Tijdens een Lunch & Learn bijeenkomst praten wij onze relaties en overige geïnteresseerden in korte tijd bij over een actueel thema.
Op donderdag 17 september 2015 was het thema: Hypotheekmarkt: Ontwikkelingen en vooruitzichten.
De nederlandse hypotheekmarkt is volop in beweging. Het aantal aanbieders neemt toe, maar ook de vraag vanuit consumenten trekt aan. Na een daling van de prijzen in de huizenmarkt, zien we nu een stevig herstel. De marges op hypotheken zijn in korte tijd hard gedaald maar blijft dat zo? Wat zijn de vooruitzichten met betrekking tot achterstanden, vervroegde aflossingen en verliezen? Zijn er verschillen tussen oude en nieuwe hypotheken? Wat zijn de verliezen geweest gedurende de crisis?
IG&H, marktonderzoeksbureau op de Nederlandse Hypotheekmarkt, ging in op de verhouding tussen vraag en aanbod op de Nederlandse Hypotheekmarkt.
Fitch Ratings presenteerde haar zienswijze gebaseerd op hun uitgebreide data van Nederlandse hypotheken.Tot slot gaf de Rabobank, haar visie op de marges en de te verwachte ontwikkelingen in de markt.
Tijdens een Lunch & Learn bijeenkomst praten wij onze relaties en overige geïnteresseerden in korte tijd bij over een actueel thema.
Op donderdag 17 september 2015 was het thema: Hypotheekmarkt: Ontwikkelingen en vooruitzichten.
De nederlandse hypotheekmarkt is volop in beweging. Het aantal aanbieders neemt toe, maar ook de vraag vanuit consumenten trekt aan. Na een daling van de prijzen in de huizenmarkt, zien we nu een stevig herstel. De marges op hypotheken zijn in korte tijd hard gedaald maar blijft dat zo? Wat zijn de vooruitzichten met betrekking tot achterstanden, vervroegde aflossingen en verliezen? Zijn er verschillen tussen oude en nieuwe hypotheken? Wat zijn de verliezen geweest gedurende de crisis?
IG&H, marktonderzoeksbureau op de Nederlandse Hypotheekmarkt, ging in op de verhouding tussen vraag en aanbod op de Nederlandse Hypotheekmarkt.
Fitch Ratings presenteerde haar zienswijze gebaseerd op hun uitgebreide data van Nederlandse hypotheken.Tot slot gaf de Rabobank, haar visie op de marges en de te verwachte ontwikkelingen in de markt.
Presentatie 'Hypotheken, nu en in de toekomst' door Hugo Ouwehand van Syntrus Achmea Vastgoed. Themabijeenkomst 25 oktober 2011.
Meer info: http://www.wikistedia.nl
Samenvatting: Strengere wet- en regelgeving en de financiële-economische crisis leiden ertoe dat banken minder risicovolle hypotheken tegen hogere marges verstrekken. De markt voor hypotheken is structureel aan het veranderen. Beleggen in hypotheken wordt hierdoor nóg interessanter. Met enkele heldere rekenvoorbeelden en daarop gebaseerde prikkelende stellingen wordt uitgelegd dat het echt zo is: laag risico en hoog rendement.
Onze productiviteitsgroei is volledig tot stilstand gekomen, zo stelt Geert Janssens, hoofdeconoom VKW Metena vast. Recent is het fenomeen niet. In feite heeft de crisis de reeds lang ingezette dalende trend alleen maar versneld.
De beste en wellicht enige manier om daaraan te ontsnappen, is het aanboren van nieuwe productiviteitsbronnen.
Dat vraagt niet alleen om meer R&D en innovatie, maar vooral ook om omgevingsfactoren die de verspreiding van kennis en productiviteitswinsten stimuleren in plaats van ze te belemmeren
Lees de volledige nota op www.vkw.be/kennisbank/kan-productiviteit-onze-economie-redden
Febelfin is a multi-sector federation representing around 250 financial institutions in Belgium, comprising 75% of the country's entire financial sector. It has five member associations and ten members with special status. Febelfin's main roles are advocating on behalf of members in Belgium and Europe, providing services like information and training, and engaging in communication and debates. It has a governance structure with boards, committees, working groups, and task forces focused on key areas like savings and investments, financing the economy, innovative financial services, and social responsibility.
Febelfin is the Belgian financial sector federation representing 250 financial institutions in Belgium. It has 5 constituent associations and 10 adhering members with special status. Febelfin's missions include establishing positions on behalf of members, advocating for members' interests in Belgium and Europe, providing services like information and training, and participating in communication and debates. It has a Board of Directors and governance structure with various committees and working groups focused on issues like savings, financing, innovation, sustainability, and regulation. The constituent associations each have their own governance bodies and committees/working groups focused on areas within the financial sector.
More Related Content
Similar to Febelfin connect persconferentie 12.03.15
Presentatie 'Hypotheken, nu en in de toekomst' door Hugo Ouwehand van Syntrus Achmea Vastgoed. Themabijeenkomst 25 oktober 2011.
Meer info: http://www.wikistedia.nl
Samenvatting: Strengere wet- en regelgeving en de financiële-economische crisis leiden ertoe dat banken minder risicovolle hypotheken tegen hogere marges verstrekken. De markt voor hypotheken is structureel aan het veranderen. Beleggen in hypotheken wordt hierdoor nóg interessanter. Met enkele heldere rekenvoorbeelden en daarop gebaseerde prikkelende stellingen wordt uitgelegd dat het echt zo is: laag risico en hoog rendement.
Onze productiviteitsgroei is volledig tot stilstand gekomen, zo stelt Geert Janssens, hoofdeconoom VKW Metena vast. Recent is het fenomeen niet. In feite heeft de crisis de reeds lang ingezette dalende trend alleen maar versneld.
De beste en wellicht enige manier om daaraan te ontsnappen, is het aanboren van nieuwe productiviteitsbronnen.
Dat vraagt niet alleen om meer R&D en innovatie, maar vooral ook om omgevingsfactoren die de verspreiding van kennis en productiviteitswinsten stimuleren in plaats van ze te belemmeren
Lees de volledige nota op www.vkw.be/kennisbank/kan-productiviteit-onze-economie-redden
Febelfin is a multi-sector federation representing around 250 financial institutions in Belgium, comprising 75% of the country's entire financial sector. It has five member associations and ten members with special status. Febelfin's main roles are advocating on behalf of members in Belgium and Europe, providing services like information and training, and engaging in communication and debates. It has a governance structure with boards, committees, working groups, and task forces focused on key areas like savings and investments, financing the economy, innovative financial services, and social responsibility.
Febelfin is the Belgian financial sector federation representing 250 financial institutions in Belgium. It has 5 constituent associations and 10 adhering members with special status. Febelfin's missions include establishing positions on behalf of members, advocating for members' interests in Belgium and Europe, providing services like information and training, and participating in communication and debates. It has a Board of Directors and governance structure with various committees and working groups focused on issues like savings, financing, innovation, sustainability, and regulation. The constituent associations each have their own governance bodies and committees/working groups focused on areas within the financial sector.
Febelfin is the Belgian federation representing the financial sector. It represents over 250 financial institutions in Belgium, accounting for 75% of the financial sector. Febelfin consists of 5 constituent associations that represent different segments of the financial industry such as banks, asset managers, stockbrokers, and leasing companies. Febelfin advocates for the interests of its members in Belgium and Europe and provides services to members such as information, counseling, and training. It has a board of directors and several subcommittees and working groups that focus on issues like regulation, taxation, and sustainable finance.
2. Agenda
Febelfin persconferentie 2
1. De maatschappelijke rol van de banken
• Kredietverleningsbeleid
• Sparen & beleggen
• Moderne betaalinfrastructuur
2. Open dialoog
• Kan de sector nog structureel rendabel blijven en zijn rol blijven spelen
in het kader van de vele uitdagingen in het verschiet?
3. Brussel financieel centrum
• Bancaire sector & dienstverlening bevindt zich op kantelpunt
• Overlegplatform bouwen op zoek naar opportuniteiten
3. - Kredietverleningsbeleid
- Sparen & beleggen
- Moderne betaalinfrastructuur
Febelfin persconferentie 3
Maatschappelijke rol van de banken
4. Een gezonde economie vereist gezonde banken
België voorloper in bancaire transformatieproces
Evolutie van de risicogewogen activa (in miljard EUR)
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Evolutie (%)
583.5 491.7 407.5 372.5 373.8 352.7 339.4 - 41.8%
Operationele
risico’s
34,2 miljard
EUR
10%
Marktrisico’s
9,9 miljard
EUR
2,9%
Kredietrisico’s
287,7 miljard
EUR
85%
Het marktrisico bedraagt nog slechts 3% van de risicogewogen activa (Risk Weighted Assets)
De onderliggende risico’s zijn gevoelig gedaald!
Totale activa van de sector
(geconsolideerde basis, in
miljoen EUR)
Totaal eigen vermogen
(geconsolideerde basis, in
miljoen EUR)
Hefboom
(of « schuldenratio op eigen
vermogen », (geconsolideerde
basis, in eenheden)
Eind september 2008 1,663,138 51,339 31.40
Eind juni 2014 1,023,6 65,2 14.79
Evolutie in % - 38.5 + 27.1 - 53.2
Bron: Febelfin berekeningen op basis van NBB gegevens
4
5. Kerntaak 1: kredietverleningsbeleid
Toename van 88 miljard sinds 2007 = circa 25% Belgisch BBP
5
Er is geen
credit
crunch
Bron: berekeningen Febelfin op basis van gegevens NBB
Evolutie kredietverlening
(in miljoen EUR)
Toename in %
(eind 2007 – nov. 2014)
Toename in absolute
bedragen
(eind 2007 – nov. 2014)
Uitstaand volume
(eind nov. 2014)
Krediet aan Belgische
overheden
+23,50% +16.168 84.956
Krediet aan Belgische
gezinnen (hoofdzakelijk
hypothecair krediet)
+37,90% +52.805 192.147
Krediet aan Belgische
niet-financiële
ondernemingen
+19,67% +19.090 116.160
Totaal van de kredieten
aan niet-financiële
sectoren
+28,85% +88.063 393.263
+88 miljard of circa 25%
van het BBP
Febelfin persconferentie
Spaargeld
slaapt niet:
Customer loan
to deposit rate
= 92%
6. Febelfin persconferentie 6
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
2000 2003 2005 2007 2014
Kredieten aan
huishoudens
Kredieten aan
ondernemingen
Kredieten aan
de overheid
Kerntaak 1: kredietverleningsbeleid
Meer dan ooit gecentreerd op gezinnen en ondernemingen
Bankkrediet aan de Belgische economie (uitstaande opgenomen kredietvolumes, op territoriale
basis, inclusief geëffectiseerde kredieten; aandeel in het totaal, in %)
Bron : Febelfin berekeningen op gegevens NBB
7. Cijfers van Febelfin
= NBB +
verbindingskredieten +
zelfstandigen/ liberale
beroepen
Kerntaak 1: Ondernemingskrediet stagneert de laatste maanden
na sterke toename te hebben gekend
Cijfers van NBB
= omloop van bancaire
kredieten aan niet-
financiële Belgische
ondernemingen
Bron: Cijfers Febelfin – Driemaandelijkse barometer krediet aan ondernemingen (september 2014)
Cijfers NBB – Schema A (november 2014)
7Febelfin persconferentie
8. Febelfin persconferentie 8
Kerntaak 1: Ondernemingskrediet stagneert de laatste maanden
Desondanks presteert België globaal genomen beter dan rest Eurozone
Toegang tot
kredietverlening =
competitief voordeel
in België
9. Bron: Cijfers Febelfin – Driemaandelijkse barometer krediet aan ondernemingen (actuele cijfers)
9
Kerntaak 1: Ondernemingskrediet lijkt vooral geremd vanuit
de vraagzijde
Bron: NBB jaarverslag 2014
Febelfin persconferentie
Vraag blijft negatief maar er worden wel
grotere kredietbedragen opgenomen (door
lage rente)
11. Kerntaak 1: hypothecair krediet
2014 was een recordjaar voor hypothecaire kredietverlening
11
64,287
74,775
89,414
114,105
137,016
161,723
183,615
197,327
0
50,000
100,000
150,000
200,000
250,000
Hypothecaire omloop (FSMA), in miljoen EUR
11
Recordjaar op vlak van omloop
Recordjaar op vlak van
productie (zonder
herfinancieringen)
Febelfin persconferentie
12. Febelfin persconferentie
12
Evolutie van het belang van het hypothecair krediet
voor de financiering van de aankoop van een bestaande
woning
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Aantal hypothecaire kredieten aankoop/aantal aankopen
bestaande woningen
Kerntaak 1: hypothecair krediet nooit zo belangrijk voor
financiering aankoop woning
Conclusies:
1. Indien de particuliere kredietverlening een stagnatie gekend zou hebben tussen 1995 en 2013, zou het BBP in België
op jaarbasis maar liefst 0,76% lager uitgevallen zijn op basis van studie prof. Nancy Huyghebaert KU Leuven.
2. In 2013 werden 87.12% van alle woningaankopen (gedeeltelijk) via een hypothecair krediet gefinancierd; dit
percentage is sterk toegenomen vanaf 2005 => op basis van studie prof. Nancy Huyghebaert KU Leuven.
12
19. Open dialoog omtrent de uitdagingen voor
de banksector?
Febelfin persconferentie 19
20. Febelfin persconferentie 20
Open dialoog
… over de maatschappelijke rol van de banken?
- Sentiment dat toegang tot hypothecaire financiering moeilijker is geworden?
- Sentiment dat kleine ondernemingen moeilijk toegang tot krediet vinden?
- Voortschrijdend inzicht: zorgplicht?
…
… de uitdagende context waarin de banken moeten werken
kan de sector nog structureel rendabel blijven en haar
rol spelen in het kader van:
- Extreem lage rentetarieve
- Deflatiescenario
- Hogere kapitaalsvereisten
Digitaliseringstendens
- Oplopende bankenheffingen
…
21. Febelfin persconferentie 21
Punt van kritiek: toegang tot ondernemingkrediet
Sentiment aanwezig bij ondernemer dat kredietverlening moeilijk is
Sentiment van moeilijkere
krediettoegang
50% KMO’s heeft indruk dat toegang tot
bancair krediet veel moeilijker is
geworden
Vooral jonge ondernemingen
ervaren moeilijkheden
29,5% jonge ondernemingen heeft
onvoldoende financiering verkregen
UCM, Janvier 2015: Un échantillon représentatif de
1.280 entrepreneurs y a répondu. Celui-ci est composé
essentiellement de TPE (91,8%) tous secteurs
confondus.
22. 0.0
10.0
20.0
30.0
40.0
50.0
60.0
70.0
80.0
90.0
100.0
België eurozone
Krediet aangevraagd maar
nog geen beslissing
Krediet aangevraagd en
lening geweigerd
Krediet aangevraagd en
lening gedeeltelijk aanvaard
Krediet aangevraagd en
lening volledig goedgekeurd
Bron: ECB “Survey on the Access to Finance of SMEs in the Euro Area” (april 2013 – oktober 2014)
22
Punt van kritiek: toegang tot ondernemingkrediet
Studie ECB geeft aan dat toegang in België eenvoudiger is en
weigeringsgraad op zeer laag niveau
122.30 114.06
132.32
120.57 117.82
0.00
20.00
40.00
60.00
80.00
100.00
120.00
140.00
Weigeringen – gemiddelde index per trimester
(index 100 = eerste 8 maanden van 2008)
Mogelijke problemen
worden aangepakt:
• Bankenplan Vlaamse
regering
• Samenwerking
Waalse regering
• Platform financiering
ondernemingen
• Evaluatie KMO wet
• Voorstel aanpassing
spaarfiscaliteit
• Juncker Plan
• …
Bron: kredietbarometer Febelfin
Febelfin persconferentie
23. Febelfin persconferentie 23
Punt van kritiek: vastgoedfinanciering jongeren
Sentiment aanwezig om opnieuw zeer lange looptijden toe te staan met
lage eigen inbreng
Bron: NBB
Vermindering van productie
hypothecaire krediet +20 jaar
looptijd
24. Febelfin persconferentie 24
Punt van kritiek: vastgoedfinanciering jongeren
Kiezen voor
gezonde
vastgoedmar
kt met eigen
inbreng
Lange looptijden
niet langer
wenselijk/mogelijk
binnen nieuwe
liquiditeitscriteria
Particuliere
schuldgraad
op gezond
peil houden
Gezonde vastgoedmarkt vereiste
verantwoorde kredietverlening =
kerntaak bankieren
Bron: ECB, NBB
25. Punt van kritiek - compliance zorgplicht
Febelfin neemt verantwoordelijkheid
25
• FSMA organiseerde in 2013-2014 uitgebreide inspecties
• grootbanken, spaarbanken, internetbanken, beursvennootschappen
• mystery shopping
• meer dan 80% van de sector betrokken
• plaatsbezoeken bij 10% van de agentschappen, in alle regio’s
• toezichthouder identificeerde verschillende aandachtspunten en
aanbevelingen
FSMA inspecties zorgden
voor beter begrip en
vooruitschrijdende inzichten
• kent de bank de behoeften van de klant?
• krijgt de klant de juiste informatie?
• zorgt het beleid ervoor dat enkel geschikte producten worden
aangeboden?
• staat het belang van de klant centraal bij commerciële doelstellingen?
Meer dan ooit aandacht
voor zorgplicht bij
beleggingsdiensten
• stelden actieplannen op
• organiseerden informatiesessies voor medewerkers samen met toezichthouders
• pasten opleidingen aan
• werkten richtsnoeren uit voor een betere beheersing van belangenconflicten en
vergoedingsstructuren bij beleggingsdiensten
• scherpten intern toezicht aan: verschillende banken doen nu zelf aan mystery shopping
Febelfin persconferentie
Banken gingen aan de slag met aanbevelingen
26. Febelfin persconferentie 26
Open dialoog
… over de maatschappelijke rol van de banken?
- Sentiment dat toegang tot hypothecaire financiering moeilijker is geworden?
- Sentiment dat kleine ondernemingen moeilijk toegang tot krediet vinden?
- Voortschrijdend inzicht: zorgplicht?
…
… de uitdagende context waarin de banken moeten werken
kan de sector nog structureel rendabel blijven en haar
rol spelen in het kader van:
- Extreem lage rentetarieve
- Deflatiescenario
- Hogere kapitaalsvereisten
Digitaliseringstendens
- Oplopende bankenheffingen
…
27. Bron: Febelfin op basis van gegevens NBB.
Geconsolideerde gegevens, sinds 2006 gebaseerd op IAS / IFRS reporting.
ROE : return on (average) equity.
De rendabiliteit verbetert zeer geleidelijk maar…
27
Rendabiliteit noodzakelijk voor
versterking eigen vermogen:
• Aantrekken extern kapitaal vereist
zekere rendabiliteit
• Reservatie van winsten vereist zekere
rendabiliteit
• Gezonde rendabiliteit verhoogt
schokabsorptiecapaciteit in tijden van
financiële onrust
Meer eigen vermogen geeft mogelijkheid
om meer krediet te verlenen = kerntaak
… geconfronteerd met grote uitdagingen op middellange termijn
Bron: NBB jaarverslag 2014
Febelfin persconferentie
29. Banken betreden onbekend terrein
Bancair business model in volle transformatie
29
Banking
apps
Algemene
betalingssystemen
Wereldwijde
Spelers betreden markt
Aantal bemande bankkantoren
3.607
3.203
17.757
16.645
12.751
8.945
7.744 7.573 7.360 7.138 6.810
1993 1995 2000 2005 2010 '11 '12 '13 2014
Bron/Source : Febelfin (enkel banken-leden/uniquement banques-membres)
kantoren van de gevolmachtigde agenten/
agences d'agents délégués
kantoren van de banken/
agences bancaires
Sector moet enorme investeringen doen om
business model aan te passen aan
digitaliseringstendens evenals nieuw type
concurrenten
Febelfin persconferentie
30. -580.1
-171.4
48.1 53.8
138.9
248.8
626.6
257.8 274.2 280.9 280.9 280.9 280.9
238.4 166.9 166.9 166.9 166.9 166.9
105.3 98.7
99.4
125.1
142.4
145.0 234.6
399.5 399.5 399.5 399.581.0 96.0
96.0 96.0 96.0 96.0
351,8 285,8 252,8
75
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Taxes annuelles sur les établissements de crédit
"Taxes d'abonnement" sur les dépôts d'épargne
Contributions au Fonds de Résolution(FSC)
Prélèvements effectifs pour la garantie des dépôts
(DGS)(4)
Prélèvements spécifiques pour la garantie des
dépôts(DGS)
Effectieve heffingen voor depositogarantie
(DGS)
Effectieve heffingen voor depositogarantie
(DGS)
Bijzondere heffingen voor depositogarantie
(DGS)
Abonnementstaks op spaardeposito’s
Jaarlijkse taks op kredietinstellingen
Bankenheffingen bereiken onhoudbare niveaus
In 2014 betekenen bankenheffingen 25% van de nettowinst
769,0
1.302,3
943,1 943,0
373,9283,3152,2153,4
105
105
1334,11370,1 1301,1
Contribution de résolution
européenne
Mesures gouvernement Michel I
30
Sinds 2007 circa 4,6 miljard aan louter bankenheffingen betaald (!)
Febelfin persconferentie
Bijdragen aan het resolutiefonds (FSC)
Bijdrage aan Europese
resolutie
Maatregelen regering Michel I
31. 982 977
587
374
264 246
222 209
134
77
0 0
0
200
400
600
800
1,000
1,200
BE DK AT PT FI NL IE SE FR DE IT ES
VERGELIJKING BANKENHEFFINGEN EN TAKSEN: BELGIË EN BUURLANDEN
(VERHOUDING HEFFING TOT 1 MILJOEN EUR BALANSTOTAAL)
BE DK AT PT FI NL IE SE FR DE IT ES
BE DK AT PT FI NL IE SE FR DE
DGS X
Abonnementstaks X
Additionele abonnementstaks X
FAT X
Resolutie Fonds X X X X X X X X X
Bankenheffingen die gelden als begrotingsopbrengsten
België koploper in Europa (toenmalige inschatting 2014)
1.370 mio in 2015
31
Bron: European Banking Federation
Febelfin persconferentie
33. Financiële sector bevindt zich op een kantelpunt
Febelfin persconferentie 33
Hoe toekomstige
business
modellen
rendabel
maken?
Structurele
zwakke
conjunctuur
+
Internationa-
lisatie
Inwerkingtreding
kapitaalsvereisten
+ explosie
bankenheffingen
Deleveraging
privésector
Dreigende deflatie
Negatieve
renteklimaat
Digitalisering-
tendens
Om de financiële sector haar rol te kunnen laten vervullen in de toekomst is
er nood een diepgaande reflectie-oefening gericht op de lange termijn
34. Brussel financieel centrum
Regeerakkoord
Febelfin persconferentie 34
“De regering organiseert een overleg met de stakeholders over de rol van "Brussel" als financieel
centrum om de behoeften van de bedrijfswereld en de aanbieders van financiële diensten te
identificeren en maatregelen te ontwikkelen die op duurzame wijze kunnen bijdragen tot groei en
werkgelegenheid. “
Febelfin grote voorstander van opzet geïnstitutionaliseerd overlegplatform tussen politiek,
financiële sector en toezichthouders en maatschappelijke actoren zodanig een lange termijn
visie voor de sector uit te denken.
Streefdoel daarbij is duidelijkheid te creëren en ruimte te scheppen voor de uitbouw van gezonde
financiële activiteiten vanuit Brussel. Dit moet de sector ademruimte en stabiliteit bieden voor de
ontplooiing van investeringen en activiteiten in een competitieve internationale context.
35. Conclusie
• Kerntaken & maatschappelijke rol van het bankieren staan meer dan ooit
centraal
Performante banksector is noodzakelijk voor groei & jobs
• Dialoog durven aangaan over terechte en onterechte kritiek
Terechte kritiek ter harte nemen onterechte kritiek ontzenuwen
Bancaire sector betreedt heel wat ongekend gebied welke de structurele
rendabiliteit verder dreigt aan te tasten
Bankenheffingen bereiken onhoudbare niveaus
• De banksector morgen – Brussel financieel centrum?
Sector bevindt zich op ‘kantelpunt’ en heeft nood aan maatschappelijk gedragen
lange termijn visie
Noodzaak voor financiële sector om opnieuw vooruit te denken
Vandaag de basis leggen voor performante financiële structuur op lange termijn
35Febelfin persconferentie
Hier wordt filmpje afgespeeld – bij wijze van inleiding - omtrent de maatschappelijke rol die de banken moeten opnemen
Huts: kerntaak is financieren van de economie
Sioen: banken moete groei financieren
Domb: banken moeten ondernemers begeleiden zodanig hun te helpen groeien en investeren
Huts: vele compliance & regelgeving maakt bankieren duurder
Kleine zijbedenking bij deze slide: deze leverage ratio is gebaseerd op geconsolideerde cijfers eigen vermogen vs. totale balans.De Basel III benadering hiervan is evenwel complexer (‘fully loaded’) met ook enige off balance exposure hierin opgenomen, België scoort zwak op Europees niveau ten aanzien van deze invulling van de leverage-ratio (circa 3 & 4 %). Het lijkt dus aangeraden om niet specfiek op deze hefboom in te gaan maar eerder te wijzen op de verbeterde solvabiliteitspositie van de bank.
Wat betreft RWA valt vooral het lage percentage aan marktrisico op (in 2011 bedroeg dit nog 21,4 miljard of meer dan 5% >RWA)=> de RWA opdeling toont vooral aan dat bankieren vooral geënt is op kredietverlening in België (85% kredietrisico)
De customer loan‑to‑deposit ratio drukt uit in welke mate de banken de deposito’s van hun clienten (particulieren en niet‑financiele ondernemingen) aanwenden tot financiering van de aan diezelfde clienteel verstrekte leningen. Een ratio hoger dan 100 % betekent dat de banken een beroep doen op andere, meer volatiele financieringsbronnen zoals de interbancaire financiering of de uitgifte van schuldbewijzen, om de aan hun clienten verstrekte leningen te financieren en dat zij dus een hoger liquiditeitsrisico lopen met betrekking tot hun herfinanciering. Een ratio lager dan 100 % betekent dat de banken over middelen beschikken om andere activa te financieren.
De cijfers van de Centrale voor Kredietverlening Ondernemingen geeft een onderverdeling tussen kleine-, midden en grote- ondernemingen. Als je daarbij kijkt naar periode 2012 tot vandaag zie je toch een forse afname voor de grote ondernemingen qua volume in omloop opgenomen krediet. Voor kleine en middelgrote ondernemingen zien we een lichte stijging. Als we dit maand op maand november 2013 tegenover november 2014 afzetten noteren we een lichte stijging voor de grote corporates (aldus zeer recentelijk maar zeer bescheiden) maar als je afzet tegenover 2012 bekom je sterke neerwaartse trend.
De stelling ‘productie ondernemingskrediet stagneert na sterke toename te hebben gekend’ blijft de correcte parallel met te wijzen op uitblijvende vraag-element. Er is nog geen echte positieve of negatieve evolutie die af te lezen valt binnen de recente evoluties zeker ook omdat de opgenomen bedragen dus groter worden maar daarom niet meer productie wordt opgemeten. Het is niet evident de sterke stijging die we sectoraal hebben gezien tussen 2007 en 2012 hoog te houden gezien dit heel wat nieuwe productie en volumes vereist. Gezien de gemiddelde looptijden van ondernemingskrediet rond de 5 jaar ligt komen er nu grote volumes op vervaldag
Een van de elementen die men bijkomend zouden kunnen meegeven is dat de toename van het bancaire kredietvolume sedert 2007 voor 70 % naar de Belgische privésector is gegaan), is dat de banken de jongste jaren in steeds sterkere mate hun taak van tijdsduurtransformatie op zich hebben genomen, m.a.w. het omzetten van kortlopende deposito’s in langlopende kredieten. Langs de kant van de deposito’s zijn de gemiddelde looptijden (duration) ingekort, en langs de kant van de ondernemingskredieten zijn de gemiddelde looptijden toegenomen. Naast het pure volume-verschijnsel (dus toename van het uitstaande kredietvolume), is er dus ook een belangrijk compositie-verschijnsel geweest, en m.i. is dat tot nog toe onderbelicht gebleven.
Deze grafiek toont vooral aan dat de veranderingspercentages voor de omloop van ondernemingskrediet structureel positiever gebleven zijn in België dan voor de rest van de Eurozone. Recentelijk noteren we eveneens een negatieve evolutie maar waar deze reeds optreedt midden 2011 voor de Eurozone is in België deze daling pas opgetreden begin 2014 is intussen reeds quasi gestabiliseerd naar het einde van het jaar toe.
Dit verduidelijkt opnieuw de stelling dat de toegang tot financiering in België een competitief voordeel is waar we moeten naar streven om dit te behouden => dus niet lamleggen door overdadige juridisering of bureaucratisering (cfr. Wet Laruelle).
Het aantal aanvragen ondernemingskredieten is reeds sinds Q1 2013 in dalende lijn geëvolueerd. Einde 2013 waren er betere conjuncturele vooruitzichten en eveneens een toename van de vraag. We hoopten we dat de kredietproductie eveneens zou herleven maar het bredere macro economische herstel bleef hierna precair en zo ook de vraag naar ondernemingskrediet.
Dit vertaalt zich ook in de vraag naar ondernemingskredieten welke negatief blijft evolueren maar parallel wel gepaard gaat met een vraag naar grotere kredietsommen. We kunnen hieruit afleiden dat ondernemingen liever grotere bedragen proberen te ontlenen op langere looptijden zodanig het ‘voordeel’ van de lage rente te consolideren.
NBB jaarverslag 2014: Het verloop van de bankleningen aan de niet-financiële private sector bleef futloos en werd met name gedrukt door de zwakke economische bedrijvigheid en de aan de gang zijnde balansaanpassing. In de loop van het eerste kwartaal waren er evenwel tekenen die wezen op een kentering in de dynamiek van de kredietverlening. Hoewel het groeitempo op jaarbasis van de leningen aan ondernemingen ruimschoots negatief bleef, steeg het tussen februari en november van –3,2 tot –1,3 %, terwijl de groei van de kredietverlening aan huishoudens tussen januari en november klom van 0,2 tot 0,7 %. In overeenstemming met die ontwikkelingen bleek uit de resultaten van de enquête naar de bancaire kredietverlening (bank lending survey – BLS) een lichte versoepeling van de criteria inzake kredietverlening en een stijging van de vraag, en zulks zowel voor leningen aan ondernemingen als voor woningkredieten.
Twee factoren van verschillende aard zouden die futloosheid kunnen verklaren : enerzijds de blijvende terughoudendheid van de ondernemingen om investeringsprojecten op touw te zetten en, anderzijds, het toenemende beroep op niet-bancaire financieringsbronnen, zoals bedrijfsobligaties of aandelen. In dit laatste geval hoeft de zwakke groei van het bankkrediet niet te worden beschouwd als een rem op de toekomstige investeringen, maar veeleer als een positieve ontwikkeling die op termijn zowel zou moeten leiden tot een grotere diversificatie van de financieringsstructuur en een versterking van de financiële draagkracht van de niet-financiële ondernemingen, als de banken meer ruimte zou moeten geven om te lenen aan kmo’s, die doorgaans te klein zijn om rechtstreeks middelen aan te trekken op de aandelen- of obligatiemarkt. Het is dan ook belangrijk na te gaan in hoeverre de geringe groei van de bankkredieten resulteert uit het substitutiegedrag van de (grote) ondernemingen, of veeleer uit een gebrek aan passende investeringsprojecten.
De enorme toename aan herfinancieringen is verbonden aan de rentecurve maar parallel ook gedreven door de vele mediabelangstelling welke dit fenomeen gekregen heeft. Desondanks heeft de beroepsvereniging voor krediet er reeds op gewezen dat de wederbeleggingsvergoeding van 3 maanden voor hypothecair krediet mogelijk niet voldoende is om het verlies in te dekken voor de bank aan misgelopen rente-inkomsten. Deze beperking van de wederbeleggingsvergoeding is eerder in het leven geroepen om mensen de mogelijkheid te geven hun krediet stop te zetten of om te zetten door toedoen van levensomstandigheden (bv. aankoop nieuwe woonst, overlijden familie, etc…) we stellen evenwel vandaag vast dat de overgrote meerderheid ‘rente-gedreven’ overgaat tot een wederbelegging. Dit laatste kan niet de bedoeling zijn, hiervoor bestaande variabele rentevoeten.
Deze explosie van wederbeleggingen leveren misschien op korte termijn opbrengsten op voor de sector door toedoen van de wederbeleggingsvergoedingen maar brengen een veel grotere structurele kost/misgelopen opbrengsten mee voor de volgende circa 15 jaren gezien zulk een groot gedeelte van de hypothecaire portefeuille minder rente-inkomsten zal voortbrengen tot eindvervaldag.
Deze grafiek kadert om aan te duiden dat de vele stellingnames rond de noodzaak tot activering van de spaarberg gebaseerd op een cyclisch gegeven zijnde de gereglementeerde spaarvolumes. Deze volumes evolueren in verhouding tot de conjunctuur, de risico-appetijt, de rentevoeten, en de economische onderzekerheid op dat ogenblik.
In het kader hiervan stellen we recentelijk vast dat de grootste toename van de spreekwoordelijke spaarberg intussen achter de rug is.
De Belgische fondsensector kende gedurende het vierde trimester van 2014 een toename met 4,5 % en dit onder impuls van belangrijke netto inschrijvingen aangevuld met koerswinsten gerealiseerd door de onderliggende activa. Eind 2014 bedroeg het netto actief van de in België openbaar verdeelde fondsen 141,58 miljard EUR. Het netto actief van de fondsen die hoofdzakelijk beleggen in vastrentende effecten steeg gedurende het vierde kwartaal van 2014 met 4,3 %. Het netto actief van de fondsen die hoofdzakelijk beleggen in niet-vastrentende effecten steeg tijdens deze periode met 4,5 %. De gemengde fondsen waren de belangrijkste stijger gedurende het vierde kwartaal van 2014. De pensioenspaarfondsen verstevigden hun historisch recordniveau. Gedurende het volledige jaar 2014 steeg de Belgische fondsensector met 24,05 miljard EUR, ofwel 20,5 %.
Fondsen die overwegend beleggen in vastrentende effecten
Binnen de groep van de fondsen die overwegend beleggen in vastrentende effecten stegen de activa van de in België gecommercialiseerd obligatiefondsen met 1,25 miljard EUR, ofwel 3,9 %, gedurende het vierde kwartaal van 2014 waardoor ze eind 2014 uitkomen op een bedrag van 33,07 miljard EUR. Deze toename is toe te schrijven aan netto inschrijvingen.
Over het volledige jaar 2014 kenden de obligatiefondsen voornamelijk een stijgende tendens, uitgezonderd een lichte terugval gedurende het tweede kwartaal. Eind 2014 bedroeg het netto actief van deze fondsen 3,84 miljard EUR meer dan een jaar voordien, ofwel een stijging van 13,1 %. De netto activa van de monetaire of geldmarktfondsen tekenden een stijging van 0,19 miljard EUR op, ofwel 9,82 %, gedurende de periode september – december 2014. Zo vertegenwoordigen de monetaire fondsen eind december 2014 2,16 miljard EUR. Deze beweging is toe te schrijven aan belangrijke netto inschrijvingen. Gedurende 2014 kenden de geldmarktfondsen een fluctuerend verloop doch met een stijgende trend als ondertoon. Tussen eind 2013 en eind 2014 steeg het netto actief van deze fondsen met 0,40 miljard EUR, ofwel 22,8%.
In globo stegen de netto activa van de fondsen die overwegend beleggen in vastrentende activa gedurende het vierde kwartaal van 2014 met 4,3 % waardoor hun gecommercialiseerd netto actief eind december 2014 uitkwam op 35,23 miljard EUR. Deze beweging verklaart zich volledig door netto inschrijvingen. Over het volledige jaar 2014 heen stegen de netto activa van de fondsen die overwegend
beleggen in vastrentende activa met 13,7 %, ofwel 4,24 miljard EUR.
Fondsen die overwegend beleggen in niet-vastrentende effecten
Eind december 2014 bedroeg het vermogen van de aandelenfondsen 44,47 miljard EUR. Sinds het begin van 2014 wisten de aandelenfondsen hun gecommercialiseerd vermogen met 8,78 miljard EUR te verhogen, ofwel 24,6 %. De fondsen met kapitaalbescherming stabiliseerden zich tijdens het vierde trimester van 2014 en vertegenwoordigden een vermogen van 11,90 miljard EUR. Deze status quo toestand is toe te schrijven aan een combinatie van netto uitschrijvingen die gecompenseerd werden door koerswinsten gerealiseerd door de onderliggende activa. Over het volledige jaar van 2014 stegen de netto activa van de fondsen met kapitaalbescherming
met 1,11 miljard EUR, ofwel 10,3 %.
De categorie van de gemengde fondsen (inclusief de pensioenspaarfondsen) tekende een toename van 3,27 miljard EUR op tijdens het vierde kwartaal van 2014 onder impuls van belangrijke netto inschrijvingen. Hierdoor komt het gecommercialiseerd vermogen van deze fondsen uit op 39,61 miljard EUR per einde 2014. Gedurende 2014 bleken de gemengde fondsen de sterkste procentuele groeiers te zijn aangezien zij hun netto actief met 25,2% zagen toenemen, ofwel 7,97 miljard EUR.
Tijdens het volledige jaar van 2014 zagen de pensioenspaarfondsen hun vermogen stijgen met 1,28 miljard EUR, ofwel 8,9%. De vastgoedfondsen stegen met 0,83 miljard EUR, ofwel 8,9 %, gedurende het laatste kwartaal van 2014 door een combinatie van koerswinsten van de onderliggende activa aangevuld met kapitaalsverhogingen. Gedurende het vierde kwartaal van 2014 doorbraken de vastgoedfondsen de kaap van 10 miljard EUR en vertegenwoordigden zij zo een vermogen van 10,17 miljard EUR eind 2014. Het volledige jaar 2014 in aanschouw genomen zagen de vastgoedfondsen hun vermogen met 2,00 miljard EUR, ofwel 24,5 %, stijgen.
België is een land waarbij internetbankieren grotendeels is ingeburgerd geraakt op een graduele wijze. Een grote toekomstige toename kunnen we hier niet langer verwachten => in tegenstelling tot bij mobiel bankieren (zie volgende slide).
We noteren een toename in België wat betreft het aantal kaartbetalingen een Europese middenmotor is ondanks de toename. Desondanks stellen we vast dat België een land is waarbij cash geld een zeer prominente plaats blijft innemen (aantal + bedragen van cash geldafhalingen is in België bij grootste in Europa).
Hier wil Febelfin opnieuw pleiten voor meer dialoog een samenwerking tussen politiek en privésector zodanig elektronisch betaalverkeer en de digitale economie ten volle ingang te laten vinden in België. (bv. via fiscaal stimuleren elektonische betaalterminals, cashlimieten verlagen, fiscale aftrekbaarheid louter via elektronische betalingen verwerkbaar maken, etc…)
Fraudeurs maken minder slachtoffers en minder buit - Samen sterk tegen internetfraudeurs
Het samengaan van verschillende factoren en de inzet van alle betrokkenen kunnen deze daling verklaren. Zo heeft het onderzoek van het Parket onlangs geleid tot de arrestatie van verschillende verdachten van fraude met internetbankieren, zowel in België als in Nederland. Ook is er de verhoogde waakzaamheid van de eindgebruikers die bewuster omgaan met de beveiliging van hun computer en met de bescherming van hun persoonlijke gegevens en codes.
Febelfin, de banken en de betrokken overheden stimuleren dit bewustzijn reeds langere tijd via verschillende kanalen en campagnes en zullen dit ook blijven doen in de toekomst.
Febelfin blijft benadrukken dat het belangrijk is om bewust om te gaan met internetbankieren, om nooit persoonlijke gegevens en codes door te geven aan anderen en om gebruik te maken van een beveiligde computer.
Hier wordt filmpje afgespeeld – bij wijze van inleiding - omtrent de uitdagingen die zich bevinden voor het bancaire landschap.
D. Leroy: digitaliseringstendens brengt uitdagingen en opportuniteiten met zich mede in een klimaat van lage rendabiliteit voor de banken. Banken zullen tevens ook geconfronteerd worden met nieuw type van concurrent.
Joke Dehondt: lage rente en hoge concurrentie zullen banken meer dan ooit moeten doen inzetten op hun customer centricity
J. Smets: zwakke conjunctuur en lage rente brengen uitdagingen mee voor de financiële sector die hierop zijn business model moet aanpassen, kleinbank of grootbanken, om tot een structurele rendabiliteit te komen.
Mogelijke additionele toelichting verbaal: Een open dialoog betekent dat de sector de kritiek ter harte neemt dat ze in het verleden te ver afstond van de maatschappij. Febelfin probeert nu betere voeling de krijgen met de maatschappelijke onderbuik.
Febelfin wenst te benadrukken dat alle kritiek ter harte wordt genomen en een open dialoog hieromtrent cruciaal. Maar ook omtrent de banksector moet een open dialoog kunnen gevoerd worden gebaseerd op objectiviteit. Sommige kritiek aan ‘ons’ adres is immers onterecht (spaargeld slaapt, casinobankieren blijft schering en inslag, etc…) en sommige van onze bezorgdheden moet men serieus nemen => issue van rendabiliteit in het licht van de vele uitdagingen.
Opgelet sommige enquêtes geven een beeld welke niet strookt met resultaten UCM, mogelijk kan deze nuance verbaal toelicht worden zodanig te verduidelijken dat dit grotendeels om perceptie gaat maar desondanks dit sentiment binnen de samenleving aanwezig is.
Achtergrond:
NBB studie => duidt op verbeterde perceptie van de bancaire kredietvoorwaarden door bedrijfsleiders
Methodologisch : de NBB vraagt ieder kwartaal een groep van bedrijfsleiders naar hun oordeel over de voorwaarden die de banken toepassen bij de kredietverlening aan ondernemingen. Er wordt gepeild naar de mening van deze bedrijfsleiders over de toestand van de algemene kredietvoorwaarden, alsook naar de evolutie in de afgelopen periode van meer specifieke voorwaardencategorieën (toepaste rentevoet, overige kosten, beschikbare kredietvolumes, gevraagde waarborgen).
De nu gepubliceerde resultaten hebben betrekking op de bevraging die de NBB in januari 2015 heeft uitgevoerd.
enquêteresultaten tonen aan dat :
De kredietvoorwaarden voor ondernemingen algemeen gesproken gunstig werden beoordeeld. In januari 2015 meende slechts 11,7 % van de ondervraagden dat deze algemene voorwaarden ongunstig waren. Bijna 35 % gaf een gunstig oordeel, en 53,8 % spraak een neutrale mening uit. Het saldo van positieve en negatieve oordelen stond in januari jl. op 22,8 %, terwijl dat in de post-crisisperiode en tot en met 2013 nog negatief was (meer ongunstige dan gunstige opinies).
De meningen van de bedrijfsleiders evolueerden het sterkst in gunstige zin voor wat de toegepaste renttarieven op bankkredieten betreft. Meer dan 40 % van de ondervraagden meende op dat punt een gunstige ontwikkeling waar te nemen, terwijl slechts een heel gering (verwaarloosbaar) aantal ondernemers vond dat de rentevoorwaarden op bankkredieten minder goed waren geworden. Dat de ondernemers zich positief uitlieten over de rentecondities hoeft in het klimaat van extreem lage rentetarieven uiteraard niet te verwonderen.
Maatschappelijke sentiment bij ondernemers bestaat dat toegang tot bankkrediet moeilijker is geworden, objectieve gegevens staven dit evenwel niet en maken dit sentiment moeilijk te begrijpen.
Hoe rijmen we dalende weigeringsgraad met sentiment naar welke UCM en Unizo verwijzen omtrent moeilijkere toegang tot krediet?
Dit kan voortkomen omdat een kleine groep inderdaad geconfronteerd is met een moelijke toegang tot bankkrediet omwille van gebrekkig eigen vermogen of een negatief zakencijfer mede onder impuls van de zwakke conjunctuur. Deze kleine groep is dan evenwel niet zichtbaar in de totaalcijfers maar vindt mogelijk heel wat gehoord voor haar verzuchtingen.
Voor starters daarenboven is toegang tot bancair krediet steeds moeilijk geweest gezien het risicoprofiel. Mogelijk wijt men dan een moeilijke toegang tot bankkrediet verklaren door een verstrenging van de kredietverleningsvoorwaarden maar ligt in de realiteit het loutere risicoprofiel van dit type ondernemer te hoog ondanks de nieuwe financiële kapitaalsvereisten en regelgeving.
Een verklaring kan er ook in liggen dat binnen de informele contactname tussen ondernemer en bank, welke niet geregistreerd wordt, reeds de moeilijkheid van het kredietdossier zou blijken waardoor de ondernemer geen officiële aanvraag indient en aldus geen weigering wordt genoteerd.
De sector wil niet het sentiment uit de weg gaan welke erop wijst dat het moeilijker is voor jongeren om een huis te verschaffen mede door toegenomen kostprijs van woningen in België parallel aan strengere kredietvoorwaarden voor hypothecaire kredieten.
Jaarlijks productiecijfers van NBB van hypothecaire kredieten toont aan dat langere looptijden +20 jaar een steeds kleiner onderdeel gaan uitmaken van de hypothecaire portefeuille. Dit is een gevolg van de nieuwe liquiditeitscriteria waarmee de banken zijn geconfronteerd in nasleep van de financiële crisis (LCR/NSFR criterium) evenals een gezondere benadering van de vastgoedmarkt door de banken mede aangemoedigd door de NBB.
Bijna de helft van late twintigers bezit eigen woning
29/04/14 Bron: Ik-Ga-Bouwen
Hoewel ze zich zorgen maken over de crisis en de prijzen van huizen blijven stijgen, willen jonge Belgen een eigen woning kopen. Vier op tien Belgische jongeren krijgt financiële steun van (groot)ouders om hun droom waar te maken. Zo blijkt uit een onderzoek van ILIV, het kenniscentrum over het belang van een thuis.
Hoewel ze zich zorgen maken over de crisis en de prijzen van huizen blijven stijgen, willen jonge Belgen een eigen woning kopen. Vier op tien Belgische jongeren krijgt financiële steun van (groot)ouders om hun droom waar te maken. Zo blijkt uit een onderzoek van ILIV, het kenniscentrum over het belang van een thuis.
Bijna 7 op de 10 van de 18 tot 30-jarige Belgen maakt zich zorgen over de financiële haalbaarheid van een eigen woonst. De crisis, het plaatsgebrek en de hoge werkeloosheidscijfers zorgen voor onzekerheid. Een van de oplossingen voor jonge Belgen die toch willen kopen, zijn (groot)ouders die financiële steun bieden. Ook blijven jongeren langer thuis wonen om geld te kunnen sparen.
Uit het onderzoek van ILIV blijkt dat 66 procent van de jeugd ervan overtuigd is dat de stijgende woningprijzen een impact zullen hebben op hun leven. Bovendien denkt 57 procent dat de steeds schaarser wordende woonruimte hun leven zal beïnvloeden.
Baksteen in de maag
Toch hopen veel jongeren dat ze ooit een eigen huis kunnen kopen. Uit de peiling blijkt dat 66 procent van de jonge Belgen het belangrijk vindt om een eigen woning te bezitten. Ondanks de zorgen over de crisis en schaarste in ruimte gaan heel wat jongeren over tot de aankoop van een eigen woonst. Het verschil tussen 18- en 22-jarigen en oudere lotgenoten is aanzienlijk. Van deze eerste categorie koopt slechts twee procent een eigen huis. Van de 23- tot 26-jarigen stijgt dit getal tot 20 procent en van de late twintigers (27 tot 30) waagt maar liefst 45 procent de sprong.
Bovendien blijken jonge Belgen ook seriële kopers. 54 procent gaf aan dat ze niet voor altijd in hun huidige woning willen blijven wonen.
ILIV concludeert dat de wens om een eigen woning te bezitten, groter blijkt dat de angst voor de crisis. (LP)
Discours tot noodzaak aan gezonde, verantwoorde kredietverlening.
Jongeren kopen nog steeds relatief jong hun eigen woning. Een voldoende spaarpot bewijst daarbij reeds dat de persoon over wat terugbetalingscapaciteit bezit en een verantwoorde omgang kent met zijn/haar vermogen.
Sector stelt ook vast dat men vroeger sneller erfde door de kortere levensloop, nu zien we meer het element van giften van ouders naar de kinderen toe doorheen de levensloop.
Evolutie schuld per hoofd van de bevolking => België lag vroeger onder Europees gemiddelde maar is deze intussen voorbij gegaan. We moeten waakzaam blijven geen overdreven particuliere schuldgraad toe te staan in onze samenleving => verantwoorde kredietverlening.
Evolutie loan-to-value in België is laag (circa 60%) en dalende => mede door gezond kredietverleningsbeleid en mede door hoge activiteiten op hypotheekmarkt die maakt dat huishoudens met financieel overschot vastgoed kopen als investering en daarbij nauwelijks lenen om te kopen.
Evolutie afbetalingslast hypotheek in beschikbaar inkomen gezinnen blijft stabiel de laatste jaren => de gezonde verhouding lijkt hier bereikt van circa 25%
NBB heeft recentelijk nog de risicoweging van de vastgoedportefeuille binnen de bancaire balans verzwaard om onverantwoorde kredietverlening hierin te ontraden. Nog een reden voor onze banken om niet blindelings iedereen krediet te verstrekken.
Beste bewijs van vlotte toegang tot vastgoedmarkt blijft recordjaar in productie en omloop hypothecaire kredieten in België.
Sector is geconfronteerd met duizenden pagina’s aan nieuwe financiële regelgeving.
Daarbij probeert men deze zo goed en correct als mogelijk te implementeren, Febelfin probeert voortrekker te zijn voor correcte compliance en implementatie vanwege haar leden => infosessies, circulaires, opleidingen, allerhande…
De sector neemt dit niet licht op en hoopt hier snel vooruitgang te boeken.
Mogelijke additionele toelichting verbaal: Een open dialoog betekent dat de sector de kritiek ter harte neemt dat ze in het verleden te ver afstond van de maatschappij. Febelfin probeert nu betere voeling de krijgen met de maatschappelijke onderbuik.
Febelfin wenst te benadrukken dat alle kritiek ter harte wordt genomen en een open dialoog hieromtrent cruciaal. Maar ook omtrent de banksector moet een open dialoog kunnen gevoerd worden gebaseerd op objectiviteit. Sommige kritiek aan ‘ons’ adres is immers onterecht (spaargeld slaapt, casinobankieren blijft schering en inslag, etc…) en sommige van onze bezorgdheden moet men serieus nemen => issue van rendabiliteit in het licht van de vele uitdagingen.
Ter achtergrond: NBB Jaarverslag 2014 Zowel door de recente futloze economische ontwikkelingen als door de sombere vooruitzichten is er relatief weinig vraag naar producten die de kern van de bank- en verzekeringsactiviteiten uitmaken. De zwakke kredietvraag woog op het renteresultaat van de banken. Sommige onder hen wisten dat weliswaar te compenseren door hun activiteiten inzake cessies-retrocessies uit te breiden (kredieten voorzien van onderpand door tijdelijke mobilisering van effecten), maar die transacties leveren aanzienlijk zwakkere marges op dan de klassieke activiteiten van financiële bemiddeling. Tegen die achtergrond dienden de Belgische banken in 2014 hun financiering bij het Eurosysteem nauwelijks op te voeren.
Het aanhoudend lage rentepeil drukt tevens de door de Belgische banken gegenereerde totale rentemarges, dit tegen de achtergrond van de verscherpte concurrentie nadat de activiteiten geheroriënteerd werden op een sterk gesatureerde Belgische markt. Enerzijds verkleint het voordeel dat de kredietinstellingen kunnen halen uit erg goedkope middelen, zoals zichtdeposito’s, waarvan de vergoeding slechts voor een deel gekoppeld is aan het verloop van de marktrente.
Anderzijds moesten hoogrentende effecten of kredieten op hun vervaldag worden vervangen door andere, minder winstgevende. De kredietnemers van een hypothecair krediet worden er eveneens toe aangezet dat krediet tegen een lagere rente te herfinancieren.
De banken konden evenwel maatregelen nemen om – althans tijdelijk – de negatieve impact op hun rentabiliteit te compenseren en om tijdens de komende jaren op die impact te anticiperen. Enerzijds verlaagden de banken de depositovergoeding, met name voor de spaardeposito’s, waardoor hun financieringskosten daalden, terwijl ze profijt bleven trekken van de gunstige leenvoorwaarden op de wholesalemarkt => best niet expliciet vermelden
Anderzijds konden de Belgische banken hun commerciële marges op nieuwe kredieten ruim houden, ondanks de scherper wordende concurrentie op deze markt. Het positieve effect op de totale marge heeft de neiging groter te worden naarmate het aandeel van de recente productie, waarvoor hogere commerciële marges worden gehanteerd, in de totale uitstaande kredieten toeneemt. Zo zagen de Belgische banken in 2014, ondanks de ongunstige omgeving, hun nettorente-inkomsten stijgen, zowel in absolute bedragen als in procenten van de rentedragende activa.
Combinatie van macro economische onzekerheden zetten banken ertoe om hun business-modellen in vraag te moeten gaan stellen zodanig hiermee om te gaan en structureel rendabel te blijven op lange termijn.
Rente spaarboekje negatief?
Getrouwheidspremie + basis premie = minimum 0,11% -> op welke regelgeving is dit gebaseerd?
Dit is gebaseerd op de KB Wetboek Inkomstenbelastingen 1992
Voorzichtigheid geboden met die minimale 0,11 % ->Het is een eigen informele interpretatie. Enkel de bevoegde autoriteiten (Minister van Financiën en FSMA) kunnen hierin beslissing nemen.
Wat daarentegen de institutionele spaarders betreft, via niet-gereglementeerde spaardeposito’s : dat is in de eerste plaats een commerciële marktzaak; het is aan iedere bank afzonderlijk om uit te maken of ze de betrokken liquiditeiten nodig heeft/wenst aan te trekken, en hoeveel rentevergoeding ze erop geeft. Er is nog geen enkele bank die in die richting gaat.
Banken zijn niet enkel geconfronteerd met macro economische uitdagingen maar ook met maatschappelijke. Zo zet de digitaliseringstendens zich onverbiddelijk voort en heeft dit een impact op hoe de bank omgaat met de consument (gepersonaliseerde digitale dienstverlening) evenals op het verwachtingspatroon van de consument naar zijn bank toe (27/7, interactief).
Deze evolutie is ‘disruptief’ van aard en is reeds nu de business modellen van alle banken grondig aan het wijzigen zodanig hier ten volle op in te kunnen spelen. Een onrechtstreeks gevolg is dat het aantal bankkantoren reeds geruime tijd afneemt. Dit is mede omdat voor standaard bancaire verrichtingen men zich kan richten tot internetbankieren. De resterende bankkantoren tellen steeds meer werknemers en zetten meer in op gepersonaliseerd advies.
Belangrijke uitdagingen van deze digitaliseringstendens zijn enerzijds cybersecurity & privacy en anderzijds nieuwe type concurrenten (google wallet, apple pay, amazone payments, etc…) die met andere business modellen de meer traditionele bank concurrentie zullen aandoen.
De wereld verandert ongelooflijk snel, dus je moet je als bank aanpassen. Als je gewoon op je stoel blijft zitten, dan riskeer je flinke klappen te krijgen,. De financiële sector heeft altijd geïnvesteerd in nieuwe projecten en partnerschappen. Elektronische betalingen zijn op die manier tot stand gekomen, ook mobiele betalingen of microfinanciering zijn daar voorbeelden van.
Technologie heeft voor ons als ultieme doel om het bankieren voor de klant gemakkelijker te maken, want daar draait het uiteindelijk om. En het heeft ook alweer een rol in het ondersteunen van die klant om de juiste beslissingen te nemen, dus dan komen we opnieuw op dat adviesaspect uit. Tussen haakjes: Apple Pay is geboren uit een samenwerking met een aantal banken en kredietkaartmaatschappijen, dus de competenties binnen de banken zijn
Binnen dit kader is het van belang dat hier dezelfde regels en achtzaamheid worden ingesteld zodanig dat persoonlijke gegevens van de klant en diens prioriteiten maximaal te waarborgen en te respecteren
Banken hebben een grote traditie binnen veiligheid van betaalverkeer en datagebruik. We moeten deze troeven uitspelen maar parallel ook voldoende aandacht hebben voor de nieuwe evoluties en het gemak voor de gebruiker om hiermee om te gaan.
Hoe staat u als voorzitter ten aanzien van de recente NIA-maatregel en de publieke verontwaardiging hieromtrent bij monde van enkele spaarbanken?
Afschaffen notionele-intrestaftrek voor banken: opnieuw een punitieve maatregel die de lasten op de sector verzwaart.
De sector is hier in nauw overleg met de federale regering op zoek gegaan naar een methodiek die alle banken (proportioneel) doet bijdragen. Daarbij waren alle type banken vertegenwoordigd tijdens het overleg en heeft elkeen zijn mening kenbaar kunnen maken. Daarbij merk ik op dat via deze oplossing elke bank bijdraagt inclusief banken naar buitenlands recht !
In het eerste voorstel zoals geformuleerd door de regering dreigden er specifieke banken niet bij te dragen die geen gebruik maken van de notionele interestaftrek
Febelfin heeft de impact van het voorstel op basis van lijn 229 steeds transparant gecommuniceerd naar de politiek toe die dan een keuze hebben gemaakt
Ik heb als voorzitter gemerkt dat quasi alle partijen die toen rond de tafel zaten ontevreden zijn, sommige hebben dit publiekelijk geuit en anderen niet. Dit is natuurlijk elkeen zijn goed recht. Dit wijst er impliciet misschien op dat de maatregel toch ergens een juiste balans vindt?
Onjuiste verdeling grootbanken vs. Spaarbanken? We moeten hier intellectueel correct blijven, de verdeelsleutel is gebaseerd op de deposito’s aan cliënten, dit gaat veel verder dan spaarboekjes alleen en biedt een goede weerspiegeling van de bancaire voetafdruk van elkeen in de markt.
Ik wil ook meegeven dat er bankenheffingen zijn die in het bijzonder de universele banken treffen => financial stability contribution en single resolution fund worden voor circa 90% door universele banken in België betaal
[Een bank als ING België heeft nooit moeten gebruik maken van Belgisch belastinggeld maar draagt in België 2x zoveel bij aan de schatkist als in Nederland waar de markt veel groter is. We moeten hier zin voor proportie behouden en het is dit laatste waar het schoentje knelt.]
Dit zijn indicatieve cijfers (bron: EBF) maar bevestigen gevoel dat België bij de hoogste of allerhoogste bijdragen betaald ten aanzien van haar belangrijkste buurlanden.
Achtergrond: opgelet => dit zijn bedragen die gelden als begrotingsopbrengsten, in andere landen zijn er hogere heffingen maar deze gaan naar aparte fondsen die de overheid niet kan besteden.
Jan Smets en Fernarnd Huts nemen bij monde van inleiding het woord omtrent de toekomst voor Brussel als financieel centrum.
Huts => nood aan stabiel regelgevend kader en partnership met de politiek
Smets => comparatieve voordelen uitspelen op vlak van: spaarsurplus in relatie tot vergrijzinstendens, begeleiden KMO’s richting kapitaalmarkt, nabijheid Europese instellingen, knowhow op vlak van betaalverkeer, … voorwaarde is stabiel en ondersteunend regelgevend kader
De bancaire sector kent een structureel lage rendabiliteit en staat voor heel wat onbekende terrein welke nieuwe uitdagingen met zich meebrengt.
Opdat de maatschappelijke rol van de banken ook in de toekomst nog zouden kunnen vervuld worden is er nood aan samenwerking met de politiek een de uitbouw van een langetermijnvisie
Febelfin verheugd over passage in federale regeerakkoord welke pleit om hierover een overplatform in te stellen
Febelfin wil hier constructief aan deelnemen
Mogelijke voorbeelden van domeinen waar zich opportuniteiten bevinden?
Valorisatie ‘excess liquidity’ aanwezig in Belgische markt
Uitbouw doeltreffende venture capital market met desintermediërende rol vanuit de banksector
Opzet regelgevend kenniscentrum verbonden aan Europese Commissie
Uitbouw incubatoren voor startende fintech ondernemingen
…
Achtergrond: Evolutie tewerkstelling laatste 10 jaar. Het gaat hier over de volledig sector.
Het sociaal departement schat dit voor 2014 op een daling van 2,6% t.o.v. 2013.
2003 : 72.210 jobs
2008: 65.172 jobs
2013: 57.210 jobs