overzicht van het Hindoeïsme

1. Hindoeisme
Kortoverzicht

2. Hindoeïsme
 Benaming ‘Hindoeïsme’: Britse overheersers die volgens
de maatstaven van het Christendom, de verschillende
tradities in India geen plaats konden geven. Vnl. Omdat er
niet 1 Algehele autoriteit was.
 Oorspronkelijke benaming: Sanatan Dharma (eeuwige
natuur) of Vaidik Dharma
 Sanatan Dharma is geen religie: men kan van religie
veranderen. Sanatan dharma wil zeggen: onze eeuwige
natuur.
 Zoals de aard van water is dat het vloeit, zo is de aard van
de mens dat we eeuwige dienaren zijn. Onze eeuwige
natuur is dat we dienen: we dienen onze verlangens, onze
werkgevers, onze kinderen, ouders, samenleving, etc.
Zolang we in een dienende rol zijn ervaren we vreugde en
voldoening in het leven.

3. Dienaarschap
(seva)
Niet te verwarren met slavernij:
 Mag niet kiezen
 Moet hetzelfde zijn als
anderen (geen eigen ik)
 Mag geen besluiten nemen

4. Bhagavata Purana canto 2:
 Na het realiseren van wie God is, wat Zijn volheden zijn, schiep Brahma (de
eerstgeschapene) de roerende en niet-roerende wereld (Brahma Samhita)
 Hij gaf al zijn kennis in de Veda’s die via 3 geautoriseerde scholen/tradities
worden overgedragen
Vishnu Vaishnavas
Shiva Shaivites Shakti Shaktas
Hare Krishnas (West)

5. Vader/zoon/buurman/collega/echt-
genoot/vriend/klant/neef/etc:
Elke rol brengt zijn eigen
verantwoordelijkheden en
verplichtingen met zich mee
1 God……echter de diverse rollen
zijn aparte persoonlijkheden
vele Goden (330 million)
Eén persoon…vele rollen

6. Hindoeisme = monotheistisch & polytheistisch
vlgs de Bhagavata Purana:
Krishna:
God vd
liefde
Rama,
Vishnus
Shiva,
Lakshmi,Ganesh,
Surya, Brahma
330 million andere Deva's
Minister
President
Ministeries
Departementen
bv: Burgemeesters,
wethouders etc.

7. Deel 2
 Kasten-stelsel
 Yuga’s

8. Kaste-stelsel
 Bg 4.13
cātur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ
guṇa-karma-vibhāgaśaḥ
De vier geledingen van de menselijke samenleving zijn
door Mij geschapen op grond van de drie hoedanigheden
van de materiële natuur en de activiteiten die daarmee
samengaan.
3 hoedanigheden: Sattva guna, Raja guna, Tamah guna
Niemand is minder, niemand is meer

9. 4 Varnas:
Brahmana
leraren,
academicist,
monniken
focus: algemeen
belang
oude ziel,
transcendentale
ziel
Kshatriya
krijgers,
managers,
strategen
focus: nationaal
belang
volwassen ziel
Vaisya
handelaren,
zakenmense
focus: lokaal of
dorpsbelang
jeugdig tot jong
volwassen ziel
Sudra
werkers,
entertainers, de
neiging om iets te
doen in ruil voor
geld of genot
focus:
gezinsbelang/
eigenbelang
kind tot jong
volwassen ziel

10. Brahmana: definitie
 Degene die Brahma gyaan heeft. Degene die de 4 Vedas heeft bestudeerd, begrepen
heeft wat Brahman is, niet gehecht is aan wereldse geneugten, in zijn onderhoud
zich volkomen afhankelijk stelt van de genade van God. Rein is in spraak, gedachten
en handelingen. Waarheidlievend en offervaardig.
 Vroeger: voorafgaand aan de geboorte werd de garbhadana samskara gedaan om een
goede ziel aan te trekken bij de verwekking. Direct na de geboorte werden minimaal
de 12 hoofd-samskaras gedaan:
1. Garbhadhana (verwekken van een goed kind door de ouders)
2. Sosayanti homa (veilig baren van het kind)
3. Nama-karana (naamgeving van het kind)
4. Niskramana (eerste keer het huis uit gaan)
5. Anna-prasana (eten van de eerste granen)
6. Cuda-karma, -karanam (haar scheren)
7. Upanayana (initiatie, heilige draad ceremonie voor de aanvang van studie)
8. Vidyarambha (eerste dag op school)
9. Samavartana (beeindiging van de studie)
10. Vivaha (huwelijk)
11. Griha pravesa (een nieuwe huis inwijden)
12. Antyesti (overlijdens riten)
In Kaliyuga is het zeer moeilijk om deze rituelen goeduit te voeren door gebrekkige kwaliteit
van kennis, zuiverheid van ingredienten, onzuivere atmosfeer, etc.
Vlgs SB: in Kali yuga een ieder per definitie shudra mentaliteit, tenzij men zich kwalificeert.

11. Vier Yuga’s:

12. 4 ashrama’s:
 Studentenleven <25jr, gezin 25-50, pensioen 50-75, onthecht >75
Ashrama wilt zeggen “plaats waar we ons beschermd voelen”. In elke ashrama zullen er
problemen zijn maar die problemen kunnen alleen opgelost worden in diezelfde ashrama.
Scheiding of Vanaprastha nemen zal niet helpen en is er ook niet voor bedoeld.

13. Deel 3
 Goddelijke en demonische natuur
 Yoga
 Bhakti
 Vegetarisme

14. Dualiteiten in de menselijke
natuur:
Demonische natuur.. BG 16.6-16.20:
Trots, arrogantie, eigenwaan, woede, ruwheid, onwetendheid,
onrein, leugenachtigheid.
Ze zeggen dat deze wereld onwerkelijk is, geen fundament heeft
en dat er geen God is die hem bestuurt. Ze zeggen dat de wereld
voortkomt uit seksueel verlangen en geen andere oorzaak heeft
dan lust.
Overtuigd van zulke opvattingen wijden de demonen, die zichzelf
hebben verloren en geen intelligentie bezitten, zich aan
rampzalige, gruwelijke werken die bedoeld zijn om de wereld te
vernietigen.

15. Goddelijke
natuur
BG 16.1-3

16. Goddelijke aard (BG 16.1-3)
De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods zei:
 Onbevreesdheid;
 het zuiveren van je bestaan;
 het cultiveren van spirituele kennis;
 vrijgevigheid;
 zelfbeheersing;
 het brengen van offers;
 het bestuderen van de Veda’s;
 het beoefenen van ascese;
 eenvoud;
 geweldloosheid;
 waarheidlievendheid;
 vrij zijn van woede;
 onthechting;
 kalmte;
 afkeer van onnodig kritiseren;
 mededogen voor alle levende wezens;
 vrij zijn van hebzucht;
 vriendelijkheid;
 bescheidenheid;
 vastberadenheid;
 vitaliteit;
 vergevensgezindheid;
 standvastigheid;
 reinheid en
 vrij zijn van vijandigheid en eerzucht

17. BG H 1: Arjuna’s 5 argumenten om niet te vechten
mededogen
compassie voor
zijn
familieleden
was gebaseerd
op de
onwerkelijke,
externe en
tijdelijke
vereenzelviging
met het
lichaam. Dit is
de grootste
barriere om
spirituele
vooruitgang te
bereiken.
genot
Arjuna
beredeneert
dat hij niet in
staat zal zijn
om van het
koninkrijk te
genieten als hij
het wint door
zo’n hoge prijs
te betalen (het
leven nemen
van zijn
familieleden).
familiebelangen
Arjuna zegt dat
door de dood van
de ouderen van
de familie, er
niemand zal zijn
voor zuiverende
rituelen van ge-
boorte tot de
dood, familie tra-
dities, voorva-
deren en Ve-
dische rituelen
voor het doen van
offeringen aan de
Deva’s.
angst voor zondige
reacties
volgens de
schriftuurlijke
bepalingen is
het doden van
je familie en je
leraar de
grootste zonde
besluiteloosheid
Arjuna is niet
overtuigd dat
het veroveren
van zijn
vijanden beter
is dan door hen
overwonnen te
worden.

18. Bekledingen van de ziel: subtiel & grofstoffelijk

19. Aard van de ziel:
yoga brengt ons in contact met de kwaliteiten van de ziel
Eeuwig
vol kennis
vol
gelukzaligheid
onvernietigbaar
zetelt in het hart
individueel
Verandert van
lichaamKan niet gedood
worden
Heeft gedaante en
persoonlijkheid
Kan niet in stukken gesneden

20. Verschillende
Yoga soorten
 Karma yoga: wie goed doet goed
ontmoet…..maar soms weten we dat iets
niet goed is, maar we doen het toch?
Waarom?  lust: hang naar Ayu, Yash en
Shri
 3 soorten transcendentalisten:
 Dhyana Yoga/ Ashtanga yoga: de wind
bedwingen is gemakkelijker dan de geest te
bedwingen….leer keuzes maken, laat je
onderrichten
 Gyana yoga: alles leren wat goed en niet
goed is, kost tijd en ondertussen moeten
we handelen?......doe alles uit liefde voor
mij
 Bhakti yoga: sarva dharman parityajya.
Neem toevlucht tot mij en ik zal je
verlossen van alle zondige reacties

21. Bhakti yoga
 Bhakti is de uitwisseling tussen de Bhakta en
Bhagavan.
 Uitwisseling is in alle vormen zolang het wordt
gedaan om het object van liefde te plezieren.
 Vb. Koken voor iemand waar je van houdt.
 Je kookt wat die persoon lekker zal vinden, kiest met
zorg de ingredienten van goede kwaliteit, je neemt je
tijd, tijdens het koken doe je alles met de gedachte
hoe die person zal genieten van de lekkere maal, de
opdiening gebeurt heel netjes in een aangename
omgeving.
 Met blij gemoed wordt het geserveerd en met
spanning kijk je hoe die person geniet van je offer.
Doordat de geliefde geniet van je maal, geniet je
meer en ben je voldaan, je voelt je geliefd,
geaccepteerd, beschermd, gewaardeerd en vredig.
 Dit is Bhakti yoga: liefdesuitwisseling tussen Bhakta
en Bhagavan
 Liefde is een gewaarwording, een realisatie, geen
sentiment.

22. Bhakti yoga
5 soorten liefde:
1. Shanta rasa: neutraal (4 Kumara’s)
2. Dasya rasa: dienend (Hanuman)
3. Sakhya rasa: vriendschappelijk (Arjuna)
4. Vatsalya rasa: ouder-kind
(Yashoda/Nanda/Devaki/Vasudeva)
5. Madhurya rasa: echtelijk (Rukmini/Radharani)
Liefde wordt geuit in woorden, maar meer nog in
daden.
In elke liefdesrelatie is het dienen central en een
voorwaarde voor een gezonde relatie.
“Liefde” die ten koste gaat van de ander, is geen
liefde maar lust: vernietigend.
Liefde is opbouwend, zelfopofferend en er is een
uitwisseling. Wordt niet tentoon gesteld.
Hoe dieper de relatie, hoe eenkenniger je devotie
(kuisheid in Bhakti)

23. Vegetarisme
 Voor onderhoud van lichaam is voeding nodig.
BG: patram pushpam phalam toyam (BG 9.26)
 Wanneer iemand Me met liefde en devotie een
blad, een bloem, een vrucht of wat water
offert, dan zal Ik het aanvaarden.
 Alle shastra’s verklaren dat we kinderen zijn
van 1 Vader. Zelfs in andere religies wordt dit
bevestigd.
 Als we allemaal kinderen zijn van 1 Vader,
waarom moeten we dan onze broeders en
zusters eten om er zelf beter van te worden?
 Planten hebben ook zielen: weliswaar is het
bewustzijn van de planten sterker omkapseld
door de materiele natuur.
 Als we om dit lichaam te voeden, een
plantaardig diet aanhouden dan zal God onze
negatieve reacties absorberen en ons
vergeven omdat Hij aangeeft in BG 9.26 dat
planten geaccepteerd worden door Hem.
 Geen dieren, vissen, eieren, etc.

24. Voeding in satva
guna
 BG 17.8 Voedsel dat geliefd is bij
mensen in de hoedanigheid
goedheid verlengt de
levensduur, zuivert het bestaan
en schenkt kracht, gezondheid,
geluk en voldoening. Zulk
voedsel is sappig, vettig, gezond
en smakelijk.
 Fruit, bladgroenten en andere
groenten versterken de satva
karaktertrekken

25. Voeding in
Rajah guna
BG 17,9
Voedsel dat te bitter, te zuur,
zout, scherp gekruid, pikant,
droog en heet is, is geliefd bij
personen in de hoedanigheid
hartstocht. Zulk voedsel
veroorzaakt ellende, leed en
ziekte.

26. Voeding in
Tamah guna
BG 17.10
Voedsel dat langer dan drie uur
voordat het gegeten wordt
gekookt is, voedsel dat smaakloos,
rot en bedorven is en voedsel dat
uit etensresten en onaanraakbare
dingen bestaat, is geliefd bij
mensen in de hoedanigheid
onwetendheid.
Knoflook, meedere looksoorten,
caffeine, uien, prei, champignon
en andere paddestoelen
versterken tamah guna
Vlees van gedode dieren, vissen
en vogels versterken tamah guna
maar ook verzwaren de karmische
reacties.

27. Koe
 Vedische instructies:
 Door melk te drinken van de koe die
liefdevol wordt verzorgd, hersteld
het lichaam van vele ziekten zoals:
Alzheimer, Parkinson, Rheumatische
aandoeningen, stress, bacteriele
infecties, etc.
 Het houden van een koe werd gezien
als een heilige daad omdat de mens
daardoor leert om van anderen te
houden die anders lijken en anders
leven. Helpt tegen haat.
 Vergelijkbaar met het hebben van
een huisdier
 Koe is een incarnatie van Kama
dhenu (letterlijk: voorziener van alle
overvloed) en de zetel van alle hoofd
devas

28. Vrijheid van keuze
 Dit lichaam is in bruikleen. Gebruik je leen-lichaam zo goed
mogelijk; weet wat het verschil is tussen je lagere plichten en
je hogere plichten…je lagere dharma (apa dharma) en je
hogere dharma (upa dharma)
 Dagelijks moeten we keuzes maken: kiezen we voor onze
zelfzuchtige belangen?
 DharmaArthaKamaMoksha
 Isopanishad 4: īśāvāsyam idam sarvaṁ yat kiñca jagatyāṁ
jagat tena tyaktena bhuñjīthā mā gṛdhaḥ kasya svid dhanam
 De Heer bezit en beheert alles in het universum: wat beweegt
en niet beweegt. Men moet daarom dat nemen wat nodig is
voor zichzelf en opzij is gezet als zijn deel. Men moet niet
anders nemen, zich ervan bewust van wie het wel is.

29. Doel vh Hindoeisme
 Goede bhakta te worden
 Niet door alleen geweldige arati’s te doen,
puja’s te doen, shloka’s te reciteren, sari of
dhoti aan te hebben, hindi te lezen of
vegetarisch te zijn.
 Wel door alles in relatie te zien met God: de
natuur, de aarde, de zon, maan, je broeders
en zusters om je heen, je problemen, je
geluk, je ambities, je zaken, je kansen en
nog meer zijn gegeven door Hem om jou te
helpen je weg naar Hem terug te vinden.
ISKCON Weeshuis school
ISKCON lid Hema Malini
Meer dan 500 veg gerechten