1. Leren van de Belgen ?
Eddy Hagen, VIGC
1
1

2. VIGC
 Vlaams Innovatiecentrum voor
Grafische Communicatie vzw
 Missie VIGC:
 “De competitiviteit van bedrijven
versterken door hen te steunen bij
innovatie”
 Zowel proces- als productinnovatie
 Hoe vertalen we dat concreet?
 Collectieve diensten
 Individuele diensten
2
2

3. VIGC
 Activiteitsterreinen
 Trendwatching
 Tijdig opportuniteiten en bedreigingen
herkennen
 Seminaries
 Basisinformatie, achtergrondinformatie
 Onafhankelijke adviesverlening
 Efficiëntieverbeteringen in de
productie, administratie
 Netwerking
 Expertennetwerken, visionaire
netwerken
3
3

4. Disclaimer
 Alles in deze presentatie is zonder
enige waarde, is grotendeels
anecdotisch en mag dus zeker niet
zomaar gebruikt worden om een
beleid op af te stemmen.
 Het VIGC noch zijn vertegen-
woordiger kunnen aansprakelijk
worden gesteld, voor wat dan ook.
 Kritiek op Nederlanders is niet
persoonlijk bedoeld...
 “No hard feelings...”
4
4

5. Leren van de Belgen?
 Opzet sessie:
 Enkele onderzoeken, publicaties, ...
 Onderzoek waar er verschilpunten
zouden kunnen zitten
 Discussie!
 Uw inbreng is belangrijk!
5
5

6. Leren van de Belgen?
 “De Nederlander bestaat niet.”,
verklaarde iemand onlangs, na 7
jaar intense studie
 Bestaat ‘de Belg’ dan wel? 
6
6

7. Leren van de Belgen?
 Enkele cliché’s
 Vijf grootste ergernissen van Belgen over Nederlanders:
 Arrogant
 Gierig
 Regelziek
 Formalistisch
 Lui
 Vijf grootste ergernissen van Nederlanders over Belgen:
 Weinig lef
 Wantrouwend
 'Bazenpoepers'
 Niet commercieel
 Vriendjespolitiek
7
7

8. Leren van de Belgen?
 NKVK.be
 “Nederlanders stellen hun doelen
hoger dan het haalbare, met in het
achterhoofd de ervaring dat ze dan
meer bereiken. Belgen zien dit als
een riskante politiek. Ze menen dat
een Nederlander afgaat als hij niet
waarmaakt wat hij heeft beloofd. “
8
8

9. Leren van de Belgen?
 NKVK.be
 “Belgen zijn minder openlijk prestatie-
gericht en moeten het hebben van relaties.
(...) Wat Belgen vooral stoort, is dat
Nederlanders voortdurend anderen willen
vertellen wat goed voor hun is. Zij voeren
het hoogste woord, ook als ze geen kennis
van zaken hebben. Ze zeggen wat ze
denken en kunnen er maar weinig begrip
voor opbrengen dat het verstandiger kan
zijn te zwijgen. Nederlanders willen
openlijk hun gelijk erkend hebben, terwijl
Belgen er belang aan hechten eventueel
zwijgend gelijk te krijgen.”
9
9

10. Leren van de Belgen?
 NKVK.be
 “Nederlanders mogen zichzelf dan
nog zo snel en commercieel vinden,
Belgen zijn zeker zo zakelijk.”
10
10

11. Leren van de Belgen?
 Rapport Clingendael (2000)
 Echt onderzoek...
11
11

12. Leren van de Belgen?
 Rapport Clingendael (2000)
12
12

13. Leren van de Belgen?
 Rapport Clingendael (2000)
13
13

14. Leren van de Belgen?
 Rapport Clingendael (2000)
14
14

15. Valt er iets te leren?
 Wat is jullie indruk van de Belgen?
 Algemene indruk?
 Cijfers onderzoek kloppen niet,
pijnlijke cijfers...
 Belgen vriendelijk, relaxed
 Inefficiëntie ivm tweetaligheid (in regio
Brussel moet alles, bv. opleidingen, in
twee talen gebeuren)
15
15

16. Valt er iets te leren?
 Wat is jullie indruk van de Belgen?
 Verschilpunten?
 Belgen ‘feodaler’ (baas heeft gelijk vs
debatcultuur NL)
• Inspraak mag niet contraproductief
worden (wat soms is in NL)
 Belgen meer levensgenieters (lunch met
wijn)
 Meer normen en waarden in België
 Nederlanders directer, Belgen (soms)
minder duidelijk (geen direct antwoord)
 Compromissen sluiten sterke kant
Belgen (waardoor Belgen internationaal – politiek
– meer aanwezig zijn)
16
16

17. Valt er iets te leren?
 Is het gras niet altijd groener aan de
overkant?
 Is er een reëel verschil?
 Cijfers!
17
17

18. De Grafische Industrie
 Een paar cijfers
 Aantal ‘drukkerijen en aanverwante
bedrijven’
 B: 1.479
 NL: 2.899
 Aantal werknemers
 B: 16.017
 NL: 43.937
 Gemiddeld wn-ers/bedrijf
 B: 11
 NL: 15
18
18

19. De Grafische Industrie
 Een paar cijfers
 Aantal ‘drukkerijen en aanverwante
bedrijven’
 B: 1.479
 NL: 2.899
 Inwoners:
 B: 10.000.000
• Dus 1 drukkerij per 6.167 inwoners
 NL: 16.000.000
• Dus 1 drukkerij per 5.519 inwoners
19
19

20. De Grafische Industrie
 Een paar cijfers (B)
20
20

21. De Grafische Industrie
 Een paar cijfers (B)
21
21

22. De Grafische Industrie
 Een paar cijfers
 Omzet
 B: 3.854.000.000 EUR
 NL: 6.913.000.000 EUR
22
22

23. Valt er iets te leren?
 Winstcijfers
23
23

24. Valt er iets te leren?
 Winstcijfers
24
24

25. Valt er iets te leren?
 Winstcijfers
25
25

26. Valt er iets te leren?
 Een paar cijfers
 Falingen
 B: 49 bedrijven
• 23 drukkerijen
• 23 prepressbedrijven
• 3 afwerkingsbedrijven
 NL: geen cijfers gevonden
26
26

27. Waar zitten de verschillen?
27
27

28. Waar zitten de verschillen?
 Bedrijfsgrootte?
 B: 1.479 bedrijven, 16.017 pers., dus
gem. 11/bedrijf
 NL: 2.899 bedrijven, 43.937 pers. , dus
gem. 15/bedrijf
 Conclusie?
28
28

29. Waar zitten de verschillen?
 Bedrijfsgrootte?
29
29

30. Waar zitten de verschillen?
 Omzet per werknemer?
 B: totaal 3.854.000.000 EUR, per wn-er
240.619 EUR
 NL: totaal 6.913.000.000 EUR, per wn-
er 157.339 EUR
 Conclusie?
 Output (papier) in B hoger dan in NL:
• Evenveel rotatiepersen in B als in NL
• Hogere productiviteit per werknemer,
maar werknemers in B zijn wel iets
duurder
30
30

31. Waar zitten de verschillen?
 Investeringen?
 B: 250.000.000 EUR
 NL: geen cijfer gevonden
 “Hoe kunnen Belgen nu investeren?”
 Rekenen... productiviteit nieuwe
persen licht véél hoger
 Conclusie?
31
31

32. Waar zitten de verschillen?
 Investeringen?
32
32

33. Waar zitten de verschillen?
 Investeringen?
 Eigen vermogen / totaal vermogen
 Conclusie: veel meer familiekapitaal in
Belgische bedrijven
België Nederland
Q1 - B Q2 - B Q3 - B Q1 - NL Q2 - NL Q3 - NL
Eigen vermogen / totaal vermogen
1999 11.32 29.07 54.89 1.63 24.28 49.59
2000 12.01 30.03 56.22 0.50 23.73 50.74
2001 12.00 30.40 56.72 -2.10 22.84 50.43
2002 11.05 30.63 56.13 -6.06 22.18 50.20
2003 11.58 32.05 58.00 -7.69 21.05 50.20
2004 11.98 32.34 59.01 -3.16 23.05 51.72
2005 11.87 33.80 61.06 0.69 25.40 53.82
33
33

34. Waar zitten de verschillen?
 Investeringen?
 Bezettingsgraad machinepark
34
34

35. Waar zitten de verschillen?
 Import/Export?
 B
 Export daalt, import stijgt
 NL
 Export/import blijft (algemeen genomen)
vlak
 Conclusie?
35
35

36. Waar zitten de verschillen?
 Import/Export?
36
36

37. Waar zitten de verschillen?
 Import/Export?
37
37

38. Waar zitten de verschillen?
 Toegevoegde waarde...
 Definitie toegevoegde waarde?
 Conclusie:
 Door meer rotatiewerk ligt TW in België
lager
 Of zijn Nederlanders duurder in wat ze
doen?
België Nederland
Q1 - B Q2 - B Q3 - B Q1 - NL Q2 - NL Q3 - NL
Toegevoegde waarde / netto omzet
1999 14,92 28,96 42,69 30,54 45,87 59,64
2000 15,29 29,03 42,45 27,11 44,53 58,60
2001 13,78 27,50 41,85 27,46 43,57 59,18
2002 13,77 28,24 40,94 27,78 43,44 58,88
2003 13,50 28,13 41,58 26,97 43,28 58,20
2004 12,94 27,95 40,80 27,96 43,84 58,87
2005 12,57 27,02 40,99 28,17 43,88 58,32
38
38

39. Waar zitten de verschillen?
 Structuur van bedrijven?
 Wie staat aan de leiding van een
drukkerij? Algemene leiding,
technische leiding?
 Conclusie
 B: meer familiebedrijven, met
vakmannen aan het hoofd (ook meer
kleine bedrijven)
 NL: meer mensen met bedrijfskundige
opleiding aan het hoofd
39
39

40. Waar zitten de verschillen?
 Structuur van bedrijven?
 Stafkosten / netto omzet
 Conclusie?
 B, Q1: in (kleine) familiebedrijven keren
eigenaars zich niet altijd een loon uit
 NL: stafkosten liggen algemeen
genomen hoger...
België Nederland
Q1 - B Q2 - B Q3 - B Q1 - NL Q2 - NL Q3 - NL
Stafkosten / netto omzet
1999 0.00 11.90 24.93 18.97 32.40 44.77
2000 0.00 11.16 25.03 17.83 32.25 45.39
2001 0.00 11.79 25.34 17.18 32.13 45.96
2002 0.00 11.79 25.31 17.13 32.62 46.41
2003 0.00 11.92 25.71 17.80 32.58 46.67
2004 0.00 10.22 24.47 17.88 32.43 44.70
2005 0.00 10.13 23.98 17.39 31.54 44.33
40
40

41. Waar zitten de verschillen?
 Onderwijs?
 B:
 ‘Middelbaar’ onderwijs (12-18 j):
beroeps, technisch
 ‘Hoger’ onderwijs (18+, professionele
bachelor)
 NL:
 Hogere opleidingen maar zeer beperkt
succes...
 Conclusie?
41
41

42. Waar zitten de verschillen?
 Technologie, outsourcing?
 B: gebeten door technologie
 Plugin / scripting / ... ipv offshoring
naar Azië
 NL: ‘goedkoopste’ weg nemen
 Zelfs indien die NIET goedkoper is...
 Conclusie?
42
42

43. Waar zitten de verschillen?
 Standaardisering, automatisering?
 B: bakermat van GWG...
 Quid doorsnee grafisch bedrijf?
 NL
 Conclusie?
43
43

44. Waar zitten de verschillen?
 Verkoopstalenten?
 B: (valse) bescheidenheid
 NL: (té) grote mond
 Conclusie?
44
44

45. Waar zitten de verschillen?
 Volgzaam vs assertief...
 B: volgzaam
 Het ‘feodale’
 NL: assertief
 Opletten dat het niet contraproductief
is...
 Conclusie?
45
45

46. Waar zitten de verschillen?
 Grote theorieën vs praktische
aanpak
 B: praktische aanpak van problemen
 NL: grote theorieën, ‘macro-niveau’
 Conclusie?
46
46

47. Waar zitten de verschillen?
 Werkgroepen...
 B: om een specifiek probleem,
specifieke vraag aan te pakken
 NL: voor alles...
 “Er zal ooit wel eens iets uit komen.”
 Er gaat (veel?) tijd verloren aan
werkgroepen, waar uitkomst niet zeker
van is, of lang op zich laat wachten
 Conclusie?
47
47

48. Waar zitten de verschillen?
 De taal van Vondel
 Wat staat hier: “De kwaliteit van
digitaal drukwerk kan tegen vallen.”
 Artikel over digitaal drukken in een
Nederlands tijdschrift...
 Zoek het verschil!
 “Laat ons samen werken.”
 “Laat ons samenwerken.”
48
48

49. Waar zitten de verschillen?
 De taal van Vondel
49
49

50. Waar zitten de verschillen?
 En andere talen...
 Kent u deze nog?
 “We worked hardly today.” (uitspraak van Ruud
Lubbers op een EU-top toen NL voorzitter van de EU was, hij bedoelde
dat ze hard gewerkt hadden, maar wat hij zei was: “We hebben
nauwelijks gewerkt vandaag)
50
50

51. Waar zitten de verschillen?
 De taal van Vondel, andere talen
 Conclusie?
51
51

52. Waar zitten de verschillen?
 Wat moeten we hieruit besluiten?
 Ondanks de schijnbare gelijkheid
(zelfde taal, buren, ...) zijn er wel
degelijk verschillen
 Beide groepen kunnen van mekaar
leren
 Elkaars cultuur kennen voordat zaken
gedaan worden, is een must
52
52

53. Toekomst grafimediabedrijven
 Drukkerijen hebben zeker toekomst
 Maar... niet noodzakelijk in huidige
vorm...
 Alles draait om efficiëntie
 In productie
 In administratie, beheer
 In realiseren doel
53
53

54. Evoluties cross media?
 Goeie vraag...
 Gaat dikwijls aan grafische
bedrijven voorbij...
 In hoeverre zijn klanten daar
vragende partij? Vertrouwen ze de
drukker voor zoiets?
 Eilandjes, werkt niet goed,
ondoordacht, te dure systemen, ...
54
54

55. Conclusies?
 Is het gras groener aan de overkant?
 Wat kunnen jullie leren van ons?
 Wat kunnen wij leren van jullie?
55
55

56. PS
 De mogelijke splitsing van België...
 Onderzoek in NL: +/- 80% wil
Vlaanderen wel bij NL
 Onderzoek in B: bijna iedereen is
tegen ‘aanhechting’ bij NL...
56
56

57. Dank u voor uw aandacht,
uw medewerking!
57
57

58. 58
58

59. 59
59

60. 60
60

61. Strategische Partners VIGC
www.vigc.be - eddy.hagen@vigc.be
61
61