De valse romantiek van cocreatie - Het openbaar Ministerie en de burger
De Ambtelijke contacthypothese
1. De Ambtelijke contacthypothese
De ambtelijke contacthypothese.
Is er een effect op de stemintentie
van de Amsterdamse burger waar
te nemen wanneer deze recent
gebruik heeft gemaakt van de
dienstverlening van de gemeente
Amsterdam? Kortom, bestaat er
een samenhang tussen het contact
tussen burger en gemeente-
ambtenaar en de intentie van de
burger om te gaan stemmen. Deze
vraag staat centraal in dit
onderzoek. Tevens is er in dit
onderzoek onderzocht of socio-
economische klasse, opleiding
en politieke interesse, welke
volgens de literatuur de intentie
om te stemmen beïnvloeden, dit
ook doen binnen de context van de
gemeente Amsterdam. Tot slot, is
er onderzocht of dezelfde
samenhang bestaat bij het contact
tussen een politicus en de burger.
Wat betekenen de uitkomsten van
dit onderzoek voor de
samenwerking tussen politici en
gemeente-ambtenaren? Welke
kansen liggen er wanneer beide
partijen de handen ineen slaan?
Een kort advies hieromtrent vormt
het besluit van dit onderzoek.
THE DAILY NEWS
2. Aanleiding
18 maart 2014
Toeschouwersdemocratie (Beus, 2009), dramademocratie
(Elchardus, 2002); De-institutionalisering van de samenleving
(Pollack, 1996; Schnabel, 1999)
Hoe meer burgers naar de stembus te krijgen?
Contact met campagne-medewerkers (Matsusaka & Palda,1992)
Contact met politieke elite (Cox en Munger (1989)
Prestaties van de overheid beïnvloeden politiek vertrouwen
(Bouckaert &VanWalle (2003)
Is er een effect op de stemintentie van de Amsterdamse burger
waar te nemen wanneer deze recent gebruik heeft gemaakt van de
dienstverlening van de gemeente Amsterdam?
3. Dataset en methoden
Amsterdamse Burgermonitor 2013, O+S gemeente Amsterdam.
2767 respondenten binnen Amsterdam, waarvan 1468 gebruik
maakte van de dienstverlening van de gemeente.
Bekeken of de associatie tussen de variabelen statistisch significant is
middels c2 . Sterkte van het verband berekent met behulp van
Cramér'sV.Waarbij 0 = geen samenhang 1 = perfecte samenhang.
4. Bestaande theorieën bevestigd.
H1: De stemintentie van burgers binnen een hogere socio-
economische klasse ligt hoger dan die van burgers binnen een
lagere socio-economische klasse (sociologische benadering)
H2: De stemintentie van burgers met een hoger
opleidingsniveau ligt hoger dan die van burgers met een lager
opleidingsniveau. (Psychologische benadering)
H3: De stemintentie van burgers met een grote mate van
politieke interesse ligt hoger dan die van burgers die minder
geïnteresseerd zijn in de politiek. (Economische benadering)
Stemintentie stijgt indien de burger in contact is geweest met
politieke elite (Cox en Munger, 1989).
8. Conclusies
Benadrukt nogmaals het belang van een goede dienstverlening
Face-to-face contact ≠ hogere stemintentie.
Significante verbanden aangetoond, beperkte sterkte
samenhang tussen variabelen.
Stemintentie verhogen door inzichten uit deze studie te
combineneren met resultaten van Cox en Munger (1989) en
Matsusaka en Palda (1999)