en een rijke verzameling persoonlijke stukken van Dr Paul Janssen. Verantwoordelijke uitgever: Dr. Dirk Janssens Gynaecologische Dienst - Steenweg op Zevendonk,46 B-2300 Turnhout (drg.janssens@skynet.be)