SlideShare a Scribd company logo
Opsporen en inschatten van
aantasting door insecten:
online vragenuurtje op 7
juli
Schema Herstelproces
Toegepast op werking MOWA
1. Analyse: conditiecontrole
2. Diagnose, prognose:
actief – niet-actief?
Toename schade?
> risico’s op verdere
inschatten
3. Therapie: onderhoud,
herstel, restauratie,
bestrijding…
4. Controle: herinspectie
Toegepast op houten balken
 Stap 1a: analyse stabiliteit / mechanische schade
 Stap 1b: analyse of opsporen biologische aantasting
(type insecten en schimmels = determinatie)
 Stap 2: bepalen van de ernst van schade = diagnose
eventueel ook prognose = inschatten van hoe de schade
zal evalueren
 Stap 3: therapie = keuze tussen herstel / bestrijden /
vervanging,…
Onderhoudsfiches
Onderhoudsfiches
Ongedierte en Schimmel
 Insectenbeheersing in vijf stappen
 Insecten bestrijden met vloeibare insecticiden
 Insecten bestrijden met anoxie (zuurstofarme omgeving)
 Insecten bestrijden door vriezen
 Plakvallen: Houtborende insecten
 Detectiepapier: Houtborende insecten
Zie ook: www.monumentenwacht.be
Vaststelling schade
 Tijdens inspecties wordt er haast altijd schade door
houtaantasters vastgesteld en gerapporteerd.
 Niet meteen bestrijden: doorgaans zijn het milde of
langzame schadeprocessen (de intensiteit: laag en
de frequentie: onregelmatig)
 Tip: niet meteen handelen, maar verder (laten)
onderzoeken, opsporen
 Uitzondering: bij felle aantasting of aantasting in
combinatie met zwamaantasting is structureel herstel
of vervanging nodig.
Focus op houtaantasters
Sporen en schade: Indicatoren (Parameters)
1. Houtsoort: hulpmiddel om insectensoort te herkennen
2. Onderscheiden van kern- en spinthout: van belang om
therapie te bepalen
3. Uitvliegopeningen, schade: type (rond- ovaal) - ouderdom
4. Boormeel: type - ouderdom of vervuiling
5. Insecten: soorten / levend - dood
vooral ook de hoeveelheid / aantal insecten
Houtaantasters
Anobium punctatum
kleine houtworm / klopkever
Xestobium rufovillosum
grote houtworm / klopkever
Hylotrupes bajulus
huisboktor
© KBIN
© KBIN
© KBIN
Houtaantasters: larven
Anobium punctatum
kleine houtworm
lengte: 2 mm
Xestobium rufovillosum
grote houtworm / klopkever
lengte: 4 mm
Hylotrupes bajulus
huisboktor
lengte: 20 mm
Anobium punctatum: kleine houtworm
 Uitvliegopeningen: rond, 1 tot 2 mm diameter
 Meest voorkomende keversoort
 Vaak zeer oppervlakkige schade aan constructiehout
 Heel vaak oude, niet actieve aantasting
 Bij zachthouten voorwerpen (bv. beelden) kan zware ‘vermolming’
voorkomen: hout gaat er als een spons uitzien.
Anobium punctatum: kleine houtworm
 Verkiest vochtige ruimtes en vochtig hout.
 Sterke voorkeur voor vochtig hout (≠ rot hout)
 Vooral laagste zone’s in bv. kasten
Anobium punctatum: kleine houtworm
 Links: mand in wilgenhout (jonge twijgen)
 Rechts: kleine niet waardevolle objecten kunnen ook
aangetast zijn
 Let op met jong hout: takken, brandhout,…
Anobium punctatum: kleine houtworm
 Kerkstoelen in beukenhout: check ze best stuk voor stuk
 Ook ‘nieuwe’ stoelen zijn vatbaar
Xestobium rufovillosum: grote houtworm
 Uitvliegopeningen: rond 2 tot 4 mm
 Steeds in eikenhout dat reeds verzwakt is door schimmel,
die hoeft niet actief of zichtbaar te zijn /
 De meeste schade dus eerder door de schimmel
 Kan hierdoor ook kernhout van eiken aantasten
Xestobium rufovillosum: grote houtworm
 Risico-locaties: vochtig hout tegen muren en vloeren:
plinten, lambriseringen, balkkoppen
 Vaak ter plaatse van (oude) lekken in daken en goten
 Vaak lokale aantastingen ≠ verspreide aantastingen
 Moeilijk te bestrijden
Hylotrupes bajulus: Huisboktor
 Enkel in het spinthout van naaldhout! Dus
niet in het kernhout.
 Vaak oude niet meer actieve aantastingen!
 Enkel in jong hout!
 Hout ouder dan 80 jaar bevat onvoldoende
voedingsstoffen
 Let op: dus ook vaak onnodige
bestrijdingen
Hylotrupes bajulus: Huisboktor
 Ovale uitvliegopeningen : 6 tot 12 mm
 Hier wellicht actieve aantasting: zeer lichte kleur van het boormeel
Hylotrupes bajulus: Huisboktor
 Vaak scheuren in de vezelrichting van het houtoppervlak
 De met boormeel gevulde gangen gaan opzwellen of openscheuren
 Hier oud boormeel: oranje kleur
Hylotrupes bajulus: Huisboktor
 Links een balk die zgn. ‘afgebijld’ is: waarbij deel van het
spinthout is verwijderd / ook een houten deuvel te zien: spoor
waarbij werd geïnjecteerd in het hout.
 Het aanwezige boormeel zit vast, is donker, aaneengeklit
 Veroorzaakt verwarring omdat de toestand er beschadigd uitziet
Hylotrupes bajulus: Huisboktor
 Bij jong naaldhout of naaldhout met veel spinthout, kan een
aantasting voor problemen zorgen.
 Links: een bebording waarbij leien kunnen afzakken:
maar doorgaans blijft de schade beperkt
Bestrijding: welke methode?
Keuze wordt best bepaald door :
 de conditie van het materiaal (vervanging – herstel?)
 het type insect
 de samenstelling van het object (≠ materialen)
 de erfgoedwaarde van het object
 de mogelijkheid tot demontage, vervoer
> Kies niet enkel voor doeltreffendheid
Bestrijding? Kleine houtworm
 Voorkom een vochtig klimaat!
 Bij constructiehout is bestrijding doorgaans niet nodig
 Bij hout met dunne sectie en zonder afwerklaag kan
insecticide werkzaam zijn: veel oppervlakte en klein volume
 Voorwerpen met hoge erfgoedwaarde en afwerklaag
(beelden): warme lucht, anoxie, stikstof, CO2,
 (Gifgas Methylbromide (MBr) is al geruime tijd verboden)
Bestrijding? Grote houtworm
 Los eerst het vochtprobleem op!
 Vervanging van balkkoppen kan noodzakelijk zijn, dit kan
door nieuw hout of polymeerchemisch (epoxyhars en
glasvezelwapening - eventueel met houten bekisting)
 Injecties in eikenhout werken enkel lokaal rondom:
wisselende resultaten (beperkt bereik – schade door het boren)
 Lage drukinjectie: meerdere kleine gaatjes en grotere
hoeveelheden insecticide (in Nederland meer toegepast)
 Oppervlaktebestrijding: helpt enkel bij voorwerpen met
klein volume en dus verhoudingsgewijs veel oppervlakte
 Warmtekamer: worden vaker toegepast / wisselend succes
 > Langdurig proces dat voor complexe zolders zelden
helemaal kan opgelost worden > onder controle houden
Bestrijding? Huisboktor
 Doordat de larven enkel in het jonge spinthout leven en
dicht tegen het houtoppervlak leven zijn
oppervlaktebestrijding (bestrijken of bespuiten) en/of
injectie wel zinvol
 Doorgaans zal een bestrijdingsfirma ook voorstellen om
het aangetaste hout te verwijderen: is vaak niet nodig
 Injecties in het kernhout zijn niet nodig
 Oudere balken met oude aantastingen: hebben geen
bestrijding nodig > papier kleven en verder controleren.
 Als het aandeel spinthout te groot is of het onderdeel
vervult zijn functie niet meer: is vervangen uiteraard
noodzakelijk
Bestrijding – meer weten?
 Houtaantasting: Bestrijding houtaantasting door insecten
en zwammen in historische gebouwen.
Uitvoeringsrichtlijn 5001 (URL 5001 - 2015)
https://www.stichtingerm.nl/kennis-richtlijnen/url5001
Stichting Erkende restauratiekwaliteit Monumentenzorg
Analyse – Oefening
 links: ornamenten op bv. portiekaltaren zijn vaak in
zachthout: boormeel is donker van kleur: kan daar al hele
tijd liggen – ook vaak vervuild met stof > geen goede
indicator
 rechts: licht gekleurd boormeel
Analyse - Oefening
 Samengestelde en geverfde voorwerpen (bv. meubilair) zijn
moeilijk te diagnosticeren: enkele indicatoren ontbreken
 Geen uitvliegopeningen, maar wel boormeel
 Hier valt het boormeel via de naden naar buiten
Analyse - Oefening
 Links: balkkop waarrond metselwerk is verwijderd :
oppervlakkige schade, maar geen duidelijke indicatoren
: interne schade?
 Rechts: muurplaat met onderaan boormeel / aantal
uitvliegopeningen gevuld met boormeel
Analyse spinthoutstroken
 Links en midden: blekere spinthoutstrook met enkel hierin
uitvliegopeningen van kleine houtworm – geen boormeel
 Rechts: ook bij naaldhout mogelijk enkel uitvliegopeningen
van kleine houtworm in het spinthout
Inspecties: beperkingen
 Inspecties: non-destructief en visueel onderzoek
 heel wat beperkingen : de schade is vaak
onzichtbaar: bv. balken zitten verborgen achter de
bepleistering, metselwerk, verflagen, lambriseringen,
vloeren,…
 Interne schade en de omvang ervan is niet zichtbaar /
niet meetbaar
Onzekere diagnose
 Inschattingen wijzigden over de voorbije 20 jaar.
 Wat bij eerste inspectie werd gediagnosticeerd als:
een actieve aantasting werd als een oude aantasting
beoordeeld bij herinspectie
 Eerste diagnose was mogelijk verkeerd.
 We zien vaak nog steeds dezelfde hoeveelheid
boormeel liggen.
 Risico bestaat dus dat een verkeerde diagnose tot
overbodige bestrijdingen leidt.
 Nood aan monitoring- of detectietechnieken
Zinloze bestrijdingen
 Links: eiken balken met in het midden van de balk telkens 1
injectie: dus in het kernhout zonder uitvliegopeningen
 Rechts: een injector (plug) in een spinthoutstrook: nog begrijpelijk:
maar de aantasting is zeer licht / aandeel spint : eerder beperkt
Beoordelen van de schade
 Hulpmiddelen:
- resistograaf, vochtmeters
- akoestische detectieapparatuur,
- beeldvormingstechnieken…
 Nood aan goedkope en toch doeltreffende alternatieven om
insectenaantasting op te sporen of te monitoren
 Monitoring ≠ bestrijdingsmethode, maar meettechnieken
om aantastingen regelmatig (minstens jaarlijks) te
kwantificeren, op te sporen, op te volgen
 Monitoring laat niet toe de interne schade of houtrot in kaart
te brengen
 Geeft een inschatting van de ernst van een aantasting
 Geeft ook aan welke locaties aangetast zijn.
Detectiemethoden
1. Stofzuigen / verwijderen oud boormeel
2. Detectiepapier (op hout / op afwerklaag)
3. UV-vallen met lijmborden
4. Plakvallen / Plakvallen met feromonen
5. Boenwas (opvullen uitvliegopeningen)
6. Zoek naar van insecten (en hun jagers)
 Bij zachthouten voorwerpen zoals altaren ligt vaak wat boormeel: >
‘Ligt het hier nog maar pas of al een hele tijd?’
 Het boormeel is vaak vervuild met stof: oud boormeel
 Aangetast of beschadigd hout ziet er vaak zorgwekkend uit, maar
de aantasting is daarom niet altijd actief
1. Verwijderen oud boormeel
1. Verwijderen oud boormeel
 Boormeel is niet altijd een bewijs van een recente aantasting
 Boormeel kan zuiver, lichtkleurig, maar ook vervuild en oud zijn
 Reinig en verwijder alle boormeel en controleer het jaar nadien
 Zuig ook het boormeel uit de uitvliegopeningen op
1. Verwijderen oud boormeel
 Verwijder eerst alle stof, vuil en reeds aanwezig
boormeel.
 Nadien zal nieuw boormeel makkelijker als nieuw of
recent kunnen worden bestempeld.
2. Detectiepapier
 Bij het ‘uitvliegen’ gaan de volwassen insecten nieuwe gaatjes in
het houtoppervlakte en dus ook in het papier knagen >
ontegensprekelijk actieve aantasting
 Waar kleven: op een zone met (verdachte) uitvliegopeningen (en
een perimeter +/- 30 cm)
2. Detectiepapier
 Strookjes of grote vellen papier
 Behangerslijm (genre Perfax - makkelijk aan te maken)
 Op stofvrij houtoppervlak
2. Detectiepapier
 Bij voorkeur op onbeschilderd hout
 Balkkoppen, spantbeenvoeten, muurplaten, kepers
 Links: vlak na het kleven (vochtig papier volgt de contouren)
 Rechts: na het aflezen: nieuwe gaatjes werden omcirkeld
2. Detectiepapier: welk type papier?
 Te dun papier gaat scheuren, maar het principe blijft werken.
 Gebruik papier dat goed de contouren of textuur van het
houtoppervlak volgt: dus geen te dik papier of karton.
 Gewoon A4 of A3 papier (80 gr - printerpapier) werkt prima.
2. Detectiepapier op zolders
 Laat het aanbrengen en aflezen op moeilijk bereikbare plaatsen
over aan uw monumentenwachters
 Op gewelven zijn touwtechnieken aan te bevelen.
2. Detectiepapier: hergebruik gaatjes
 Links: actieve aantasting - gaatjes in het papier
 Doordat het hout aangetast is door houtrot (vezelig rot) kan het
gaatje er oud zien.
 Gaatjes kunnen ook herbruikt worden! Kevers knagen niet
noodzakelijk steeds nieuwe gaatjes:
 Rechts kleefband werd over gaatje gekleefd en opnieuw gaatje
2. Evaluatie: Detectiepapier
+ Kan ook na bestrijding aangebracht worden om de efficiëntie
ervan te beoordelen
+ Ook grotere oppervlakken kunnen bekleefd worden
+ Komt na oppervlakkig bevochtigen, makkelijk los
+ Goedkoop, snel, niet-destructief
- Door het gebruik van lijm op waterbasis, kan het papier
verkleuren of los komen (doorgaans enkel aan de randen)
2. Detectiepapier op meubilair
 Ook toepasbaar op meubilair
 Hier op eikenhouten koorgestoelte en lambrisering – wordt niet
als storend ervaren / makkelijk te verwijderen
 Ook gekleurd papier kan gebruikt worden om het kleurverschil te
beperken.
2. Detectiepapier op afwerklagen
 Houten kunstvoorwerpen afgewerkt met verf, boenwas,
beits, vergulding, lak, …
 Gebruik hiervoor zuurvrij vloeipapier (zgn. zijdepapier of
Japans papier - vaak gebruikt om opstuwingen te fixeren)
 Gebruik een lichte oplossing van water en
methylcelluloselijm (bv. Tylose, Klucel G)
 > Eerder werk voor een restaurator, specialist
3. UV-lichtvallen met lijmborden
 Vooral vliegende insecten worden aangetrokken door licht
(klustervliegen, halmvliegen, muggen)
 Ze worden gevangen in een lijmbord waarin ze vastkleven
 Gebruik niet de oude elektrocutietypes: brandgevaar
 Dit verticale type werkt niet goed voor houtaantasters
(vliegen enkel bij hoge temperaturen > 17°C)
3. Variant: Lijmborden + UV licht
 Onderste boven opgehangen UV-lamp
 Daaronder bij voorkeur witte lijmborden
 Heel efficiënt voor grote houtworm die er eerder naar toe kruipt
(zit vaak langs de randen)
3. Variant: Lijmborden + UV licht
 Meerdere vallen op 1 zolder zijn mogelijk.
 Op deze zolder in Grimbergen een 15-tal lampen
 Zowel vliegende als kruipende insecten komen vast te zitten
3. Evaluatie: UV-lampen + lijmborden
+ In horizontale ligging: zeer doeltreffend tegen allerlei insecten,
waaronder dus ook houtaantasters
+ Vangst van volwassen insecten = ingreep in de populatie
+ Eerder goedkoop: veelvuldig toe te passen
+ (Zou ook moeten werken met eenvoudige ledlampen)
- Enkel volwassen kevers worden gevangen (geen larven)
- Geen exacte lokalisering van aantasting – wel vermoeden
- Ook nuttige jagers (predatoren) worden gevangen
- Klustervliegen kunnen de vallen snel en volledig vullen
- Lijmborden en UV-lampen moeten jaarlijks vervangen worden
- Let op met slijtage van de transformators
4. Plakvallen
 Plakvallen: meestal kartonnen doosjes met aan de
binnenzijde een klevende lijmlaag
 Te plaatsen in de buurt van een vermoedelijke aantasting
 ‘Blundertraps’: voorbijgangers komen vast te zitten
 Vooral doeltreffend voor kruipende insecten
 Veel spinnen, pissebedden, zilvervisjes,
honderdpoten
 Gebruik een gids of affiche om de schadelijke
insecten te herkennen (zie hierna)
 Veel stof waardoor de lijm minder gaat kleven
 Plaats ze bij voorkeur aan ramen (licht), plinten
(passage) en op donkere, rustige plaatsen
4. Plakvallen
https://collectionstrust.org.uk/wp-content/uploads/2016/11/insect-pests-historic-houses-
poster.pdf
https://www.english-heritage.org.uk/siteassets/home/learn/conservation/collections-
advice--guidance/eh-bugs-poster-web_240321.pdf
4. Plakvallen voor kleine houtworm
 Feromonen: geurstoffen die mens en dier uitsturen om
o.a. partners te lokken
 Kunnen synthetisch nagebootst worden en via dispenser
op de lijmlaag aangebracht: extra lokmiddel
 Voor Anobium – zeer wisselende resultaten
 Probeer steeds met dezelfde hoeveelheid valletjes te
werken om evoluties te kunnen beoordelen
 Duid valletjes eventueel aan op een grondplan
 Als de valletjes snel vol zitten – vervang je ze of plaats je
er meer (duidt ook op probleem)
 Een intensief gebruik van plakvallen zal ook reductie van
je insectenpopulatie betekenen (zie hierna)
 Bij hoge aantallen in de vangsten zijn stappen 4 en 5
noodzakelijk.
4. Plakvallen: Tips!
4. Plakvallen specifiek voor kleermot
 Het feromoon van de vrouwelijke kleermot kan synthetisch
worden nagebootst.
 De mannelijke exemplaren worden dus ‘gefopt’ en
gevangen.
4. Plakvallen specifiek voor kleermot
 Werken zeer goed in kleine ruimten.
 Zijn zo efficiënt zodanig dat andere bestrijdingsmiddelen
mottenpapier, mottencassettes, blokjes cederhout overbodig
worden.
4. Plakvallen specifiek voor kleermot
 Plaats ze op een donkere plaats bv. onder een kast.
 Kleermotten houden van donkere, rustige plaatsen.
 Om stofdepositie te vermijden, hang je ze best op.
 Gebruik ze bij voorkeur in een ruimte zonder textiel.
 Gebruik ze enkel in de buurt van textiel als er reeds een
besmetting is of was (ze werken zodanig goed dat ze motten van de
ene naar de andere kamer kunnen lokken).
 Vervang ze om de drie maanden.
Kleermot (Tineola bisselliella): Volwassen insect
• Eerder klein – kleiner dan 1 cm!
• Goudkleurig volwassen insect
• Larven die de schade aanrichten
Kleermot (Tineola bisselliella): Larve en sporen
• Larve maakt soort van web (links)
• Soms ook zonder web (rechtsboven)
• De lege cocons zijn soms te vinden (rechts)
5. Boenwas
 Techniek die eerder spontaan ontstaat, bij het vele boenen
geraken de uitvliegopeningen opgevuld met vaste boenwas.
 Gebruik voor (geboende of geverniste) houten objecten:
eventueel een houtkleurige boenwas
5. Boenwas
 Links kleurloze boenwas (witachtig)
 Bij onregelmatige oppervlakken waar papier aanbrengen moeilijk
is, kan een witte boenwas helpen
5. Evaluatie: Boenwas
+ Alternatief wanneer detectiepapieren storend zijn
+ Doorgaans weinig opvallend
+ Toepasbaar op complexe of onregelmatige oppervlakten
- Tweemaal opvullen blijkt vaak noodzakelijk omdat bij het
drogen de boenwas krimpt en de opvulling eruit kan
vallen
- Sla geen gaatjes over, anders lijken die recent te zijn
- Eerder arbeidsintensief
6. Zoek naar insecten en hun jagers
 Levende insecten zijn het beste bewijs op een actieve
aantasting
 Dode insecten kunnen er al lange tijd liggen (exoskelet
bewaart heel goed.)
6. Zoek naar insecten en hun jagers
 Trilspinnen (Pholcus phalangioides) zijn belangrijke jagers en
wikkelen hun prooien in een web (wit jasje)
 De Korynetes caeruleus wordt vaak gevonden bij aantasting door
grote houtworm (‘geen jagers zonder prooien’)
6. Zoek naar insecten en hun jagers
 Links: een normale hoeveelheid boormeel
 Rechts: een grotere hoeveelheid wellicht v. Korynetes caeruleus
(staalblauwe kever, hamkever, blauwe rolkever)
 Diens larve duwt boormeel naar buiten op vlotter op zoek te
kunnen gaan naar prooien (houtworm zowel grote als kleine)
Enkele aanbevelingen
 Probeer de RV in het gebouw onder de 70% relatieve
luchtvochtigheid houden. Niet enkel voor insecten maar
ook voor schimmels (oppervlakteschimmels)
 Kerkruimtes met basisverwarming hebben vaak minder
insectenaantasting
 Verwijder minder waardevolle, aangetaste objecten
(kratten, paletten, takken, planken,…)
Einde
Opsporen en inschatten van aantasting door insecten

More Related Content

More from Monumentenwacht

Het onderhoud van kapellen, een gedeelde zorg
Het onderhoud van kapellen, een gedeelde zorgHet onderhoud van kapellen, een gedeelde zorg
Het onderhoud van kapellen, een gedeelde zorg
Monumentenwacht
 
Verduurzaming door preventieve conservatie
Verduurzaming door preventieve conservatieVerduurzaming door preventieve conservatie
Verduurzaming door preventieve conservatie
Monumentenwacht
 
Vocht & Zout
Vocht & ZoutVocht & Zout
Vocht & Zout
Monumentenwacht
 
Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)
Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)
Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)
Monumentenwacht
 
Verwarmen van kerken in tijden van energiecrisis
Verwarmen van kerken in tijden van energiecrisisVerwarmen van kerken in tijden van energiecrisis
Verwarmen van kerken in tijden van energiecrisis
Monumentenwacht
 
Elementen in natuursteen onderhouden
Elementen in natuursteen onderhoudenElementen in natuursteen onderhouden
Elementen in natuursteen onderhouden
Monumentenwacht
 
2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx
2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx
2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx
Monumentenwacht
 
Planten op en rond historische gebouwen
Planten op en rond historische gebouwenPlanten op en rond historische gebouwen
Planten op en rond historische gebouwen
Monumentenwacht
 
Onderhoud van houten vloeren
Onderhoud van houten vloerenOnderhoud van houten vloeren
Onderhoud van houten vloeren
Monumentenwacht
 
Veiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtes
Veiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtesVeiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtes
Veiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtes
Monumentenwacht
 
Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...
Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...
Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...
Monumentenwacht
 
Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?
Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?
Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?
Monumentenwacht
 
Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...
Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...
Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...
Monumentenwacht
 
Digitale Monumenten Monitor Nederland
Digitale Monumenten Monitor NederlandDigitale Monumenten Monitor Nederland
Digitale Monumenten Monitor Nederland
Monumentenwacht
 
Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020
Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020
Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020
Monumentenwacht
 
Onderhoud van dakgoten en regenwaterafvoer
Onderhoud van dakgoten en regenwaterafvoerOnderhoud van dakgoten en regenwaterafvoer
Onderhoud van dakgoten en regenwaterafvoer
Monumentenwacht
 
Onderhoud van funerair erfgoed
Onderhoud van funerair erfgoedOnderhoud van funerair erfgoed
Onderhoud van funerair erfgoed
Monumentenwacht
 
Metalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerk
Metalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerkMetalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerk
Metalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerk
Monumentenwacht
 
Schilderen van houten buitenschrijnwerk
Schilderen van houten buitenschrijnwerkSchilderen van houten buitenschrijnwerk
Schilderen van houten buitenschrijnwerk
Monumentenwacht
 
Monumentenwacht in Flanders
Monumentenwacht in FlandersMonumentenwacht in Flanders
Monumentenwacht in Flanders
Monumentenwacht
 

More from Monumentenwacht (20)

Het onderhoud van kapellen, een gedeelde zorg
Het onderhoud van kapellen, een gedeelde zorgHet onderhoud van kapellen, een gedeelde zorg
Het onderhoud van kapellen, een gedeelde zorg
 
Verduurzaming door preventieve conservatie
Verduurzaming door preventieve conservatieVerduurzaming door preventieve conservatie
Verduurzaming door preventieve conservatie
 
Vocht & Zout
Vocht & ZoutVocht & Zout
Vocht & Zout
 
Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)
Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)
Onderhoud van glas-in-loodramen (Katrien Mestdagh)
 
Verwarmen van kerken in tijden van energiecrisis
Verwarmen van kerken in tijden van energiecrisisVerwarmen van kerken in tijden van energiecrisis
Verwarmen van kerken in tijden van energiecrisis
 
Elementen in natuursteen onderhouden
Elementen in natuursteen onderhoudenElementen in natuursteen onderhouden
Elementen in natuursteen onderhouden
 
2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx
2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx
2022_schrijnwerk_opleiding_verslag_website_V3.pptx
 
Planten op en rond historische gebouwen
Planten op en rond historische gebouwenPlanten op en rond historische gebouwen
Planten op en rond historische gebouwen
 
Onderhoud van houten vloeren
Onderhoud van houten vloerenOnderhoud van houten vloeren
Onderhoud van houten vloeren
 
Veiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtes
Veiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtesVeiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtes
Veiligheid en toegankelijkheid van daken, goten, zolders en kapruimtes
 
Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...
Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...
Erfgoed behouden en beheren met de steun van Monumentenwacht: de aanpak van s...
 
Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?
Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?
Onderhoud en herstel: wat doen en denken de leden van Monumentenwacht?
 
Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...
Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...
Een nieuw schooljaar, een nieuw (Erfgoed)rapport...
 
Digitale Monumenten Monitor Nederland
Digitale Monumenten Monitor NederlandDigitale Monumenten Monitor Nederland
Digitale Monumenten Monitor Nederland
 
Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020
Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020
Meten is weten: Monumentenwacht Monitor 2020
 
Onderhoud van dakgoten en regenwaterafvoer
Onderhoud van dakgoten en regenwaterafvoerOnderhoud van dakgoten en regenwaterafvoer
Onderhoud van dakgoten en regenwaterafvoer
 
Onderhoud van funerair erfgoed
Onderhoud van funerair erfgoedOnderhoud van funerair erfgoed
Onderhoud van funerair erfgoed
 
Metalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerk
Metalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerkMetalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerk
Metalen buitenelementen: onderhoud en schilderwerk
 
Schilderen van houten buitenschrijnwerk
Schilderen van houten buitenschrijnwerkSchilderen van houten buitenschrijnwerk
Schilderen van houten buitenschrijnwerk
 
Monumentenwacht in Flanders
Monumentenwacht in FlandersMonumentenwacht in Flanders
Monumentenwacht in Flanders
 

Opsporen en inschatten van aantasting door insecten

  • 1. Opsporen en inschatten van aantasting door insecten: online vragenuurtje op 7 juli
  • 3. Toegepast op werking MOWA 1. Analyse: conditiecontrole 2. Diagnose, prognose: actief – niet-actief? Toename schade? > risico’s op verdere inschatten 3. Therapie: onderhoud, herstel, restauratie, bestrijding… 4. Controle: herinspectie
  • 4. Toegepast op houten balken  Stap 1a: analyse stabiliteit / mechanische schade  Stap 1b: analyse of opsporen biologische aantasting (type insecten en schimmels = determinatie)  Stap 2: bepalen van de ernst van schade = diagnose eventueel ook prognose = inschatten van hoe de schade zal evalueren  Stap 3: therapie = keuze tussen herstel / bestrijden / vervanging,…
  • 5.
  • 7. Onderhoudsfiches Ongedierte en Schimmel  Insectenbeheersing in vijf stappen  Insecten bestrijden met vloeibare insecticiden  Insecten bestrijden met anoxie (zuurstofarme omgeving)  Insecten bestrijden door vriezen  Plakvallen: Houtborende insecten  Detectiepapier: Houtborende insecten Zie ook: www.monumentenwacht.be
  • 8. Vaststelling schade  Tijdens inspecties wordt er haast altijd schade door houtaantasters vastgesteld en gerapporteerd.  Niet meteen bestrijden: doorgaans zijn het milde of langzame schadeprocessen (de intensiteit: laag en de frequentie: onregelmatig)  Tip: niet meteen handelen, maar verder (laten) onderzoeken, opsporen  Uitzondering: bij felle aantasting of aantasting in combinatie met zwamaantasting is structureel herstel of vervanging nodig.
  • 9. Focus op houtaantasters Sporen en schade: Indicatoren (Parameters) 1. Houtsoort: hulpmiddel om insectensoort te herkennen 2. Onderscheiden van kern- en spinthout: van belang om therapie te bepalen 3. Uitvliegopeningen, schade: type (rond- ovaal) - ouderdom 4. Boormeel: type - ouderdom of vervuiling 5. Insecten: soorten / levend - dood vooral ook de hoeveelheid / aantal insecten
  • 10. Houtaantasters Anobium punctatum kleine houtworm / klopkever Xestobium rufovillosum grote houtworm / klopkever Hylotrupes bajulus huisboktor © KBIN © KBIN © KBIN
  • 11. Houtaantasters: larven Anobium punctatum kleine houtworm lengte: 2 mm Xestobium rufovillosum grote houtworm / klopkever lengte: 4 mm Hylotrupes bajulus huisboktor lengte: 20 mm
  • 12. Anobium punctatum: kleine houtworm  Uitvliegopeningen: rond, 1 tot 2 mm diameter  Meest voorkomende keversoort  Vaak zeer oppervlakkige schade aan constructiehout  Heel vaak oude, niet actieve aantasting  Bij zachthouten voorwerpen (bv. beelden) kan zware ‘vermolming’ voorkomen: hout gaat er als een spons uitzien.
  • 13. Anobium punctatum: kleine houtworm  Verkiest vochtige ruimtes en vochtig hout.  Sterke voorkeur voor vochtig hout (≠ rot hout)  Vooral laagste zone’s in bv. kasten
  • 14. Anobium punctatum: kleine houtworm  Links: mand in wilgenhout (jonge twijgen)  Rechts: kleine niet waardevolle objecten kunnen ook aangetast zijn  Let op met jong hout: takken, brandhout,…
  • 15. Anobium punctatum: kleine houtworm  Kerkstoelen in beukenhout: check ze best stuk voor stuk  Ook ‘nieuwe’ stoelen zijn vatbaar
  • 16. Xestobium rufovillosum: grote houtworm  Uitvliegopeningen: rond 2 tot 4 mm  Steeds in eikenhout dat reeds verzwakt is door schimmel, die hoeft niet actief of zichtbaar te zijn /  De meeste schade dus eerder door de schimmel  Kan hierdoor ook kernhout van eiken aantasten
  • 17. Xestobium rufovillosum: grote houtworm  Risico-locaties: vochtig hout tegen muren en vloeren: plinten, lambriseringen, balkkoppen  Vaak ter plaatse van (oude) lekken in daken en goten  Vaak lokale aantastingen ≠ verspreide aantastingen  Moeilijk te bestrijden
  • 18. Hylotrupes bajulus: Huisboktor  Enkel in het spinthout van naaldhout! Dus niet in het kernhout.  Vaak oude niet meer actieve aantastingen!  Enkel in jong hout!  Hout ouder dan 80 jaar bevat onvoldoende voedingsstoffen  Let op: dus ook vaak onnodige bestrijdingen
  • 19. Hylotrupes bajulus: Huisboktor  Ovale uitvliegopeningen : 6 tot 12 mm  Hier wellicht actieve aantasting: zeer lichte kleur van het boormeel
  • 20. Hylotrupes bajulus: Huisboktor  Vaak scheuren in de vezelrichting van het houtoppervlak  De met boormeel gevulde gangen gaan opzwellen of openscheuren  Hier oud boormeel: oranje kleur
  • 21. Hylotrupes bajulus: Huisboktor  Links een balk die zgn. ‘afgebijld’ is: waarbij deel van het spinthout is verwijderd / ook een houten deuvel te zien: spoor waarbij werd geïnjecteerd in het hout.  Het aanwezige boormeel zit vast, is donker, aaneengeklit  Veroorzaakt verwarring omdat de toestand er beschadigd uitziet
  • 22. Hylotrupes bajulus: Huisboktor  Bij jong naaldhout of naaldhout met veel spinthout, kan een aantasting voor problemen zorgen.  Links: een bebording waarbij leien kunnen afzakken: maar doorgaans blijft de schade beperkt
  • 23. Bestrijding: welke methode? Keuze wordt best bepaald door :  de conditie van het materiaal (vervanging – herstel?)  het type insect  de samenstelling van het object (≠ materialen)  de erfgoedwaarde van het object  de mogelijkheid tot demontage, vervoer > Kies niet enkel voor doeltreffendheid
  • 24. Bestrijding? Kleine houtworm  Voorkom een vochtig klimaat!  Bij constructiehout is bestrijding doorgaans niet nodig  Bij hout met dunne sectie en zonder afwerklaag kan insecticide werkzaam zijn: veel oppervlakte en klein volume  Voorwerpen met hoge erfgoedwaarde en afwerklaag (beelden): warme lucht, anoxie, stikstof, CO2,  (Gifgas Methylbromide (MBr) is al geruime tijd verboden)
  • 25. Bestrijding? Grote houtworm  Los eerst het vochtprobleem op!  Vervanging van balkkoppen kan noodzakelijk zijn, dit kan door nieuw hout of polymeerchemisch (epoxyhars en glasvezelwapening - eventueel met houten bekisting)  Injecties in eikenhout werken enkel lokaal rondom: wisselende resultaten (beperkt bereik – schade door het boren)  Lage drukinjectie: meerdere kleine gaatjes en grotere hoeveelheden insecticide (in Nederland meer toegepast)  Oppervlaktebestrijding: helpt enkel bij voorwerpen met klein volume en dus verhoudingsgewijs veel oppervlakte  Warmtekamer: worden vaker toegepast / wisselend succes  > Langdurig proces dat voor complexe zolders zelden helemaal kan opgelost worden > onder controle houden
  • 26. Bestrijding? Huisboktor  Doordat de larven enkel in het jonge spinthout leven en dicht tegen het houtoppervlak leven zijn oppervlaktebestrijding (bestrijken of bespuiten) en/of injectie wel zinvol  Doorgaans zal een bestrijdingsfirma ook voorstellen om het aangetaste hout te verwijderen: is vaak niet nodig  Injecties in het kernhout zijn niet nodig  Oudere balken met oude aantastingen: hebben geen bestrijding nodig > papier kleven en verder controleren.  Als het aandeel spinthout te groot is of het onderdeel vervult zijn functie niet meer: is vervangen uiteraard noodzakelijk
  • 27. Bestrijding – meer weten?  Houtaantasting: Bestrijding houtaantasting door insecten en zwammen in historische gebouwen. Uitvoeringsrichtlijn 5001 (URL 5001 - 2015) https://www.stichtingerm.nl/kennis-richtlijnen/url5001 Stichting Erkende restauratiekwaliteit Monumentenzorg
  • 28. Analyse – Oefening  links: ornamenten op bv. portiekaltaren zijn vaak in zachthout: boormeel is donker van kleur: kan daar al hele tijd liggen – ook vaak vervuild met stof > geen goede indicator  rechts: licht gekleurd boormeel
  • 29. Analyse - Oefening  Samengestelde en geverfde voorwerpen (bv. meubilair) zijn moeilijk te diagnosticeren: enkele indicatoren ontbreken  Geen uitvliegopeningen, maar wel boormeel  Hier valt het boormeel via de naden naar buiten
  • 30. Analyse - Oefening  Links: balkkop waarrond metselwerk is verwijderd : oppervlakkige schade, maar geen duidelijke indicatoren : interne schade?  Rechts: muurplaat met onderaan boormeel / aantal uitvliegopeningen gevuld met boormeel
  • 31. Analyse spinthoutstroken  Links en midden: blekere spinthoutstrook met enkel hierin uitvliegopeningen van kleine houtworm – geen boormeel  Rechts: ook bij naaldhout mogelijk enkel uitvliegopeningen van kleine houtworm in het spinthout
  • 32. Inspecties: beperkingen  Inspecties: non-destructief en visueel onderzoek  heel wat beperkingen : de schade is vaak onzichtbaar: bv. balken zitten verborgen achter de bepleistering, metselwerk, verflagen, lambriseringen, vloeren,…  Interne schade en de omvang ervan is niet zichtbaar / niet meetbaar
  • 33. Onzekere diagnose  Inschattingen wijzigden over de voorbije 20 jaar.  Wat bij eerste inspectie werd gediagnosticeerd als: een actieve aantasting werd als een oude aantasting beoordeeld bij herinspectie  Eerste diagnose was mogelijk verkeerd.  We zien vaak nog steeds dezelfde hoeveelheid boormeel liggen.  Risico bestaat dus dat een verkeerde diagnose tot overbodige bestrijdingen leidt.  Nood aan monitoring- of detectietechnieken
  • 34. Zinloze bestrijdingen  Links: eiken balken met in het midden van de balk telkens 1 injectie: dus in het kernhout zonder uitvliegopeningen  Rechts: een injector (plug) in een spinthoutstrook: nog begrijpelijk: maar de aantasting is zeer licht / aandeel spint : eerder beperkt
  • 35. Beoordelen van de schade  Hulpmiddelen: - resistograaf, vochtmeters - akoestische detectieapparatuur, - beeldvormingstechnieken…  Nood aan goedkope en toch doeltreffende alternatieven om insectenaantasting op te sporen of te monitoren  Monitoring ≠ bestrijdingsmethode, maar meettechnieken om aantastingen regelmatig (minstens jaarlijks) te kwantificeren, op te sporen, op te volgen  Monitoring laat niet toe de interne schade of houtrot in kaart te brengen  Geeft een inschatting van de ernst van een aantasting  Geeft ook aan welke locaties aangetast zijn.
  • 36. Detectiemethoden 1. Stofzuigen / verwijderen oud boormeel 2. Detectiepapier (op hout / op afwerklaag) 3. UV-vallen met lijmborden 4. Plakvallen / Plakvallen met feromonen 5. Boenwas (opvullen uitvliegopeningen) 6. Zoek naar van insecten (en hun jagers)
  • 37.  Bij zachthouten voorwerpen zoals altaren ligt vaak wat boormeel: > ‘Ligt het hier nog maar pas of al een hele tijd?’  Het boormeel is vaak vervuild met stof: oud boormeel  Aangetast of beschadigd hout ziet er vaak zorgwekkend uit, maar de aantasting is daarom niet altijd actief 1. Verwijderen oud boormeel
  • 38. 1. Verwijderen oud boormeel  Boormeel is niet altijd een bewijs van een recente aantasting  Boormeel kan zuiver, lichtkleurig, maar ook vervuild en oud zijn  Reinig en verwijder alle boormeel en controleer het jaar nadien  Zuig ook het boormeel uit de uitvliegopeningen op
  • 39. 1. Verwijderen oud boormeel  Verwijder eerst alle stof, vuil en reeds aanwezig boormeel.  Nadien zal nieuw boormeel makkelijker als nieuw of recent kunnen worden bestempeld.
  • 40. 2. Detectiepapier  Bij het ‘uitvliegen’ gaan de volwassen insecten nieuwe gaatjes in het houtoppervlakte en dus ook in het papier knagen > ontegensprekelijk actieve aantasting  Waar kleven: op een zone met (verdachte) uitvliegopeningen (en een perimeter +/- 30 cm)
  • 41. 2. Detectiepapier  Strookjes of grote vellen papier  Behangerslijm (genre Perfax - makkelijk aan te maken)  Op stofvrij houtoppervlak
  • 42. 2. Detectiepapier  Bij voorkeur op onbeschilderd hout  Balkkoppen, spantbeenvoeten, muurplaten, kepers  Links: vlak na het kleven (vochtig papier volgt de contouren)  Rechts: na het aflezen: nieuwe gaatjes werden omcirkeld
  • 43. 2. Detectiepapier: welk type papier?  Te dun papier gaat scheuren, maar het principe blijft werken.  Gebruik papier dat goed de contouren of textuur van het houtoppervlak volgt: dus geen te dik papier of karton.  Gewoon A4 of A3 papier (80 gr - printerpapier) werkt prima.
  • 44. 2. Detectiepapier op zolders  Laat het aanbrengen en aflezen op moeilijk bereikbare plaatsen over aan uw monumentenwachters  Op gewelven zijn touwtechnieken aan te bevelen.
  • 45. 2. Detectiepapier: hergebruik gaatjes  Links: actieve aantasting - gaatjes in het papier  Doordat het hout aangetast is door houtrot (vezelig rot) kan het gaatje er oud zien.  Gaatjes kunnen ook herbruikt worden! Kevers knagen niet noodzakelijk steeds nieuwe gaatjes:  Rechts kleefband werd over gaatje gekleefd en opnieuw gaatje
  • 46. 2. Evaluatie: Detectiepapier + Kan ook na bestrijding aangebracht worden om de efficiëntie ervan te beoordelen + Ook grotere oppervlakken kunnen bekleefd worden + Komt na oppervlakkig bevochtigen, makkelijk los + Goedkoop, snel, niet-destructief - Door het gebruik van lijm op waterbasis, kan het papier verkleuren of los komen (doorgaans enkel aan de randen)
  • 47. 2. Detectiepapier op meubilair  Ook toepasbaar op meubilair  Hier op eikenhouten koorgestoelte en lambrisering – wordt niet als storend ervaren / makkelijk te verwijderen  Ook gekleurd papier kan gebruikt worden om het kleurverschil te beperken.
  • 48. 2. Detectiepapier op afwerklagen  Houten kunstvoorwerpen afgewerkt met verf, boenwas, beits, vergulding, lak, …  Gebruik hiervoor zuurvrij vloeipapier (zgn. zijdepapier of Japans papier - vaak gebruikt om opstuwingen te fixeren)  Gebruik een lichte oplossing van water en methylcelluloselijm (bv. Tylose, Klucel G)  > Eerder werk voor een restaurator, specialist
  • 49. 3. UV-lichtvallen met lijmborden  Vooral vliegende insecten worden aangetrokken door licht (klustervliegen, halmvliegen, muggen)  Ze worden gevangen in een lijmbord waarin ze vastkleven  Gebruik niet de oude elektrocutietypes: brandgevaar  Dit verticale type werkt niet goed voor houtaantasters (vliegen enkel bij hoge temperaturen > 17°C)
  • 50. 3. Variant: Lijmborden + UV licht  Onderste boven opgehangen UV-lamp  Daaronder bij voorkeur witte lijmborden  Heel efficiënt voor grote houtworm die er eerder naar toe kruipt (zit vaak langs de randen)
  • 51. 3. Variant: Lijmborden + UV licht  Meerdere vallen op 1 zolder zijn mogelijk.  Op deze zolder in Grimbergen een 15-tal lampen  Zowel vliegende als kruipende insecten komen vast te zitten
  • 52. 3. Evaluatie: UV-lampen + lijmborden + In horizontale ligging: zeer doeltreffend tegen allerlei insecten, waaronder dus ook houtaantasters + Vangst van volwassen insecten = ingreep in de populatie + Eerder goedkoop: veelvuldig toe te passen + (Zou ook moeten werken met eenvoudige ledlampen) - Enkel volwassen kevers worden gevangen (geen larven) - Geen exacte lokalisering van aantasting – wel vermoeden - Ook nuttige jagers (predatoren) worden gevangen - Klustervliegen kunnen de vallen snel en volledig vullen - Lijmborden en UV-lampen moeten jaarlijks vervangen worden - Let op met slijtage van de transformators
  • 53. 4. Plakvallen  Plakvallen: meestal kartonnen doosjes met aan de binnenzijde een klevende lijmlaag  Te plaatsen in de buurt van een vermoedelijke aantasting  ‘Blundertraps’: voorbijgangers komen vast te zitten
  • 54.  Vooral doeltreffend voor kruipende insecten  Veel spinnen, pissebedden, zilvervisjes, honderdpoten  Gebruik een gids of affiche om de schadelijke insecten te herkennen (zie hierna)  Veel stof waardoor de lijm minder gaat kleven  Plaats ze bij voorkeur aan ramen (licht), plinten (passage) en op donkere, rustige plaatsen 4. Plakvallen
  • 57. 4. Plakvallen voor kleine houtworm  Feromonen: geurstoffen die mens en dier uitsturen om o.a. partners te lokken  Kunnen synthetisch nagebootst worden en via dispenser op de lijmlaag aangebracht: extra lokmiddel  Voor Anobium – zeer wisselende resultaten
  • 58.  Probeer steeds met dezelfde hoeveelheid valletjes te werken om evoluties te kunnen beoordelen  Duid valletjes eventueel aan op een grondplan  Als de valletjes snel vol zitten – vervang je ze of plaats je er meer (duidt ook op probleem)  Een intensief gebruik van plakvallen zal ook reductie van je insectenpopulatie betekenen (zie hierna)  Bij hoge aantallen in de vangsten zijn stappen 4 en 5 noodzakelijk. 4. Plakvallen: Tips!
  • 59. 4. Plakvallen specifiek voor kleermot  Het feromoon van de vrouwelijke kleermot kan synthetisch worden nagebootst.  De mannelijke exemplaren worden dus ‘gefopt’ en gevangen.
  • 60. 4. Plakvallen specifiek voor kleermot  Werken zeer goed in kleine ruimten.  Zijn zo efficiënt zodanig dat andere bestrijdingsmiddelen mottenpapier, mottencassettes, blokjes cederhout overbodig worden.
  • 61. 4. Plakvallen specifiek voor kleermot  Plaats ze op een donkere plaats bv. onder een kast.  Kleermotten houden van donkere, rustige plaatsen.  Om stofdepositie te vermijden, hang je ze best op.  Gebruik ze bij voorkeur in een ruimte zonder textiel.  Gebruik ze enkel in de buurt van textiel als er reeds een besmetting is of was (ze werken zodanig goed dat ze motten van de ene naar de andere kamer kunnen lokken).  Vervang ze om de drie maanden.
  • 62. Kleermot (Tineola bisselliella): Volwassen insect • Eerder klein – kleiner dan 1 cm! • Goudkleurig volwassen insect • Larven die de schade aanrichten
  • 63. Kleermot (Tineola bisselliella): Larve en sporen • Larve maakt soort van web (links) • Soms ook zonder web (rechtsboven) • De lege cocons zijn soms te vinden (rechts)
  • 64. 5. Boenwas  Techniek die eerder spontaan ontstaat, bij het vele boenen geraken de uitvliegopeningen opgevuld met vaste boenwas.  Gebruik voor (geboende of geverniste) houten objecten: eventueel een houtkleurige boenwas
  • 65. 5. Boenwas  Links kleurloze boenwas (witachtig)  Bij onregelmatige oppervlakken waar papier aanbrengen moeilijk is, kan een witte boenwas helpen
  • 66. 5. Evaluatie: Boenwas + Alternatief wanneer detectiepapieren storend zijn + Doorgaans weinig opvallend + Toepasbaar op complexe of onregelmatige oppervlakten - Tweemaal opvullen blijkt vaak noodzakelijk omdat bij het drogen de boenwas krimpt en de opvulling eruit kan vallen - Sla geen gaatjes over, anders lijken die recent te zijn - Eerder arbeidsintensief
  • 67. 6. Zoek naar insecten en hun jagers  Levende insecten zijn het beste bewijs op een actieve aantasting  Dode insecten kunnen er al lange tijd liggen (exoskelet bewaart heel goed.)
  • 68. 6. Zoek naar insecten en hun jagers  Trilspinnen (Pholcus phalangioides) zijn belangrijke jagers en wikkelen hun prooien in een web (wit jasje)  De Korynetes caeruleus wordt vaak gevonden bij aantasting door grote houtworm (‘geen jagers zonder prooien’)
  • 69. 6. Zoek naar insecten en hun jagers  Links: een normale hoeveelheid boormeel  Rechts: een grotere hoeveelheid wellicht v. Korynetes caeruleus (staalblauwe kever, hamkever, blauwe rolkever)  Diens larve duwt boormeel naar buiten op vlotter op zoek te kunnen gaan naar prooien (houtworm zowel grote als kleine)
  • 70. Enkele aanbevelingen  Probeer de RV in het gebouw onder de 70% relatieve luchtvochtigheid houden. Niet enkel voor insecten maar ook voor schimmels (oppervlakteschimmels)  Kerkruimtes met basisverwarming hebben vaak minder insectenaantasting  Verwijder minder waardevolle, aangetaste objecten (kratten, paletten, takken, planken,…)
  • 71. Einde

Editor's Notes

  1. Wat betreft stap 1: bij houten onderdelen met een beperkte sectie zoals latten, kinderbalken, kepers en lambriseringen is de mechanische schade makkelijker te herkennen. Bij balkkoppen met een grotere sectie is houtrot en interne insectenvraat niet op te sporen in een vroeg stadium. Onze ervaring leert dat het vooral de schimmel- of zwamaantasting zijn die zware mechanische schade veroorzaken. Grosso modo veroorzaken insecten eerder lokale gebreken. Stap 2 licht ik straks toe met een fotoreeks van aantastingen zowel door insecten als door schimmels. We zullen zien dat een correcte determinatie op basis van visueel onderzoek niet altijd vanzelfsprekend is. Stap 3 of de diagnose of het inschatten van de ernst van de schade is eveneens niet vanzelfsprekend. Stap 4 of het bepalen van de meeste doeltreffende, dus ook vaak therapie op maat is voor wat mij betreft een opdracht die om meer onderzoek vraagt.
  2. Vandaag gaan we ons verdiepen in het opsporen, herkennen en beoordelen van schade door insecten en schimmels. We gaan het dus niet hebben over het saneren van zwamtasting of het bestrijden van een insectenaantasting. We gaan ons vooral beperken tot onderdeel 3 van de 5 zgn. ‘Methods of Control’ of 5 stappen in het beheersen van schadefactoren, in dit geval de schadefactor Biologische aantastingen. Met Monumentenwacht proberen wij vooral in te zetten op de preventieve maatregelen, dus de linkerzijde in dit schema. Zijn er meer ingrijpende of invasieve technieken noodzakelijk – dan moet er overgeschakeld worden naar curatieve of sanerende ingrepen.
  3. Wat betreft stap 1: bij houten onderdelen met een beperkte sectie zoals latten, kinderbalken, kepers en lambriseringen is de mechanische schade makkelijker te herkennen. Bij balkkoppen met een grotere sectie is houtrot en interne insectenvraat niet op te sporen in een vroeg stadium. Onze ervaring leert dat het vooral de schimmel- of zwamaantasting zijn die zware mechanische schade veroorzaken. Grosso modo veroorzaken insecten eerder lokale gebreken. Stap 2 licht ik straks toe met een fotoreeks van aantastingen zowel door insecten als door schimmels. We zullen zien dat een correcte determinatie op basis van visueel onderzoek niet altijd vanzelfsprekend is. Stap 3 of de diagnose of het inschatten van de ernst van de schade is eveneens niet vanzelfsprekend. Stap 4 of het bepalen van de meeste doeltreffende, dus ook vaak therapie op maat is voor wat mij betreft een opdracht die om meer onderzoek vraagt.
  4. Bij het visueel opsporen van insectenaantasting is het herkennen van de houtsoort een goed hulpmiddel om de soort te herkennen. Insecten beperken zich tot bepaalde houtsoorten of onderdelen ervan. Wat van groot belang is, is het onderscheiden van kern – en spinthout. Ik laat daar straks enkele voorbeelden van zien. Uiteraard is het herkennen van het type uitvliegopening van belang. En is het mogelijk om de ouderdom ervan in te schatten. Als er boormeel aanwezig is, kan dit helpen om de soort te herkennen. Het is niet zozeer de aanwezigheid van boormeel dat van belang is, maar wel de vraag of het boormeel recent ontstaan is of er reeds lange tijd aanwezig is en bv. vervuild is wat wijst in de richting van een oude aantasting. Ik pleit er steeds voor om tijdens een controle vooral naar insecten te zoeken. Op zolders is dat wel moeilijk, maar in interieurs laten insecten zich makkelijker vinden. Ze zijn immers de beste indicatoren van een actieve aantasting. Nochtans is voorzichtigheid geboden. De hoeveelheid insecten is ook van belang.
  5. Om verwarring te vermijden, kies ik ervoor om de wetenschappelijke namen te gebruiken. Bij Monumentenwacht wordt Anobium doorgaans kleine klopkever en de Xestobium grote klopkever genoemd. Dit is wellicht te wijten aan de vertaling van de benamingen uit het Frans. Daar heten ze respectievelijk petite et grande vrillette. Letterlijk vertaald zou dat dus eerder kleine en grote boorkever zijn. Een ‘vrille’ is nl. een zwikboor of een boortje om manueel te gebruiken. In het geval van de Xestobium is de benaming klopkever wel terecht. In Nederland wordt hij ook het ‘doodskloppertje’ genoemd. Waarom dat zo is, zal ik straks in een filmpje laten zien. Maar in het geval van de Anobium is de benaming klopkever eigenlijk foutief omdat de kevers niet kloppen op het hout, maar gebruik maken van een feromoon. Ik licht dit straks verder toe. Voor Anobium zou de benaming kleine houtworm of gewone houtwormkever zou correcter zijn. Voor de huisboktor is de benaming vanzelfsprekend. In het overzicht dat volgt ga ik niet uitwijden over de cycli van de kevers, die info is makkelijk te vinden bv. op de sites van bestrijdingsfirma’s. Liever laat ik een staalkaart zien van schadebeelden.
  6. Om verwarring te vermijden, kies ik ervoor om de wetenschappelijke namen te gebruiken. Bij Monumentenwacht wordt Anobium doorgaans kleine klopkever en de Xestobium grote klopkever genoemd. Dit is wellicht te wijten aan de vertaling van de benamingen uit het Frans. Daar heten ze respectievelijk petite et grande vrillette. Letterlijk vertaald zou dat dus eerder kleine en grote boorkever zijn. Een ‘vrille’ is nl. een zwikboor of een boortje om manueel te gebruiken. In het geval van de Xestobium is de benaming klopkever wel terecht. In Nederland wordt hij ook het ‘doodskloppertje’ genoemd. Waarom dat zo is, zal ik straks in een filmpje laten zien. Maar in het geval van de Anobium is de benaming klopkever eigenlijk foutief omdat de kevers niet kloppen op het hout, maar gebruik maken van een feromoon. Ik licht dit straks verder toe. Voor Anobium zou de benaming kleine houtworm of gewone houtwormkever correcter zijn. Voor de huisboktor is de benaming vanzelfsprekend. In het overzicht dat volgt ga ik niet uitwijden over de cycli van de kevers, die info is makkelijk te vinden bv. op de sites van bestrijdingsfirma’s. Liever laat ik een staalkaart zien van schadebeelden.
  7. Links zie je de hoopjes boormeel: de bolletjes zijn niet altijd meteen te herkennen en zit ook wel wat gruis tussen.
  8. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  9. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  10. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  11. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  12. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  13. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  14. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  15. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  16. De aantasting beperkt zich vaak tot het spinthout. Bij vroeg gerooide bomen is er nog niet veel kernhout aanwezig. Dus daar is het aandeel spinthout groter en kan je dus meer aantasting hebben. Bij historische gebouwen zijn het vooral de 20ste eeuwse gebouwen of latere toevoegingen waar zich aantastingen voordoen. Maar ook hier zijn het vaak niet actieve aantastingen. De Nederlandse collega’s gebruiken zelfs een grens zodat bij gebouwen ouder dan 80 jaar – de aantastingen niet actief kunnen zijn.
  17. De inspecties zijn dus non-destructief en hoofdzakelijk visueel.
  18. Kevers kruipen wel naar het licht, maar worden niet gevangen door de