Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)
H2O februari 2015 pag 20
1. 20
Mijn mening
Nanco Dolman en Hanneke Schuurmans
In maandblad H2O stond onlangs een artikel onder de kop
‘Kom maar op met die stortbuien!’. Onderwerp: hoe steden
zich beter kunnen voorbereiden op wolkbreuken.
In het decembernummer is op pagina’s 4 tot en met 8 ingegaan
op het thema ‘klimaatbestendige stad’. Het is ons opgevallen
dat de problematiek, opgaven en kansen in het artikel op een
wat eenzijdige wijze zijn belicht. Dat de aandacht daarbij vooral
uitging naar het omgaan met regenwateroverlast in bebouwd
gebied ligt voor de hand. Toename van hevige buien in com-
binatie met het feit dat onze steden de afgelopen halve eeuw
flink zijn gegroeid en verdicht met verharding (Tegelterreur –
Vrij Nederland, mei 2104) zorgt voor meer overlast en schade.
Maar hoe gaan we hier mee om, tegen welke prijs gaat overlast
beperkt worden en moeten we hierbij alleen maar denken in
technische oplossingen?
Op Prinsjesdag 2014 is de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie
verschenen, mede gebaseerd op de adviezen van de coalities uit
het Manifest Klimaatbestendige Stad (oktober 2013). Ambitie is
dat in 2050 het bebouwde gebied in Nederland, inclusief vitale
en kwetsbare objecten, zo goed mogelijk ‘klimaatbestendig’ en
‘water-robuust’ is ingericht. Hierbij wordt gewerkt aan maatre-
gelen om de kwetsbaarheid van de stad voor (1) overstroming,
(2) wateroverlast, (3) droogte, en (4) hittestress te verlagen.
Om een klimaatbestendige stad te bereiken moeten we direct
aan de slag. In de Handreiking Ruimtelijke Adaptatie van het
ministerie van Infrastructuur en Milieu (september 2014) is
hiervoor het proces van de Stresstest Klimaatbestendigheid
(kortweg: klimaatstresstest) voorgesteld. En het in oktober
2014 gelanceerde Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie spreekt
over het volgen van de stappen onder de drie W’s: Weten, Willen
en Werken. Maar hoe geef je ruimtelijke adaptatie in Nederland
handen en voeten? Over ruimtelijke adaptatie en de klimaat
bestendige stad worden veel congressen, expertmeetings en
evenementen georganiseerd en intentieverklaringen onderte-
kend. Blijft het bij veel praten en weinig doen?
Volgens ons is het volgen van de drie W’s effectiever en concre-
ter te maken door de inzet van tools zoals de klimaatstresstest.
Ten eerste moet je weten welke opgaven er in je stad spelen,
het probleem analyseren (technisch). Vervolgens moet je met
elkaar de dialoog aan willen en vooral durven gaan: tot welke
prijs gaan we de risico’s beperken? Daarbij moet je met elkaar
aan de slag (werken). Welke oplossingsrichtingen zijn er, welke
afspraken gaan we onderling maken? Hierbij zijn (technische)
tools om de effectiviteit van oplossingsrichtingen te toetsen es-
sentieel. Kortom, proces moet hand in hand gaan met (techni-
sche) tools.
Wie pakt de handschoen op om ruimtelijke adaptatie beter in
het ruimtelijke proces te betrekken of zelfs te verankeren? Het
bereiken van een klimaatbestendige stad is het bovenal werken
aan een leefbare stad. Het betrekken van onze leefomgeving
en sociale waarden is van vitaal belang. Tenslotte maken wij
deel uit van het stedelijke ecosysteem of ‘ecopolis’ (Tjallingii,
1992-1996).
Nanco Dolman
Hanneke Schuurmans
(Royal HaskoningDHV)
DIRECT AAN DE SLAG MET
KLIMAATBESTENDIGE STAD
iStockphoto