2. “Hoi, schatje. Met Joyce. Zou je even kunnen langskomen, ik zou je iets belangrijks moeten vertellen.”
3. “Vertel het eens…”, Is het enige wat Joris even later nog kan uitbrengen, omdat Joyce hem zo heftig omhelst.
4. “Wel… ik ben een uitdaging aangegaan. De 10 Generatie Challenge. En…”
5. “O ja, die leuke uitdaging waarover ik al zo vaak gehoord heb!”, lacht Joris, “Ik denkt dat ik al weet wat je me wou vertellen! En het antwoord is: JA!”
6. “En zelf wou ik je ook nog iets heel belangrijks vragen…”, gaat hij verder, terwijl hij op zijn knie gaat zitten.
7. “Ja Joyce, ik wil met jou 10 generaties Heaven stichten. Wil jij dan mijn vrouw worden? “Ooooh, Joris…!”, stamelt Joyce bij het zien van de flonkerende diamant.
9. Van het geld dat Joris meebracht, werd het huis verbouwd. Dit is de flink uitgebreide benedenverdieping…
10. En hier zie je de bovenverdieping. Die bestaat voorlopig enkel uit een slaapkamer, en een klein kamertje waar binnenkort waarschijnlijk de toekomstige stamhouder zal slapen.
12. Joris is van plan om zijn verloofde te verrassen. Daarom neemt hij stiekem de telefoon. “Ja? U komt dus meteen? Oké, tot dan!”
13. En zo, even later… “Schat, wat doet die politiewagen hier voor de deur?”, vraagt Joyce ongerust, terwijl ze uit het raam kijkt. Joris grijnst alleen maar: “Surprise!”
14. Een paar ogenblikken later bukt Joyce zich vertederd over het kleine katertje op de grond.
15. “Hé, kleine Nikita! O, wat ben jij een lief poesje! Miauw, miauw?”, spreekt ze het piepende diertje sussend toe.
16. Het poesje trippelt naar binnen, en vindt meteen de weg naar zijn mand. Die voor het moment nog ietsje veel te groot is.
17. Ook Joyce is van plan om naar bed te gaan. Maar niet zonder eerst nog iets te eten. Jammer genoeg laat haar lichaam dat niet toe, en ze valt zo met haar gezicht in de yoghurt.
18. Ze wast de kleverige smurrie van haar gezicht, en kan dan eindelijk naar bed.
19. Ook Joris knuffelt nog even met Nikita, voordat hij gaat slapen. Maar één ding is hij vergeten…
20. Er was geen kattenbak gekocht, en daarom kan het poesje niet anders dan… zijn behoefte op de grond te doen!
21. De volgende ochtend begint heel normaal. Joyce en Joris zitten te ontbijten, wanneer opeens…
22. … Joyce opspringt, en naar het toilet spurt. “Bweurk! En zeggen dat ik daarnet nog zo’n vreselijke honger had!”
23. En ook wanneer ze opstaat om naar haar werk te vertrekken, voelt ze weer dat misselijke gevoel.
24. Maar dan moet ze naar haar werk, en vergeet ze even het vreemde gevoel, en wat dat misschien zou kunnen zijn.
25. Joris is dol op de kleine Nikita, en wil meteen nog een tweede poesje. Daarom belt hij nog eens naar het asiel.
26. En zo wordt het gezin voor de tweede keer op korte tijd uitgebreid met een vrouwelijke kitten: Katinka.
27. Wanneer Joyce van haar werk thuiskomt, is ze wel even verbaasd bij het zien van twee kittens. Maar haar verbazing slaat al snel over op iets anders…
28. “Dus daar kwamen die misselijkheid en honger vandaan! Ik ben zwanger!”, roept ze blij uit.
29. “Joris! Joris, we worden ouders! Moet je kijken, ik ben zwanger!”, stormt ze de kamer binnen!
30. “Maar Joyce, dat is geweldig! Onze stamhouder komt er al aan!”, lacht Joris dolgelukkig, terwijl hij een zoen op haar mond drukt.
32. Joyce is dolgelukkig dat ze zwanger is, en dat mag iedereen weten! Zelfs Dagmar, de postbode, ontsnapt niet aan haar enthousiasme.”
33. En Dagmar is al even enthousiast, want ook zij is dol op kinderen. “Alleen moet ik eerst nog een vriend vinden, voordat ik eraan kan beginnen…”, mompelt ze.
34. Samen babbelen de dames gezellig de hele middag door. Tot Dagmar opeens beseft dat ze haar ronde nog verder moet doen.
35. Ook voor Joyce was het beter dat hij vriendin verder ging. Ze viel inmiddels bijna om van de slaap! “Wat een energie kan zo’n klein wezentje opeisen!”, mompelt ze, terwijl ze in bed kruipt.
36. Joris probeert zijn verloofde zo goed mogelijk te verwennen. Hij gaat een lekker vispannetje voor haar klaarmaken, voor als ze wakker wordt.
37. Alleen lijkt het nog niet altijd even schitterend te lukken! “Euhm… dit zal ik maar weggooien, zeker?”
38. Uiteindelijk lukt het hem toch om een heerlijk vispannetje op tafel te zetten. “Werd tijd, ik rammel van de honger…”, moppert Joyce van uit de zetel.
39. Ze schrokt de vis meteen naar binnen. “Sorry dat ik zo humeurig ben, schat. Dat zullen de hormonen wel zijn…”, zucht ze verontschuldigend.
40. Een paar uur later kijkt Joris vertederd naar zijn slapende vriendin. Morgen heeft hij een verrassing voor haar…
41. Meteen de volgende dag aan tafel begint hij erover: “Liefje, het zou toch leuk zijn als onze baby ook mijn naam zou dragen…”
42. “Ik denk dat ik al snap waar je naartoe wilt…”, glimlacht Joyce, “Maar het duurt zo lang voordat de hele bruiloft geregeld is. Tegen dan ben ik al lang bevallen!”
44. De mond van Joyce valt open wanneer ze de trouwboog in de tuin ziet staan. Joris had in zijn eentje al alles geregeld!
45. En zo trouwt het jonge koppeltje, rustig en met z’n tweetjes in de tuin. En dat had geen dag later moeten gebeuren, want…
46. … die avond staat Joyce al naast haar bed, met de handen om haar buik geklemd. “Joris…!”, is het enige wat ze nog kan roepen.
47. Joris denkt iets te horen, en loopt meteen naar boven. “Joyce? Is alles goed met je?”, roept hij ongerust.
48. “Nee hoor, het is hier geweldig en ik heb me nog nooit zo goed gevoeld!”, snauwt Joyce hem toe, “Kom je nu nog, of hoe zit het?”
49. En dan is alle pijn plots voorbij, en kijkt Joyce vol bewondering naar het kleine wezentje in haar armen. “Je bent prachtig, kleine Britt…”, fluistert ze.
