Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...Driessen Research
De overgang van basis- naar voortgezet onderwijs vormt een cruciaal transitiemoment in de schoolloopbaan. De keuze voor een type voortgezet onderwijs wordt in sterke mate vastgelegd met het advies van de leerkracht van groep 8. Daarnaast wordt ook gebruikgemaakt van een ‘tweede gegeven’, meestal de Cito Eindtoets.
De afgelopen jaren werd soms geconstateerd dat bepaalde groepen leerlingen een lager of hoger advies krijgen dan op basis van hun toetsprestaties verwacht zou worden. Vooral allochtone leerlingen zouden ‘ondergeadviseerd’ worden, dus een te laag advies ontvangen.
Met behulp van gegevens van het COOL5-18 cohortonderzoek (7269 leerlingen, 443 klassen) is nagegaan of er sprake is van onder- of overadvisering van bepaalde sociaal-etnische groepen van leerlingen.
Uit variantie- en multilevel-analyses blijkt dat het advies bijna altijd in overeenstemming is met de toetsprestaties van de leerlingen. Er is ook geen sprake van onderadvisering van allochtone leerlingen.
Geert Driessen & Joris Cuppen (2012) TVO Ieder het juiste advies voortgezet o...Driessen Research
De overgang van basis- naar voortgezet onderwijs vormt een cruciaal transitiemoment in de schoolloopbaan. De keuze voor een type voortgezet onderwijs wordt in sterke mate vastgelegd met het advies van de leerkracht van groep 8. Daarnaast wordt ook gebruikgemaakt van een ‘tweede gegeven’, meestal de Cito Eindtoets.
De afgelopen jaren werd soms geconstateerd dat bepaalde groepen leerlingen een lager of hoger advies krijgen dan op basis van hun toetsprestaties verwacht zou worden. Vooral allochtone leerlingen zouden ‘ondergeadviseerd’ worden, dus een te laag advies ontvangen.
Met behulp van gegevens van het COOL5-18 cohortonderzoek (7269 leerlingen, 443 klassen) is nagegaan of er sprake is van onder- of overadvisering van bepaalde sociaal-etnische groepen van leerlingen.
Uit variantie- en multilevel-analyses blijkt dat het advies bijna altijd in overeenstemming is met de toetsprestaties van de leerlingen. Er is ook geen sprake van onderadvisering van allochtone leerlingen.
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1994) Did Zittenblijvers hebben meer k...Driessen Research
Driessen, G., & Werf, G. van der (1994). Zittenblijvers hebben meer kans drop-out te worden. Schoolcarrière ligt in eerste jaar v.o. al bijna vast. Didaktief, 24(9), 30-31.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Allochtonen in het onderwijs. Toetsprestaties en doorstroomniveaus nader beschouwd. Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 12(3), 4-11.
ISSN 0925-9384
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...Driessen Research
Al sinds de jaren ‘70 krijgen scholen extra geld voor
achterstandsleerlingen. Maar dat gebeurt op basis van
indicatoren die prestatieverschillen nauwelijks verklaren. Het ontbreekt bovendien aan
bewijs dat de achterstandsmiljarden iets opleveren.
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...Driessen Research
Driessen, G., & Werf, G. van der (1992). Het functioneren van het voortgezet onderwijs. De positie van leerlingen in het eerste leerjaar. Nijmegen/Groningen: ITS/RION.
<isbn>
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
Bijles was ooit iets voor rijke ouders die extra aandacht regelden voor hun kinderen, omdat ze toch echt het vwo móesten halen. Tegenwoordig maakt ongeveer één op de drie middelbare scholieren en een op de vier basisschoolleerlingen in groep 8 gebruik van aanvullend onderwijs. Om de corona-achterstanden te bestrijden en het lerarentekort op te vangen, kunnen veel scholen niet meer om com- merciële instellingen heen. Ruim 30 miljoen coronasubsidie is al terechtgekomen bij commercieel onderwijs. De coronapandemie ver- sterkt de reeds ingezette trend om bijles- en huiswerkinstituten in de arm nemen om ook in de school structureel extra taken te verrichten.
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
SAMENVATTING
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) richt zich op het voorkomen van achterstanden die het gevolg zijn van sociaal-etnische gezinsomstandigheden. De claim is dat het daarin effectief kan zijn, mits het van hoge kwaliteit is. Ondanks de input van vele miljarden zijn de achterstanden de afgelopen decennia echter alleen maar gegroeid. De vraag die hier gesteld wordt is daarom of die claim wel terecht is. Daartoe wordt de externe validiteit van het meest geciteerde voorschoolse programma, het Perry Preschool Project, onder de loep genomen. Kunnen de resultaten daarvan echt in die mate worden gegeneraliseerd als wordt geclaimd?
Kernwoorden: Voor- en Vroegschoolse Educatie; VVE; onderwijsachterstanden; Perry Preschool; James Heckman; generalisatie; externe validiteit
SUMMARY
Preschool Education programs aim at preventing educational delays resulting from socioethnic disadvantage in the home environment of young children. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of huge budgets, the educational gap between socioeconomically deprived families and their wealthier counterparts still is widening. The question therefore is whether the programs’ claim is justified. This article focuses on the external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry Preschool Project. Is it really possible to generalize its findings to other programs, settings and conditions, and target groups, as is being claimed?
Keywords: Pre- and Early School Education; educational disadvantage; Perry Preschool; High/Scope; James Heckman; generalization; external validity
Pre-print van: Driessen, G. (2024). De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma. Heckmans dubieuze claims. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 63(1), 18-29. ISSN 2211-6273
https://orthopedagogiek.eu/
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
Het effect van vve blijft in Nederland moeilijk aantoonbaar. Vve-beleid wordt daarom vaak gestoeld op bewijs uit Amerikaans onderzoek. Geert Driessen fileert de belangrijkste – Perry Preschool en Abecedarian. Er blijft weinig van het bewijs over.
More Related Content
Similar to Geert Driessen (2005) ITSInfo De overgang van basis- naar voortgezet onderwijs.pdf
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1994) Did Zittenblijvers hebben meer k...Driessen Research
Driessen, G., & Werf, G. van der (1994). Zittenblijvers hebben meer kans drop-out te worden. Schoolcarrière ligt in eerste jaar v.o. al bijna vast. Didaktief, 24(9), 30-31.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Allochtonen in het onderwijs. Toetsprestaties en doorstroomniveaus nader beschouwd. Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 12(3), 4-11.
ISSN 0925-9384
Geert Driessen (2017) Voor effectiviteit achterstandsleerlingenbeleid ontbree...Driessen Research
Al sinds de jaren ‘70 krijgen scholen extra geld voor
achterstandsleerlingen. Maar dat gebeurt op basis van
indicatoren die prestatieverschillen nauwelijks verklaren. Het ontbreekt bovendien aan
bewijs dat de achterstandsmiljarden iets opleveren.
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Het functioneren van het voortge...Driessen Research
Driessen, G., & Werf, G. van der (1992). Het functioneren van het voortgezet onderwijs. De positie van leerlingen in het eerste leerjaar. Nijmegen/Groningen: ITS/RION.
<isbn>
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
Bijles was ooit iets voor rijke ouders die extra aandacht regelden voor hun kinderen, omdat ze toch echt het vwo móesten halen. Tegenwoordig maakt ongeveer één op de drie middelbare scholieren en een op de vier basisschoolleerlingen in groep 8 gebruik van aanvullend onderwijs. Om de corona-achterstanden te bestrijden en het lerarentekort op te vangen, kunnen veel scholen niet meer om com- merciële instellingen heen. Ruim 30 miljoen coronasubsidie is al terechtgekomen bij commercieel onderwijs. De coronapandemie ver- sterkt de reeds ingezette trend om bijles- en huiswerkinstituten in de arm nemen om ook in de school structureel extra taken te verrichten.
Similar to Geert Driessen (2005) ITSInfo De overgang van basis- naar voortgezet onderwijs.pdf (20)
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
SAMENVATTING
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) richt zich op het voorkomen van achterstanden die het gevolg zijn van sociaal-etnische gezinsomstandigheden. De claim is dat het daarin effectief kan zijn, mits het van hoge kwaliteit is. Ondanks de input van vele miljarden zijn de achterstanden de afgelopen decennia echter alleen maar gegroeid. De vraag die hier gesteld wordt is daarom of die claim wel terecht is. Daartoe wordt de externe validiteit van het meest geciteerde voorschoolse programma, het Perry Preschool Project, onder de loep genomen. Kunnen de resultaten daarvan echt in die mate worden gegeneraliseerd als wordt geclaimd?
Kernwoorden: Voor- en Vroegschoolse Educatie; VVE; onderwijsachterstanden; Perry Preschool; James Heckman; generalisatie; externe validiteit
SUMMARY
Preschool Education programs aim at preventing educational delays resulting from socioethnic disadvantage in the home environment of young children. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of huge budgets, the educational gap between socioeconomically deprived families and their wealthier counterparts still is widening. The question therefore is whether the programs’ claim is justified. This article focuses on the external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry Preschool Project. Is it really possible to generalize its findings to other programs, settings and conditions, and target groups, as is being claimed?
Keywords: Pre- and Early School Education; educational disadvantage; Perry Preschool; High/Scope; James Heckman; generalization; external validity
Pre-print van: Driessen, G. (2024). De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma. Heckmans dubieuze claims. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 63(1), 18-29. ISSN 2211-6273
https://orthopedagogiek.eu/
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
Het effect van vve blijft in Nederland moeilijk aantoonbaar. Vve-beleid wordt daarom vaak gestoeld op bewijs uit Amerikaans onderzoek. Geert Driessen fileert de belangrijkste – Perry Preschool en Abecedarian. Er blijft weinig van het bewijs over.
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Driessen Research
The primary goal of pre- and early-school programs is to prevent young children from socioeconomically disadvantage backgrounds to start school already with educational delays. The programs offer compensatory stimulation activities which are supposed to be not available in the home situation; the focus is on language development. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. The belief in their success is very much based on the outcomes of a few so-called model programs from the 1960s and 1970s. One of these programs is the Carolina Abecedarian Project, a small single-site project started in 1972. Four cohorts of in total 111 children and their poor, Black parents participated in this experiment with a random allocated treatment and a control group. The children were followed from 6 weeks after birth to 6 years of age, that is, when they entered school. They were regularly tested and observed, and then after the program had ended again until they were 40 years of age. The focus here is on the internal and external validity of the Abecedarian Project. Are the effects as reported by the program’s staff reliable and valid? Is it possible to generalize the findings of this model program to other times, settings, conditions, and target groups?
Driessen, G. (2024). Abecedarian: An impossible model preschool program. Encyclopedia, 11 January 2024.
ISSN 2309-3366
Retrieved from https://encyclopedia.pub/entry/121338
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Driessen Research
Early Childhood Education programs aim at preventing educational delays associated with socio-ethnic disadvantage in the home environment of young children. Advocates claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of enormous budgets, the educational gap between socio-economically deprived families and their wealthier counterparts is still widening. The question therefore is justifiied whether these claims are justified. This article focuses on the internal and external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry PreschoolProject, which was carried out between 1962 and 1967 in one school in Ypsilant, MI. Are the program's effects as reported by, e.g. Lawrence Schweinhart and James Heckman, reliable and valid? And is it really possible to generalize the findings of this so-called model program to other programs, target groups, settings and conditions, as is being claimed?
Geert Driessen (2023) The Perry High/Scope Preschool program. A critique
Retrieved from https://encyclopedia.pub/entry/history/show/109024
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Driessen Research
Bot, K. de, Driessen, G., & Jungbluth, P. (1988). An exploration of the effects of the teaching of immigrant language and culture. Paper International Conference on Maintenance and Loss of Ethnic Minority Languages, Noordwijkerhout, the Netherlands, August 28-30, 1988.
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Driessen Research
Driessen, G. (1992). Developments in first and second language acquisition of Turkish and Moroccan children in the Netherlands. Paper Second International Conference on Maintenance and Loss of Ethnic Minority Languages, Noordwijkerhout, the Netherlands, September 1-4, 1992.
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Driessen Research
The document discusses the results of a study on the impact of climate change on global wheat production. Researchers found that rising temperatures will significantly reduce wheat yields across different regions of the world by the end of the century. Under a high emissions scenario, the study projects a global average decrease in wheat production of 6% by 2050, and a 17% decrease by 2100, threatening global food security.
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Driessen Research
Driessen, G., & Valkenberg, P. (2000). Islamic schools: the case of the Netherlands. Paper AERA Annual Meeting, New Orleans, LA, USA, April 24-28, 2000.
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2000). Islamic schools in the Western World: The case of the Netherlands. Invited paper AEGEE Conference on Intercultural Education, Nijmegen, the Netherlands, April 14-16, 2000.
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Driessen Research
1) The document discusses a study on the relationship between minority parents' participation in Dutch society and their children's educational outcomes.
2) The study uses data from over 10,000 children and their parents to examine how factors like parental ethnicity, education, labor participation, and cultural participation correlate with children's language, math, and social skills.
3) The results find a consistent positive effect of parents' cultural participation (e.g. attending concerts and museums) on children's language and math abilities, supporting the idea that cultural capital benefits children's education. However, the hypothesis that greater parental participation broadly leads to better child outcomes is only partially confirmed.
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2005). Parent and community involvement in education from an international comparative perspective. Challenges for changing societies. Invited paper international conference Children At-Risk in Education, (CARE), ‘Children at Risk. Advancing their Educational Frontiers’. Kuala Lumpur, Malaysia, December 2-4, 2005.
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptDriessen Research
This document summarizes a study on the effects of minority parents' participation in society on their children's educational outcomes. The study used data from 10,680 children in the Netherlands to analyze relationships between parental ethnicity, education, participation in different domains (e.g. labor, religion), and children's language, math and social skills. The results showed a consistent positive effect of parents' cultural participation (e.g. attending concerts) on children's language and math abilities, supporting the idea of cultural capital. However, the hypothesis that greater parental integration would more broadly promote children's education received only partial confirmation. Higher expectations for immigrant children's chances may need to be more realistic.
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Driessen Research
Merry, M., & Driessen, G. (2010). Integration by other means: Hindu schooling in the Netherlands. Paper XIV World Congress of Comparative Education Societies, ‘Bordering, re-bordering and new possibilities in education and society’, Istanbul, Turkey, June 14-18, 2010.
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Driessen Research
Driessen, G., & Merry, M. (2013). Tackling socioeconomic and ethnic educational disadvantage to prevent lifelong poverty. Paper Annual Meeting AERA 2013, San Francisco, CA, USA, April 27 – May 1, 2013.
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2013). Dealing with street culture in schools: Are families, schools and communities able to work together to improve the quality of the daily interactions and communication? Paper 9th International Conference of the European Research Network About Parents in Education (ERNAPE), ‘Learn from the past, review the present, prepare for a future with equity’. Lisbon, Portugal, September 4-6, 2013. In Nieuwsbrief Ouders, scholen en buurt, juli 2013. Retrieved from http://itsexpertisecentrum.wordpress.com/2013/07/02/dealing-with-street-culture-in-schools-are-families-schools-and-communities-able-to-work-together-to-improve-the-quality-of-the-daily-interactions-and-communication/
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2013). Critical lessons from practices for improving the quality of communication between parents and schools. Paper 9th International Conference of the European Research Network About Parents in Education (ERNAPE), ‘Learn from the past, review the present, prepare for a future with equity’. Lisbon, Portugal, September 4-6, 2013. In Nieuwsbrief Ouders, scholen en buurt, juli 2013. Retrieved from http://itsexpertisecentrum.wordpress.com/2013/07/02/critical-lessons-from-practices-for-improving-the-quality-of-communication-between-parents-and-schools/
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfDriessen Research
Driessen, G., & Merry, M. (2015). The gross and net effects of the schools’ denomination on student performance. Paper Annual Meeting AERA 2015, Chicago, Ill., USA, April 16 – 20, 2015.
DOI 10.13140/RG.2.2.30454.40006
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Driessen Research
Agirdag, O., Driessen, G., & Merry, M. (2015). Is there a catholic school effect for Muslim pupils? Paper 12th Conference of the European Sociological Association 2015, Prague, Czech Republic, August 25–28, 2015.
DOI 10.13140/RG.2.2.14725.76004/1
Geert Driessen (2005) ITSInfo De overgang van basis- naar voortgezet onderwijs.pdf
1. 8 its-info | december 2005
De overgang van basis- naar voortge-
zet onderwijs is voor alle kinderen een
centraal moment in hun schoolloop-
baan. De keuzes gemaakt op het eind
van het basisonderwijs bepalen immers
in belangrijke mate de mogelijkheden
en kansen in het vervolgonderwijs en
op de arbeidsmarkt. En aangezien de
overheid het via omwegen een traject
voltooien, tweede-kans onderwijs en
het zogenaamde ‘stapelen’ steeds meer
ontmoedigt, neemt de noodzaak van een
adequate keuze alleen maar toe.
Het ITS en het SCO-Kohnstamm Instituut
hebben gezamenlijk een aantal studies
uitgevoerd rond de overgang van basis-
naar voortgezet onderwijs. Hiervoor zijn
gegevens gebruikt uit het PRIMA-cohorton-
derzoek, een tweejaarlijks onderzoek onder
zo’n 600 basisscholen en 60.000 leerlingen.
In het rapport ‘Van basis- naar voortgezet
onderwijs’ worden uiteenlopende onder-
werpen onder de loep genomen, zoals de
rol van ouders en scholen bij de totstand-
koming van het advies voor voortgezet
onderwijs, de samenhang tussen prestaties,
sociaal milieu, etniciteit en advies, de
voorbereiding in groep 8 op het voortgezet
onderwijs, de ondersteuning van leerlingen
en ouders bij het maken van de V.O.-keuze
en de voorspellende waarde van het advies
voor de latere schoolloopbaan.
Adviezen
Er blijkt een sterke samenhang te zijn tus-
sen het opleidingsniveau van de ouders en
het V.O.-advies van hun kroost. Zo krijgt
slechts 9 procent van de kinderen van
ouders met hooguit basisonderwijs een
VWO-advies, terwijl dat voor kinderen
van ouders met een HBO- of universitaire
Opleiding ouders Totaal
Ba.O. VBO MBO HBO/WO
VMBO-leerwegondersteunend 16 11 4 1 6
VMBO-kaderberoeps 32 29 14 7 17
VMBO-theoretisch 28 30 31 20 27
HAVO 15 18 29 30 26
VWO 9 11 22 43 25
Etniciteit
Nederlands Gemengd Surinaams/
Antilliaans
Turks Marokkaans Overig
VMBO-leerwegondersteunend 5 3 9 13 15 8
VMBO-kaderberoeps 15 15 22 30 28 21
VMBO-theoretisch 27 25 37 28 32 24
HAVO 27 31 20 19 17 24
VWO 26 26 12 9 8 22
opleiding 43 procent is. Ook zijn er grote
verschillen tussen etnische groepen. Van
de Nederlandse kinderen krijgt bijvoor-
beeld 26 procent een VWO-advies, van de
Marokkaanse niet meer dan 8 procent. Dit
wordt verduidelijkt in de tabel, waarin een
overzicht staat van de adviezen, uitgesplitst
naar het ouderlijke opleidingsniveau en de
etnische herkomst.
Positieve discriminatie?
Een aantal jaren geleden bleek dat alloch-
tone leerlingen bij gelijke prestaties hogere
adviezen kregen dan Nederlandse leerlin-
gen; ze werden ‘overgeadviseerd’. Voor deze
vorm van positieve discriminatie worden
verschillende verklaringen aangevoerd.
Leerkrachten kunnen bij hun advisering
rekening houden met mogelijk negatieve
effecten van het migratieverleden en met
het feit dat de (Nederlandse) taalvaardig-
Advies naar opleiding en etniciteit ouders (in procenten)
krijgen leerlingen een adequaat advies?
De overgang van basis- naar voortgezet
onderwijs
2. its-info | december 2005 9
heid misschien wel laag is, maar dat de
intellectuele capaciteiten voldoende zijn
om een hoger V.O.-niveau aan te kunnen.
Ook zijn leerkrachten wellicht bang om te
discrimineren en vertonen ze politiek-cor-
rect gedrag. Een andere verklaring heeft
te maken met de samenstelling van de
klas: in een klas met een overwegend laag
prestatieniveau krijgen de iets betere leer-
lingen makkelijker een relatief hoog advies.
Een laatste verklaring houdt verband met
stedelijkheid: in grote steden zijn ouders
assertiever en oefenen meer druk uit op
leerkrachten om een hoog advies te geven.
Gevolgen
Wat de gevolgen zijn van overadvisering is
niet helemaal helder. Uit sommige onder-
zoeken blijkt dat overgeadviseerde leerlin-
gen het wel redden, mogelijk doordat het
voor hen een extra uitdaging en motivatie
is geweest en met hulp van docenten en
broers en zussen. Andere laten zien dat
overgeadviseerde leerlingen lagere rapport-
cijfers halen, meer doubleren en voortijdig
de school verlaten. Overigens kan een
ongunstiger schoolloopbaan niet zozeer het
gevolg zijn van overadvisering, maar van het
feit dat allochtone ouders vaker voor een
hoger schooltype kiezen dan geadviseerd.
Overadvisering over?
Er zijn signalen dat overadvisering de
laatste jaren aan het af nemen is. Uit de
huidige analyses komt naar voren dat
hoewel Marokkaanse, Turkse, Surinaamse
en Antilliaanse leerlingen lagere adviezen
krijgen dan autochtone leerlingen, deze
verschillen nagenoeg geheel verdwijnen
wanneer rekening wordt gehouden met de
prestaties van de leerlingen. Verder blijkt
dat in de grote gemeenten gemiddeld wat
lagere adviezen worden gegeven, maar
dat dit komt door de lagere prestaties van
leerlingen in deze gemeenten. Ook blijkt
dat in klassen met een hoog prestatieniveau
gemiddeld ook een hoger advies wordt
gegeven, maar dat dit op het conto kan
worden geschreven van de hogere school-
prestaties van leerlingen in deze klassen. Na
correctie voor prestaties is er in klassen met
een hoog prestatieniveau eerder sprake van
een onderadvisering; leerlingen in die klas-
sen worden dus strenger beoordeeld.
Treffende adviezen
Al met al blijkt nu dat de adviezen in zeer
sterke mate worden gebaseerd op de wer-
kelijke prestaties van de leerlingen, en dan
vooral hun rekenprestaties. Vanwaar het
verdwijnen van overadvisering? Een oor-
zaak zou gelegen kunnen zijn in de proce-
dure-afspraken die in de grote steden zijn
gemaakt om het advies beter af te stemmen
op de prestaties. Ook hebben leerkrachten
in de loop van de jaren steeds meer erva-
ring met allochtone leerlingen opgedaan
waardoor ze een betere kijk op hun reële
capaciteiten en mogelijkheden hebben
gekregen. Bovendien is de afgelopen peri-
ode het politieke klimaat en de publieke
discussie over eertijds gevoelige onderwer-
pen flink gewijzigd. De terughoudendheid
bij het stellen van harde eisen en de angst
om te discrimineren is sindsdien aanzienlijk
minder geworden. Misschien zijn scholen
voor voortgezet onderwijs ook kritischer
geworden in hun toelatingsbeleid, omdat
zij steeds meer worden afgerekend op hun
rendement.
Rapport:
G. Driessen, J. Doesborgh, G. Ledoux, M.
Overmaat, J. Roeleveld, & I. van der Veen
(2005). Van basis- naar voorgezet onder-
wijs. Voorbereiding, advisering en effecten.
Nijmegen/Amsterdam: ITS/SCO-Kohnstamm
Instituut.
Meer informatie:
Geert Driessen
g.driessen@its.ru.nl