In de herfst van 1985 culmineert het geweld van de bende van Nijvel. Op 27 september 1985 vallen in Delhaize Eigenbrakel 3 doden. Diezelfde dag vallen in Delhaize Overijse liefst 5 doden, waaronder bankier Léon Finné. Die vrijdag is er ministerraad onder leiding van premier Martens. Aangezien de raad ’s morgens doorgaat, wordt er niets gemeld over de aanslagen. Een week later is er een nieuwe raad. Je zou op zijn minst verwachten dat de bloedige aanslagen van de vorige week besproken worden. Dat is niet het geval. Er is geen enkele melding van het onderwerp. Er wordt bijvoorbeeld wel gesproken over noodhulp aan Mexico. Op 9 november 1985 is er een nieuwe aanslag, deze keer op Delhaize Aalst. Er vallen 8 doden. We zitten op dat ogenblik in de overgang tussen de regeringen Martens V en VI. De eerste raad is er pas op donderdag 28 november 1985. Opnieuw is er geen enkele melding van de bende van Nijvel. Ook in de raden nadien wordt er met geen woord gerept over de terreur. Pas op 13 december vinden we de eerste verwijzing naar de aanslagen bij een tussenkomst van Jean Gol. Het mag op zijn minst merkwaardig genoemd worden dat een dossier – dat de Belgische bevolking jaren in zijn greep hield – nauwelijks aandacht waard was op de ministerraad