Nationaal Landschap 'Laag Holland' is een uniek stukje echt Holland boven het Noordzeekanaal. Hier heb je op veel plekken nog het idee dat de tijd heeft stilgestaan. Het schilderachtige beeld wat veel buitenlanders van Nederland hebben, bestaat echt. In Laag Holland. Hier liggen die rustieke dorpjes van weleer. In weidse velden of verscholen achter de dijken van het IJsselmeer. Met hun pittoreske straatjes, omgeven door eindeloos veel groen, graag, molens en volop water.
1. Nationaal Landschap Laag Holland
Het land van Leeghwater
Locatie
‘De Witte Brug’
Noordervaart 46
1841 HA Stompetoren
1. Inleiding.
Een Nationaal Landschap is een Nederlands landschap dat een unieke combinatie
van cultuurhistorische en natuurlijke elementen heeft dat internationaal gezien
zeldzaam is. Mens en natuur hebben in Laag Holland samengewerkt om iets heel
moois onder de zeespiegel te maken.
Laag Holland kreeg in 2006 de status van één van de twintig Nationale
Landschappen van Nederland. Het beslaat het gebied ten noorden van Amsterdam,
van Waterland tot en met de droogmakerij de Schermer en tussen Alkmaar en het
IJsselmeer, het hart van Noord-Holland. Het landschap verschaft rust, ruimte en
groen. Het bestaat voor een groot deel uit laag gelegen waterrijke veenweiden, hier
en daar onderbroken door een dieper gelegen droogmakerij met zijn strakke rechte
lijnen in vaarten en wegen.
Het land van Leeghwater bestaat uit de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp
en Schermer. Het gebied heeft zijn naam geleend van Jan Adriaanszoon Leeghwater
(1575-1650), Hollands beroemde waterbouwkundige uit de Gouden Eeuw, geboren
in De Rijp.
B&B ‘De Witte Brug’ ligt in droogmakerij De Schermer aan de zuidzijde van de
Noordervaart in Stompetoren, zes km ten oosten van Alkmaar.
1
2. 2. Geschiedenis van de droogmakerij de Schermer (1633).
De vlag.
In deze vlag is de geschiedenis van de droogmakerij verbeeld.
Het blauw van het water met de vis, overgaand in het blauw van
de lucht met de molenwieken. Het geel van het graan op het
bouwland en het groen van het grasland.
De herdenkingsvlag uit 2008 ter ere van 375 jaar Schermer laat ook de
symbolen van land, lucht en een molen terugkomen.
De geologische geschiedenis van de Schermer tussen 3000 voor Chr. en de vroege
Middeleeuwen begon met een waddengebied met zandbanken, strandwallen, slib en
zeeklei dat uitgroeide tot een moeras.
Aan de kant van de Noordzee ontstond duinvorming en in de lagune werd op het
zand slib afgezet waardoor een groot hoogveenkussen kon ontstaan, doorsneden
door veenriviertjes zoals de Scirmere
Rond 800 was Noord-Holland overwegend een onbewoonbaar moeras waarin zich
een dik veenpakket heeft ontwikkeld tot een paar meter boven zeeniveau.
Vanaf de 10e
eeuw werd het moeras in cultuur gebracht. Om het veen droger te
krijgen om geschikt te maken voor landbouw werden sloten gegraven.
Hierdoor begon het veen in te klinken en de bodem begon te dalen, ongeveer 1
meter per eeuw. (Rond 1100 was het veenweidegebied nog 3 m boven NAP en in
2000 is het ongeveer 2 m onder NAP gekomen)
De natuurlijke waterafvoer begon te stagneren en de veenrivieren werden steeds
breder. Bij storm slaat dan ook veel oevermateriaal weg zodat er veel meren
ontstaan zoals de Schermer en de Beemster.
Door o.a. ’t Zwet tussen Schermer en Beemster kon Alkmaar vanaf de Zuiderzee per
schip bereikt worden.
Het Schermer Eylandt, nu Eilandspolder is
oud land dat tussen beide meren in lag.
Het water in de meren was een
bedreiging voor het bestaande
land. Maar het was ook een
belangrijk boezemgebied waar
het overtollige water tijdelijk in
opgeslagen kon worden.
In de 17e
eeuw zagen de kooplieden het
droogleggen van de meren als een goede
investering van het veel verdiende geld in de
handel. Zo ontstonden de 17e
eeuwse
droogmakerijen: het nieuwe land.
De Schermer werd drooggemalen door 52 molens in 1633, waarbij Leeghwater een
gewaardeerd deskundige was op het gebied van polderbemaling en molenbouw. De
bodem van het meer ligt dan op ongeveer 3 m meter onder NAP en de bodem
bestaat uit vruchtbare kalkrijke oude blauwe zeeklei met een kleine humusachtige
teeltlaag.
De unieke verkaveling van sloten, vaarten en wegen bestaat nog nagenoeg
onveranderd zoals de kaart uit 1635 getekend is.
2
3. 3. Waterbeheer van de Schermer.
Staand in de poortingang van stolpboerderij de Witte Brug ziet u 3 niveaus van het
water in de sloten om het erf en de Noordervaart, elk met een meter hoogteverschil.
De tussensloot is ongeveer 5 m onder NAP, de wegsloot ongeveer 4 m onder NAP
en de Noordervaart 3 m onder NAP. Het omringende land is nu ongeveer – 4,30 m
NAP.
Voor het droogleggen en drooghouden (van 1633-1929) van de Schermer zijn
in totaal 52 molens ingezet. De Schermer kent een viertrapsgewijze bemaling. De
Schermer werd opgedeeld in 14 eenheden met een eigen bemaling, 14 polders dus,
met een letter aangegeven: polder A t/m O. elke polder had zijn eigen molen< de
molens A t/m O, die elk het water uit hun eigen polder opmaalden naar een hoger
niveau, de Noordervaart, de Zuidervaart en de Laanvaart. Deze vaarten en de
tochtsloten vormen samen de binnenboezem. Vanuit de binnenboezem wordt het
water via een molengang van een aantal molens trapsgewijze omhoog gemalen naar
de buitenboezem; de ringvaart.
In de eerste eeuw na de drooglegging is de bodemklei zo geklonken dat het
maaiveld een meter daalde. Daarom moest er een extra molentrap gemaakt worden.
De schepradmolen kon het water ongeveer
1 m omhoog malen. In de 19e
eeuw is de
vijzel ontwikkeld waardoor het water hoger
kon worden opgemalen.
In de 20e
eeuw werden electrische
gemalen gebouwd: de Emma, de
Wilhelmina , de Juliana en de IV in
Zuidschermer. Hierdoor werden er 4 polders
gevormd in de Schermer.
In 1991 is men overgegaan op 2 kleine
moderne gemaaltjes: de Beatrix en de
Willem Alexander, waardoor de waterlopen
in de kavelsloten gewijzigd zijn en er nu nog 2 polders in de Schermer zijn.
Vroeger stroomde onze kavelsloot naar de wegsloot toe, van zuid naar noord. Nu
stroomt het water andersom, naar de tochtsloot, zodat het dieptepeil bij mij in de
sloot niet geheel aan de eisen van het waterschap voldoet.
Er was ook altijd een tegenstrijdig belang tussen veehouders en akkerbouwers
met betrekking tot de hoogte van het waterpeil. Dat boterde niet altijd goed.
Als mijn vader, die akkerbouwer was, vroeger achter in het land kwam waar een
schutbord in de sloot stond,die het water op peil moest houden in de kavelsloot trok
hij altijd de bovenste plank eruit, want hij wilde zoveel mogelijk afwateren.
Als de buurman, die veehouder was, daar kwam, dan plaatste hij de plank terug,
want hij wilde hoog water hebben voor zijn koeien.
Zo streed ieder voor zijn eigen belang.
3
4. 4. Wonen in de Schermer.
De kenmerken van een droogmakerij en wat dit voor ons betekent:
- De ligging is lager dan de directe omgeving.
We wonen 4,30 m onder de zeespiegel.
- Omgeven door een ringdijk met een ringvaart en onderaan de dijk de ringsloot
(= kwelsloot).
Overal kun je in de verte de ringdijk zien.
- Doorgaans goede waterhuishouding.
Bij droogte is er altijd water in de sloten en bij veel regen stroomt het hier niet
over.
- Meestal moderne, rechthoekige verkaveling.
Ook de boerderij en de erf is rechthoekig.
- Vaak zand of kleigrond.
Hier kleigrond, zwaar te bewerken.
- Zowel akkerbouw als veeteelt en nu ook vaak bollenteelt.
Daardoor toeristisch aantrekkelijk landschap.
Het karakter van de inwoners is mogelijk gevormd door het landschap: open en
hoekig. Recht voor zijn raap, en gastvrij.
De stolpboerderijen hebben ook een vierkant grondplan. Rondom het vierkant met de
vierkantpalen waar het dak op rustte, leefden de bewoners aan de voorkant, de
koeien aan de zijkant daarachter. In de dors werd het graan gedorst en was er plaats
voor de opslag van de werktuigen die via de dorsdeuren naar binnen konden. In het
midden was de plaats voor de hooiberg. Daarnaast is er in ons geval nog de
‘paardenstal’, die in de lengte tegen de boerderij aan was gebouwd.
Deze piramiden in het landschap hebben voor een groot deel nog een
agrarische bestemming. Maar door de moderne bedrijfsvoering verandert er veel
met betrekking tot de bestemming.
Ook onze stolp heeft nu geen agrarische bestemming meer, maar heeft een
woonbestemming gekregen met als specialiteit een B&B.
We delen graag het plezier van de
prettige leefomgeving in Nationaal
Landschap Laag Holland met onze
gasten.
Met dank aan onze (schoon)moeder,
Adri Verhulst-Kostelijk, die in 2011 een
cursus Nationaal landschap Laag
Holland heeft gevolgd en dit overzicht
heeft geschreven.
De boerderij vóór de verbouwing van 2013/2014
Februari 2015
4