SlideShare a Scribd company logo
1 of 4
Download to read offline
1
Memorandum
_________________________________________________________________________________
Aan Hare excellentie mevrouw J. Klijnsma, Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
C.c. --
Van Adviescommissie Pensioenrecht, Nederlandse Orde van Advocaten
Datum 19 februari 2014
Betreft Internetconsultatie Wet algemeen pensioenfonds
_________________________________________________________________________________
1. Inleiding
1.1. Op 23 januari 2014 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SoZaWe), mevrouw J. Klijnsma, het voorontwerp van het voorstel van wet tot wijziging van
de Pensioenwet in verband met de introductie van het algemeen pensioenfonds (Wet
algemeen pensioenfonds), ter consultatie gepubliceerd. Na de introductie van de PPI, het
vroegtijdige einde van de API is dit het tweede uitvoeringsvehikel dat in relatief korte tijd aan
het Nederlandse pensioenlandschap wordt toegevoegd.
1.2. De Adviescommissie Pensioenrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten (hierna: "de
Adviescommissie") buigt zich niet over de noodzaak van een Algemeen Pensioenfonds
("APF") maar heeft naar aanleiding van het voorontwerp wel de volgende observaties en
suggesties. Hierbij beredeneert de Adviescommissie vanuit de optiek van het recht -en niet
vanuit het belang- en zijn deze aanbevelingen daarmee juridisch en wet-technisch van aard
met als doel het borgen van een kwalitatief hoogwaardige wetgeving, zonder te willen treden
in de belangen van diverse stakeholders.
2. Gescheiden vermogens
Collectiviteitskring
2.1. Uit de Memorie van Toelichting ("MvT") blijkt dat het aan werkgevers en werknemers is om de
collectiviteitskring te bepalen en dat in de statuten van het APF de reikwijdte van de
collectiviteitskring moet zijn opgenomen.
2.2. De Adviescommissie adviseert het begrip collectiviteitskring te definiëren in de Pw.
Daarnaast is de vraag of het inderdaad gewenst is dat de reikwijdte van de collectiviteitskring
geheel ter bepaling van partijen is. Het risico bestaat immers dat ‘slechte’ en ‘goede’ risico’s
van elkaar worden gescheiden, hetgeen ongewenst kan zijn indien deze risico’s nu in één
ondernemingspensioenfonds zijn vervat. Door de scheiding van deze risico’s zouden de
uitvoeringskosten van de pensioenregeling(en) in de collectiviteitskring met slechte risico’s
wel eens substantieel kunnen stijgen.
2.3. Bovendien roept het splitsen van huidige collectiviteiten in meerdere collectiviteitskringen
moeilijke uitvoeringsvragen op; hoe dient bijvoorbeeld een indexatiedepot of voorziening,
opgebouwd surplus etc. te worden verdeeld? Daarnaast is nu niet duidelijk of de
collectiviteitskringen binnen het APF allemaal op eenzelfde manier moeten worden ingevuld
2
of dat deze ook van elkaar kunnen verschillen (bijvoorbeeld 1 kring bestaande uit
verschillende pensioenregelingen van verschillende werkgevers en een aantal kringen
bestaande uit 1 pensioenregeling van dezelfde werkgever). De Adviescommissie adviseert
hierover bij of krachtens de Pw nadere regels op te stellen.
Compartimentering
2.4. Het meest kenmerkende van een APF is dat dit pensioenfonds (met een rechtsvorm naar
keuze) pensioenregelingen kan uitvoeren en daarvoor gescheiden vermogen aanhoudt die
gerelateerd zijn aan collectiviteitskringen. Deze zgn. compartimentering ziet op vorderingen
die samenhangen met uitvoeringskosten, pensioenaanspraken en pensioenrechten (het
voorontwerp hanteert deels afwijkende termen, zie hierna onder §2.13). Opgemerkt wordt nog
dat in de definitie van APF wordt gesproken van gescheiden vermogend en in overige
bepalingen omtrent de APF wordt gesproken van afgescheiden vermogens. Het verdient de
voorkeur om één term te gebruiken.
2.5. Het is onduidelijk of de kosten die verband houden met de uitvoering van de pensioenregeling
wel of niet tot het afgescheiden vermogen van een collectiviteitskring behoren. Het
voorgestelde art. 25, lid 1, sub j PW doet vermoeden dat die kosten niet tot het afgescheiden
vermogen behoren aangezien ze daarop in mindering kunnen worden gebracht.
2.6. Het is onduidelijk hoe de term ‘collectiviteitskring’ zich verhoudt tot de term ‘compartiment’. De
termen lijken hetzelfde in te houden (zie p. 9, 1
e
alinea, MvT) maar helemaal duidelijk wordt
dat niet. Wel is duidelijk dat er tevens een compartiment voor het werkkapitaal is naast de
compartimenten voor pensioen. Overigens komt de term compartiment niet voor in de
voorgestelde wijzigingen van de PW.
2.7. De Adviescommissie wijst erop dat een APF met pensioenuitvoeringsbedrijven,
vermogensbeheerders en soortgelijke dienstverleners overeenkomsten zal sluiten ter
uitvoering van de pensioenregeling(en). Als met dergelijke dienstverleners niet per
collectiveitskring overeenkomsten worden gesloten (niet waarschijnlijk denken wij) dan zal het
bij claims lastig zijn de compartimentering gestand te doen voor zover het werkkapitaal
onvoldoende is (zie hierna). De Adviescommissie vraagt zich af of een crediteur dan naar rato
van een collectiviteitskring zijn vordering dient in te dienen. In dat geval is lastig hoe zo'n pro
rata deel dan moeten worden berekend. Hierbij is extra complicerend dat het vermogen van
een collectiviteitskring voor wat betreft uitvoeringskosten slechts kan worden aangesproken
voor kosten die volgens de uitvoeringsovereenkomst ten laste kunnen worden gebracht van
dat vermogen (zie art. 123 lid 2 PW (nieuw)).
2.8. De MvT spreekt over werkkapitaal (het vermogen van het APF dat niet is toe te rekenen aan
een collectiviteitskring en dat gebruikt wordt voor algemene uitvoeringskosten). Overwogen
kan worden om bij of krachtens de Pw een bepaling op te nemen over de eigendom van dit
werkkapitaal en over de mogelijkheid van terugstorten en aanwenden van dit kapitaal, dan
wel dat de statuten van het APF in een dergelijke regeling moeten voorzien.
3
2.9. Als meerdere collectiviteitskringen gemeenschappelijke vermogenstitels verwerven dan zal de
compartimentering mogelijk tekort schieten. Of is bedoeld dat collectiviteitskringen niet
gezamenlijk belleggen?
2.10. Op pagina 10, 2
e
alinea van de MvT staat dat het bestuur (bijvoorbeeld) kan beslissen over de
individuele pensioenregeling, op het punt van indexatie voor zover overeengekomen in de
uitvoeringsovereenkomst. Hoe verhoudt zich dit tot het uitgangspunt dat er binnen een
collectiviteitskring/compartiment geen ringfencing plaatsvindt? Of wordt voor dit voorbeeld
uitgegaan van een pensioenregeling die gelijk is aan de collectiviteitskring?
Vereffening en faillissement
2.11. Het voorontwerp bepaalt in het derde lid van het voorgestelde art. 123 Pw dat wanneer bij
vereffening onvoldoende vermogen is het vermogen dient ter voldoening in de volgorde van
het twee lid (in rangorde: kosten, rechten van deelnemers, gewezen deelnemers, andere
aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden). Waarschijnlijk wordt hier met "vermogen"
op het afgescheiden vermogen gedoeld (de logica van de compartimentering zou anders
vervallen), maar helemaal helder is dat niet.
2.12. Anderzijds is het niet waarschijnlijk dat met “vermogen” op het afgescheiden vermogen per
collectiviteitskring wordt gedoeld. Dat zou immers moeten betekenen dat ieder afgescheiden
vermogen zou kunnen worden vereffend, hetgeen ook weer zou betekenen dat ieder
afgescheiden vermogen een rechtspersoon moet zijn. Dat is evenwel niet de bedoeling bij het
APF. Ook indien met “vermogen” het totale vermogen van het APF wordt bedoeld (dus
werkkapitaal plus alle collectiviteitskringen) verdient het aanbeveling om dit duidelijk te
maken.
2.13. Bij de rangorde is evenmin duidelijk of er ook een rangorde is binnen het voorgestelde artikel
123, lid 2, onderdeel b in de zin dat rechten van deelnemers voorgaan op die van gewezen
deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden. Daarbij vraagt de
Adviescommissie zich overigens af wat met rechten van deelnemers wordt bedoeld. De
Adviescommissie vermoedt dat de wetgever hier op aanspraken doelt (vandaar het woord
"andere" in art. 123, lid 1, onderdeel b), het ligt dan voor de hand die reeds in de wet
gedefinieerde term ook hier te gebruiken.
3. Overige punten
Vervallen multi-opf
3.1. Het wetsvoorstel voorziet in het vervallen van het multi-opf. De bestaande multi-opf’en krijgen
een overgangstermijn van 5 jaar om de door hen beheerde pensioenregelingen bij een
andere pensioenuitvoerder onder te brengen (dan wel om te vormen tot een APF).
3.2. Mede omdat de mogelijkheid tot het creëren van een multi-opf nog niet zo lang geleden is
geïntroduceerd, is het afschaffen van deze mogelijkheid voor bestaande multi-opf’
ongewenst. Een pensioenfonds wordt immers opgericht met het doel om gedurende langere
4
tijd pensioenregelingen uit te voeren, temeer omdat het oprichten van een multi-opf flinke
kosten met zich meebrengt. Daarnaast is het ook voor (gewezen) deelnemers belastend
indien zij wederom naar een andere pensioenuitvoerder moeten overstappen. In dit verband
dient overwogen te worden om het multi-opf voor bestaande multi-opf’en te behouden.
4. Governance
4.1. Ten behoeve van belangenconflicten is het verstandig in art. 105 Pw expliciet op te nemen
dat ten aanzien van het beginsel van evenwichtige belangenbehartiging er sprake is van
gelaagdheid van bestuur. Het bestuur handelt enerzijds op het niveau van de instelling en
anderzijds op het niveau van de collectiviteitskringen (vgl p. 9, par 3.5, 1
e
alinea MvT).
4.2. Op grond van het wetsvoorstel heeft een belanghebbendenorgaan uitsluitend de taken en
bevoegdheden van het belanghebbendenorgaan voor zover ze betrekking hebben op het
afgescheiden vermogen waarvoor het belanghebbendenorgaan is ingesteld. Volgens de
artikelsgewijze toelichting houdt dat in dat het belanghebbendenorgaan geen adviesrecht en
goedkeuringsrecht heeft over algemene onderwerpen. Voor een aantal in art. 115c, lid 2 en
lid 9 genoemde onderwerpen lijkt duidelijk wat een specifiek en een algemeen onderwerp is.
Voor een aantal echter niet, zoals het adviesrecht ten aanzien van wijzigen van statuten (lid 2,
sub b), het vaststellen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid (lid 2, sub j) en het
goedkeuringsrecht ten aanzien van het strategische beleggingsbeleid (lid 9, sub e). Teneinde
iedere vorm van onduidelijkheid te voorkomen acht de Adviescommissie het wenselijk om
hierover meer duidelijkheid te verschaffen.
4.3. De goedkeuringsrechten van het belanghebbendenorgaan worden behoorlijk aangetast door
de bepaling dat het orgaan uitsluitend de taken en bevoegdheden van het
belanghebbendenorgaan heeft voor zover ze betrekking hebben op het afgescheiden
vermogen waarvoor het belanghebbendenorgaan is ingesteld. Een liquidatie, fusie of splitsing
van het APF heeft immers niet betrekking op (alleen) het afgescheiden vermogen, maar op
het gehele pensioenfonds. Derhalve heeft zou het orgaan geen goedkeuringsrecht hebben
ten aanzien van een besluit tot liquidatie, fusie of splitsing, terwijl dat besluit wel van invloed is
op het afgescheiden vermogen. De Adviescommissie vraagt zich af of dit werkelijk de
bedoeling is.

More Related Content

Viewers also liked

Corporate Wellness - Harvey Norman Business & Education
Corporate Wellness - Harvey Norman Business & EducationCorporate Wellness - Harvey Norman Business & Education
Corporate Wellness - Harvey Norman Business & EducationSamuel Gill
 
Europa and the bull
Europa and the bullEuropa and the bull
Europa and the bullhrysa
 
Когда в C# не хватает C++ . Часть 2.
Когда в C# не хватает C++. Часть 2.Когда в C# не хватает C++. Часть 2.
Когда в C# не хватает C++ . Часть 2.Mikhail Shcherbakov
 
ASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical University
ASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical UniversityASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical University
ASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical UniversitySyed Shanu
 
See think wonder
See think wonderSee think wonder
See think wonderjulie.roach
 

Viewers also liked (6)

Corporate Wellness - Harvey Norman Business & Education
Corporate Wellness - Harvey Norman Business & EducationCorporate Wellness - Harvey Norman Business & Education
Corporate Wellness - Harvey Norman Business & Education
 
Europa and the bull
Europa and the bullEuropa and the bull
Europa and the bull
 
отчет МВФ февраль 2015
отчет МВФ февраль 2015отчет МВФ февраль 2015
отчет МВФ февраль 2015
 
Когда в C# не хватает C++ . Часть 2.
Когда в C# не хватает C++. Часть 2.Когда в C# не хватает C++. Часть 2.
Когда в C# не хватает C++ . Часть 2.
 
ASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical University
ASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical UniversityASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical University
ASP.NET MVC, AngularJS CRUD for Azerbaijan Technical University
 
See think wonder
See think wonderSee think wonder
See think wonder
 

Similar to Internetconsultatie Wet algemeen pensioenfonds

Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...
Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...
Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...IvaCelic
 
advies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocaten
advies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocatenadvies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocaten
advies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocatenMaarten Minnaard
 
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apfReactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apfCNV Vakcentrale
 
Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008
Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008
Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008Zelena Kasim
 
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenCnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenHans Hemmes
 
Wetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsen
Wetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsenWetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsen
Wetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsenWijnanda Rutten
 
De woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemming
De woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemmingDe woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemming
De woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemmingBart Maassen
 
Pma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kostenPma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kostenjoellaalbers
 
Q en a pensioenen
Q  en a pensioenenQ  en a pensioenen
Q en a pensioenenHans Hemmes
 
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...CNV Vakcentrale
 
Voorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisieVoorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisieFrans Kemper
 
Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]Pensiontalk
 
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine PensioenJohn Smolenaers
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Tjitsger Hulshoff
 
Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019
Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019
Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019Wijnanda Rutten
 
Opbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenenOpbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenenEddy Vaassen
 
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...Casper Dekker
 
Verzamelwet pensioenen 2017
Verzamelwet pensioenen 2017Verzamelwet pensioenen 2017
Verzamelwet pensioenen 2017Wijnanda Rutten
 

Similar to Internetconsultatie Wet algemeen pensioenfonds (20)

Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...
Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...
Advies Wetsvoorstel houdende regels over de verdeling van pensioen bij scheid...
 
advies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocaten
advies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocatenadvies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocaten
advies_van_de_adviescommissie_pensioenrecht_nederlandse_orde_van_advocaten
 
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apfReactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
Reactie fnv, cnv en mhp op het voorontwerp van de wet apf
 
Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008
Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008
Kroniek pensioenrecht 2007 - 2008
 
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenCnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
 
2017 2021 regeerakkoord pensioenen
2017 2021 regeerakkoord pensioenen2017 2021 regeerakkoord pensioenen
2017 2021 regeerakkoord pensioenen
 
2017 2021 regeerakkord pensioenen
2017 2021 regeerakkord pensioenen2017 2021 regeerakkord pensioenen
2017 2021 regeerakkord pensioenen
 
Wetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsen
Wetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsenWetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsen
Wetsvoorstel wet bedrijfstakpensioenfondsen
 
De woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemming
De woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemmingDe woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemming
De woningwet gehacked? Fusie zonder ministeriele toestemming
 
Pma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kostenPma lvw 5 voorziening en kosten
Pma lvw 5 voorziening en kosten
 
Q en a pensioenen
Q  en a pensioenenQ  en a pensioenen
Q en a pensioenen
 
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
 
Voorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisieVoorzieningen voor niet verdiende provisie
Voorzieningen voor niet verdiende provisie
 
Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]Ambtenaren final web[1]
Ambtenaren final web[1]
 
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
 
Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019
Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019
Consultatie wetsvoorstel verzamelwet pensioenen 2019
 
Opbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenenOpbouw en financiering van pensioenen
Opbouw en financiering van pensioenen
 
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...Gst. 2020/69  rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
Gst. 2020/69 rechtmatige beindiging langdurige subsidierelatie, (aanvullende...
 
Verzamelwet pensioenen 2017
Verzamelwet pensioenen 2017Verzamelwet pensioenen 2017
Verzamelwet pensioenen 2017
 

Internetconsultatie Wet algemeen pensioenfonds

  • 1. 1 Memorandum _________________________________________________________________________________ Aan Hare excellentie mevrouw J. Klijnsma, Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid C.c. -- Van Adviescommissie Pensioenrecht, Nederlandse Orde van Advocaten Datum 19 februari 2014 Betreft Internetconsultatie Wet algemeen pensioenfonds _________________________________________________________________________________ 1. Inleiding 1.1. Op 23 januari 2014 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe), mevrouw J. Klijnsma, het voorontwerp van het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet in verband met de introductie van het algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds), ter consultatie gepubliceerd. Na de introductie van de PPI, het vroegtijdige einde van de API is dit het tweede uitvoeringsvehikel dat in relatief korte tijd aan het Nederlandse pensioenlandschap wordt toegevoegd. 1.2. De Adviescommissie Pensioenrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten (hierna: "de Adviescommissie") buigt zich niet over de noodzaak van een Algemeen Pensioenfonds ("APF") maar heeft naar aanleiding van het voorontwerp wel de volgende observaties en suggesties. Hierbij beredeneert de Adviescommissie vanuit de optiek van het recht -en niet vanuit het belang- en zijn deze aanbevelingen daarmee juridisch en wet-technisch van aard met als doel het borgen van een kwalitatief hoogwaardige wetgeving, zonder te willen treden in de belangen van diverse stakeholders. 2. Gescheiden vermogens Collectiviteitskring 2.1. Uit de Memorie van Toelichting ("MvT") blijkt dat het aan werkgevers en werknemers is om de collectiviteitskring te bepalen en dat in de statuten van het APF de reikwijdte van de collectiviteitskring moet zijn opgenomen. 2.2. De Adviescommissie adviseert het begrip collectiviteitskring te definiëren in de Pw. Daarnaast is de vraag of het inderdaad gewenst is dat de reikwijdte van de collectiviteitskring geheel ter bepaling van partijen is. Het risico bestaat immers dat ‘slechte’ en ‘goede’ risico’s van elkaar worden gescheiden, hetgeen ongewenst kan zijn indien deze risico’s nu in één ondernemingspensioenfonds zijn vervat. Door de scheiding van deze risico’s zouden de uitvoeringskosten van de pensioenregeling(en) in de collectiviteitskring met slechte risico’s wel eens substantieel kunnen stijgen. 2.3. Bovendien roept het splitsen van huidige collectiviteiten in meerdere collectiviteitskringen moeilijke uitvoeringsvragen op; hoe dient bijvoorbeeld een indexatiedepot of voorziening, opgebouwd surplus etc. te worden verdeeld? Daarnaast is nu niet duidelijk of de collectiviteitskringen binnen het APF allemaal op eenzelfde manier moeten worden ingevuld
  • 2. 2 of dat deze ook van elkaar kunnen verschillen (bijvoorbeeld 1 kring bestaande uit verschillende pensioenregelingen van verschillende werkgevers en een aantal kringen bestaande uit 1 pensioenregeling van dezelfde werkgever). De Adviescommissie adviseert hierover bij of krachtens de Pw nadere regels op te stellen. Compartimentering 2.4. Het meest kenmerkende van een APF is dat dit pensioenfonds (met een rechtsvorm naar keuze) pensioenregelingen kan uitvoeren en daarvoor gescheiden vermogen aanhoudt die gerelateerd zijn aan collectiviteitskringen. Deze zgn. compartimentering ziet op vorderingen die samenhangen met uitvoeringskosten, pensioenaanspraken en pensioenrechten (het voorontwerp hanteert deels afwijkende termen, zie hierna onder §2.13). Opgemerkt wordt nog dat in de definitie van APF wordt gesproken van gescheiden vermogend en in overige bepalingen omtrent de APF wordt gesproken van afgescheiden vermogens. Het verdient de voorkeur om één term te gebruiken. 2.5. Het is onduidelijk of de kosten die verband houden met de uitvoering van de pensioenregeling wel of niet tot het afgescheiden vermogen van een collectiviteitskring behoren. Het voorgestelde art. 25, lid 1, sub j PW doet vermoeden dat die kosten niet tot het afgescheiden vermogen behoren aangezien ze daarop in mindering kunnen worden gebracht. 2.6. Het is onduidelijk hoe de term ‘collectiviteitskring’ zich verhoudt tot de term ‘compartiment’. De termen lijken hetzelfde in te houden (zie p. 9, 1 e alinea, MvT) maar helemaal duidelijk wordt dat niet. Wel is duidelijk dat er tevens een compartiment voor het werkkapitaal is naast de compartimenten voor pensioen. Overigens komt de term compartiment niet voor in de voorgestelde wijzigingen van de PW. 2.7. De Adviescommissie wijst erop dat een APF met pensioenuitvoeringsbedrijven, vermogensbeheerders en soortgelijke dienstverleners overeenkomsten zal sluiten ter uitvoering van de pensioenregeling(en). Als met dergelijke dienstverleners niet per collectiveitskring overeenkomsten worden gesloten (niet waarschijnlijk denken wij) dan zal het bij claims lastig zijn de compartimentering gestand te doen voor zover het werkkapitaal onvoldoende is (zie hierna). De Adviescommissie vraagt zich af of een crediteur dan naar rato van een collectiviteitskring zijn vordering dient in te dienen. In dat geval is lastig hoe zo'n pro rata deel dan moeten worden berekend. Hierbij is extra complicerend dat het vermogen van een collectiviteitskring voor wat betreft uitvoeringskosten slechts kan worden aangesproken voor kosten die volgens de uitvoeringsovereenkomst ten laste kunnen worden gebracht van dat vermogen (zie art. 123 lid 2 PW (nieuw)). 2.8. De MvT spreekt over werkkapitaal (het vermogen van het APF dat niet is toe te rekenen aan een collectiviteitskring en dat gebruikt wordt voor algemene uitvoeringskosten). Overwogen kan worden om bij of krachtens de Pw een bepaling op te nemen over de eigendom van dit werkkapitaal en over de mogelijkheid van terugstorten en aanwenden van dit kapitaal, dan wel dat de statuten van het APF in een dergelijke regeling moeten voorzien.
  • 3. 3 2.9. Als meerdere collectiviteitskringen gemeenschappelijke vermogenstitels verwerven dan zal de compartimentering mogelijk tekort schieten. Of is bedoeld dat collectiviteitskringen niet gezamenlijk belleggen? 2.10. Op pagina 10, 2 e alinea van de MvT staat dat het bestuur (bijvoorbeeld) kan beslissen over de individuele pensioenregeling, op het punt van indexatie voor zover overeengekomen in de uitvoeringsovereenkomst. Hoe verhoudt zich dit tot het uitgangspunt dat er binnen een collectiviteitskring/compartiment geen ringfencing plaatsvindt? Of wordt voor dit voorbeeld uitgegaan van een pensioenregeling die gelijk is aan de collectiviteitskring? Vereffening en faillissement 2.11. Het voorontwerp bepaalt in het derde lid van het voorgestelde art. 123 Pw dat wanneer bij vereffening onvoldoende vermogen is het vermogen dient ter voldoening in de volgorde van het twee lid (in rangorde: kosten, rechten van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden). Waarschijnlijk wordt hier met "vermogen" op het afgescheiden vermogen gedoeld (de logica van de compartimentering zou anders vervallen), maar helemaal helder is dat niet. 2.12. Anderzijds is het niet waarschijnlijk dat met “vermogen” op het afgescheiden vermogen per collectiviteitskring wordt gedoeld. Dat zou immers moeten betekenen dat ieder afgescheiden vermogen zou kunnen worden vereffend, hetgeen ook weer zou betekenen dat ieder afgescheiden vermogen een rechtspersoon moet zijn. Dat is evenwel niet de bedoeling bij het APF. Ook indien met “vermogen” het totale vermogen van het APF wordt bedoeld (dus werkkapitaal plus alle collectiviteitskringen) verdient het aanbeveling om dit duidelijk te maken. 2.13. Bij de rangorde is evenmin duidelijk of er ook een rangorde is binnen het voorgestelde artikel 123, lid 2, onderdeel b in de zin dat rechten van deelnemers voorgaan op die van gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden. Daarbij vraagt de Adviescommissie zich overigens af wat met rechten van deelnemers wordt bedoeld. De Adviescommissie vermoedt dat de wetgever hier op aanspraken doelt (vandaar het woord "andere" in art. 123, lid 1, onderdeel b), het ligt dan voor de hand die reeds in de wet gedefinieerde term ook hier te gebruiken. 3. Overige punten Vervallen multi-opf 3.1. Het wetsvoorstel voorziet in het vervallen van het multi-opf. De bestaande multi-opf’en krijgen een overgangstermijn van 5 jaar om de door hen beheerde pensioenregelingen bij een andere pensioenuitvoerder onder te brengen (dan wel om te vormen tot een APF). 3.2. Mede omdat de mogelijkheid tot het creëren van een multi-opf nog niet zo lang geleden is geïntroduceerd, is het afschaffen van deze mogelijkheid voor bestaande multi-opf’ ongewenst. Een pensioenfonds wordt immers opgericht met het doel om gedurende langere
  • 4. 4 tijd pensioenregelingen uit te voeren, temeer omdat het oprichten van een multi-opf flinke kosten met zich meebrengt. Daarnaast is het ook voor (gewezen) deelnemers belastend indien zij wederom naar een andere pensioenuitvoerder moeten overstappen. In dit verband dient overwogen te worden om het multi-opf voor bestaande multi-opf’en te behouden. 4. Governance 4.1. Ten behoeve van belangenconflicten is het verstandig in art. 105 Pw expliciet op te nemen dat ten aanzien van het beginsel van evenwichtige belangenbehartiging er sprake is van gelaagdheid van bestuur. Het bestuur handelt enerzijds op het niveau van de instelling en anderzijds op het niveau van de collectiviteitskringen (vgl p. 9, par 3.5, 1 e alinea MvT). 4.2. Op grond van het wetsvoorstel heeft een belanghebbendenorgaan uitsluitend de taken en bevoegdheden van het belanghebbendenorgaan voor zover ze betrekking hebben op het afgescheiden vermogen waarvoor het belanghebbendenorgaan is ingesteld. Volgens de artikelsgewijze toelichting houdt dat in dat het belanghebbendenorgaan geen adviesrecht en goedkeuringsrecht heeft over algemene onderwerpen. Voor een aantal in art. 115c, lid 2 en lid 9 genoemde onderwerpen lijkt duidelijk wat een specifiek en een algemeen onderwerp is. Voor een aantal echter niet, zoals het adviesrecht ten aanzien van wijzigen van statuten (lid 2, sub b), het vaststellen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid (lid 2, sub j) en het goedkeuringsrecht ten aanzien van het strategische beleggingsbeleid (lid 9, sub e). Teneinde iedere vorm van onduidelijkheid te voorkomen acht de Adviescommissie het wenselijk om hierover meer duidelijkheid te verschaffen. 4.3. De goedkeuringsrechten van het belanghebbendenorgaan worden behoorlijk aangetast door de bepaling dat het orgaan uitsluitend de taken en bevoegdheden van het belanghebbendenorgaan heeft voor zover ze betrekking hebben op het afgescheiden vermogen waarvoor het belanghebbendenorgaan is ingesteld. Een liquidatie, fusie of splitsing van het APF heeft immers niet betrekking op (alleen) het afgescheiden vermogen, maar op het gehele pensioenfonds. Derhalve heeft zou het orgaan geen goedkeuringsrecht hebben ten aanzien van een besluit tot liquidatie, fusie of splitsing, terwijl dat besluit wel van invloed is op het afgescheiden vermogen. De Adviescommissie vraagt zich af of dit werkelijk de bedoeling is.