SlideShare a Scribd company logo
DEEL 4

INVLOED VAN LICHT OP
   FLORA EN FAUNA



                       1
Inhoudstafel
                2 De zon als bron van elektromagnetische straling
                      3 Zonnestraling bepaalt leven op aarde
                     4 – 6 Licht als energie voor fotosynthese
                   7, 9 Invloed van fotoperiode op de vogeltrek
8 De regenboogbijeneter (Merops ornatus): een trekvogel van het Zuidelijk halfrond
                            10 Landvogels en zeevogels
                    11 Vogeltrek: het H5N1 – vogelgriepvirus
                  12 Invloed van fotoperiode op de winterslaap
         13 Invloed van de fotoperiode op vachtwisseling en verkleuring
             14 Invloed van de fotoperiode op de voortplantingscyclus
           15 Korte-dag-voortplanting versus lange-dag-voortplanting
                          16 Melatonine als anti-oxidant
             17 Fotoperiode: enige factor constant van jaar tot jaar…
   18 Fotoperiode bij planten: kennis van de spectrale samenstelling van de zon
                        19 Het elektromagnetisch spectrum
                        20 Indoorteelt met 600 MW Ledlicht
           21 Werkelijk ontvangen straling per dag is afhankelijk van …
       22 …de invalshoek, d.w.z van de breedtegraad en de tijd van het jaar
             23 Welke straling van de zon heeft maximale intensiteit ?
            24 Welke straling van de aarde heeft maximale intensiteit?
                    25 Invloed van atmosfeer op zonnestraling
Inhoudstafel
     26 Biosfeer ontvangt vooral een golflengte tussen 290 en 3000 nm…
           27 …en 47% van de zonnestraling (Noordelijk halfrond)
           28 – 29 Albedo en de energie-absorptie door de aarde
          30 Voorbeeld van gebruik gepolariseerd zonlicht: bijendans
                              31 - 32 Bijendans
                         33 Zonnestraling en planten
            34 Invloed van een bladerdek op transmissie van licht
                     35 Invloed van licht op zaadkieming
                          36 Wachtende zaadbanken
              37 Digitalis purpurea – Gewoon vingerhoedskruid
                      38 Grote zaden vereisen geen licht
                          39 - 40 Kiemplantenbank
                     41 Invloed van licht op fotosynthese
            42 C4-fotosynthese: effectiever bij hoge lichtintensiteit
43 Op het C3-verzadigingsniveau werkt RuBP-carboxylase (Rubisco) limiterend…
                 44 C4-fotosynthese heeft een CO2-pomp…
                    45 …die wel een beetje energie vergt
            46 Welk metabolisme gaat het best bij welke conditie?
                               47 Fotorespiratie
     48 Gevolgen van C3/C4 verschillen in metabolisme en fotorespiratie
Inhoudstafel
             49 Zonplanten (heliofyten) en Schaduwplanten (sciofyten)
    50 Voorbeeld van een zonplant: Hyacinthoides non-scripta (Boshyacint)
                           51 Verschillende bladstructuur
                        52 Invloed op de wortelontwikkeling
      53 Wetenschappers bedriegen planten, door extra VR te weerkaatsen
54 Schaduwplanten tolereren de schaduw – Oxalis acetosella (Witte klaverzuring)
  55 Invloed van fotoperiode op bloei: Korte Dagplanten en Lange Dagplanten
                         56 LDP, KDP en DNP: voorbeelden
                57 Bloei-inductie door de fotoperiode: mechanisme
                  58 Fotoperiode en de verspreiding van planten
                                59 - 61 Fotopollutie
                            62 Fotopollutie en algenbloei
            63, 64 Azolla sp. als kleine biogas- of elektriciteitcentrales
                        65, 66 Tot slot: koraalriffen en licht
                    67 Insecten zien kleuren anders dan mens
                          68 Bloemenkleuren voor een bij
                        69 Vergelijken van kleurenpatronen
                         70 Mirabilis jalapa (Nachtschone)
   1/ Bij zichtbaar licht 2/ Met reflectie en absorptie UV 3/4 Met fluorescentie UV
                         71 Agressieve vormen van mimicry
                             72 Concurrentie voor licht
                           Referenties en literatuurlijst
De zon als bron van
elektromagnetische straling




             2
Zonnestraling bepaalt leven op aarde
                    • Als warmtebron
                    • Als oorzaak van verdamping
                      en neerslag, waardoor het
                      leven op het land mogelijk is
                    • Als energiebron voor de
                      fotosynthese
                    • Als inductie van de
                      fotoperiode: relatieve lengte
                      van dag en nacht
                    • Licht speelt een belangrijke
                      rol in jager-prooi-relaties
                      (Zie Deel 8)
                    • Licht is van primair belang in
                      successiestadia en bepaalt
                      mee de verspreiding van
                      zonneminnende en
                      schaduwtolerante planten
                  3
                      (Zie Deel 9)
Licht als energie voor fotosynthese




• Als primaire producent in de oceanen, is fytoplankton een
  belangrijke link tussen de fysische en chemische elementen en
  de hogere trofische niveau’s van het mariene voedselweb
• Onderzoek is vereist naar veranderingen in het milieu welke
  de successie en de soortensamenstelling van het fytoplankton
  en zo de primaire productie in de oceanen beïnvloeden
                                  4
• Fytoplankton van veelvormige diatomeeën, Barentszee
Licht als energie voor fotosynthese




• De reuzenmanta (Manta birostris) deelt als grote planktoneter
  tussen 35° NB en ZB in alle (sub-)tropische oceanen dezelfde
  niche als o.a. walvishaaien en blauwe vinvissen
• De foto toont een dier dat na het foerageren tegen de stroom in
  een vispoetsstation (o.a. remora’s, Echeneidae en lipvissen,
  Labridae) bezoekt om zich van parasieten te bevrijden
• Zoöplankton, zich voedend met microscopisch fytoplankton, kan
  zich enorm concentreren zoals een 10-tal keer in Hanifarubaai,
  Malediven, resulterend in mantacyclonen van zo’n 150 dieren
                                 5
Licht als energie voor fotosynthese




• Het afvloeien van skikstofrijke nutriënten van eilanden bepaalt
  mee de overlevingskansen van mantaroggen
• Onderzoekers stelden vast dat er meer roggen voorkwamen
  nabij eilanden bebost met inheemse bomen als nabij eilanden
  met palmplantages
• Vogels vinden er een rijkdom aan nestplaatsen en verrijken de
  bodem met guano, waarbij N zich een weg vindt via bladval
                                  6
  tot in het fyto- en zoöplankton van de kustwateren
Invloed van fotoperiode op de vogeltrek
                  • Noordse Stormvogel
                    (Fulmarus glacialis)
                  • Wintergast: komt hier winter
                    doorbrengen, omdat het in
                    noordelijke broedplaatsen te
                    koud is, zeevogel
                  • Wielewaal (Oriolus oriolus)
                  • Zomergast: zij komen van het
                    zuiden om hier te broeden en
                    trekken voor de winter weg
                    omdat het hier te koud wordt,
                    landvogel
                  • Vogeltrek is een fenomeen dat
                    zich vooral afspeelt op het
                    Noordelijk halfrond


                   7
De regenboogbijeneter (Merops ornatus):
 een trekvogel van het Zuidelijk halfrond




• Het is de enige soort bijeneter in Australië
• Vandaar trekken ze van februari tot april noordwaarts naar
  Noord-Australië, Indonesië, Nieuw-Guinea, tot zelfs de
  zuidelijke Ryuku-eilanden van Japan, waar ze voor of na het
  regenseizoen broeden
• De zuidelijke populatie broedt in het noorden, maar mogelijk
  ook van november tot januari in het zuiden, de noordelijke
  populatietrek is complex maar 8minder beduidend
Invloed van fotoperiode op de vogeltrek
                                   • Daglengte en
                                     lichtintensiteit zorgen voor
                                     veranderingen bij vogels,
                                     zodat zij weten dat het
                                     tijd is voor de trek
                                   • De fotoperiode werkt in op
                                     hormoonspiegel
                                   • Tijdens een rustperiode is
                                     het belangrijk krachten te
                                     vergaren
• Verandering hormonen waardoor • Tijdens trek worden de
  maag en lever vergroten om         krachten efficiënt gebruikt
  vetwinst mogelijk te maken
  tijdens de rustperiode
• Andere (hart, gonaden) kleiner
  tijdens dezelfde rustperiode
• Voor trek maag kleiner terwijl 9
  hart en borstspier uitzetten
Landvogels en zeevogels
           • Landvogels trekken over land,
             verafschuwen zee en zijn het
             beste te zien bij zeeëngten
             (Texel, Gibraltar,…)
           • Stoppen vaak aan wadden om
             krachten op te doen.
           • Bv.: Kanoetstrandloper
             (Calidris canutus);
             zomerbroedplaats in
             Groenland, overwinterend in
             West-Europa
           • Zeevogels vliegen lager,
             foeragerend en vaak aan 1
             stuk door
           • Ze hebben minder vetreserves
           • Bv. albatros (Diomedea
             exulans)
           10
Vogeltrek: het H5N1 - vogelgriepvirus



                                                    H5N1


• H5N1-virus kan niet uit de wereld zonder studie van vogeltrek
• Welk is de belangrijkste oorzaak van de epidemiologische
  route?
• Zijn trekvogels veroorzakers of slachtoffers?
• Welke landen zijn het hardst getroffen?
• Hoe komt de infectie vaak tot stand?
• Waar en wanneer is H5N1 eerst vastgesteld?
• Welk zijn de symptomen?
• Prachtig is de film “Le Peuple Migrateur” (J.Perrin)
                                 11
Invloed van fotoperiode op de winterslaap
                             • Fotoperiode met invloed op
                               gewichtsregulatie -vetgehalte en
                               appetijt- bij wilde dieren
                             • De fotoperiode beïnvloedt de
                               hormonen leptine, ghreline en
                               melatonine
                             • Ghreline afgescheiden in de
                               maag wekt eetlust op
                             • Ghreline: hoog in herfst,
                               stimuleert voedselopname en
                               vetwinst
                             • Leptine: hoog in winter, laag in
                               herfst, verlaagt eetlust
                             • Ghreline: laag in winter, met als
• Rode vos (Vulpes vulpes)     gevolg vetafbraak,
                               proteïnebewaring en slaperigheid
                             • Ook bij de mens werkzaam
                             • Kortslapers: 15% meer ghreline,
                               wat op jaarbasis verschil maakt
                               van 3 kg spek
                               12
Invloed van de fotoperiode op
vachtwisseling en verkleuring
            • Hermelijn (Mustela frenata)
            • Fotoperiode: invloed op
              hormonen die instaan voor
              pigmentproductie (o.a.
              melatonine, dat voor een
              donkerkleuring zorgt)
            • Fotoperiode bepaalt ook de rui
            • Het lengen van de dagen luidt de
              lenterui in, korten ervan de
              herfstrui
            • De duur van melatoninesecretie,
              geïnduceerd door de fotoperiode
              zorgt voor seizoensgebonden
              voortplanting, vachtgroei,
              gedrag en camoeflage
              13
Invloed van de fotoperiode op
   de voortplantingscyclus
             • Productie van melatonine door
                de epifyse wordt onderdrukt
                door licht en gestimuleerd in
                het donker
             • Melatonine zorgt voor
                slaperigheid, de totale
                productie ervan is hoger
                tijdens de donkere winter
             • Blauw licht (460 - 480 nm)
                onderdrukt melatonine
             • Door de vermindering van de
                hoeveelheid melatonine in
                bloedbaan, zullen in de lente
                en zomer FSH- en LH-spiegels
                en testisgewicht stijgen
             • Meestal zo… ooien werpen
             14 echter in herfst
Korte-dag-voortplanting versus
      lange-dag-voortplanting




• Sommige zoogdieren planten zich voort in de zomer wanneer
  de verhoogde afgifte van melatonine van korte duur is
• Andere verkiezen de winter wanneer de verhoogde
  melatonine-aanmaak van langere duur is
                            15
Melatonine als anti-oxidant
                                 • De anti-oxidant-functie is de
                                   originele functie van
                                   melatonine, overige
                                   eigenschappen zijn in de loop
                                   van de evolutie toegevoegd
                                 • Naast het neutraliseren van
                                   radicalen (OH-,NO, O2-,…)
                                   staat het bij planten in voor
                                   fotoperiodieke veranderingen
                                 • Melatonine promoot
Kersen zijn rijk aan melatonine,   bovengrondse groei en remt
evenals bv. het koortsremmende wortelontwikkeling
en hoofdpijnverzachtende         • Het stimuleert bovendien de
moederkruid (Tanacetum             werking van andere anti-
parthenium)                        oxidanten bv. vitamine C
                                 • Melatonine kan DNA-schade
                                   door carcinogenen voorkomen
                                16
Fotoperiode: enige factor
constant van jaar tot jaar…
                  • …terwijl andere
                    klimaatfactoren vaak
                    grote schommelingen
                    vertonen
                  • Zo heeft het
                    afstemmen van
                    ontwikkelingsfasen op
                    de fotoperiode
                    vermoedelijk grote
                    voordelen
                  • Korte-Dagplant:
                    Chrysanthemum sp.
                  • Lange-Dagplant: Iris
                    sp.

             17
Fotoperiode bij planten: kennis van de
 spectrale samenstelling van de zon




                  18
Het elektromagnetisch spectrum
              • Kleuren kan je ordenen volgens
                (750 nm) ROGGBIV (350 nm)
              • De zon zendt stralen uit die het
                gehele elektromagnetisch
                spectrum bestrijken: gamma-
                stralen, ultra-violet, zichtbaar
                licht, infra-rood en radiogolven
              • Alle fotosynthetisch actieve
                pigmenten absorberen licht van
                verschillende golflengte
              • Telers kunnen gebruik maken
                van LED-belichting, afgesteld
                op het blauw-rood-
                absorptiespectrum van planten


              19
Indoorteelt met 600 MW Ledlicht
              • Een enorm voordeel in
                vergelijking met een klassieke
                belichtingsmethode is de
                beperkte opwarming
              • Zo is er minder verlies door
                het verschroeien van
                kiemplantjes
              • Bovendien worden de kosten
                voor ventilatie uitgeschakeld
              • In tegenstelling tot
                fluorescentielicht, werkt
                LEDlicht volgens 1 richting en
                moet er niet gedacht worden
                aan reflectie door metalen

               20
Werkelijk ontvangen straling per
   dag is afhankelijk van …




               21
…de invalshoek, d.w.z van de
breedtegraad en de tijd van het jaar
                       • Hier geldt de Lambert-
                         cosinus-wet : de
                         bestralingsintensiteit op
                         een oppervlak is
                         afhankelijk van de
                         cosinus van de
                         invalshoek
                       • Bv. zo is op de middag
                         aan de evenaar de
                         invalshoek 0 , en dus
                         de bestralingsintensiteit
                         maximaal




                  22
Welke straling van de zon heeft
    maximale intensiteit ?
                    • Wet van Stefan-
                      Boltzmann:
                    • λ(max)T=289,7.10-5mK
                    • Het produkt van λ (max)
                      en van de absolute
                      temperatuur is dus
                      constant
                    • Voor de zon met T=6000K
                      betekent dit dat λ (max) =
                      500 nm.
                    • M.a.w. de maximale
                      intensiteit van de
                      zonnestraling is in het
                      zichtbaar gedeelte van het
                      spectrum

               23
Welke straling van de aarde
heeft maximale intensiteit?
          • Voor de aarde met T=290K
            vinden we λ(max) = 10 µm;
            d.w.z. infra-rode straling of
            langgolvige straling

             Straling
          • Op deze animatie kan je het
            jaarlijks verloop van de
            kortgolvige zonnestraling en
            langgolvige aardstraling volgen
          • De netto kort- en langgolvige
            straling variëren volgens het
            seizoen en volgens de
            breedtegraden, met invloed op
            de uitwisseling van energie
            tussen het aardoppervlak en de
            atmosfeer
              24
Invloed van atmosfeer op zonnestraling
                   • Zonlicht wordt verstrooid
                     door de luchtmoleculen,
                     waardoor de lucht blauw
                     gekleurd is
                   • Het verstrooide licht is
                     gedeeltelijk gepolariseerd:
                     verschillende diersoorten
                     oriënteren zich hiermee
                   • Het voordeel is dat dit ook
                     kan bij slecht weer en over
                     grotere afstanden
                   • Insecten interpreteren lineair
                     gepolariseerd licht als water
                   • Zo kunnen ze worden
                     aangetrokken tot
                     kunststoffen of metalen
                     oppervlakken, libellen leggen
                     eitjes op asfalt i.p.v. in een
                     vijver, andere dieren worden
                     zo slachtoffer in het
                     verkeer,…
                  25
Biosfeer ontvangt vooral een
golflengte tussen 290 en 3000 nm…
                     • De ozonlaag dient als
                       plaats van constante
                       synthese en afbraak van
                       ozon o.i.v. UV-straling
                       (200-400nm)
                     • 2O3‹uv›2O2+2O‹uv›3O2
                     • In het hooggebergte is er
                       meer UV, wegens een
                       dunnere atmosfeer
                     • Infraroodstraling wordt
                       door H2O en CO2 in de
                       atmosfeer geabsorbeerd



                26
…en 47% van de zonnestraling
    (Noordelijk halfrond)
                  • In droge gebieden,
                    gebergten
                    hogedrukgebieden
                    (keerkringen) kan dit
                    wel 70% zijn
                  • 40-45% van de
                    zonnestraling die de
                    biosfeer binnendringt
                    heeft een golflengte
                    380-740 nm
                  • Dit is de fotosynthetisch
                    actieve straling



             27
Albedo en de energie-absorptie
             door de aarde
                               • Een klassiek voorbeeld van het
                                 albedo-effect is de sneeuw-
                                 temperatuur feedback
                               • Als sneeuwbedekte gebieden
                                 opwarmen en de sneeuw smelt,
                                 neemt de albedo af, wordt
                                 meer zonlicht geabsorbeerd en
                                 zal de temperatuur toenemen
                               • Het omgekeerde is even waar,
Albedo is het % van de           als ijs zich vormt, zorgt dit voor
zonneënergie gereflecteerd       een afkoelend effect
door de aarde                  • De temperatuur van de aarde
Sneeuw, ijs en woestijn hebben   wordt bepaald door albedo en
een hoog albedo, bossen en       het broeikaseffect
landbouwgebied een laag        • Zonder ijs zou de gemiddelde
                                 temperatuur op aarde 27° zijn
                                28
Albedo en de energie-absorptie
             door de aarde




• Daar bomen een laag albedo hebben, kan foutief worden
  aangenomen dat het kappen van de bossen tot een afkoeling
  zou leiden door een verhoogd albedo
• Door evatransporatie raken bomen overtollige warmte kwijt
• Wolkvorming zorgt voor extra 29
                               albedo
• Monteverde National Park, Costa Rica
Voorbeeld van gebruik
gepolariseerd zonlicht: bijendans




                30
Bijendans



• Youtube: bijendans:
• Is de afstand tot de voedselbron –50m, dan zal de bij in een
  cirkeltje dansen (rondedans)
• Door de geringe afstand kunnen de soortgenoten snel de
  voedselbron lokaliseren
• Bij afstanden +50m bepaalt de hoek die de dwarslijn door het
  midden van de 8 maakt met de verticale lijn, de richting van
  de voedselbron t.o.v. de zon bij het verlaten van de nest
• Hoe sneller er wordt gedanst, hoe verder de voedselbron is
  verwijderd
• Ook al is er geen zon te zien, bijen kunnen aan de hand van
  het gepolariseerd licht de plaats van de zon waarnemen
                                 31
Bijendans
         • 1: de kwispeldans is recht
           naar boven, de
           voedselbron is in de
           richting van de zon
         • 2/3: de dansrichting is
           60 /120 naar links/rechts,
           de voedselbron is 60 /120
           links/rechts van de zon
         • 4: de kwispeldans verloopt
           recht naar beneden, de
           voedselbron ligt in
           tegengestelde richting van
           de zon



    32
Zonnestraling en planten
          • Bladeren absorberen vooral
            UV-straling, blauw en rood
            licht
          • Groen wordt gereflecteerd, ook
            ten dele doorgelaten
          • Ver-rood licht (730nm) wordt
            vooral doorgelaten, ten dele
            gereflecteerd
          • Kortgolvig IR (tot 1,5µm)
            wordt veel gereflecteerd
          • Langgolvig IR (boven 7µm):
            bijna volledig geabsorbeerd:
            blad gedraagt zich als zwart
            lichaam t.o.v. warmte

           33
Invloed van een bladerdek op
     transmissie van licht
                  • Afhankelijk van de bouw
                    van het blad: dun; tot 40%,
                    dik; bijna niets
                  • Groen en ver-rood beste
                    doorgelaten
                  • Afhankelijk van de
                    dichtheid, vorm en
                    rangschikking van de
                    bladeren
                  • Afhankelijk van de
                    seizoenen: winter:50-70%,
                    zomer:minder dan 10%



             34
Invloed van licht op zaadkieming
               • Licht werkt in op
                 zaadkieming via het
                 fytochroomsysteem dat
                 beïnvloed wordt door
                 verhouding rood/ver-rood
               • Kleine zaden hebben deze
                 lichtstimulus nodig
               • Ver-rood belet hun kieming
               • Komen zij in bos terecht,
                 zullen ze niet kiemen
               • Hoge PFR-waarde betekent
                 een gebrek aan bladerdek,
                 wat zo kieming stimuleert



               35
Wachtende zaadbanken
         • Kleine zaden die geen
           lichtstimulus krijgen, kunnen
           zo jarenlang in een zaadbank
           blijven (onkruiden,
           ruderalen,…)
         • In een bos terechtgekomen,
           door verstoring in de bodem
           terechtgekomen,…
         • Zij wachten gunstige
           lichtvoorwaarden af: plotse
           bosopeningen,
           bodembewerkingen
         • Struikhei (Calluna vulgaris),
           Erica sp., Rumex sp.,
           Digitalis purpurea,…



         36
Gewoon vingerhoedskruid
  (Digitalis purpurea)




           37
Grote zaden vereisen geen licht

                • Reserven om zich te
                  ontwikkelen tot kiemplant
                • De zaden van de meeste
                  climax-planten in een bos
                  kiemen meestal in de lente
                • Mogelijkheid om in schaduw
                  te kiemen, laat hun toe de
                  interspecifieke concurrentie
                  te ontwijken met snellere
                  lichtkiemers
                • Zomereik (Quercus robur)




               38
Kiemplantenbank




• Gewone es (Fraxinus excelsior)
• Kiemplantenbank eerst minimaal onder bomen
  (volgende dia), die lang kan blijven bestaan
• Wanneer genoeg licht invalt, snelle groei
                     39
Kiemplantenbank




       40
Invloed van licht op fotosynthese
                     • Even herhalen:
                     • Bij normale fotosynthese
                       (C3), zal in de
                       donkerreacties CO2 binden
                       aan ribulose-5-bifosfaat…
                     • …om 2 moleculen
                       fosfoglycerinezuur (C3) te
                       vormen
                     • Verdere reducties en de
                       combinatie van de 2 C3-
                       moleculen zullen zo
                       glucose vormen
                     •
                          C3

                41
C4-fotosynthese: effectiever bij
      hoge lichtintensiteit
                • C4-fotosynthese bv. bij maïs
                  (Zea mays), suikerriet
                  (Saccharum officinarum),...
                • C3-planten bereiken plafond
                  bij 10000 lux (=1/10 volle
                  zonlicht)
                • C4-planten: geen
                  verzadigingsniveau
                • Wegens hogere Tº, wordt er
                  bij C4-planten meer CO2
                  vrijgezet als opgenomen door
                  fotosynthese bij lage
                  lichtintensiteit in vgl. C3
                • Bij CO2(adh.)=CO2(FS),
                  noemt men deze
                  lichtintensiteit het
               42 lichtcompensatiepunt
Op het C3-verzadigingsniveau werkt
RuBP-carboxylase (Rubisco) limiterend…
                                    • …m.a.w. heeft C4 een
                                      extra enzymsysteem,
                                      fosfoenolpyruvaat-
                                      carboxylase (pepase)
                                    • Pepase: sterkere
                                      affiniteit voor CO2 dan
                                      het enzymsysteem dat
                                      CO2 aan ribulose-5-
• Atriplex patula(C3)-Uitstaande      fosfaat bindt
  melde                             • C4-planten: vaak
• Atriplex rosa (C4) – Rozemelde      tropisch, in habitats
                                      met hoge
                                      lichtintensiteit, hoge T

                               43
C4-fotosynthese heeft een CO2-
             pomp…
               • In het parenchym
CAM              (mesofyl=bladparenchym)
                 wordt CO2 aan een C3
                 (pyruvaat) gebonden tot een
                 C4-molecule (malaat)
               • Deze C4-moleculen zijn
                 effectieve shuttles om CO2
                 over te brengen naar de
                 ‘vaatbundelschede’,…
               • …om het vrij te geven in
                 Calvincyclus
               • Dit vormt een ‘ontlasting’ voor
                 het RuBp-carboxylase, dat
                 vlak bij de vaatbundels volop
                 de donkerreacties uitvoert

               44
…die wel een beetje energie vergt
                 • Dit is namelijk de ATP om
                   pyruvaat om te vormen tot
                   PEP,
                 • PEP nodig in het parenchym
                   om CO2 te binden
                 • C4-planten verdelen de
                   taken:
                 • Parenchymcellen binden CO2,
                 • C4-suikers shuttlen het naar
                   de vaatbundelschede (met
                   chloroplasten zonder grana!),
                   waar de suikers gevormd
                   worden




                45
Welk metabolisme gaat het best
      bij welke conditie?
              • Bij lage lichtintensiteit, zullen
                C3-planten bevoordeeld zijn,
                vooral omdat ze geen energie
                hoeven te steken in de eerste
                fixatie van CO2
              • Bij hoge lichtintensiteit kennen
                C4-planten voordelen, omdat
                ze meer CO2 kunnen
                reduceren tot glucose
              • Zo kan je zien dat C3-planten
                meer voorkomen in de
                gematigde streken en C4-
                planten in warmere regio, bij
                uitzondering in gematigde
                streken

              46
Fotorespiratie
           • Bij lage [CO2] en hoge
             [O2], gestimuleerd o.i.v.
             licht, kan Rubisco binden
             met O2
           • Zo wordt een C5-suiker,
             ribulose-5-fosfaat,
             verbrand tot CO2 zonder
             productie ATP/NADH:
             fotorespiratie
           • M.a.w., wordt de
             Calvincyclus tegengewerkt
           • PEP-ase: een strikt
             carboxylase
           • Bovendien spelen bij C4-
             planten donkerreacties zich
             af in de Kranzcellen, waar
             zeer hoge [CO2] en lage
             [O2] heersen


      47
Gevolgen van C3/C4 verschillen
in metabolisme en fotorespiratie
               • C4 kent bij hoge lichtintensiteit
                  sterke reductie fotorespiratie,
                  welke dan te verwaarlozen is
               • Fotorespiratie bij C3-planten
                  1,5-3,5x bij hoge
                  lichtintensiteit
               • C4-planten - die vaak dicht bij
                  elkaar groeien - hebben net
                  een ander metabolisme
                  verworven om fotorespiratie
                  tegen te gaan
               • Bij lage lichtintensiteit is de
                  extra ATP-besteding belastend
               • Daarom hebben bv.
                  maïsplantages trage
                  jeugdgroei
               • Men gebruikte herbiciden
                  (atrazine) om C3-concurrentie
                48uit te schakelen
Zonplanten (heliofyten) en
schaduwplanten (sciofyten)
            • Wat hun ecologische
              verspreiding betreft, kan men
              planten indelen in zonplanten
              en schaduwplanten
            • Vooral de structuur van de
              bladeren is zeer verschillend
            • Ook minder Rubisco, wat een
              lagere calvincyclus en dus
              fotorespiratie inhoudt
            • Ze ontvangen immers minder
              fotonen
            • Voorbeeld schaduwplant:
              Kleine gele dovenetel
              (Lamium galeobdolon)

            49
Voorbeeld van een zonplant:
Boshyacint (Hyacinthoides non-scripta)




                  50
Verschillende bladstructuur
                                    • Zonnebladeren zijn dikker
                                      dan schaduwbladeren
                                    • In zonnebladeren is het
                                      palissadeparenchym beter
                                      ontwikkeld en hebben meer
                                      bladmoes in totaliteit
                                    • Huidmondjes in
                                      zonnebladeren zijn kleiner
                                      en in groter aantal aanwezig
• Zon- en schaduwblad (resp.        • Zonnebladeren hebben een
                                      dikkere waslaag (cuticula)
  a/b) van zandraket
  (Arabidopsis thaliana)


                               51
Invloed op de wortelontwikkeling
                    • Zonplanten die in schaduw
                      groeien, hebben zwak
                      ontwikkelde wortels
                    • Ze vertonen een sterke
                      groei, om zo boven andere
                      onkruiden te komen en
                      voldoende licht te vangen
                    • Een zonplant zal naar deze
                      schaduwmijdende strategie
                      overstappen, als die
                      omringd is door onkruid,
                      door VR-reflectie
                    • Wortels korten in, alle
                      energie komt in het
                      bovengrondse deel
               52
Wetenschappers bedriegen planten,
  door extra VR te weerkaatsen
               • Fytochroom zal zonplant
                 stimuleren, als hij veel ver-
                 rood ontvangt om meer
                 energie in top als in wortel
                 van de plant te investeren
               • Men kan dit gebruiken, door
                 voor plant vruchten draagt,
                 gekleurde plastiek te trekken
               • Hoe meer ver-rood
                 gereflecteerd, hoe meer de
                 zonplant bovengronds
                 opbrengt




               53
Schaduwplanten tolereren de schaduw -
 Witte klaverzuring (Oxalis acetosella)
                   • Zonneplanten, in de schaduw
                     daarentegen worden door
                     felle strekking en te zwakke
                     wortels door schaduwplanten
                     weggeconcurreerd
                   • Schaduwplanten verdragen
                     hogere intensiteiten van
                     licht, maar om waterverlies
                     tegen te gaan, stoppen ze
                     fotosynthese en sluiten
                     huidmondjes
                   • Voordelen tolereren
                     schaduw: tot in de herfst
                     fotosynthese, mindere
                     blootstelling
                  54
Invloed van fotoperiode op bloei: Korte
   Dagplanten en Lange Dagplanten
                        • Fotoperiode heeft vooral
                          een invloed op reproductie
                          bij planten: de bloei
                        • LDP: die enkel bloeien na
                          een aantal cycli dat de
                          daglengte een minimum
                          overschrijdt bv. spinazie,
                          bieten,…
                        • KDP: eerder lange-
                          nachtplanten: de lengte
                          van de ononderbroken
                          nacht is van belang bv.
                          hennep, hop, aardpeer,…
                        • Dag-neutrale planten: de
                          bloei wordt niet
                          geïnduceerd door een
                          fotoperiode
                   55
LDP, KDP en DNP: voorbeelden
            • Humulus lupulus (Hop)
            • 1: mannelijke bloemen,
              2: vrouwelijke bloemen
            • LDP: spinazie, bieten, iris, …
            • KDP: hennep, hop, aardpeer,…
            • Populaties van deze soorten
              kunnen nooit goed standhouden
              nabij lichtvervuilde plaatsen bv.
              grote autowegen
            • DNP: vele tropische planten
            • Herfstbloeiers zullen nooit in
              lente bloeien: de planten zijn
              ongevoelig aan fotoperiode als
              ze niet een zekere grootte
              hebben
            • Hierbij speelt ook het
              kiemingsmoment een rol

             56
Bloei-inductie door de
fotoperiode: mechanisme
          • Fytochroom werkt als detector
            fotoperiode: bij zonsop- en
            ondergang is er meer VR,
            PFR›PR
          • Een KDP heeft een minimale
            donkerperiode of een lage PFR
            nodig
          • Een korte lichtflits in de nacht,
            zal bloei tegengaan
          • Een LDP zal niet bloeien als het
            minder dan een minimum aan
            dagperiode heeft of een PFR-
            tekort heeft
          • Een korte lichtflits in de nacht
            kan genoeg zijn om genoeg PFR
            aan te maken, dat de plant
            alsnog tot bloei overgaat

           57
Fotoperiode en de verspreiding
         van planten
                   • Studies hebben aangetoond
                     dat planten zich aan
                     migraties over de
                     breedtegraad kunnen
                     aanpassen:
                   • Zo ontstaan ‘ecotypen’
                     (nieuwe genetische
                     variëteiten), aangepast aan
                     nieuwe lengte der dagen
                   • Ook in de tropen zijn er
                     ecotypen van normaal
                     LDP/KDP aangepast aan de
                     lokale fotoperioden


              58
Fotopollutie
     • Trek- en broedgedrag vogels
       wijzigt, trekvogels botsen
       tegen verlichtte
       wolkenkrabbers aan
     • Dit fenomeen staat bekend
       als ‘Tower kill’ waarbij vogels
       aangetrokken worden tot de
       wolkenkrabbers en zo botsen
       met elkaar of met de toren
     • ‘Tower kill’ is een met de
       jaren groter wordend
       ecologisch probleem
     • Het magnetisch kompas van
       de vogels wordt afgebroken
       door (rood) licht

     59
Fotopollutie
                                • Afstoten van gebieden
                                  bekend door licht bij bv.
                                  Myotis daubentoni,
                                  (Watervleermuis)
                                • Fotosynthese, bestuiving en
                                  bloei worden ontregeld, met
                                  groei- en bloeiafwijkingen
                                • Sommige insecten, waarvan
                                  motten als bekendste
                                  voorbeeld en
Ephemeroptera (Eendagsvliegen)    nachtbestuivers bij uitstek,
zoeken de gloed van vijvers op    worden aangetrokken tot
om te paren, maar worden          licht, met een verhoogde
                                  predatie als gevolg
evengoed verschalkt door
stadslicht                      • De populaties van
                                  snelvliegende vleermuizen
Licht met vacuümcleanereffect
                                  worden bevoordeeld t.o.v.
op populaties van Epheron         deze van traagvliegende
virgo, Michigan                60
Fotopollutie
                             • Juveniele zeeschildpadden
                               (Cheloniidae) kunnen
                               gedesoriënteerd geraken door
                               artificieel licht en i.p.v. de weg
                               naar zee te kiezen naar de
                               lichtbakens toekruipen
                             • Zaklampen van toeristen zijn
                               niet altijd schildpadvriendelijk
                               ontworpen
                             • Ook kunnen de drachtige
De laatste tocht van jonge     vrouwtjes de weg naar de
onechte karetschildpadjes,     kust niet vinden
Florida
                             • Reële druk op populaties van
                               de bedreigde onechte
                               karetschildpad (Caretta
                               caretta), Florida
                             61
Fotopollutie en algenbloei
         • Zoöplankton bv. Daphnia sp.
           migreren ‘s nachts naar het
           wateroppervlak om zo predatie te
           mijden
         • 10-1 lux, een lichtsterkte lager dan
           deze van een halve maan, is
           genoeg om deze verticale reis af te
           stoppen
         • Met minder zoöplankton om te
           grazen aan het wateroppervlak,
           kunnen algen vrij spel krijgen
         • Algenafbraak en bacteriële activiteit
           leiden tot zuurstoftekorten, met
           sterfte van vis en invertebraten als
           gevolg
         • Algenbloei in Canada als gevolg
           van fotopollutie
               62
Azolla sp. als kleine biogas- of
           elektriciteitcentrales
                             • N2 uit de lucht komt in
                               onoplosbare vorm ter
                               beschikking (symbiose met
                               Anabaena azollae)
                             • Door de onoplosbaarheid ervan,
                               is de plant niet genoodzaakt het
                               op te nemen, een nadelige
                               kwaliteit van andere
                               groenbemesters resulterend in
                               dunwandige cellen, voor infectie
Azolla filiculoides (Grote     vatbaar
kroosvaren), is een          • De efficiëntie van CO2-opname
inheemse soort van vlotvaren   door Azolla heeft 50 miljoen
Azolla sp. worden al eeuwen    jaar geleden geleid tot het
gebruikt als groenbemesters    Azolla-event nl. het omkeren
van rijstvelden in Azië        van het broeikaseffect
                               63
Azolla sp. als kleine biogas- of
         elektriciteitcentrales
                             • De watervarentjes kunnen
                               gebruikt worden als vee- en
                               visvoeder, waarbij het de
                               melkproductie significant
                               doet stijgen
                             • Onderzoek is vereist om het
                               potentieel als voedsel voor
                               mensen te gebruiken
                             • De droge biomassa kan
                               oplopen tot 165 ton/ha/jaar,
In het Nordic Folkecenters     en deze kan zo verder
Bio dome gebruikt men          omgezet worden in LPG of
Azolla om afvalwater te        elektriciteit, goedkoper dan
zuiveren                       de huidige vormen van
                               hernieuwbare energie
                             64
Tot slot: koraalriffen en licht




• De meeste rifbouwende koralen leven mutualistisch met
  fotosynthetiserende Zoöxanthellae in hun gastrodermis
• Naast het opwarmen van het zeewater en de negatieve
  invloed op kalkaanmaak door verzuring van het zeewater
  door de verhoogde oplosbaarheid van CO2, lopen riffen en
  hun symbiotische algen gevaar door zeespiegelstijgingen
                             65
Tot slot: koraalriffen en licht




• Computermodellen tonen aan dat dat de Caraïbische
  riffen de zeespiegelstijgingen niet kunnen volgen
• Het bleken van de riffen door het afsterven van de
  Zoöxanthellae is bovendien het hoogst als de afwijking
  van de normale zeetemperatuur het grootst is
                            66
Insecten zien kleuren anders dan mens
                                    • Vlinders en kevers zien extra IR
                                       bovenop het normale spectrum
                                    • Vlinders hebben het breedste
                                       spectrum van alle dieren, ook
                                       UV
                                    • Bijen zien geen rood
                                    • Bijen zien het best blauwe
                                       kleuren en kunnen de reflectie
                                       en fluorescentie van UV
                                       waarnemen
                                    • Bloemen hebben vaak
                                       herkenningstekens die UV
                                       reflecteren of absorberen
                                    • De kleurenpatronen wijzen hen
                                       de weg naar nectar en pollen
                                    • Zilverschoon (Potentilla
                                       anserina) door mens en bij
Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’      waargenomen
                                      67
Bloemenkleuren voor een bij
                                • Rood niet gezien, komt zwart over
                                • Bloemdelen (‘bull’s eye’) die UV
                                  absorberen, verdonkeren de reflectie
                                • Het resultaat is dan in het spectrum
                                  geel-oranje-bruin
                                • Delen van een bloem die UV
                                  reflecteren, worden door bij purper
                                  waargenomen bovenop de
                                  gerelecteerde kleur indien geen rood
                                • Bv. UV+geel, kan als oranje-paars
                                  worden, zelfs als wit
                                • UV+wit, wit of roze
                                • Bull’s eye bloemen hebben voor bij
                                  zo een donker/licht contrastering
                                • Vaak beperkt deel als een kleurmerk
                                  op elke lintbloem of kroonblad
                                • Gewone engelwortel (Angelica
                                  sylvestris) door mens- en bijenogen
Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’     68
Vergelijken van kleurenpatronen
                                          • Als bloem UV-reflecterende
                                            patronen mist, wordt ze niet
                                            door bijen bestoven
                                          • Bepaalde bloemdelen
                                            hebben sterke UV-
                                            kleurmerken voor de bij:
                                          • Meeldraden, stijlen en pollen
                                          • Sterke UV-reflectie en
                                            fluorescentie van
                                            nectarklieren
                                          • Onbevruchte stempel heeft
                                            een sterke UV-reflectie
• Gewone engelwortel, met                 • UV-reflectie is voorbijgaand;
  UV-fluorescentie van                      na bestuiving vermindert
  nectarklieren                             ook algemene reflectie en
                                            verdonkert de bloem

 Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’   69
Nachtschone (Mirabilis jalapa)
     1/ Bij zichtbaar licht 2/ Met reflectie en
     absorptie UV 3/4 Met fluorescentie UV




Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’   70
Agressieve vormen van mimicry
                                         • De prooi wordt in een
                                           hinderlaag gelokt
                                         • Argiopa argentata
                                           gebruikt prominente
                                           patronen in het web zoals
                                           zigzags
                                         • Deze reflecteren UV-licht
                                           en bootsen zo
                                           nectarklieren van bloemen
                                           na
                                         • Spinnen veranderen elke
                                           dag van web, wat zou
                                           kunnen verklaren dat bijen
                                           patronen in het geheugen
                                           opslaan
                                         • USA en Argentinië



Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’   71
Concurrentie voor licht
                                    • Doorheen bladerdek wordt
                                       veel licht geabsorbeerd
                                    • Hieronder enkel groei
                                       schaduwplanten mogelijk
                                    • Of planten die interspecifieke
                                       concurrentie mijden door:
                                    • Bladontwikkeling en bloei in
                                       vroege lente: Hyacinthoïdes
                                       non-scripta,…
                                    • Of laat in herfst: Colchicum
                                       autumnale (Herfsttijlloos) in
                                       grasland,…
                                    • Wintergroen: bv. Lamium
• Knolsteenbreek (Saxifraga            galeobdolon (Gele dovenetel),
   granulata) komt in vroege           Vinca minor (Kleine
   lente tot groei en bloei op         maagdenpalm),…
   weilanden en langs rivieren      • Kiemplantenbank houdt in de
                                       herfst veel langer bladeren
  Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’ 72 dan volwassen bomen
Referenties
•   Dia 2: http://encyclozine.com/Science//Astronomy/Solar/Sun/
•   Dia 3: http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterkringloop
    http://www.kingcounty.gov/environment/waterandland/shorelines/program-
    update/shoreline-ecology/light-energy.aspx
•   Dia 4:
    http://www.barentsportal.com/barentsportal09/index.php?option=com_content&
    view=article&id=194&Itemid=184&lang=en
•   Dia 5: http://www.thelivingocean.net/2012/10/australias-manta-rays-life-in-
    great.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Reuzenmanta
    http://www.mantatrust.org/about-mantas/feeding-frenzy/
    http://marinebio.org/species.asp?id=49#.UNcCUKzPqSo
    http://en.wikipedia.org/wiki/Wrasse http://en.wikipedia.org/wiki/Remora
•   Dia 6: http://ksj.mit.edu/sites/default/files/images/tracker/2012/MantaRay-
    runoff-ecology.jpg
    http://e360.yale.edu/feature/the_vital_chain_connecting_the_ecosystems_of_lan
    d_and_sea/2529/
•   Dia 7: http://atschool.eduweb.co.uk/jblincow/images/fulmar.jpg
•   Dia 8: http://en.wikipedia.org/wiki/Rainbow_Bee-eater
    http://www.birdsinbackyards.net/species/Merops-ornatus
    http://www.environment.gov.au/cgi-
    bin/sprat/public/publicspecies.pl?taxon_id=670
    http://www.ozanimals.com/Bird/Rainbow-Bee-eater/Merops/ornatus.html
•   Dia 9: http://gsc.nrcan.gc.ca/beaufort/birds_e.php
•   Dia 10: http://my.ort.org.il/holon/birds/ad24.html
•   Dia 11: http://www.pbs.org/wnet/wideangle/shows/vietnam/map.html
    http://www.geolution.nl/science/vogelgriep-map.htm
                                                                               76
Referenties
•   Dia 12:
    http://www.wildlifetrusts.org/index.php?section=environment:species:mammal&i
    d=211 http://www.eigenkracht.nl/?nieuwsId=232
•   Dia 13: http://www.borealforest.org/zoo/ermine.htm
    http://www.isu.edu/~rosewill/research.html
•   Dia 14: http://www.biw.kuleuven.be/DP/fysiologie/hfdst8pag19.htm
    http://www.ch.ic.ac.uk/local/projects/s_thipayang/intro.html
    http://www.colorado.edu/intphys/Class/IPHY3730/15photoperiodism.html
•   Dia 15: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0079612308810084
•   Dia 16: http://en.wikipedia.org/wiki/Melatonin
    http://en.wikipedia.org/wiki/Nitric_oxide
    http://calphotos.berkeley.edu/cgi/img_query?enlarge=0000+0000+0311+1287
•   Dia 17: http://www.ens-lyon.fr/Bio-
    Geol/AGREG_SVT/Ressources/sujetDavid/Lum-ev3.htm
•   Dia 18: http://son.nasa.gov/tass/content/electrospectrum.htm
    http://www.ledgrowlight-hydro.com/ledlights-blog/tag/shopping/
    http://ds9.ssl.berkeley.edu/LWS_gems/2/espec.htm
•   Dia 19: http://www.ledgrowlight-hydro.com/ledlights-blog/tag/shopping/
•   Dia 20:
    http://www3.interscience.wiley.com:8100/legacy/college/strahler/0471669695/a
    nimations/ch02/animation1.htm
•   Dia 21: http://www.geo.umn.edu/courses/1006/Fall00_night/Atmosphere.html
•   Dia 22: http://www.fao.org/DOCREP/003/X6541E/X6541E03.htm
•   Dia 23: http://www.sos.bangor.ac.uk/~oss046/pictures/sunearthspectrum.gif
•   Dia 24: http://geography.uoregon.edu/envchange/clim_animations/

                                                                              77
Referenties
•   Dia 25: http://physics.uoregon.edu/~jimbrau/astr121/Notes/Exam1rev.html
    http://www.pa.msu.edu/sciencet/ask_st/052296.html
    http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-
    Gezondheid/article/detail/308721/2009/01/08/Insecten-hebben-liever-een-
    motorkap.dhtml
•   Dia 26: http://www.iac.ethz.ch/staff/maeder/pictures.php
•   Dia 27: http://eosweb.larc.nasa.gov/EDDOCS/whatis.html
    http://eosweb.larc.nasa.gov/EDDOCS/images/Erb/components2.gif
•   Dia 28: http://en.wikipedia.org/wiki/Albedo
    http://www.eoearth.org/article/Albedo:_Energy_Reflected_by_Earth?topic=54300
•   Dia 29: http://www.phombo.com/wallpapers/webshots-wallpaper-feb-
    2009/114394/full/ http://en.wikipedia.org/wiki/Albedo
•   Dia 30, 31: http://biology.clc.uc.edu/courses/bio303/factors&cycles.htm
    http://www.youtube.com/watch?v=-7ijI-g4jHg http://webbased-
    gedrag.webklik.nl/page/sociaal-gedrag#__frame__
•   Dia 32: http://www.mamamoer.nl/bijenvereniging/blz/bijenenBijenteelt.html
•   Dia 33: http://mvh.sr.unh.edu/resources/photosynthesis.htm
    http://homepages.wmich.edu/~korista/web-images/clrphyl_absspec.gif
•   Dia 34, 35: http://www.steve.gb.com/images/science/far_red_shading.png
•   http://www.steve.gb.com/science/photomorphogenesis.html
•   Dia 36: http://www.kuleuven-
    kortrijk.be/facult/wet/biologie/pb/kulakbiocampus/images/buiten-
    kulak/lage_planten/Calluna%20vulgaris%20-%20struikhei/index.htm/
•   Dia 37: http://tncweeds.ucdavis.edu/photosc-f.html


                                                                              78
Referenties
•   Dia 38: http://www.treeblog.co.uk/seecats.php?page=1&category=oak
•   Dia 39:
    http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Fraxinus_excelsior_'Aurea_pendula'_JPG
    .jpg
•   Dia 40: http://www.forestry.gov.gy/photos.htm
•   Dia 41: http://www.cropsci.uiuc.edu/classes/cpsc112/Topicpages/photosyn.cfm
•   Dia 42:
    http://www.hear.org/starr/hiplants/images/thumbnails/html/saccharum_officina
    rum.htm
•   Dia 43: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni-
    hamburg.de/biologie/b_online/e24/24b.htm
•   Dia 44: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni-
    hamburg.de/biologie/b_online/e24/24b.htm
•   Dia 45: http://www.emc.maricopa.edu/faculty/farabee/BIOBK/C3leaf.gif
•   Dia 46: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni-
    hamburg.de/biologie/b_online/e24/24b.htm
•   Dia 47: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni-
    hamburg.de/biologie/b_online/e24/24c.htm
•   Dia 48: http://web.vet.cornell.edu/CVM/HANDOUTS/plants/nitrates.html
•   Dia 49: http://home1.stofanet.dk/biobent/guidegb/sojylbgb.htm
•   Dia 50: http://www.hainaultforest.co.uk/6Maytime%20flowers.htm
•   Dia 51: http://www.shef.ac.uk/aps/mbiolsci/hungerford-dan/background.html
•   Dia 52:
    http://www.farmassist.com/prodrender/index2.asp?nav=resources&ProdId=874&
    sub=lumax_sound_ag_practices
•   Dia 53: http://www.florence.ars.usda.gov/kidsonly/middle/mulch4.html        79
Referenties
•   Dia 54: http://www.waldhang.de/0104078.html
•   Dia 55: http://www.ens-lyon.fr/Bio-
    Geol/AGREG_SVT/Ressources/sujetDavid/Lum-ev3.htm
•   Dia 56: http://www.kuleuven-
    kortrijk.be/facult/wet/biologie/pb/kulakbiocampus/images/buiten-kulak/bomen-
    heesters/Humulus%20lupulus%20-%20hop/
•   Dia 57, 58:
    http://hoopermuseum.earthsci.carleton.ca/vegetation/9a_photoperiodism.htm
•   Dia 59, 60: http://www.platformlichthinder.nl/ecologie.html
    http://mysite.science.uottawa.ca/gblouin/cours_seminaireEVS/presentations/M%
    20Chen.pdf http://physics.fau.edu/observatory/lightpol-Insects.html
•   Dia 61:
    http://article.wn.com/view/2011/11/07/Sea_turtles_spotted_in_Fujairah/
    http://en.wikipedia.org/wiki/Loggerhead_sea_turtle
    http://www.physics.fau.edu/observatory/Images/seaturtleswander_last.jpg
•   Dia 62: http://www.museevirtuel-
    virtualmuseum.ca/edu/ViewLoitDa.do?method=preview&lang=EN&id=19960
    http://www.museevirtuel-
    virtualmuseum.ca/edu/ViewLoitDa.do;jsessionid=2183F426E40CC339CBA6970921
    43A199?method=preview&lang=EN&id=19961
•   Dia 63, 64: http://www.eai.in/club/users/joyishkumar/blogs/15821
    http://bharatnamaskar.blogspot.be/2012/09/biogas-from-azolla-biomass-
    energy.html http://onestrawrob.com/?p=1868
    http://www.geo.uu.nl/Research/Geochemistry/E_Speelman.html
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Azolla
    http://www.folkecenter.net/gb/news/fc/thisted_waste/

                                                                              80
Referenties
•   Dia 65:
    http://serc.carleton.edu/images/eslabs/corals/polyp_with_zooxanthellae.jpg
    http://www.nwf.org/Wildlife/Threats-to-Wildlife/Global-Warming/Effects-on-
    Wildlife-and-Habitat/Coral-Reefs.aspx
•   Dia 66: http://sitemaker.umich.edu/gc2sec7labgroup3/climate_change
•   Dia 67: http://en.wikipedia.org/wiki/Pollination
    http://gears.tucson.ars.ag.gov/ic/vision/bee-vision.html
•   Dia 68, 69: http://www.naturfotograf.com/UV_flowers_list.html
•   Dia 70: http://www.naturfotograf.com/UV_flowers_list.html
•   Dia 71: http://en.wikipedia.org/wiki/Mimicry
    http://bugguide.net/node/view/240664/bgimage
•   Dia 72:
    http://www.ukwildflowers.com/Web_pages/saxifraga_granulata_meadow_saxifra
    ge.htm




                                                                            81
Literatuurlijst
•   Billen J. – 1994
    Morfologie en Systematiek van de Invertebrata
•   Blamey M. & Grey-Wilson C. - 1989
    De Geïllustreerde Flora
    Thieme – Baarn
•   Buchsbaum R. – 1962
    De Ongewervelde Dieren
    Het Spectrum – Antwerpen
•   Fitter R. & Fitter A. – 1974
    Tirions Nieuwe Bloemengids
    Elsevier – Amsterdam
•   Heimans E., Heinsius H.W., Thysse J.P. – 1947
    Geïllustreerde Flora Van Nederland
    W. Versluys N.V. – Amsterdam - Antwerpen

                                                    82
Literatuurlijst
•   Heywood V.H. – 1993
    Flowering Plants Of The World
    Oxford University Press – New York
•   Hillenius D. - 1967
    De Vreemde Eilandbewoner
    N.V. De Arbeidspers – Amsterdam
•   Keizer G.J. – 1997
    Paddestoelen Encyclopedie
    Rebo Productions, Lisse
•   Kohlhaupt Paula – 1971
    Wilde orchideeën
    W.J. Thieme & Cie - Zutphen
    Rebo Productions – Lisse
•   Perl P. – 1979
    Varens
    De Lantaarn – Amsterdam
                                           83
Literatuurlijst
•    Peterson R., Mountfort G. & Hollom P.A.D. – 1983
    Petersons Vogelgids
    Tirion, Elsevier - Amsterdam
•    Raven & Johnson – 1992
    Biology
    Mosby-Yearbook – Missouri
•    Rozema J. & Verhoef H.A. – 1997
    Leerboek Toegepaste Ecologie
    VU-Uitgeverij – Amsterdam
•    Van Assche J. – 1989
    Inleiding Tot De Plantenecologie
    Katholieke Universiteit Leuven – Leuven
•    Van Veen M. & Zeegers Th. – 1988
    Insecten Basis Boek
    Jeugdbondsuitgeverij – Utrecht


                                                        84
Literatuurlijst
•   Weier T. Elliot, Stocking C.R., Barbour M.G. & Rost T.L. – 1982
    Botany – An Introduction To Plant Botany
    John Wiley & Sons - California
•   Wilson E.O. – 1992
    The Diversity Of Life
    Allen Lane The Penguin Press – Harmondsworth, Middlesex
•   Wynhoff I., Van Der Made J., Van Swaay C. – 1990
    Dagvlinders Van De Benelux
    De Vlinderstichting - Utrecht




                                                                      85

More Related Content

More from Dagmar De Greef

Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteemDeel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Dagmar De Greef
 
Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen
Dagmar De Greef
 
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Dagmar De Greef
 
Ecological problems and solutions
Ecological problems and solutionsEcological problems and solutions
Ecological problems and solutions
Dagmar De Greef
 
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...Dagmar De Greef
 
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen
Dagmar De Greef
 
Biotische relaties ref
Biotische  relaties refBiotische  relaties ref
Biotische relaties ref
Dagmar De Greef
 
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'Dagmar De Greef
 

More from Dagmar De Greef (8)

Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteemDeel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
 
Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen
 
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
 
Ecological problems and solutions
Ecological problems and solutionsEcological problems and solutions
Ecological problems and solutions
 
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
 
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen
 
Biotische relaties ref
Biotische  relaties refBiotische  relaties ref
Biotische relaties ref
 
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
 

Deel 4 Invloed van licht op flora en fauna

  • 1. DEEL 4 INVLOED VAN LICHT OP FLORA EN FAUNA 1
  • 2. Inhoudstafel 2 De zon als bron van elektromagnetische straling 3 Zonnestraling bepaalt leven op aarde 4 – 6 Licht als energie voor fotosynthese 7, 9 Invloed van fotoperiode op de vogeltrek 8 De regenboogbijeneter (Merops ornatus): een trekvogel van het Zuidelijk halfrond 10 Landvogels en zeevogels 11 Vogeltrek: het H5N1 – vogelgriepvirus 12 Invloed van fotoperiode op de winterslaap 13 Invloed van de fotoperiode op vachtwisseling en verkleuring 14 Invloed van de fotoperiode op de voortplantingscyclus 15 Korte-dag-voortplanting versus lange-dag-voortplanting 16 Melatonine als anti-oxidant 17 Fotoperiode: enige factor constant van jaar tot jaar… 18 Fotoperiode bij planten: kennis van de spectrale samenstelling van de zon 19 Het elektromagnetisch spectrum 20 Indoorteelt met 600 MW Ledlicht 21 Werkelijk ontvangen straling per dag is afhankelijk van … 22 …de invalshoek, d.w.z van de breedtegraad en de tijd van het jaar 23 Welke straling van de zon heeft maximale intensiteit ? 24 Welke straling van de aarde heeft maximale intensiteit? 25 Invloed van atmosfeer op zonnestraling
  • 3. Inhoudstafel 26 Biosfeer ontvangt vooral een golflengte tussen 290 en 3000 nm… 27 …en 47% van de zonnestraling (Noordelijk halfrond) 28 – 29 Albedo en de energie-absorptie door de aarde 30 Voorbeeld van gebruik gepolariseerd zonlicht: bijendans 31 - 32 Bijendans 33 Zonnestraling en planten 34 Invloed van een bladerdek op transmissie van licht 35 Invloed van licht op zaadkieming 36 Wachtende zaadbanken 37 Digitalis purpurea – Gewoon vingerhoedskruid 38 Grote zaden vereisen geen licht 39 - 40 Kiemplantenbank 41 Invloed van licht op fotosynthese 42 C4-fotosynthese: effectiever bij hoge lichtintensiteit 43 Op het C3-verzadigingsniveau werkt RuBP-carboxylase (Rubisco) limiterend… 44 C4-fotosynthese heeft een CO2-pomp… 45 …die wel een beetje energie vergt 46 Welk metabolisme gaat het best bij welke conditie? 47 Fotorespiratie 48 Gevolgen van C3/C4 verschillen in metabolisme en fotorespiratie
  • 4. Inhoudstafel 49 Zonplanten (heliofyten) en Schaduwplanten (sciofyten) 50 Voorbeeld van een zonplant: Hyacinthoides non-scripta (Boshyacint) 51 Verschillende bladstructuur 52 Invloed op de wortelontwikkeling 53 Wetenschappers bedriegen planten, door extra VR te weerkaatsen 54 Schaduwplanten tolereren de schaduw – Oxalis acetosella (Witte klaverzuring) 55 Invloed van fotoperiode op bloei: Korte Dagplanten en Lange Dagplanten 56 LDP, KDP en DNP: voorbeelden 57 Bloei-inductie door de fotoperiode: mechanisme 58 Fotoperiode en de verspreiding van planten 59 - 61 Fotopollutie 62 Fotopollutie en algenbloei 63, 64 Azolla sp. als kleine biogas- of elektriciteitcentrales 65, 66 Tot slot: koraalriffen en licht 67 Insecten zien kleuren anders dan mens 68 Bloemenkleuren voor een bij 69 Vergelijken van kleurenpatronen 70 Mirabilis jalapa (Nachtschone) 1/ Bij zichtbaar licht 2/ Met reflectie en absorptie UV 3/4 Met fluorescentie UV 71 Agressieve vormen van mimicry 72 Concurrentie voor licht Referenties en literatuurlijst
  • 5. De zon als bron van elektromagnetische straling 2
  • 6. Zonnestraling bepaalt leven op aarde • Als warmtebron • Als oorzaak van verdamping en neerslag, waardoor het leven op het land mogelijk is • Als energiebron voor de fotosynthese • Als inductie van de fotoperiode: relatieve lengte van dag en nacht • Licht speelt een belangrijke rol in jager-prooi-relaties (Zie Deel 8) • Licht is van primair belang in successiestadia en bepaalt mee de verspreiding van zonneminnende en schaduwtolerante planten 3 (Zie Deel 9)
  • 7. Licht als energie voor fotosynthese • Als primaire producent in de oceanen, is fytoplankton een belangrijke link tussen de fysische en chemische elementen en de hogere trofische niveau’s van het mariene voedselweb • Onderzoek is vereist naar veranderingen in het milieu welke de successie en de soortensamenstelling van het fytoplankton en zo de primaire productie in de oceanen beïnvloeden 4 • Fytoplankton van veelvormige diatomeeën, Barentszee
  • 8. Licht als energie voor fotosynthese • De reuzenmanta (Manta birostris) deelt als grote planktoneter tussen 35° NB en ZB in alle (sub-)tropische oceanen dezelfde niche als o.a. walvishaaien en blauwe vinvissen • De foto toont een dier dat na het foerageren tegen de stroom in een vispoetsstation (o.a. remora’s, Echeneidae en lipvissen, Labridae) bezoekt om zich van parasieten te bevrijden • Zoöplankton, zich voedend met microscopisch fytoplankton, kan zich enorm concentreren zoals een 10-tal keer in Hanifarubaai, Malediven, resulterend in mantacyclonen van zo’n 150 dieren 5
  • 9. Licht als energie voor fotosynthese • Het afvloeien van skikstofrijke nutriënten van eilanden bepaalt mee de overlevingskansen van mantaroggen • Onderzoekers stelden vast dat er meer roggen voorkwamen nabij eilanden bebost met inheemse bomen als nabij eilanden met palmplantages • Vogels vinden er een rijkdom aan nestplaatsen en verrijken de bodem met guano, waarbij N zich een weg vindt via bladval 6 tot in het fyto- en zoöplankton van de kustwateren
  • 10. Invloed van fotoperiode op de vogeltrek • Noordse Stormvogel (Fulmarus glacialis) • Wintergast: komt hier winter doorbrengen, omdat het in noordelijke broedplaatsen te koud is, zeevogel • Wielewaal (Oriolus oriolus) • Zomergast: zij komen van het zuiden om hier te broeden en trekken voor de winter weg omdat het hier te koud wordt, landvogel • Vogeltrek is een fenomeen dat zich vooral afspeelt op het Noordelijk halfrond 7
  • 11. De regenboogbijeneter (Merops ornatus): een trekvogel van het Zuidelijk halfrond • Het is de enige soort bijeneter in Australië • Vandaar trekken ze van februari tot april noordwaarts naar Noord-Australië, Indonesië, Nieuw-Guinea, tot zelfs de zuidelijke Ryuku-eilanden van Japan, waar ze voor of na het regenseizoen broeden • De zuidelijke populatie broedt in het noorden, maar mogelijk ook van november tot januari in het zuiden, de noordelijke populatietrek is complex maar 8minder beduidend
  • 12. Invloed van fotoperiode op de vogeltrek • Daglengte en lichtintensiteit zorgen voor veranderingen bij vogels, zodat zij weten dat het tijd is voor de trek • De fotoperiode werkt in op hormoonspiegel • Tijdens een rustperiode is het belangrijk krachten te vergaren • Verandering hormonen waardoor • Tijdens trek worden de maag en lever vergroten om krachten efficiënt gebruikt vetwinst mogelijk te maken tijdens de rustperiode • Andere (hart, gonaden) kleiner tijdens dezelfde rustperiode • Voor trek maag kleiner terwijl 9 hart en borstspier uitzetten
  • 13. Landvogels en zeevogels • Landvogels trekken over land, verafschuwen zee en zijn het beste te zien bij zeeëngten (Texel, Gibraltar,…) • Stoppen vaak aan wadden om krachten op te doen. • Bv.: Kanoetstrandloper (Calidris canutus); zomerbroedplaats in Groenland, overwinterend in West-Europa • Zeevogels vliegen lager, foeragerend en vaak aan 1 stuk door • Ze hebben minder vetreserves • Bv. albatros (Diomedea exulans) 10
  • 14. Vogeltrek: het H5N1 - vogelgriepvirus H5N1 • H5N1-virus kan niet uit de wereld zonder studie van vogeltrek • Welk is de belangrijkste oorzaak van de epidemiologische route? • Zijn trekvogels veroorzakers of slachtoffers? • Welke landen zijn het hardst getroffen? • Hoe komt de infectie vaak tot stand? • Waar en wanneer is H5N1 eerst vastgesteld? • Welk zijn de symptomen? • Prachtig is de film “Le Peuple Migrateur” (J.Perrin) 11
  • 15. Invloed van fotoperiode op de winterslaap • Fotoperiode met invloed op gewichtsregulatie -vetgehalte en appetijt- bij wilde dieren • De fotoperiode beïnvloedt de hormonen leptine, ghreline en melatonine • Ghreline afgescheiden in de maag wekt eetlust op • Ghreline: hoog in herfst, stimuleert voedselopname en vetwinst • Leptine: hoog in winter, laag in herfst, verlaagt eetlust • Ghreline: laag in winter, met als • Rode vos (Vulpes vulpes) gevolg vetafbraak, proteïnebewaring en slaperigheid • Ook bij de mens werkzaam • Kortslapers: 15% meer ghreline, wat op jaarbasis verschil maakt van 3 kg spek 12
  • 16. Invloed van de fotoperiode op vachtwisseling en verkleuring • Hermelijn (Mustela frenata) • Fotoperiode: invloed op hormonen die instaan voor pigmentproductie (o.a. melatonine, dat voor een donkerkleuring zorgt) • Fotoperiode bepaalt ook de rui • Het lengen van de dagen luidt de lenterui in, korten ervan de herfstrui • De duur van melatoninesecretie, geïnduceerd door de fotoperiode zorgt voor seizoensgebonden voortplanting, vachtgroei, gedrag en camoeflage 13
  • 17. Invloed van de fotoperiode op de voortplantingscyclus • Productie van melatonine door de epifyse wordt onderdrukt door licht en gestimuleerd in het donker • Melatonine zorgt voor slaperigheid, de totale productie ervan is hoger tijdens de donkere winter • Blauw licht (460 - 480 nm) onderdrukt melatonine • Door de vermindering van de hoeveelheid melatonine in bloedbaan, zullen in de lente en zomer FSH- en LH-spiegels en testisgewicht stijgen • Meestal zo… ooien werpen 14 echter in herfst
  • 18. Korte-dag-voortplanting versus lange-dag-voortplanting • Sommige zoogdieren planten zich voort in de zomer wanneer de verhoogde afgifte van melatonine van korte duur is • Andere verkiezen de winter wanneer de verhoogde melatonine-aanmaak van langere duur is 15
  • 19. Melatonine als anti-oxidant • De anti-oxidant-functie is de originele functie van melatonine, overige eigenschappen zijn in de loop van de evolutie toegevoegd • Naast het neutraliseren van radicalen (OH-,NO, O2-,…) staat het bij planten in voor fotoperiodieke veranderingen • Melatonine promoot Kersen zijn rijk aan melatonine, bovengrondse groei en remt evenals bv. het koortsremmende wortelontwikkeling en hoofdpijnverzachtende • Het stimuleert bovendien de moederkruid (Tanacetum werking van andere anti- parthenium) oxidanten bv. vitamine C • Melatonine kan DNA-schade door carcinogenen voorkomen 16
  • 20. Fotoperiode: enige factor constant van jaar tot jaar… • …terwijl andere klimaatfactoren vaak grote schommelingen vertonen • Zo heeft het afstemmen van ontwikkelingsfasen op de fotoperiode vermoedelijk grote voordelen • Korte-Dagplant: Chrysanthemum sp. • Lange-Dagplant: Iris sp. 17
  • 21. Fotoperiode bij planten: kennis van de spectrale samenstelling van de zon 18
  • 22. Het elektromagnetisch spectrum • Kleuren kan je ordenen volgens (750 nm) ROGGBIV (350 nm) • De zon zendt stralen uit die het gehele elektromagnetisch spectrum bestrijken: gamma- stralen, ultra-violet, zichtbaar licht, infra-rood en radiogolven • Alle fotosynthetisch actieve pigmenten absorberen licht van verschillende golflengte • Telers kunnen gebruik maken van LED-belichting, afgesteld op het blauw-rood- absorptiespectrum van planten 19
  • 23. Indoorteelt met 600 MW Ledlicht • Een enorm voordeel in vergelijking met een klassieke belichtingsmethode is de beperkte opwarming • Zo is er minder verlies door het verschroeien van kiemplantjes • Bovendien worden de kosten voor ventilatie uitgeschakeld • In tegenstelling tot fluorescentielicht, werkt LEDlicht volgens 1 richting en moet er niet gedacht worden aan reflectie door metalen 20
  • 24. Werkelijk ontvangen straling per dag is afhankelijk van … 21
  • 25. …de invalshoek, d.w.z van de breedtegraad en de tijd van het jaar • Hier geldt de Lambert- cosinus-wet : de bestralingsintensiteit op een oppervlak is afhankelijk van de cosinus van de invalshoek • Bv. zo is op de middag aan de evenaar de invalshoek 0 , en dus de bestralingsintensiteit maximaal 22
  • 26. Welke straling van de zon heeft maximale intensiteit ? • Wet van Stefan- Boltzmann: • λ(max)T=289,7.10-5mK • Het produkt van λ (max) en van de absolute temperatuur is dus constant • Voor de zon met T=6000K betekent dit dat λ (max) = 500 nm. • M.a.w. de maximale intensiteit van de zonnestraling is in het zichtbaar gedeelte van het spectrum 23
  • 27. Welke straling van de aarde heeft maximale intensiteit? • Voor de aarde met T=290K vinden we λ(max) = 10 µm; d.w.z. infra-rode straling of langgolvige straling Straling • Op deze animatie kan je het jaarlijks verloop van de kortgolvige zonnestraling en langgolvige aardstraling volgen • De netto kort- en langgolvige straling variëren volgens het seizoen en volgens de breedtegraden, met invloed op de uitwisseling van energie tussen het aardoppervlak en de atmosfeer 24
  • 28. Invloed van atmosfeer op zonnestraling • Zonlicht wordt verstrooid door de luchtmoleculen, waardoor de lucht blauw gekleurd is • Het verstrooide licht is gedeeltelijk gepolariseerd: verschillende diersoorten oriënteren zich hiermee • Het voordeel is dat dit ook kan bij slecht weer en over grotere afstanden • Insecten interpreteren lineair gepolariseerd licht als water • Zo kunnen ze worden aangetrokken tot kunststoffen of metalen oppervlakken, libellen leggen eitjes op asfalt i.p.v. in een vijver, andere dieren worden zo slachtoffer in het verkeer,… 25
  • 29. Biosfeer ontvangt vooral een golflengte tussen 290 en 3000 nm… • De ozonlaag dient als plaats van constante synthese en afbraak van ozon o.i.v. UV-straling (200-400nm) • 2O3‹uv›2O2+2O‹uv›3O2 • In het hooggebergte is er meer UV, wegens een dunnere atmosfeer • Infraroodstraling wordt door H2O en CO2 in de atmosfeer geabsorbeerd 26
  • 30. …en 47% van de zonnestraling (Noordelijk halfrond) • In droge gebieden, gebergten hogedrukgebieden (keerkringen) kan dit wel 70% zijn • 40-45% van de zonnestraling die de biosfeer binnendringt heeft een golflengte 380-740 nm • Dit is de fotosynthetisch actieve straling 27
  • 31. Albedo en de energie-absorptie door de aarde • Een klassiek voorbeeld van het albedo-effect is de sneeuw- temperatuur feedback • Als sneeuwbedekte gebieden opwarmen en de sneeuw smelt, neemt de albedo af, wordt meer zonlicht geabsorbeerd en zal de temperatuur toenemen • Het omgekeerde is even waar, Albedo is het % van de als ijs zich vormt, zorgt dit voor zonneënergie gereflecteerd een afkoelend effect door de aarde • De temperatuur van de aarde Sneeuw, ijs en woestijn hebben wordt bepaald door albedo en een hoog albedo, bossen en het broeikaseffect landbouwgebied een laag • Zonder ijs zou de gemiddelde temperatuur op aarde 27° zijn 28
  • 32. Albedo en de energie-absorptie door de aarde • Daar bomen een laag albedo hebben, kan foutief worden aangenomen dat het kappen van de bossen tot een afkoeling zou leiden door een verhoogd albedo • Door evatransporatie raken bomen overtollige warmte kwijt • Wolkvorming zorgt voor extra 29 albedo • Monteverde National Park, Costa Rica
  • 33. Voorbeeld van gebruik gepolariseerd zonlicht: bijendans 30
  • 34. Bijendans • Youtube: bijendans: • Is de afstand tot de voedselbron –50m, dan zal de bij in een cirkeltje dansen (rondedans) • Door de geringe afstand kunnen de soortgenoten snel de voedselbron lokaliseren • Bij afstanden +50m bepaalt de hoek die de dwarslijn door het midden van de 8 maakt met de verticale lijn, de richting van de voedselbron t.o.v. de zon bij het verlaten van de nest • Hoe sneller er wordt gedanst, hoe verder de voedselbron is verwijderd • Ook al is er geen zon te zien, bijen kunnen aan de hand van het gepolariseerd licht de plaats van de zon waarnemen 31
  • 35. Bijendans • 1: de kwispeldans is recht naar boven, de voedselbron is in de richting van de zon • 2/3: de dansrichting is 60 /120 naar links/rechts, de voedselbron is 60 /120 links/rechts van de zon • 4: de kwispeldans verloopt recht naar beneden, de voedselbron ligt in tegengestelde richting van de zon 32
  • 36. Zonnestraling en planten • Bladeren absorberen vooral UV-straling, blauw en rood licht • Groen wordt gereflecteerd, ook ten dele doorgelaten • Ver-rood licht (730nm) wordt vooral doorgelaten, ten dele gereflecteerd • Kortgolvig IR (tot 1,5µm) wordt veel gereflecteerd • Langgolvig IR (boven 7µm): bijna volledig geabsorbeerd: blad gedraagt zich als zwart lichaam t.o.v. warmte 33
  • 37. Invloed van een bladerdek op transmissie van licht • Afhankelijk van de bouw van het blad: dun; tot 40%, dik; bijna niets • Groen en ver-rood beste doorgelaten • Afhankelijk van de dichtheid, vorm en rangschikking van de bladeren • Afhankelijk van de seizoenen: winter:50-70%, zomer:minder dan 10% 34
  • 38. Invloed van licht op zaadkieming • Licht werkt in op zaadkieming via het fytochroomsysteem dat beïnvloed wordt door verhouding rood/ver-rood • Kleine zaden hebben deze lichtstimulus nodig • Ver-rood belet hun kieming • Komen zij in bos terecht, zullen ze niet kiemen • Hoge PFR-waarde betekent een gebrek aan bladerdek, wat zo kieming stimuleert 35
  • 39. Wachtende zaadbanken • Kleine zaden die geen lichtstimulus krijgen, kunnen zo jarenlang in een zaadbank blijven (onkruiden, ruderalen,…) • In een bos terechtgekomen, door verstoring in de bodem terechtgekomen,… • Zij wachten gunstige lichtvoorwaarden af: plotse bosopeningen, bodembewerkingen • Struikhei (Calluna vulgaris), Erica sp., Rumex sp., Digitalis purpurea,… 36
  • 40. Gewoon vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) 37
  • 41. Grote zaden vereisen geen licht • Reserven om zich te ontwikkelen tot kiemplant • De zaden van de meeste climax-planten in een bos kiemen meestal in de lente • Mogelijkheid om in schaduw te kiemen, laat hun toe de interspecifieke concurrentie te ontwijken met snellere lichtkiemers • Zomereik (Quercus robur) 38
  • 42. Kiemplantenbank • Gewone es (Fraxinus excelsior) • Kiemplantenbank eerst minimaal onder bomen (volgende dia), die lang kan blijven bestaan • Wanneer genoeg licht invalt, snelle groei 39
  • 44. Invloed van licht op fotosynthese • Even herhalen: • Bij normale fotosynthese (C3), zal in de donkerreacties CO2 binden aan ribulose-5-bifosfaat… • …om 2 moleculen fosfoglycerinezuur (C3) te vormen • Verdere reducties en de combinatie van de 2 C3- moleculen zullen zo glucose vormen • C3 41
  • 45. C4-fotosynthese: effectiever bij hoge lichtintensiteit • C4-fotosynthese bv. bij maïs (Zea mays), suikerriet (Saccharum officinarum),... • C3-planten bereiken plafond bij 10000 lux (=1/10 volle zonlicht) • C4-planten: geen verzadigingsniveau • Wegens hogere Tº, wordt er bij C4-planten meer CO2 vrijgezet als opgenomen door fotosynthese bij lage lichtintensiteit in vgl. C3 • Bij CO2(adh.)=CO2(FS), noemt men deze lichtintensiteit het 42 lichtcompensatiepunt
  • 46. Op het C3-verzadigingsniveau werkt RuBP-carboxylase (Rubisco) limiterend… • …m.a.w. heeft C4 een extra enzymsysteem, fosfoenolpyruvaat- carboxylase (pepase) • Pepase: sterkere affiniteit voor CO2 dan het enzymsysteem dat CO2 aan ribulose-5- • Atriplex patula(C3)-Uitstaande fosfaat bindt melde • C4-planten: vaak • Atriplex rosa (C4) – Rozemelde tropisch, in habitats met hoge lichtintensiteit, hoge T 43
  • 47. C4-fotosynthese heeft een CO2- pomp… • In het parenchym CAM (mesofyl=bladparenchym) wordt CO2 aan een C3 (pyruvaat) gebonden tot een C4-molecule (malaat) • Deze C4-moleculen zijn effectieve shuttles om CO2 over te brengen naar de ‘vaatbundelschede’,… • …om het vrij te geven in Calvincyclus • Dit vormt een ‘ontlasting’ voor het RuBp-carboxylase, dat vlak bij de vaatbundels volop de donkerreacties uitvoert 44
  • 48. …die wel een beetje energie vergt • Dit is namelijk de ATP om pyruvaat om te vormen tot PEP, • PEP nodig in het parenchym om CO2 te binden • C4-planten verdelen de taken: • Parenchymcellen binden CO2, • C4-suikers shuttlen het naar de vaatbundelschede (met chloroplasten zonder grana!), waar de suikers gevormd worden 45
  • 49. Welk metabolisme gaat het best bij welke conditie? • Bij lage lichtintensiteit, zullen C3-planten bevoordeeld zijn, vooral omdat ze geen energie hoeven te steken in de eerste fixatie van CO2 • Bij hoge lichtintensiteit kennen C4-planten voordelen, omdat ze meer CO2 kunnen reduceren tot glucose • Zo kan je zien dat C3-planten meer voorkomen in de gematigde streken en C4- planten in warmere regio, bij uitzondering in gematigde streken 46
  • 50. Fotorespiratie • Bij lage [CO2] en hoge [O2], gestimuleerd o.i.v. licht, kan Rubisco binden met O2 • Zo wordt een C5-suiker, ribulose-5-fosfaat, verbrand tot CO2 zonder productie ATP/NADH: fotorespiratie • M.a.w., wordt de Calvincyclus tegengewerkt • PEP-ase: een strikt carboxylase • Bovendien spelen bij C4- planten donkerreacties zich af in de Kranzcellen, waar zeer hoge [CO2] en lage [O2] heersen 47
  • 51. Gevolgen van C3/C4 verschillen in metabolisme en fotorespiratie • C4 kent bij hoge lichtintensiteit sterke reductie fotorespiratie, welke dan te verwaarlozen is • Fotorespiratie bij C3-planten 1,5-3,5x bij hoge lichtintensiteit • C4-planten - die vaak dicht bij elkaar groeien - hebben net een ander metabolisme verworven om fotorespiratie tegen te gaan • Bij lage lichtintensiteit is de extra ATP-besteding belastend • Daarom hebben bv. maïsplantages trage jeugdgroei • Men gebruikte herbiciden (atrazine) om C3-concurrentie 48uit te schakelen
  • 52. Zonplanten (heliofyten) en schaduwplanten (sciofyten) • Wat hun ecologische verspreiding betreft, kan men planten indelen in zonplanten en schaduwplanten • Vooral de structuur van de bladeren is zeer verschillend • Ook minder Rubisco, wat een lagere calvincyclus en dus fotorespiratie inhoudt • Ze ontvangen immers minder fotonen • Voorbeeld schaduwplant: Kleine gele dovenetel (Lamium galeobdolon) 49
  • 53. Voorbeeld van een zonplant: Boshyacint (Hyacinthoides non-scripta) 50
  • 54. Verschillende bladstructuur • Zonnebladeren zijn dikker dan schaduwbladeren • In zonnebladeren is het palissadeparenchym beter ontwikkeld en hebben meer bladmoes in totaliteit • Huidmondjes in zonnebladeren zijn kleiner en in groter aantal aanwezig • Zon- en schaduwblad (resp. • Zonnebladeren hebben een dikkere waslaag (cuticula) a/b) van zandraket (Arabidopsis thaliana) 51
  • 55. Invloed op de wortelontwikkeling • Zonplanten die in schaduw groeien, hebben zwak ontwikkelde wortels • Ze vertonen een sterke groei, om zo boven andere onkruiden te komen en voldoende licht te vangen • Een zonplant zal naar deze schaduwmijdende strategie overstappen, als die omringd is door onkruid, door VR-reflectie • Wortels korten in, alle energie komt in het bovengrondse deel 52
  • 56. Wetenschappers bedriegen planten, door extra VR te weerkaatsen • Fytochroom zal zonplant stimuleren, als hij veel ver- rood ontvangt om meer energie in top als in wortel van de plant te investeren • Men kan dit gebruiken, door voor plant vruchten draagt, gekleurde plastiek te trekken • Hoe meer ver-rood gereflecteerd, hoe meer de zonplant bovengronds opbrengt 53
  • 57. Schaduwplanten tolereren de schaduw - Witte klaverzuring (Oxalis acetosella) • Zonneplanten, in de schaduw daarentegen worden door felle strekking en te zwakke wortels door schaduwplanten weggeconcurreerd • Schaduwplanten verdragen hogere intensiteiten van licht, maar om waterverlies tegen te gaan, stoppen ze fotosynthese en sluiten huidmondjes • Voordelen tolereren schaduw: tot in de herfst fotosynthese, mindere blootstelling 54
  • 58. Invloed van fotoperiode op bloei: Korte Dagplanten en Lange Dagplanten • Fotoperiode heeft vooral een invloed op reproductie bij planten: de bloei • LDP: die enkel bloeien na een aantal cycli dat de daglengte een minimum overschrijdt bv. spinazie, bieten,… • KDP: eerder lange- nachtplanten: de lengte van de ononderbroken nacht is van belang bv. hennep, hop, aardpeer,… • Dag-neutrale planten: de bloei wordt niet geïnduceerd door een fotoperiode 55
  • 59. LDP, KDP en DNP: voorbeelden • Humulus lupulus (Hop) • 1: mannelijke bloemen, 2: vrouwelijke bloemen • LDP: spinazie, bieten, iris, … • KDP: hennep, hop, aardpeer,… • Populaties van deze soorten kunnen nooit goed standhouden nabij lichtvervuilde plaatsen bv. grote autowegen • DNP: vele tropische planten • Herfstbloeiers zullen nooit in lente bloeien: de planten zijn ongevoelig aan fotoperiode als ze niet een zekere grootte hebben • Hierbij speelt ook het kiemingsmoment een rol 56
  • 60. Bloei-inductie door de fotoperiode: mechanisme • Fytochroom werkt als detector fotoperiode: bij zonsop- en ondergang is er meer VR, PFR›PR • Een KDP heeft een minimale donkerperiode of een lage PFR nodig • Een korte lichtflits in de nacht, zal bloei tegengaan • Een LDP zal niet bloeien als het minder dan een minimum aan dagperiode heeft of een PFR- tekort heeft • Een korte lichtflits in de nacht kan genoeg zijn om genoeg PFR aan te maken, dat de plant alsnog tot bloei overgaat 57
  • 61. Fotoperiode en de verspreiding van planten • Studies hebben aangetoond dat planten zich aan migraties over de breedtegraad kunnen aanpassen: • Zo ontstaan ‘ecotypen’ (nieuwe genetische variëteiten), aangepast aan nieuwe lengte der dagen • Ook in de tropen zijn er ecotypen van normaal LDP/KDP aangepast aan de lokale fotoperioden 58
  • 62. Fotopollutie • Trek- en broedgedrag vogels wijzigt, trekvogels botsen tegen verlichtte wolkenkrabbers aan • Dit fenomeen staat bekend als ‘Tower kill’ waarbij vogels aangetrokken worden tot de wolkenkrabbers en zo botsen met elkaar of met de toren • ‘Tower kill’ is een met de jaren groter wordend ecologisch probleem • Het magnetisch kompas van de vogels wordt afgebroken door (rood) licht 59
  • 63. Fotopollutie • Afstoten van gebieden bekend door licht bij bv. Myotis daubentoni, (Watervleermuis) • Fotosynthese, bestuiving en bloei worden ontregeld, met groei- en bloeiafwijkingen • Sommige insecten, waarvan motten als bekendste voorbeeld en Ephemeroptera (Eendagsvliegen) nachtbestuivers bij uitstek, zoeken de gloed van vijvers op worden aangetrokken tot om te paren, maar worden licht, met een verhoogde predatie als gevolg evengoed verschalkt door stadslicht • De populaties van snelvliegende vleermuizen Licht met vacuümcleanereffect worden bevoordeeld t.o.v. op populaties van Epheron deze van traagvliegende virgo, Michigan 60
  • 64. Fotopollutie • Juveniele zeeschildpadden (Cheloniidae) kunnen gedesoriënteerd geraken door artificieel licht en i.p.v. de weg naar zee te kiezen naar de lichtbakens toekruipen • Zaklampen van toeristen zijn niet altijd schildpadvriendelijk ontworpen • Ook kunnen de drachtige De laatste tocht van jonge vrouwtjes de weg naar de onechte karetschildpadjes, kust niet vinden Florida • Reële druk op populaties van de bedreigde onechte karetschildpad (Caretta caretta), Florida 61
  • 65. Fotopollutie en algenbloei • Zoöplankton bv. Daphnia sp. migreren ‘s nachts naar het wateroppervlak om zo predatie te mijden • 10-1 lux, een lichtsterkte lager dan deze van een halve maan, is genoeg om deze verticale reis af te stoppen • Met minder zoöplankton om te grazen aan het wateroppervlak, kunnen algen vrij spel krijgen • Algenafbraak en bacteriële activiteit leiden tot zuurstoftekorten, met sterfte van vis en invertebraten als gevolg • Algenbloei in Canada als gevolg van fotopollutie 62
  • 66. Azolla sp. als kleine biogas- of elektriciteitcentrales • N2 uit de lucht komt in onoplosbare vorm ter beschikking (symbiose met Anabaena azollae) • Door de onoplosbaarheid ervan, is de plant niet genoodzaakt het op te nemen, een nadelige kwaliteit van andere groenbemesters resulterend in dunwandige cellen, voor infectie Azolla filiculoides (Grote vatbaar kroosvaren), is een • De efficiëntie van CO2-opname inheemse soort van vlotvaren door Azolla heeft 50 miljoen Azolla sp. worden al eeuwen jaar geleden geleid tot het gebruikt als groenbemesters Azolla-event nl. het omkeren van rijstvelden in Azië van het broeikaseffect 63
  • 67. Azolla sp. als kleine biogas- of elektriciteitcentrales • De watervarentjes kunnen gebruikt worden als vee- en visvoeder, waarbij het de melkproductie significant doet stijgen • Onderzoek is vereist om het potentieel als voedsel voor mensen te gebruiken • De droge biomassa kan oplopen tot 165 ton/ha/jaar, In het Nordic Folkecenters en deze kan zo verder Bio dome gebruikt men omgezet worden in LPG of Azolla om afvalwater te elektriciteit, goedkoper dan zuiveren de huidige vormen van hernieuwbare energie 64
  • 68. Tot slot: koraalriffen en licht • De meeste rifbouwende koralen leven mutualistisch met fotosynthetiserende Zoöxanthellae in hun gastrodermis • Naast het opwarmen van het zeewater en de negatieve invloed op kalkaanmaak door verzuring van het zeewater door de verhoogde oplosbaarheid van CO2, lopen riffen en hun symbiotische algen gevaar door zeespiegelstijgingen 65
  • 69. Tot slot: koraalriffen en licht • Computermodellen tonen aan dat dat de Caraïbische riffen de zeespiegelstijgingen niet kunnen volgen • Het bleken van de riffen door het afsterven van de Zoöxanthellae is bovendien het hoogst als de afwijking van de normale zeetemperatuur het grootst is 66
  • 70. Insecten zien kleuren anders dan mens • Vlinders en kevers zien extra IR bovenop het normale spectrum • Vlinders hebben het breedste spectrum van alle dieren, ook UV • Bijen zien geen rood • Bijen zien het best blauwe kleuren en kunnen de reflectie en fluorescentie van UV waarnemen • Bloemen hebben vaak herkenningstekens die UV reflecteren of absorberen • De kleurenpatronen wijzen hen de weg naar nectar en pollen • Zilverschoon (Potentilla anserina) door mens en bij Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’ waargenomen 67
  • 71. Bloemenkleuren voor een bij • Rood niet gezien, komt zwart over • Bloemdelen (‘bull’s eye’) die UV absorberen, verdonkeren de reflectie • Het resultaat is dan in het spectrum geel-oranje-bruin • Delen van een bloem die UV reflecteren, worden door bij purper waargenomen bovenop de gerelecteerde kleur indien geen rood • Bv. UV+geel, kan als oranje-paars worden, zelfs als wit • UV+wit, wit of roze • Bull’s eye bloemen hebben voor bij zo een donker/licht contrastering • Vaak beperkt deel als een kleurmerk op elke lintbloem of kroonblad • Gewone engelwortel (Angelica sylvestris) door mens- en bijenogen Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’ 68
  • 72. Vergelijken van kleurenpatronen • Als bloem UV-reflecterende patronen mist, wordt ze niet door bijen bestoven • Bepaalde bloemdelen hebben sterke UV- kleurmerken voor de bij: • Meeldraden, stijlen en pollen • Sterke UV-reflectie en fluorescentie van nectarklieren • Onbevruchte stempel heeft een sterke UV-reflectie • Gewone engelwortel, met • UV-reflectie is voorbijgaand; UV-fluorescentie van na bestuiving vermindert nectarklieren ook algemene reflectie en verdonkert de bloem Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’ 69
  • 73. Nachtschone (Mirabilis jalapa) 1/ Bij zichtbaar licht 2/ Met reflectie en absorptie UV 3/4 Met fluorescentie UV Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’ 70
  • 74. Agressieve vormen van mimicry • De prooi wordt in een hinderlaag gelokt • Argiopa argentata gebruikt prominente patronen in het web zoals zigzags • Deze reflecteren UV-licht en bootsen zo nectarklieren van bloemen na • Spinnen veranderen elke dag van web, wat zou kunnen verklaren dat bijen patronen in het geheugen opslaan • USA en Argentinië Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’ 71
  • 75. Concurrentie voor licht • Doorheen bladerdek wordt veel licht geabsorbeerd • Hieronder enkel groei schaduwplanten mogelijk • Of planten die interspecifieke concurrentie mijden door: • Bladontwikkeling en bloei in vroege lente: Hyacinthoïdes non-scripta,… • Of laat in herfst: Colchicum autumnale (Herfsttijlloos) in grasland,… • Wintergroen: bv. Lamium • Knolsteenbreek (Saxifraga galeobdolon (Gele dovenetel), granulata) komt in vroege Vinca minor (Kleine lente tot groei en bloei op maagdenpalm),… weilanden en langs rivieren • Kiemplantenbank houdt in de herfst veel langer bladeren Dia’s van D8 ‘Biotische relaties’ 72 dan volwassen bomen
  • 76. Referenties • Dia 2: http://encyclozine.com/Science//Astronomy/Solar/Sun/ • Dia 3: http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterkringloop http://www.kingcounty.gov/environment/waterandland/shorelines/program- update/shoreline-ecology/light-energy.aspx • Dia 4: http://www.barentsportal.com/barentsportal09/index.php?option=com_content& view=article&id=194&Itemid=184&lang=en • Dia 5: http://www.thelivingocean.net/2012/10/australias-manta-rays-life-in- great.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Reuzenmanta http://www.mantatrust.org/about-mantas/feeding-frenzy/ http://marinebio.org/species.asp?id=49#.UNcCUKzPqSo http://en.wikipedia.org/wiki/Wrasse http://en.wikipedia.org/wiki/Remora • Dia 6: http://ksj.mit.edu/sites/default/files/images/tracker/2012/MantaRay- runoff-ecology.jpg http://e360.yale.edu/feature/the_vital_chain_connecting_the_ecosystems_of_lan d_and_sea/2529/ • Dia 7: http://atschool.eduweb.co.uk/jblincow/images/fulmar.jpg • Dia 8: http://en.wikipedia.org/wiki/Rainbow_Bee-eater http://www.birdsinbackyards.net/species/Merops-ornatus http://www.environment.gov.au/cgi- bin/sprat/public/publicspecies.pl?taxon_id=670 http://www.ozanimals.com/Bird/Rainbow-Bee-eater/Merops/ornatus.html • Dia 9: http://gsc.nrcan.gc.ca/beaufort/birds_e.php • Dia 10: http://my.ort.org.il/holon/birds/ad24.html • Dia 11: http://www.pbs.org/wnet/wideangle/shows/vietnam/map.html http://www.geolution.nl/science/vogelgriep-map.htm 76
  • 77. Referenties • Dia 12: http://www.wildlifetrusts.org/index.php?section=environment:species:mammal&i d=211 http://www.eigenkracht.nl/?nieuwsId=232 • Dia 13: http://www.borealforest.org/zoo/ermine.htm http://www.isu.edu/~rosewill/research.html • Dia 14: http://www.biw.kuleuven.be/DP/fysiologie/hfdst8pag19.htm http://www.ch.ic.ac.uk/local/projects/s_thipayang/intro.html http://www.colorado.edu/intphys/Class/IPHY3730/15photoperiodism.html • Dia 15: http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0079612308810084 • Dia 16: http://en.wikipedia.org/wiki/Melatonin http://en.wikipedia.org/wiki/Nitric_oxide http://calphotos.berkeley.edu/cgi/img_query?enlarge=0000+0000+0311+1287 • Dia 17: http://www.ens-lyon.fr/Bio- Geol/AGREG_SVT/Ressources/sujetDavid/Lum-ev3.htm • Dia 18: http://son.nasa.gov/tass/content/electrospectrum.htm http://www.ledgrowlight-hydro.com/ledlights-blog/tag/shopping/ http://ds9.ssl.berkeley.edu/LWS_gems/2/espec.htm • Dia 19: http://www.ledgrowlight-hydro.com/ledlights-blog/tag/shopping/ • Dia 20: http://www3.interscience.wiley.com:8100/legacy/college/strahler/0471669695/a nimations/ch02/animation1.htm • Dia 21: http://www.geo.umn.edu/courses/1006/Fall00_night/Atmosphere.html • Dia 22: http://www.fao.org/DOCREP/003/X6541E/X6541E03.htm • Dia 23: http://www.sos.bangor.ac.uk/~oss046/pictures/sunearthspectrum.gif • Dia 24: http://geography.uoregon.edu/envchange/clim_animations/ 77
  • 78. Referenties • Dia 25: http://physics.uoregon.edu/~jimbrau/astr121/Notes/Exam1rev.html http://www.pa.msu.edu/sciencet/ask_st/052296.html http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap- Gezondheid/article/detail/308721/2009/01/08/Insecten-hebben-liever-een- motorkap.dhtml • Dia 26: http://www.iac.ethz.ch/staff/maeder/pictures.php • Dia 27: http://eosweb.larc.nasa.gov/EDDOCS/whatis.html http://eosweb.larc.nasa.gov/EDDOCS/images/Erb/components2.gif • Dia 28: http://en.wikipedia.org/wiki/Albedo http://www.eoearth.org/article/Albedo:_Energy_Reflected_by_Earth?topic=54300 • Dia 29: http://www.phombo.com/wallpapers/webshots-wallpaper-feb- 2009/114394/full/ http://en.wikipedia.org/wiki/Albedo • Dia 30, 31: http://biology.clc.uc.edu/courses/bio303/factors&cycles.htm http://www.youtube.com/watch?v=-7ijI-g4jHg http://webbased- gedrag.webklik.nl/page/sociaal-gedrag#__frame__ • Dia 32: http://www.mamamoer.nl/bijenvereniging/blz/bijenenBijenteelt.html • Dia 33: http://mvh.sr.unh.edu/resources/photosynthesis.htm http://homepages.wmich.edu/~korista/web-images/clrphyl_absspec.gif • Dia 34, 35: http://www.steve.gb.com/images/science/far_red_shading.png • http://www.steve.gb.com/science/photomorphogenesis.html • Dia 36: http://www.kuleuven- kortrijk.be/facult/wet/biologie/pb/kulakbiocampus/images/buiten- kulak/lage_planten/Calluna%20vulgaris%20-%20struikhei/index.htm/ • Dia 37: http://tncweeds.ucdavis.edu/photosc-f.html 78
  • 79. Referenties • Dia 38: http://www.treeblog.co.uk/seecats.php?page=1&category=oak • Dia 39: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Fraxinus_excelsior_'Aurea_pendula'_JPG .jpg • Dia 40: http://www.forestry.gov.gy/photos.htm • Dia 41: http://www.cropsci.uiuc.edu/classes/cpsc112/Topicpages/photosyn.cfm • Dia 42: http://www.hear.org/starr/hiplants/images/thumbnails/html/saccharum_officina rum.htm • Dia 43: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni- hamburg.de/biologie/b_online/e24/24b.htm • Dia 44: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni- hamburg.de/biologie/b_online/e24/24b.htm • Dia 45: http://www.emc.maricopa.edu/faculty/farabee/BIOBK/C3leaf.gif • Dia 46: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni- hamburg.de/biologie/b_online/e24/24b.htm • Dia 47: http://dwb.unl.edu/Teacher/NSF/C11/C11Links/www.rrz.uni- hamburg.de/biologie/b_online/e24/24c.htm • Dia 48: http://web.vet.cornell.edu/CVM/HANDOUTS/plants/nitrates.html • Dia 49: http://home1.stofanet.dk/biobent/guidegb/sojylbgb.htm • Dia 50: http://www.hainaultforest.co.uk/6Maytime%20flowers.htm • Dia 51: http://www.shef.ac.uk/aps/mbiolsci/hungerford-dan/background.html • Dia 52: http://www.farmassist.com/prodrender/index2.asp?nav=resources&ProdId=874& sub=lumax_sound_ag_practices • Dia 53: http://www.florence.ars.usda.gov/kidsonly/middle/mulch4.html 79
  • 80. Referenties • Dia 54: http://www.waldhang.de/0104078.html • Dia 55: http://www.ens-lyon.fr/Bio- Geol/AGREG_SVT/Ressources/sujetDavid/Lum-ev3.htm • Dia 56: http://www.kuleuven- kortrijk.be/facult/wet/biologie/pb/kulakbiocampus/images/buiten-kulak/bomen- heesters/Humulus%20lupulus%20-%20hop/ • Dia 57, 58: http://hoopermuseum.earthsci.carleton.ca/vegetation/9a_photoperiodism.htm • Dia 59, 60: http://www.platformlichthinder.nl/ecologie.html http://mysite.science.uottawa.ca/gblouin/cours_seminaireEVS/presentations/M% 20Chen.pdf http://physics.fau.edu/observatory/lightpol-Insects.html • Dia 61: http://article.wn.com/view/2011/11/07/Sea_turtles_spotted_in_Fujairah/ http://en.wikipedia.org/wiki/Loggerhead_sea_turtle http://www.physics.fau.edu/observatory/Images/seaturtleswander_last.jpg • Dia 62: http://www.museevirtuel- virtualmuseum.ca/edu/ViewLoitDa.do?method=preview&lang=EN&id=19960 http://www.museevirtuel- virtualmuseum.ca/edu/ViewLoitDa.do;jsessionid=2183F426E40CC339CBA6970921 43A199?method=preview&lang=EN&id=19961 • Dia 63, 64: http://www.eai.in/club/users/joyishkumar/blogs/15821 http://bharatnamaskar.blogspot.be/2012/09/biogas-from-azolla-biomass- energy.html http://onestrawrob.com/?p=1868 http://www.geo.uu.nl/Research/Geochemistry/E_Speelman.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Azolla http://www.folkecenter.net/gb/news/fc/thisted_waste/ 80
  • 81. Referenties • Dia 65: http://serc.carleton.edu/images/eslabs/corals/polyp_with_zooxanthellae.jpg http://www.nwf.org/Wildlife/Threats-to-Wildlife/Global-Warming/Effects-on- Wildlife-and-Habitat/Coral-Reefs.aspx • Dia 66: http://sitemaker.umich.edu/gc2sec7labgroup3/climate_change • Dia 67: http://en.wikipedia.org/wiki/Pollination http://gears.tucson.ars.ag.gov/ic/vision/bee-vision.html • Dia 68, 69: http://www.naturfotograf.com/UV_flowers_list.html • Dia 70: http://www.naturfotograf.com/UV_flowers_list.html • Dia 71: http://en.wikipedia.org/wiki/Mimicry http://bugguide.net/node/view/240664/bgimage • Dia 72: http://www.ukwildflowers.com/Web_pages/saxifraga_granulata_meadow_saxifra ge.htm 81
  • 82. Literatuurlijst • Billen J. – 1994 Morfologie en Systematiek van de Invertebrata • Blamey M. & Grey-Wilson C. - 1989 De Geïllustreerde Flora Thieme – Baarn • Buchsbaum R. – 1962 De Ongewervelde Dieren Het Spectrum – Antwerpen • Fitter R. & Fitter A. – 1974 Tirions Nieuwe Bloemengids Elsevier – Amsterdam • Heimans E., Heinsius H.W., Thysse J.P. – 1947 Geïllustreerde Flora Van Nederland W. Versluys N.V. – Amsterdam - Antwerpen 82
  • 83. Literatuurlijst • Heywood V.H. – 1993 Flowering Plants Of The World Oxford University Press – New York • Hillenius D. - 1967 De Vreemde Eilandbewoner N.V. De Arbeidspers – Amsterdam • Keizer G.J. – 1997 Paddestoelen Encyclopedie Rebo Productions, Lisse • Kohlhaupt Paula – 1971 Wilde orchideeën W.J. Thieme & Cie - Zutphen Rebo Productions – Lisse • Perl P. – 1979 Varens De Lantaarn – Amsterdam 83
  • 84. Literatuurlijst • Peterson R., Mountfort G. & Hollom P.A.D. – 1983 Petersons Vogelgids Tirion, Elsevier - Amsterdam • Raven & Johnson – 1992 Biology Mosby-Yearbook – Missouri • Rozema J. & Verhoef H.A. – 1997 Leerboek Toegepaste Ecologie VU-Uitgeverij – Amsterdam • Van Assche J. – 1989 Inleiding Tot De Plantenecologie Katholieke Universiteit Leuven – Leuven • Van Veen M. & Zeegers Th. – 1988 Insecten Basis Boek Jeugdbondsuitgeverij – Utrecht 84
  • 85. Literatuurlijst • Weier T. Elliot, Stocking C.R., Barbour M.G. & Rost T.L. – 1982 Botany – An Introduction To Plant Botany John Wiley & Sons - California • Wilson E.O. – 1992 The Diversity Of Life Allen Lane The Penguin Press – Harmondsworth, Middlesex • Wynhoff I., Van Der Made J., Van Swaay C. – 1990 Dagvlinders Van De Benelux De Vlinderstichting - Utrecht 85