VrouwenZorg E-Learning: NLS with NEO-TEE. Resuscitation of the newborn with the NEO-T system. NEO-T beademing en reanimatie van pasgeborene.

1. 2014v1
Neo-T E-learning Deel 1

2. Inhoud e-learning
Werking NEO-T
NEO-T tijdens reanimatie
NEO-T Scenario’s
Maximale PIP druk

3. Wat is een NEO-T
De Neo-T:
Wordt gebruikt bij de beademing van een
pasgeborene tijdens een reanimatie
 Regelt de druk van de beademing bij een neonaat
 Is aangesloten op een zuurstof-persluchtsysteem
met O2-percentiel regelaar
 Heeft een instelbare beademingsdruk (PIP)
 Heeft een instelbare positieve einddruk (PEEP)
2014 Copyright Vrouw&Zorg 3

4. 4
Wat is PIP?
PIP = Peak Inspiratory Pressure
 Dit is de maximale inspiratoire druk tijdens het
beademen
Neopuff geeft gecontroleerde PIP
Waarom is gecontroleerde PIP belangrijk?
 Ongecontroleerde druk kan leiden tot longschade
(bijv. Pneumothorax)
 Te weinig inflatie zal geen adequate gasuitwisseling
tot stand brengen.
2014Copyright Vrouw&Zorg

5. 5
Wat is PEEP?
PEEP = Positive End Expiratory Pressure
 de druk in de longen aan het einde van de expiratie
Waarom is PEEP belangrijk?
 PEEP houdt de longblaasjes open gedurende de
expiratie en voorkomt daarmee schade
 Constante PEEP zorgt voor Functional Residual
Capacity (FRC)
2014 Copyright Vrouw&Zorg

6. 6
Neo-T: Wat is Wat?
1. Flowmeter
2. O2 blender
3. PIP- instelknop
4. Uitgang gasmengsel
Patiënt toevoerslang
5. Drukmeter
6. T-stuk met PEEP-klep
7. Masker
1
2
3 5
6
7
4
2014 Copyright Vrouw&Zorg
4

7. Neo-T:
Aansluiten gastoevoer en afvoer
Centrale
Gastoevoer
Aansluiting
gastoevoer
NEO-T
Patiënt toevoerslang
NEO-T
T-stuk voor masker/Tube.
Patiënt toevoerslang
Copyright Vrouw&Zorg 7

8. 8
Neo-T: “Aanzetten”
Zet de Flow op 10 Ltr. (A)
Zet de O2-Blender op 21% (B)
10 Ltr O2
21 %
B
A A B
2014 Copyright Vrouw&Zorg

9. Neo-T:Controle PIP
Houdt de beide kanten van het T-stuk dicht
De PIP instelling wordt zichtbaar
PIP is nu 20 cm H2O
Copyright Vrouw&Zorg 9

10. 10
Neo-T:Controle PIP
Heeft de PIP een afwijkende waarde?!
Corrigeer de waarde door de stand van de
PIP-instelknop te verzetten
PIP-Knop
2014 Copyright Vrouw&Zorg

11. 11
Neo-T: Bijstellen PIP
Draai de PIP-instelknop tot de gewenste waarde
35 cm H2O 30 cm H2O 20 cm H2O
2013 Copyright Vrouw&Zorg

12. 12
Neo-T:Controle PEEP
Houdt de uitgang van het T-stuk dicht
(dit kan met kap en zonder kap)
Stel met de PEEP-draaiknop de waarde op 6 cm H2O
2014 Copyright Vrouw&Zorg De PEEP is hier 6 cmH2O

13. 13
Neo-T tijdens reanimatie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

14. 14
Beademen met de Neo-T
Flow op 10 Ltr.
Controleer PIP en PEEP
Blender op 21%O2
Plaats het masker over mond-neus (CE-greep)
2014 Copyright Vrouw&Zorg

15. 15
Beademen met de Neo-T
 Sluit met de duim de opening op de PEEP-klep om de
beademing te starten
 Start met 5 insufflaties
 inspiratietijd 2-3 seconden
 expiratietijd 1 seconde
 Let op zichtbare thoraxexcursies
 Na 5 insufflaties evalueer effect
 AH+Kleur+Hfr
 Hfr 60-100  Vervolg met beademing tempo 40-60 x p/min
 Na 30 seconden evalueer effect
 AH+Kleur+Hfr+
 Stel beleid z.n. bij
2014 Copyright Vrouw&Zorg

16. NEO-T Beademing
1
1 2
2
14-09-14Copyright
Vrouw&Zorg 16

17. Beleid bijstellen met de NEO-T
Bijstellen beleid op basis van evaluatie:
 Hfr 60-100  beademing tempo 30-60 x p/min
 Overweeg bijstellen O2 percentage (stappen:21-50-80-100%)
 Hfr < 60  Thoraxcompressie+beademing = 3:1
 Thoraxcompressie 90x p/min – Beademing 30 x p/min
 O2 percentage direct ophogen (stappen:50-80-100%)
Iedere 30 seconden evalueer effect
 AH+Kleur+Hfr+ SpO2 (satuaratie vanaf 2 min. na start)
 Stel beleid z.n. bij
 Overweeg bijstellen O2 percentage
2014 Copyright Vrouw&Zorg 17

18. 18
NEO-T Scenario’s
Scenario’s geven richting aan handelen
Insufflatie scenario
Reanimatie scenario
Saturatie scenario
PEEP scenario
Evaluatie van Ah, Hfr, Kleur en SpO2 zijn
leidend voor vervolg actie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

19. 19
Insufflatie Scenario 1
 Scenario 1:
 Pasgeborene heeft post partum inadequaat of niet geademd
 Observeer Hfr ten behoeve van uitgangswaarde
 Actie:
 Start met 5 insufflaties
 Evalueer na 5 insufflaties: Kleur, Hfr, Ah
 Bepaal vervolgactie
 PIP tijdens insufflatie 20 cm H2O
 Observatie:
 Hfr+, Kleur+, Ah+
 Thoraxexcursie e/o uitzetting van flanken
2014 Copyright Vrouw&Zorg

20. 20
Insufflatie Scenario 2
 Scenario 2:
 Pasgeborene heeft spontaan geademd post partum maar ademt
vervolgens inadequaat of stopt met ademhaling
 Observeer Hfr ten behoeve van uitgangswaarde
 Actie:
 Start met 5 insufflaties
 Evalueer na 5 insufflaties: Kleur, Hfr, Ah
 Bepaal vervolgactie
 PIP tijdens insufflatie 20 cm H2O
 Observatie:
 Hfr+, Kleur+, Ah+
 Thoraxexcursie e/o uitzetting van flanken
2014 Copyright Vrouw&Zorg

21. 21
Insufflatie Scenario 3
 Scenario 3:
 Insufflaties zonder thorax excursies of uitzetting flanken
 Observeer Hfr ten behoeve van uitgangswaarde
 Actie
 PIP ophogen met stappen van 5 cm H2O
 PIP maximum = 35 cm H2O (253035)
 Dien opnieuw 5 insufflaties toe na iedere verhoging
 Na iedere verhoging/stap observeer/evalueer effect
 Observatie:
 Hfr+, Kleur+, Ah+
 Uitzetting flanken thorax e/o thoraxexcursies
 Voldoende effect? (thorax excursies of uitzetting flanken)
 start indien nodig vervolgens beademing (30-60x p.m.)
2014 Copyright Vrouw&Zorg

22. 22
Reanimatie Scenario 1
 Scenario 1: Na toediening 5 insufflaties
 1’Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr >60 < 100 p/min
 Kleur geen verbetering
 Actie:
 30-60 x p/min beademing met 21 % O2 (Flow = 10 Ltr)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

23. 23
Reanimatie Scenario 1
 Vervolg Scenario 1:
 2’ en verdere Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr >60 < 100 p/min
 Kleur geen verbetering
 Actie:
 30-60 x p/min beademing met 21 % O2 (Flow = 10 Ltr)
 Overweeg ophogen O2 percentage (21-50-80-100%)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

24. 24
Reanimatie Scenario 2
Scenario 2: Na toediening 5 insufflaties
 1’Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr < 60 p/min
 Kleur geen verbetering
 Actie:
 Start Thoraxcompressie+beademing 3:1
(90 x compressie + 30 x beademen p/m)
 50 % O2 (Flow = 10 Ltr)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

25. 25
Reanimatie Scenario 2
 Vervolg Scenario 2:
 2’Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr < 60 p/min
 Kleur geen verbetering
 Actie:
 Start Thoraxcompressie+beademing 3:1
(90 x compressie + 30 x beademen p/m)
 80 % O2 (Flow = 10 Ltr)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

26. 26
Reanimatie Scenario 2
 Vervolg Scenario 2:
 3’Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr < 60 p/min
 Kleur geen verbetering
 Actie:
 Start Thoraxcompressie+beademing 3:1
(90 x compressie + 30 x beademen p/m)
 100 % O2 (Flow = 10 Ltr)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

27. 27
Reanimatie Scenario 3
 Scenario 3: Na toediening 5 insufflaties
 1’Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr < 60 p/min
 Kleur geen verbetering
 Actie:
 Start Thoraxcompressie+beademing 3:1
(90 x compressie + 30 x beademen p/m)
 50 % O2 (Flow = 10 Ltr)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

28. 28
Reanimatie Scenario 3
 Vervolg Scenario 3:
 2’Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr > 60 p/min
 Kleur geen/nauwelijks verbetering
 Actie:
 30-60 x p/min beademen met 50% O2 (Flow = 10 Ltr)
 Overweeg ophogen O2 percentage (21-50-80-100%)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

29. 29
Reanimatie Scenario 3
 Vervolg Scenario 3:
 3’Evaluatie
 Ah = neg of apnoe
 Hfr > 60 p/min + verdere verbetering Hfr
 Kleur verbetering
 Actie:
 30-60 x p/min beademen met 50% O2 (Flow = 10 Ltr)
 Overweeg ophogen/afbouwen O2 percentage
afhankelijk van herstel (21-50-80-100%)
 Evalueer na 30 sec: Kleur, Hfr, Ah, SpO2
 Bepaal vervolgactie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

30. 30
Saturatie Scenario
Scenario 1: Na toediening 5 insufflaties
Aanvaardbare preductale SpO2 waarden
(meting aan rechter hand)
≥ 32 wkn < 32 wkn
2 min: 60%
3 min: 70%
4 min: 80%
5 min: 85% • 5 min: 75-85%
10 min: 90% • 10 min: 80-90%
Overweeg aanpassing O2 % bij afwijkende SpO2
2014 Copyright Vrouw&Zorg

31. 31
PEEP scenario
 Scenario :
 Ah+/-, kreunen, inadequate AH
 Prematuur (ter ondersteuning)
 Verlaagde SpO2 waarden
 Actie:
 Toediening 21% O2 met PEEP
 Evaluatie na iedere 30 sec.
 Ah+, Kleur+, Hfr+, SpO2
 Actie:
 Stoppen PEEP bij adequate AH
 Continueren PEEP (b.v. bij kreunen e/o prematuriteit)
 Overweeg extra O2% op geleide SpO2 waarden
 Start 5 insufflaties e/o beademing op indicatie
2014 Copyright Vrouw&Zorg

32. Einde E-learning Neopuff
Copyright Vrouw&Zorg 32

33.  Copyright:
 Vrouw&Zorg, Amsterdam
 Foto opnames locatie verloskamers OLVG Amsterdam
 Contact:
 E-mail: info@vrouwenzorg.nl
 Bron
 NRR richtlijn reanimatie pasgeborene 2010
 Vrouw&Zorg training reanimatie pasgeborene 2013
 Illustraties:
 Vrouw&Zorg
2014 Copyright Vrouw&Zorg 33