SlideShare a Scribd company logo
1 of 5
Download to read offline
De wereld van gisteren, vandaag
De geschiedenis herhaalt zich nooit. Of toch? Onze tijd vertoont akelig veel gelijkenissen met de vooravond van de Eerste
Wereldoorlog en het interbellum. Politiek en militair opbod, polarisering en populisme, onmacht van de rede en de
nuance. Moeten we bang zijn?
’Er kan je in het leven niets spookachtiger overkomen dan dat hetgeen je allang dood en begraven waande
plotseling in dezelfde gedaante weer op je afkomt’, schrijft Stefan Zweig op het einde van De wereld van
gisteren, het boek dat hij in volle Tweede Wereldoorlog, afgesneden van zijn vaderland, schreef over zijn leven
en zijn tijd. Hij zou zich samen met zijn echtgenote op 22 februari 1942 van het leven beroven in Brazilië.
Augustus 1939 was een uitzonderlijke mooie zomermaand. Juni 1914 ook, het jaar waarin Franz Kafka in zijn
dagboek schreef dat Duitsland Rusland de oorlog verklaard had ‘tijdens een zwempartijtje in de middag’.
Zweig beschrijft de wereld van zijn kindertijd en jeugd in Oostenrijk en Europa. Er heerste, toch in het Wenen
van die tijd, een optimistisch gevoel van voltooiing. Een beetje zoals direct na de val van de Muur, toen Francis
Fukuyama het over ‘het einde van de geschiedenis’ had. Na de napoleontische oorlogen leek de mensheid bij
zinnen gekomen. De Verlichting kwam eindelijk tot wasdom, wetenschap, onderwijs en cultuur voedden de
hoop op een triomf van de rede. Zweig heeft het over ‘de gouden eeuw van zekerheid’.
De finesse en de bloei van die tijd zijn al vaker beschreven. ‘Voor velen leek het alsof ze voor de poort van de
hemel stonden’, schrijft George Friedman in het pas verschenen boek Flashpoints. The Emerging Crisis in
Europe over de graad van ontwikkeling en beschaving aan de vooravond van 1914. ‘Had ik toen geleefd, ik had
wellicht hetzelfde gevoeld. Niemand verwachtte dat het de voorbode op de hel was. In de volgende 31 jaar
verscheurde Europa zichzelf.’
Avant-garde ofwel stormtroep
Wat viel er naderhand nog over te vertellen? Dat de zon scheen tot ze niet meer scheen. Dat er in de jaren die
volgden, 65 miljoen mannen zouden worden gemobiliseerd, van wie ruim de helft of het leven liet of voor het
leven verwond raakte. En dat het opnieuw gebeurde.
Natuurlijk hing er al langer dan die zomer van 1914 elektriciteit in de lucht. Grensconflicten smeulden, zich
nog vormende natiestaten mengden branie met koloniaal baltsgedrag, diplomatieke schermutselingen waren
legio en zelfs in culturele kringen heerste er, ondanks de finesse, een zeer broeierige hang naar iets gewelddadig
1
nieuws, iets onbestemd anders, vitaal en antiburgerlijk. Avant-garde en stormtroepen zijn niet voor niets
verwante, militaire woorden, zoals Modris Ekstein opmerkt in Lenteriten, zijn cultuur-historisch werk over de
prelude tot de Eerste Wereldoorlog.
Tot het allerlaatste moment hoopten en geloofden velen dat de rede en het humanisme de waanzin voor zouden
blijven. Zweig schrijft hoe hij, en velen met hem, in de jaren voor 1914 en zelfs 1939, toen ze dagelijks in de
buitenlandse kranten over de schermutselingen lazen, altijd wel dachten dat vorsten, politici en diplomaten te
elfder ure een uitweg zouden vinden. Zweig was in Engeland, al op de vlucht, toen Chamberlain ‘vrede’ ging
sluiten met Hitler. Ook hij geloofde een etmaal lang dat die demarche ‘de beslissende overwinning’ zou blijken
‘van de taaie wil om de vrede te redden’. Ook hij moest erkennen: we slaapwandelden.
Zweigs boek in Nederlandse vertaling kende sinds de publicatie in 1990 acht herdrukken. De negende
verscheen dit jaar in januari en werd gevolgd door herdrukken in maart en april. Het wordt herontdekt en
ontdekt door nieuwe lezers. Ze horen vandaag echo’s van het door Zweig opgeroepen tijdsgewricht met zijn in
een spiraal van conflicten verscheurd rakende Europa, zijn escalatie van door nationalisme en protectionisme
aangedreven botsingen, zijn oplaaien van overwonnen gewaande vormen van barbarij en integrisme.
een soort voorspel
Het zijn niet alleen doemdenkers of Savonarola’s die de parallellen zien. Denkend aan het boek
Slaapwandelaars, waarin Christopher Clark de politieke en diplomatieke ontstekingsmechanismen van de
Eerste Wereldoorlog blootlegt, vroeg historica Gita Deneckere zich in deze krant onlangs ook al af of we niet
opnieuw ‘in een soort voorspel’ zitten? ‘ Een kleine vonk kan genoeg zijn om de boel te laten ontploffen. Het
doet huiveren: het nationalisme, het religieus fundamentalisme, het wankelen van de supranationale instellingen
die werden opgericht om ons voor oorlog te behoeden.’
Dat de geschiedenis zich nooit herhaalt? Het wordt vooral beweerd door politici, partijen en hun intellectuele
medereizigers op sociale media die het vaakst geplaagd (nou ja) worden door de reductio ad Hitlerum. Zij - de
Trumps, de Wildersen, de Le Pens - blaffen het weg, leiden de aandacht af en zetten intussen verder koers op
een pad dat in essentie wel degelijk griezelige gelijkenissen vertoont met zwarte bladzijden in de geschiedenis:
een pad van verdeeldheid, uitsluiting, verdrukking.
Het is verstandig om je ogen open te houden voor de lessen van de geschiedenis en niet slaapwandelend in
nieuw onheil te stappen. Het is even verstandig om met historische vergelijkingen geen nachtmerries aan te
wakkeren. Dan voeg je ironisch genoeg iets toe aan wat ook een recurrent fenomeen is in zwarte tijden:
paniekzaaierij, angstinductie.
Dat is ook de mening van Christophe Busch, de directeur van Kazerne Dossin, die welhaast dagelijks de jaren-
30-vraag krijgt. ‘Ik hoed mij voor al te platte vergelijkingen. We maken er een reëel probleem vaak erger mee,
omdat het verder polariseert en stigmatiseert. De manier waarop in Turkije de rechtsstaat wordt uitgehold, is
zonder meer zorgelijk. Maar zeggen dat Erdogan een nieuwe Hitler is? Nee, dat doet de complexiteit onrecht
aan. Idem met de iets te makkelijke manier waarop we vanuit het Westen naar Rusland en Vladimir Poetin
kijken.’
’De wet van Godwin loert al snel om de hoek. U weet wel, de wet die zegt dat hoe langer een internetdiscussie
duurt, hoe groter de kans wordt dat de nazi-vergelijking opduikt. De situatie in de wereld is ernstig en de
parallellen met vroegere tijden zijn zorgwekkend, maar er zijn ook enorme verschillen.’
Yes, it can
Zijn we weer aan het slaapwandelen? Misschien wel, maar volgens Busch dan net omdat we te veel historische
vergelijkingen maken eerder dan te weinig. ‘Staan we op de rand van een derde wereldoorlog? Dergelijke
fixatie kan een “goede” lezing, laat staan een adequate aanpak, van erg hedendaagse uitdagingen en gevaren in
de weg staan.’
Lessen trekken uit de geschiedenis, het kan ook zonder hysterische vergelijkingen. In een artikel van 2014 in
The Atlantic, getiteld Yes, it can happen again, betoogt Roger Cohen hoe in de lente van dat jaar het
‘ondenkbare’, honderd jaar na de Grote Oorlog, toch gebeurde: ‘Op de Krim heeft voor het eerst sinds 1945 een
grootmacht met geweld een Europese grens verlegd.’ Twee jaar later woedt een aantal van de door Cohen
geduide brandhaarden verder en feller en kwam er een rist knipperlichten bij: onrust in Turkije, een
2
‘ondenkbaar’ gewaande presidentskandidaat in de VS, de grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede
Wereldoorlog, meer aanslagen, een Brexit.
Een van de kenmerken van de wereld in crisis vandaag is dat er, zoals in de Koude Oorlog, niet langer grote
machtsblokken zijn die elkaar in evenwicht houden. ‘Een multipolaire wereld in een tijd van transitie, wanneer
ressentiment over werkloosheid en ongelijkheid stijgt,’ schrijft Cohen, ‘is een gevaarlijke plaats’.
Als mechanismen van containment wegvallen, kunnen bevroren conflicten ongecontroleerd ontdooien. Een
veelvoud aan machtspolen leidt tot veel mogelijke, vaak tegenstrijdige allianties en een grotere kans op
kettingreacties als er een ‘lokaal’ conflict uitbreekt zoals tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië in 1914. Na het
schot dat op 28 juni Franz Ferdinand en zijn vrouw velde in Sarajevo, klitten aparte, noodlottige beslissingen in
achtereenvolgens Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Rusland en Groot-Brittannië samen tot een keten.
Ook vandaag lopen van vele brandhaarden roodgloeiende draden over de hele wereld. Turkije pokert en flirt
strategisch met en tussen Navo, EU en Rusland en er is het kluwen van agenda’s (Rusland, Amerika, Turkije)
in Syrië en de wijdere regio. Extreem precair wordt het als vroegere buffers, zoals supranationale instellingen
(Navo, EU, VN), tandeloos blijken, of als bewezen wordt dat ultimatums en ‘ red lines’, zoals Obama in Syrië,
zonder gevolg blijven. Dat verleidt geopolitieke pokeraars om hun ‘geluk’ verder te testen.
Dans der struisvogels
Je komt in een klimaat terecht waarin extremen razendsnel ontbranden en compromismakers en nuancezoekers
worden weggedrukt. Politieke krachten van het centrum, links of rechts, worden door het populistische gebeuk
op hun flanken weggezet als ‘zwak’ en ‘zwalpend’. Stalin-biograaf Stephen Kotkin beschrijft in detail hoe bij
de opmars van de bolsjevisten ‘redelijke’ socialisten een voor een voor de bijl gingen. In 1933 rolde een te lang
door redelijke mensen als gek weggezette Hitler als een pletwals naar de (al)macht, naarmate hij met almaar
meer succes Weimar kon doen rijmen op zwak en verrot.
In Europa vandaag neemt op diverse plekken jaar na jaar de druk toe op zeg maar ‘het moedige midden’, op een
andere schaal dan wel, en vooralsnog zonder bloed (hoewel, er was Jo Cox). Waar sociaaldemocraten,
christendemocraten en liberalen rede en nuance betrachten in debatten over economie of migratie en diversiteit,
slagen populistische stormrammen er almaar vaker in om dat te framen als politiek zonder visie of project. Of
als de dans der struisvogels. Als het maar vaak genoeg gezegd wordt, ook door de eigen nerveus naar peilingen
starende achterban, gaan ze het ook zelf geloven, dat ze struisvogels zijn.
’Het midden wordt plat geknepen’, zegt professor internationale politiek Jonathan Holslag. ‘Er is onzekerheid
als gevolg van een economische en een identitaire crisis. Het is ongepast om daar de neus voor op te halen.
Maar wat je ook altijd ziet terugkeren in de geschiedenis, is dat het voor centrumpartijen moeilijker wordt om
met een hoopvol, realistisch discours op te boksen tegen een populisme dat de uitdagingen altijd buiten de
maatschappij zelf situeert. Het is niet gij, het is de ander, een ander, iets anders.’
Volgens Holslag staan we wel degelijk voor een lakmoesproef van het liberale vooruitgangsoptimisme van de
vorige eeuw. ‘De parallellen zijn fenomenaal’, zegt hij. ‘Er is de volatiliteit van machtsbalansen die tot veel
onzekerheid en spanning leidt. Zoals in de 19de eeuw krijg je een afname van het soortelijke gewicht van
economische groei. De tweede industriële revolutie bereikte toen een piek, tegelijk kwam de tewerkstelling
onder druk, waardoor landen zich nationalistischer en protectionistischer opstelden. En ten derde is er de steeds
grotere ontkoppeling tussen materiële welvaart en het aanvoelen van de mensen. In het Westen is het
welvaartspeil nog altijd erg hoog. Toch zijn mensen rusteloos en verveeld, ze hebben het gevoel dat ze minder
kansen hebben om zich te uiten, om deel uit te maken van een geheel. Dat laatste blijkt in alle onderzoeken naar
hoe het gesteld is met een samenleving een determinant voor ongeluk. Het deed zich in Duitsland ook voor
vanaf 1870.’
Holslag ontwaart ook parallellen in de collectieve psyche toen en nu. ‘Het bewustzijn van trends in de richting
van een catastrofe is vrij wijdverbreid net zoals het onbestemde gevoel van urgentie om er íéts aan te doen.’
Maar dan speelt de inertie op, het slaapwandelen. ‘Eind 19de, begin 20ste eeuw zie je hoe een deel van de
gegoede burgerij zich enerzijds gezapig opstelt en anderzijds ernaar snakt om intenser te leven. Mensen
engageren zich vaker in polariserende discussies. Ze willen bloed zien, het conflict opzoeken. Je ziet ook
vandaag bij een gegoede laag weinig bereidheid om het gedrag aan te passen, zodat de samenleving minder
kwetsbaar wordt voor economische rampspoed of populistische trends.’
3
Strompelend verder
’Mensen hebben altijd de neiging om de relatieve chaos van voorbije periodes te onderschatten en die van
vandaag te overschatten’, waarschuwt politicoloog en Europakenner Hendrik Vos. Wie 1945 van Ian Buruma
of 1946. The making of the modern world van Victor Sebestyen leest, moet Vos gelijk geven. De wereld van de
Koude Oorlog was geen veilige plek, de ‘stabiliteit’ van de Tito’s, Hoesseins, Kadhafi’s of Assads nooit een
zegen.
’Sinds 1945 zijn er heel wat stabiele, lineaire evoluties die maken dat mensen vandaag, zeker in het Westen
maar ook elders in de wereld, veel te verliezen hebben’, zegt Vos. ‘De wapens vandaag zijn zoveel
vernietigender dan vroeger. Het is misschien naïef, maar ik geloof en hoop dat zo’n besef beleidsmakers toch
tot minder onbezonnen gedrag zal nopen. Er waren nooit zo weinig oorlogen, er is minder honger, minder
kindersterfte, het alfabetisme was nooit zo hoog. Dat maakt het moeilijk om een grote groep mensen te
overtuigen om te gaan vechten voor iets. Ook in de moslimwereld. De aanslagen zijn het werk van een
minderheid die niets te verliezen heeft of geschift is.’
Zoals Christophe Busch meent Vos dat te weinig oog voor fundamentele verschillen met eerdere epoques een
heldere kijk op het heden in de weg zit. Of waarom een Brexit, om op zijn terrein te blijven, niet per se de
implosie van de Europese Unie inluidt. En de voorbije halve eeuw van stabiliteit en vrede niet noodzakelijk
‘een interludium’ zal blijken, zoals de hoger genoemde Friedman betoogt.
Vos: ‘Onvergelijkbaar anders is de interdependentie vandaag, het besef dat we uitdagingen niet meer alleen
kunnen aanpakken. Zelfs in het onwaarschijnlijke scenario van een door de Brexit of andere fout lopende
referenda in elkaar stuikend Europa zal er vrij snel iets nieuws ontstaan dat erg goed zal lijken op de huidige
EU.’
Is 2016 het zwartste jaar voor de democratie sinds 1933, zoals David Van Reybrouck deze zomer hier zei? ‘Dat
de democratie zoals we die decennialang gekend hebben, sputtert, is zeker’, zegt Vos. ‘We kiezen onze politici,
maar ons systeem wordt net zo goed beïnvloed door beslissingen van grote bedrijven of door Duitse of Griekse
politici voor wie we niet kunnen kiezen. We moeten naar iets nieuws. Het hoeft ons niet onder te dompelen in
doemdenken, het zijn uitdagingen die ons dwingen tot creativiteit.’
Is daar tijd voor? Europa zal zijn politieke energie moeten steken in de implementatie van een Brexit en het
beheren van mogelijk nog volgende scheuren en schokken. Intussen draait het vliegwiel van anti-Europees
sentiment en identitair denken verder, van Hongarije en Polen tot Nederland en Frankrijk.
’Zorgelijk,’ zegt Vos, ‘maar zelfs een Viktor Orban kan zich niet onttrekken aan samenwerking. Hij sprak
stoere taal, zou de doodstraf weer invoeren en de binnengrenzen sluiten, maar dat heeft hij naderhand allemaal
ingeslikt. Hij weet wat samenwerking in Europa hem heeft opgeleverd: een spectaculaire groei van de
Hongaarse economie. Gevaarlijker wordt het als een Marine Le Pen of een Geert Wilders alleen
beleidsverantwoordelijkheid zouden krijgen. Maar zelfs dan geloof ik dat dit geen pad naar de ondergang hoeft
te zijn. Strompelend, dat is het ritme waarmee we in Europa nog wel even zullen voortdoen.’
Peren voor Poetin
Het is de grootste blinde vlek bij elke historische vergelijking: de wereld van gisteren is nooit die van vandaag.
Om te illustreren hoe groot die waterscheiding wel is, haalt Christophe Busch er de Franse filosoof Gilles
Deleuze bij. Tegenover de metafoor van de boom met zijn verticale wortels stelt hij die van het rizoom met zijn
horizontaal door alles heen lopende wortels.
’Zo verschillend is ook het wereldsysteem van de jaren 30 en dat van vandaag’, zegt Busch. ‘Toen had je een
logica van natiestaten, vonken ontstonden door druk op de soevereiniteit. Vandaag leven we in een
geglobaliseerd en gemediatiseerd geheel. In de jaren 30 ging het in Duitsland over de economie van Duitsland
alleen. Als een land vandaag iets onderneemt, heeft dat een impact op de globale markteconomie. Je merkt het
tot in de details, zoals in de reactie op de crisis in Oekraïne: “Oei, we kunnen geen peren meer naar Rusland
sturen”.’
Boom of rizoom? Busch hanteert het beeld ook om te onderstrepen hoe onvergelijkbaar de types van geweld
van toen en nu zijn. ‘De Holocaust is het product van natiestaatgeweld. Het gros van geweld en oorlogen was
tot voor enkele decennia van dat type. Dat is verschoven naar asymmetrische geweldfenomenen, zoals
4
guerrillabewegingen en terrorisme. Het bestond ook al in de jaren 70 en 80, maar het speelt sinds de jaren 90
alleen maar handiger in op de mogelijkheden van de nieuwe tools, internet voorop. Het maakt dat iets wat in
Afghanistan ontstaat vele jaren later tot een ravage in New York kan leiden.’
Maakt dat het heden niet net nog potentieel explosiever, het gevaar meer ongrijpbaar, ongelukken
onafwendbaar? In 1945 kon op z’n minst nog een alliantie gevormd worden om een zichtbare, centrale vijand te
verslaan. Voor Busch een reden te meer om niet in de lichtbak van het verleden te zitten staren. ‘Met de
oorlogsvoering van gisteren kom je er niet. Zoek naar de wortel in de diepte, probeer hem te lokaliseren, je zult
íéts vinden, maar tekortschieten in het beteugelen van het grotere gevaar. Terreurorganisaties zijn juist
succesvol in de mate dat ze een beetje centrale sturing combineren - en ze kunnen niet zonder, zoals blijkt uit
die oproep aan jihadi’s om filmpjes te posten voor ze een aanslag plegen - met het ondergrondse, horizontale
netwerken. Wij hebben het idee dat als je Al-Qaeda of IS centraal kunt wegnemen, het probleem opgelost is.
Maar je raakt er niet mee tot aan de tentakels van vluchtig, spontaan, minder georganiseerd geweld. Een
netwerk bestrijd je met een ander netwerk.’
En daar mangelt het volgens Busch vandaag het meest aan in hogere politieke regionen: netwerkdenken. ‘Je
merkt het ook aan de krampachtige manier waarop we de vinger trachten te leggen op jihadisme. We zoeken
volgens een erg lineair, hiërarchisch en gecentraliseerd referentiekader naar oorzaak en gevolg in religie of
armoede. Zolang we een logica van de vorige eeuw hanteren, zal de analyse en dus de aanpak ontoereikend
blijven. Dan blijf je ook vastzitten in de polarisering zoals je het nu dag na dag meemaakt met de boerkini en
het gesteggel over “onze waarden”.’
Slechte raadgever
Met vijanden zonder gezicht of coördinaten lijkt een veilige wereld misschien zelfs nog wel verder weg dan in
de jaren 30. Maar het is daarom niet hopeloos. Alleen zullen daarvoor kennis van het verleden en inzicht in het
heden noodzakelijk zijn, en historische staar onwenselijk.
En met noties als pessimisme en optimisme komen we misschien ook niet ver. Optimisme is goed, maar in
barre tijden kan het net zo’n slechte raadgever zijn als angst. ‘Optimisme,’ schreef Roger Cohen in het hoger
geciteerde artikel in The Atlantic, ‘leidt tot roekeloze voorspellingen over het einde van de geschiedenis in een
globale consensus en het bannen van oorlog. Zulke rooskleurige visies begeleidden het einde van de Koude
Oorlog. Ze floreerden ook een eeuw geleden, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.’
Misschien moeten we daarom wat Cohen ‘goed gefundeerd pessimisme’ noemt niet al te licht wegwuiven.
Vredesverdragen of supranationale instellingen zoals de VN, de Navo of de EU zijn niet zelden op
‘pessimisme’ gestoeld. Ze werden niet zozeer uit liefde of een geloof in de goedheid van de mens geboren,
maar uit pragmatisme en de nood tot containment.
Misschien loont het om, als we van een volgende afgrond willen wegblijven, én bang én optimistisch te zijn?
Filip Rogiers in: De Standaard/dS Weekblad, 3 september 2016
5

More Related Content

Similar to De wereld-van-gisteren-vandaag

Lezers van Stavast 13 maart 2014
Lezers van Stavast 13 maart 2014Lezers van Stavast 13 maart 2014
Lezers van Stavast 13 maart 2014Hans van Duijnhoven
 
Inleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo Martens
Inleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo MartensInleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo Martens
Inleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo MartensPersoonlijke studie teksten
 
Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT (2014)
Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT  (2014)Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT  (2014)
Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT (2014)dhr. Gwen Vergouwen
 
Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...
Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...
Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...Mattias De Vuyst
 
De Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingen
De Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingenDe Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingen
De Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingenPersoonlijke studie teksten
 
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoordenArafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoordenThierry Debels
 
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoordenArafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoordenThierry Debels
 
3 gs memo h2 tweede wereldoorlog
3 gs memo h2 tweede wereldoorlog3 gs memo h2 tweede wereldoorlog
3 gs memo h2 tweede wereldoorlogRemyBalistreri
 
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)Persoonlijke studie teksten
 
Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme
Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme
Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme Persoonlijke studie teksten
 
3 gs gwp h4 koude oorlog
3 gs gwp h4 koude oorlog3 gs gwp h4 koude oorlog
3 gs gwp h4 koude oorlogRemyBalistreri
 
Sonderweg en Historikerstreit
Sonderweg en HistorikerstreitSonderweg en Historikerstreit
Sonderweg en HistorikerstreitJos Meuwissen
 
Abraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een Zigeunerlied
Abraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een ZigeunerliedAbraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een Zigeunerlied
Abraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een ZigeunerliedConsultancy Social Inclusion
 
Een permanente beta status - Oefenen in een andere tijd
Een permanente beta status - Oefenen in een andere tijdEen permanente beta status - Oefenen in een andere tijd
Een permanente beta status - Oefenen in een andere tijdHans van Duijnhoven
 
Hc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuur
Hc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuurHc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuur
Hc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuurAdri Martens
 
Zomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski PublishersZomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski PublishersXanne Liebregts
 

Similar to De wereld-van-gisteren-vandaag (20)

Lezers van Stavast 13 maart 2014
Lezers van Stavast 13 maart 2014Lezers van Stavast 13 maart 2014
Lezers van Stavast 13 maart 2014
 
Inleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo Martens
Inleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo MartensInleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo Martens
Inleiding - "Een andere kijk op Stalin", Ludo Martens
 
Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT (2014)
Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT  (2014)Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT  (2014)
Ontstaan Koude Oorlog: perspectief op LT en MT (2014)
 
Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...
Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...
Een prognose en kritische reflectie over de toekomst van burgerschap aan de h...
 
Losurdo over stalin
Losurdo over stalinLosurdo over stalin
Losurdo over stalin
 
De Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingen
De Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingenDe Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingen
De Oktoberrevolutie. Verwachtingen en verwezenlijkingen
 
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoordenArafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
 
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoordenArafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
Arafat gaf opdracht om Belgische diplomaat te vermoorden
 
3 gs memo h2 tweede wereldoorlog
3 gs memo h2 tweede wereldoorlog3 gs memo h2 tweede wereldoorlog
3 gs memo h2 tweede wereldoorlog
 
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
Stalin, de grootste militaire strateeg van Wereldoorlog II (en alle tijden)
 
Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme
Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme
Omtrent enkele aspecten van de strijd tegen het revisionisme
 
3 gs gwp h4 koude oorlog
3 gs gwp h4 koude oorlog3 gs gwp h4 koude oorlog
3 gs gwp h4 koude oorlog
 
Karl marx
Karl marxKarl marx
Karl marx
 
Sonderweg en Historikerstreit
Sonderweg en HistorikerstreitSonderweg en Historikerstreit
Sonderweg en Historikerstreit
 
Abraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een Zigeunerlied
Abraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een ZigeunerliedAbraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een Zigeunerlied
Abraham Kuyper's 'Om de Oude Wereldzee': Speurtocht naar een Zigeunerlied
 
1914-1918: De Groote Klassenoorlog
1914-1918: De Groote Klassenoorlog1914-1918: De Groote Klassenoorlog
1914-1918: De Groote Klassenoorlog
 
Een permanente beta status - Oefenen in een andere tijd
Een permanente beta status - Oefenen in een andere tijdEen permanente beta status - Oefenen in een andere tijd
Een permanente beta status - Oefenen in een andere tijd
 
Oorlog en terrorisme in het Midden Oosten
Oorlog en terrorisme in het Midden OostenOorlog en terrorisme in het Midden Oosten
Oorlog en terrorisme in het Midden Oosten
 
Hc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuur
Hc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuurHc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuur
Hc 12 - a presentatie verzet tegen dictatuur
 
Zomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski PublishersZomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
Zomeraanbieding 2014 Lebowski Publishers
 

De wereld-van-gisteren-vandaag

  • 1. De wereld van gisteren, vandaag De geschiedenis herhaalt zich nooit. Of toch? Onze tijd vertoont akelig veel gelijkenissen met de vooravond van de Eerste Wereldoorlog en het interbellum. Politiek en militair opbod, polarisering en populisme, onmacht van de rede en de nuance. Moeten we bang zijn? ’Er kan je in het leven niets spookachtiger overkomen dan dat hetgeen je allang dood en begraven waande plotseling in dezelfde gedaante weer op je afkomt’, schrijft Stefan Zweig op het einde van De wereld van gisteren, het boek dat hij in volle Tweede Wereldoorlog, afgesneden van zijn vaderland, schreef over zijn leven en zijn tijd. Hij zou zich samen met zijn echtgenote op 22 februari 1942 van het leven beroven in Brazilië. Augustus 1939 was een uitzonderlijke mooie zomermaand. Juni 1914 ook, het jaar waarin Franz Kafka in zijn dagboek schreef dat Duitsland Rusland de oorlog verklaard had ‘tijdens een zwempartijtje in de middag’. Zweig beschrijft de wereld van zijn kindertijd en jeugd in Oostenrijk en Europa. Er heerste, toch in het Wenen van die tijd, een optimistisch gevoel van voltooiing. Een beetje zoals direct na de val van de Muur, toen Francis Fukuyama het over ‘het einde van de geschiedenis’ had. Na de napoleontische oorlogen leek de mensheid bij zinnen gekomen. De Verlichting kwam eindelijk tot wasdom, wetenschap, onderwijs en cultuur voedden de hoop op een triomf van de rede. Zweig heeft het over ‘de gouden eeuw van zekerheid’. De finesse en de bloei van die tijd zijn al vaker beschreven. ‘Voor velen leek het alsof ze voor de poort van de hemel stonden’, schrijft George Friedman in het pas verschenen boek Flashpoints. The Emerging Crisis in Europe over de graad van ontwikkeling en beschaving aan de vooravond van 1914. ‘Had ik toen geleefd, ik had wellicht hetzelfde gevoeld. Niemand verwachtte dat het de voorbode op de hel was. In de volgende 31 jaar verscheurde Europa zichzelf.’ Avant-garde ofwel stormtroep Wat viel er naderhand nog over te vertellen? Dat de zon scheen tot ze niet meer scheen. Dat er in de jaren die volgden, 65 miljoen mannen zouden worden gemobiliseerd, van wie ruim de helft of het leven liet of voor het leven verwond raakte. En dat het opnieuw gebeurde. Natuurlijk hing er al langer dan die zomer van 1914 elektriciteit in de lucht. Grensconflicten smeulden, zich nog vormende natiestaten mengden branie met koloniaal baltsgedrag, diplomatieke schermutselingen waren legio en zelfs in culturele kringen heerste er, ondanks de finesse, een zeer broeierige hang naar iets gewelddadig 1
  • 2. nieuws, iets onbestemd anders, vitaal en antiburgerlijk. Avant-garde en stormtroepen zijn niet voor niets verwante, militaire woorden, zoals Modris Ekstein opmerkt in Lenteriten, zijn cultuur-historisch werk over de prelude tot de Eerste Wereldoorlog. Tot het allerlaatste moment hoopten en geloofden velen dat de rede en het humanisme de waanzin voor zouden blijven. Zweig schrijft hoe hij, en velen met hem, in de jaren voor 1914 en zelfs 1939, toen ze dagelijks in de buitenlandse kranten over de schermutselingen lazen, altijd wel dachten dat vorsten, politici en diplomaten te elfder ure een uitweg zouden vinden. Zweig was in Engeland, al op de vlucht, toen Chamberlain ‘vrede’ ging sluiten met Hitler. Ook hij geloofde een etmaal lang dat die demarche ‘de beslissende overwinning’ zou blijken ‘van de taaie wil om de vrede te redden’. Ook hij moest erkennen: we slaapwandelden. Zweigs boek in Nederlandse vertaling kende sinds de publicatie in 1990 acht herdrukken. De negende verscheen dit jaar in januari en werd gevolgd door herdrukken in maart en april. Het wordt herontdekt en ontdekt door nieuwe lezers. Ze horen vandaag echo’s van het door Zweig opgeroepen tijdsgewricht met zijn in een spiraal van conflicten verscheurd rakende Europa, zijn escalatie van door nationalisme en protectionisme aangedreven botsingen, zijn oplaaien van overwonnen gewaande vormen van barbarij en integrisme. een soort voorspel Het zijn niet alleen doemdenkers of Savonarola’s die de parallellen zien. Denkend aan het boek Slaapwandelaars, waarin Christopher Clark de politieke en diplomatieke ontstekingsmechanismen van de Eerste Wereldoorlog blootlegt, vroeg historica Gita Deneckere zich in deze krant onlangs ook al af of we niet opnieuw ‘in een soort voorspel’ zitten? ‘ Een kleine vonk kan genoeg zijn om de boel te laten ontploffen. Het doet huiveren: het nationalisme, het religieus fundamentalisme, het wankelen van de supranationale instellingen die werden opgericht om ons voor oorlog te behoeden.’ Dat de geschiedenis zich nooit herhaalt? Het wordt vooral beweerd door politici, partijen en hun intellectuele medereizigers op sociale media die het vaakst geplaagd (nou ja) worden door de reductio ad Hitlerum. Zij - de Trumps, de Wildersen, de Le Pens - blaffen het weg, leiden de aandacht af en zetten intussen verder koers op een pad dat in essentie wel degelijk griezelige gelijkenissen vertoont met zwarte bladzijden in de geschiedenis: een pad van verdeeldheid, uitsluiting, verdrukking. Het is verstandig om je ogen open te houden voor de lessen van de geschiedenis en niet slaapwandelend in nieuw onheil te stappen. Het is even verstandig om met historische vergelijkingen geen nachtmerries aan te wakkeren. Dan voeg je ironisch genoeg iets toe aan wat ook een recurrent fenomeen is in zwarte tijden: paniekzaaierij, angstinductie. Dat is ook de mening van Christophe Busch, de directeur van Kazerne Dossin, die welhaast dagelijks de jaren- 30-vraag krijgt. ‘Ik hoed mij voor al te platte vergelijkingen. We maken er een reëel probleem vaak erger mee, omdat het verder polariseert en stigmatiseert. De manier waarop in Turkije de rechtsstaat wordt uitgehold, is zonder meer zorgelijk. Maar zeggen dat Erdogan een nieuwe Hitler is? Nee, dat doet de complexiteit onrecht aan. Idem met de iets te makkelijke manier waarop we vanuit het Westen naar Rusland en Vladimir Poetin kijken.’ ’De wet van Godwin loert al snel om de hoek. U weet wel, de wet die zegt dat hoe langer een internetdiscussie duurt, hoe groter de kans wordt dat de nazi-vergelijking opduikt. De situatie in de wereld is ernstig en de parallellen met vroegere tijden zijn zorgwekkend, maar er zijn ook enorme verschillen.’ Yes, it can Zijn we weer aan het slaapwandelen? Misschien wel, maar volgens Busch dan net omdat we te veel historische vergelijkingen maken eerder dan te weinig. ‘Staan we op de rand van een derde wereldoorlog? Dergelijke fixatie kan een “goede” lezing, laat staan een adequate aanpak, van erg hedendaagse uitdagingen en gevaren in de weg staan.’ Lessen trekken uit de geschiedenis, het kan ook zonder hysterische vergelijkingen. In een artikel van 2014 in The Atlantic, getiteld Yes, it can happen again, betoogt Roger Cohen hoe in de lente van dat jaar het ‘ondenkbare’, honderd jaar na de Grote Oorlog, toch gebeurde: ‘Op de Krim heeft voor het eerst sinds 1945 een grootmacht met geweld een Europese grens verlegd.’ Twee jaar later woedt een aantal van de door Cohen geduide brandhaarden verder en feller en kwam er een rist knipperlichten bij: onrust in Turkije, een 2
  • 3. ‘ondenkbaar’ gewaande presidentskandidaat in de VS, de grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog, meer aanslagen, een Brexit. Een van de kenmerken van de wereld in crisis vandaag is dat er, zoals in de Koude Oorlog, niet langer grote machtsblokken zijn die elkaar in evenwicht houden. ‘Een multipolaire wereld in een tijd van transitie, wanneer ressentiment over werkloosheid en ongelijkheid stijgt,’ schrijft Cohen, ‘is een gevaarlijke plaats’. Als mechanismen van containment wegvallen, kunnen bevroren conflicten ongecontroleerd ontdooien. Een veelvoud aan machtspolen leidt tot veel mogelijke, vaak tegenstrijdige allianties en een grotere kans op kettingreacties als er een ‘lokaal’ conflict uitbreekt zoals tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië in 1914. Na het schot dat op 28 juni Franz Ferdinand en zijn vrouw velde in Sarajevo, klitten aparte, noodlottige beslissingen in achtereenvolgens Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Rusland en Groot-Brittannië samen tot een keten. Ook vandaag lopen van vele brandhaarden roodgloeiende draden over de hele wereld. Turkije pokert en flirt strategisch met en tussen Navo, EU en Rusland en er is het kluwen van agenda’s (Rusland, Amerika, Turkije) in Syrië en de wijdere regio. Extreem precair wordt het als vroegere buffers, zoals supranationale instellingen (Navo, EU, VN), tandeloos blijken, of als bewezen wordt dat ultimatums en ‘ red lines’, zoals Obama in Syrië, zonder gevolg blijven. Dat verleidt geopolitieke pokeraars om hun ‘geluk’ verder te testen. Dans der struisvogels Je komt in een klimaat terecht waarin extremen razendsnel ontbranden en compromismakers en nuancezoekers worden weggedrukt. Politieke krachten van het centrum, links of rechts, worden door het populistische gebeuk op hun flanken weggezet als ‘zwak’ en ‘zwalpend’. Stalin-biograaf Stephen Kotkin beschrijft in detail hoe bij de opmars van de bolsjevisten ‘redelijke’ socialisten een voor een voor de bijl gingen. In 1933 rolde een te lang door redelijke mensen als gek weggezette Hitler als een pletwals naar de (al)macht, naarmate hij met almaar meer succes Weimar kon doen rijmen op zwak en verrot. In Europa vandaag neemt op diverse plekken jaar na jaar de druk toe op zeg maar ‘het moedige midden’, op een andere schaal dan wel, en vooralsnog zonder bloed (hoewel, er was Jo Cox). Waar sociaaldemocraten, christendemocraten en liberalen rede en nuance betrachten in debatten over economie of migratie en diversiteit, slagen populistische stormrammen er almaar vaker in om dat te framen als politiek zonder visie of project. Of als de dans der struisvogels. Als het maar vaak genoeg gezegd wordt, ook door de eigen nerveus naar peilingen starende achterban, gaan ze het ook zelf geloven, dat ze struisvogels zijn. ’Het midden wordt plat geknepen’, zegt professor internationale politiek Jonathan Holslag. ‘Er is onzekerheid als gevolg van een economische en een identitaire crisis. Het is ongepast om daar de neus voor op te halen. Maar wat je ook altijd ziet terugkeren in de geschiedenis, is dat het voor centrumpartijen moeilijker wordt om met een hoopvol, realistisch discours op te boksen tegen een populisme dat de uitdagingen altijd buiten de maatschappij zelf situeert. Het is niet gij, het is de ander, een ander, iets anders.’ Volgens Holslag staan we wel degelijk voor een lakmoesproef van het liberale vooruitgangsoptimisme van de vorige eeuw. ‘De parallellen zijn fenomenaal’, zegt hij. ‘Er is de volatiliteit van machtsbalansen die tot veel onzekerheid en spanning leidt. Zoals in de 19de eeuw krijg je een afname van het soortelijke gewicht van economische groei. De tweede industriële revolutie bereikte toen een piek, tegelijk kwam de tewerkstelling onder druk, waardoor landen zich nationalistischer en protectionistischer opstelden. En ten derde is er de steeds grotere ontkoppeling tussen materiële welvaart en het aanvoelen van de mensen. In het Westen is het welvaartspeil nog altijd erg hoog. Toch zijn mensen rusteloos en verveeld, ze hebben het gevoel dat ze minder kansen hebben om zich te uiten, om deel uit te maken van een geheel. Dat laatste blijkt in alle onderzoeken naar hoe het gesteld is met een samenleving een determinant voor ongeluk. Het deed zich in Duitsland ook voor vanaf 1870.’ Holslag ontwaart ook parallellen in de collectieve psyche toen en nu. ‘Het bewustzijn van trends in de richting van een catastrofe is vrij wijdverbreid net zoals het onbestemde gevoel van urgentie om er íéts aan te doen.’ Maar dan speelt de inertie op, het slaapwandelen. ‘Eind 19de, begin 20ste eeuw zie je hoe een deel van de gegoede burgerij zich enerzijds gezapig opstelt en anderzijds ernaar snakt om intenser te leven. Mensen engageren zich vaker in polariserende discussies. Ze willen bloed zien, het conflict opzoeken. Je ziet ook vandaag bij een gegoede laag weinig bereidheid om het gedrag aan te passen, zodat de samenleving minder kwetsbaar wordt voor economische rampspoed of populistische trends.’ 3
  • 4. Strompelend verder ’Mensen hebben altijd de neiging om de relatieve chaos van voorbije periodes te onderschatten en die van vandaag te overschatten’, waarschuwt politicoloog en Europakenner Hendrik Vos. Wie 1945 van Ian Buruma of 1946. The making of the modern world van Victor Sebestyen leest, moet Vos gelijk geven. De wereld van de Koude Oorlog was geen veilige plek, de ‘stabiliteit’ van de Tito’s, Hoesseins, Kadhafi’s of Assads nooit een zegen. ’Sinds 1945 zijn er heel wat stabiele, lineaire evoluties die maken dat mensen vandaag, zeker in het Westen maar ook elders in de wereld, veel te verliezen hebben’, zegt Vos. ‘De wapens vandaag zijn zoveel vernietigender dan vroeger. Het is misschien naïef, maar ik geloof en hoop dat zo’n besef beleidsmakers toch tot minder onbezonnen gedrag zal nopen. Er waren nooit zo weinig oorlogen, er is minder honger, minder kindersterfte, het alfabetisme was nooit zo hoog. Dat maakt het moeilijk om een grote groep mensen te overtuigen om te gaan vechten voor iets. Ook in de moslimwereld. De aanslagen zijn het werk van een minderheid die niets te verliezen heeft of geschift is.’ Zoals Christophe Busch meent Vos dat te weinig oog voor fundamentele verschillen met eerdere epoques een heldere kijk op het heden in de weg zit. Of waarom een Brexit, om op zijn terrein te blijven, niet per se de implosie van de Europese Unie inluidt. En de voorbije halve eeuw van stabiliteit en vrede niet noodzakelijk ‘een interludium’ zal blijken, zoals de hoger genoemde Friedman betoogt. Vos: ‘Onvergelijkbaar anders is de interdependentie vandaag, het besef dat we uitdagingen niet meer alleen kunnen aanpakken. Zelfs in het onwaarschijnlijke scenario van een door de Brexit of andere fout lopende referenda in elkaar stuikend Europa zal er vrij snel iets nieuws ontstaan dat erg goed zal lijken op de huidige EU.’ Is 2016 het zwartste jaar voor de democratie sinds 1933, zoals David Van Reybrouck deze zomer hier zei? ‘Dat de democratie zoals we die decennialang gekend hebben, sputtert, is zeker’, zegt Vos. ‘We kiezen onze politici, maar ons systeem wordt net zo goed beïnvloed door beslissingen van grote bedrijven of door Duitse of Griekse politici voor wie we niet kunnen kiezen. We moeten naar iets nieuws. Het hoeft ons niet onder te dompelen in doemdenken, het zijn uitdagingen die ons dwingen tot creativiteit.’ Is daar tijd voor? Europa zal zijn politieke energie moeten steken in de implementatie van een Brexit en het beheren van mogelijk nog volgende scheuren en schokken. Intussen draait het vliegwiel van anti-Europees sentiment en identitair denken verder, van Hongarije en Polen tot Nederland en Frankrijk. ’Zorgelijk,’ zegt Vos, ‘maar zelfs een Viktor Orban kan zich niet onttrekken aan samenwerking. Hij sprak stoere taal, zou de doodstraf weer invoeren en de binnengrenzen sluiten, maar dat heeft hij naderhand allemaal ingeslikt. Hij weet wat samenwerking in Europa hem heeft opgeleverd: een spectaculaire groei van de Hongaarse economie. Gevaarlijker wordt het als een Marine Le Pen of een Geert Wilders alleen beleidsverantwoordelijkheid zouden krijgen. Maar zelfs dan geloof ik dat dit geen pad naar de ondergang hoeft te zijn. Strompelend, dat is het ritme waarmee we in Europa nog wel even zullen voortdoen.’ Peren voor Poetin Het is de grootste blinde vlek bij elke historische vergelijking: de wereld van gisteren is nooit die van vandaag. Om te illustreren hoe groot die waterscheiding wel is, haalt Christophe Busch er de Franse filosoof Gilles Deleuze bij. Tegenover de metafoor van de boom met zijn verticale wortels stelt hij die van het rizoom met zijn horizontaal door alles heen lopende wortels. ’Zo verschillend is ook het wereldsysteem van de jaren 30 en dat van vandaag’, zegt Busch. ‘Toen had je een logica van natiestaten, vonken ontstonden door druk op de soevereiniteit. Vandaag leven we in een geglobaliseerd en gemediatiseerd geheel. In de jaren 30 ging het in Duitsland over de economie van Duitsland alleen. Als een land vandaag iets onderneemt, heeft dat een impact op de globale markteconomie. Je merkt het tot in de details, zoals in de reactie op de crisis in Oekraïne: “Oei, we kunnen geen peren meer naar Rusland sturen”.’ Boom of rizoom? Busch hanteert het beeld ook om te onderstrepen hoe onvergelijkbaar de types van geweld van toen en nu zijn. ‘De Holocaust is het product van natiestaatgeweld. Het gros van geweld en oorlogen was tot voor enkele decennia van dat type. Dat is verschoven naar asymmetrische geweldfenomenen, zoals 4
  • 5. guerrillabewegingen en terrorisme. Het bestond ook al in de jaren 70 en 80, maar het speelt sinds de jaren 90 alleen maar handiger in op de mogelijkheden van de nieuwe tools, internet voorop. Het maakt dat iets wat in Afghanistan ontstaat vele jaren later tot een ravage in New York kan leiden.’ Maakt dat het heden niet net nog potentieel explosiever, het gevaar meer ongrijpbaar, ongelukken onafwendbaar? In 1945 kon op z’n minst nog een alliantie gevormd worden om een zichtbare, centrale vijand te verslaan. Voor Busch een reden te meer om niet in de lichtbak van het verleden te zitten staren. ‘Met de oorlogsvoering van gisteren kom je er niet. Zoek naar de wortel in de diepte, probeer hem te lokaliseren, je zult íéts vinden, maar tekortschieten in het beteugelen van het grotere gevaar. Terreurorganisaties zijn juist succesvol in de mate dat ze een beetje centrale sturing combineren - en ze kunnen niet zonder, zoals blijkt uit die oproep aan jihadi’s om filmpjes te posten voor ze een aanslag plegen - met het ondergrondse, horizontale netwerken. Wij hebben het idee dat als je Al-Qaeda of IS centraal kunt wegnemen, het probleem opgelost is. Maar je raakt er niet mee tot aan de tentakels van vluchtig, spontaan, minder georganiseerd geweld. Een netwerk bestrijd je met een ander netwerk.’ En daar mangelt het volgens Busch vandaag het meest aan in hogere politieke regionen: netwerkdenken. ‘Je merkt het ook aan de krampachtige manier waarop we de vinger trachten te leggen op jihadisme. We zoeken volgens een erg lineair, hiërarchisch en gecentraliseerd referentiekader naar oorzaak en gevolg in religie of armoede. Zolang we een logica van de vorige eeuw hanteren, zal de analyse en dus de aanpak ontoereikend blijven. Dan blijf je ook vastzitten in de polarisering zoals je het nu dag na dag meemaakt met de boerkini en het gesteggel over “onze waarden”.’ Slechte raadgever Met vijanden zonder gezicht of coördinaten lijkt een veilige wereld misschien zelfs nog wel verder weg dan in de jaren 30. Maar het is daarom niet hopeloos. Alleen zullen daarvoor kennis van het verleden en inzicht in het heden noodzakelijk zijn, en historische staar onwenselijk. En met noties als pessimisme en optimisme komen we misschien ook niet ver. Optimisme is goed, maar in barre tijden kan het net zo’n slechte raadgever zijn als angst. ‘Optimisme,’ schreef Roger Cohen in het hoger geciteerde artikel in The Atlantic, ‘leidt tot roekeloze voorspellingen over het einde van de geschiedenis in een globale consensus en het bannen van oorlog. Zulke rooskleurige visies begeleidden het einde van de Koude Oorlog. Ze floreerden ook een eeuw geleden, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.’ Misschien moeten we daarom wat Cohen ‘goed gefundeerd pessimisme’ noemt niet al te licht wegwuiven. Vredesverdragen of supranationale instellingen zoals de VN, de Navo of de EU zijn niet zelden op ‘pessimisme’ gestoeld. Ze werden niet zozeer uit liefde of een geloof in de goedheid van de mens geboren, maar uit pragmatisme en de nood tot containment. Misschien loont het om, als we van een volgende afgrond willen wegblijven, én bang én optimistisch te zijn? Filip Rogiers in: De Standaard/dS Weekblad, 3 september 2016 5