This study (in Dutch) shows the current (2016) state of the urban courtyards in a specific area (Bellamy neighborhood) of Amsterdam, the Netherlands. One of the observations is that these urban courtyards have become 25% extra 'stoned' (build, paved, etc.) in only ten years time, from 37% stoned (2005) unto 56% stoned (2015). At the same time, watermanagement problems are getting bigger and bigger in urban city-centers, especially drainage is overflowing when it rains. It is not imaginary that these urban courtyards will further be 'stoned' up until 75% if no action is taken. The report concludes wit a set of 50 possibilities ('50 shades of green') to re-green these urban inner courtyards and calls for action of the urban policy makers (Amsterdam City Board).
De slotpresentatie plaats van Joost de Wit (Stedenbouw) met als onderwerp “De Spiegelnisse”. Een korte samenvatting over zijn afstudeerproject.
Rotterdam is in de afgelopen decennia dichtgeslibd. Infrastructuur is een grote barriere, die die buurten van elkaar scheidt en de aansluiting van woonwijken op stadsparken frustreert.
Met name langs de Noordrand van de Ruit (de A13 en de A20) is dit een groot probleem. Tot 2020 is de overheid van plan om in de regio Rotterdam voor 7,2 miljard euro te investeren in nieuwe infrastructuur.
Spiegelnisse is een pleidooi om deze investeringen op een zodanige manier in te zetten, dat bestaande verkeersproblemen langs de A20 en de A13 worden opgelost en de stad een grote infrastructurele barriere kwijtraakt. Daardoor ontstaan een aantal grote kansen. Woongebieden worden met elkaar verbonden en de bereikbaarheid van groengebieden verbeterd.
Grootste kans die ontstaat, is het creeren van een grote groene long: het Rottemerenpark, een mooie groene plek waar je, als je in de stad woont, in enkele minuten kan zijn en lekker doorheen kan struinen. Spiegelnisse is een ruimtelijke strategie waarin wordt geschetst met welke ingrepen deze kwaliteit kan worden gerealiseerd.
Student Joost de Wit
Commissie Margit Schuster, RAvB (voorzitter)
Martin Biewenga, West 8 (mentor)
John Westrik, TU Delft (extern criticus)
Eric-Jan Pleijster, LOLA Landscape Architecture (extern criticus)
Notitie groene binnenterreinen oud west 2017-2027 rst v38 -realaudience
De centrale vraag van deze notitie is: ”hoe kan de groene kwaliteit van de binnenterreinen in Oud-West worden verbeterd?”
Hiervoor schetst de notitie meer dan 50 oplossingen, onderverdeeld in juridische, financiële en communicatieve instrumenten (Hfd 6). Als deze toegepast worden
dan geeft dat een kwalitatieve impuls voor de groene kwaliteit van de binnenterreinen. En dat levert weer veel voordelen op (Hfd. 5) die aansluiten bij het lokale beleid van West (Hfd. 3) en bij het stedelijke beleid (Hfd. 2). Hoofdstuk 1 beschrijft
de binnenterreinen in Oud-West en geeft een doorkijkje naar het bestemmingsplan 2017.
This study (in Dutch) shows the current (2016) state of the urban courtyards in a specific area (Bellamy neighborhood) of Amsterdam, the Netherlands. One of the observations is that these urban courtyards have become 25% extra 'stoned' (build, paved, etc.) in only ten years time, from 37% stoned (2005) unto 56% stoned (2015). At the same time, watermanagement problems are getting bigger and bigger in urban city-centers, especially drainage is overflowing when it rains. It is not imaginary that these urban courtyards will further be 'stoned' up until 75% if no action is taken. The report concludes wit a set of 50 possibilities ('50 shades of green') to re-green these urban inner courtyards and calls for action of the urban policy makers (Amsterdam City Board).
De slotpresentatie plaats van Joost de Wit (Stedenbouw) met als onderwerp “De Spiegelnisse”. Een korte samenvatting over zijn afstudeerproject.
Rotterdam is in de afgelopen decennia dichtgeslibd. Infrastructuur is een grote barriere, die die buurten van elkaar scheidt en de aansluiting van woonwijken op stadsparken frustreert.
Met name langs de Noordrand van de Ruit (de A13 en de A20) is dit een groot probleem. Tot 2020 is de overheid van plan om in de regio Rotterdam voor 7,2 miljard euro te investeren in nieuwe infrastructuur.
Spiegelnisse is een pleidooi om deze investeringen op een zodanige manier in te zetten, dat bestaande verkeersproblemen langs de A20 en de A13 worden opgelost en de stad een grote infrastructurele barriere kwijtraakt. Daardoor ontstaan een aantal grote kansen. Woongebieden worden met elkaar verbonden en de bereikbaarheid van groengebieden verbeterd.
Grootste kans die ontstaat, is het creeren van een grote groene long: het Rottemerenpark, een mooie groene plek waar je, als je in de stad woont, in enkele minuten kan zijn en lekker doorheen kan struinen. Spiegelnisse is een ruimtelijke strategie waarin wordt geschetst met welke ingrepen deze kwaliteit kan worden gerealiseerd.
Student Joost de Wit
Commissie Margit Schuster, RAvB (voorzitter)
Martin Biewenga, West 8 (mentor)
John Westrik, TU Delft (extern criticus)
Eric-Jan Pleijster, LOLA Landscape Architecture (extern criticus)
Notitie groene binnenterreinen oud west 2017-2027 rst v38 -realaudience
De centrale vraag van deze notitie is: ”hoe kan de groene kwaliteit van de binnenterreinen in Oud-West worden verbeterd?”
Hiervoor schetst de notitie meer dan 50 oplossingen, onderverdeeld in juridische, financiële en communicatieve instrumenten (Hfd 6). Als deze toegepast worden
dan geeft dat een kwalitatieve impuls voor de groene kwaliteit van de binnenterreinen. En dat levert weer veel voordelen op (Hfd. 5) die aansluiten bij het lokale beleid van West (Hfd. 3) en bij het stedelijke beleid (Hfd. 2). Hoofdstuk 1 beschrijft
de binnenterreinen in Oud-West en geeft een doorkijkje naar het bestemmingsplan 2017.
Startnotitie Team Singelpark Stadslab LeidenJeroen Maters
Het Singelpark in Leiden op de 6 kilometer lange vestingwallen om de binnenstad moet het langste mooiste en spannendste stadspark van Nederland worden. Het projectteam Singelpark van Stadslab Leiden adviseert in deze notitie hoe deze ambitie gerealiseerd kan worden.
Vakblad Groen over Brainport regio Eindhoven - High Tech in het Groen.Geert Elemans
Het nieuwe themanummer van het vakblad Groen staat volledig in het teken van de Brainport regio Eindhoven. In deze regio wordt groen ingezet voor het behouden en versterken van onze Europese economische toppositie.
Natuurlijk biedt groen een mooie leefomgeving en draagt het daardoor bij aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. De waarde van groen vertaalt zich ook op andere terreinen, bijvoorbeeld gezondheid. Eindhoven experimenteert volop met het inzichtelijk maken van de maatschappelijke baten van groen.
Tijdens de activiteit 20 jaar Project XX op 11 juni 2019 waren er ook vier circulaire pitches. Hier de pitch Circulair koken van Els Leclercq en Mo Smit van TU Delft Bouwkunde.
Het concept van de circulaire economie biedt kansen voor een integrale aanpak om tot een duurzame samenleving te komen. Technologische oplossingen zijn veelal voorhanden, maar hoe kunnen deze losse ingrediënten leiden tot leefbare wijken?
Tijdens deze pitch circulair koken willen we samen ontdekken hoe circulaire oplossingen meerwaarde kunnen bieden voor de leefbaarheid van een wijk. Hierbij kijken we naar verschillende stedelijke stromen, mogelijke organisatiestructuren en de mogelijke kansen die stedelijke data hierin bieden.
programma 11 juni > https://booosting.nl/event/show/id/315
Uit inventarisaties blijkt dat de binnenterreinen in Oud-West jarenlang dichtgeslibd zijn met honderden meestal illegale bouwwerken. Oud-West telt ca. 135 binnenterreinen
waarvan er in 2001 nog maar 14 van goede kwaliteit waren. De gemeente wilde de groene kwaliteit van de binnenterreinen behouden en verbeteren, maar de binnentuinen in de Bellamybuurt zijn inmiddels 57% versteend (2016). Als er niet snel wordt ingegrepen is een scenario denkbaar dat de binnenterreinen in 2025 tot wel 75% dichtgeslibd zijn (zie hfd 1).
Hiervoor schetst de notitie meer dan 50 oplossingen, onderverdeeld in juridische, financiële en communicatieve instrumenten (zie hfd. 7). Als deze toegepast worden dan
geeft dat een kwalitatieve impuls voor de groene kwaliteit van de binnenterreinen. En dat levert weer veel waarde op (hfd 6) die aansluit bij het lokale beleid (hfd 4) en bij het Amsterdamse beleid (hfd 3). Hoofdstuk 1 beschrijft de binnenterreinen en de ( juridische ) context in Oud-West, met verwijzingen naar het bestemmingsplan.
Deze notitie kan als visie dienen bij het opstellen beleidsregels of als ‘onderlegger’ bij de uitvoering van beleid. Het richt zich op beleidsmakers, betrokken bewoners en bedrijven
Als betrokken organisatie verbinden wij ons aan duurzaamheid. Zelf schoner werken is een begin. Maar het echte verschil maken we door bewustwording en de inspiratie om vernieuwende oplossingen te bedenken. Hetzij gevraagd door onze opdrachtgevers. Hetzij ongevraagd, door onze eigen ambitie, visionaire concepten en innovaties.
Singelpark Leiden: aanbevelingen voor de volgende fasesJeroen Maters
Het Singelpark is goed onderweg om het langste, mooiste en spannendste stadspark van Nederland te worden. Team Singelpark van Stadlab Leiden, dat samen met de gemeente en diverse partners in de stad in de periode 2009 - 2012 de basis voor het plan legden, zien met trots hoe een groot deel van het park in 2020 is opgeleverd en hoe populair het in korte tijd is geworden. Het team komt met vijftig aanbevelingen - van quick wins tot grotere ingrepen - om de komende jaren tot het park te komen zoals zij dat bij de oprichting beoogde.
Startnotitie Team Singelpark Stadslab LeidenJeroen Maters
Het Singelpark in Leiden op de 6 kilometer lange vestingwallen om de binnenstad moet het langste mooiste en spannendste stadspark van Nederland worden. Het projectteam Singelpark van Stadslab Leiden adviseert in deze notitie hoe deze ambitie gerealiseerd kan worden.
Vakblad Groen over Brainport regio Eindhoven - High Tech in het Groen.Geert Elemans
Het nieuwe themanummer van het vakblad Groen staat volledig in het teken van de Brainport regio Eindhoven. In deze regio wordt groen ingezet voor het behouden en versterken van onze Europese economische toppositie.
Natuurlijk biedt groen een mooie leefomgeving en draagt het daardoor bij aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. De waarde van groen vertaalt zich ook op andere terreinen, bijvoorbeeld gezondheid. Eindhoven experimenteert volop met het inzichtelijk maken van de maatschappelijke baten van groen.
Tijdens de activiteit 20 jaar Project XX op 11 juni 2019 waren er ook vier circulaire pitches. Hier de pitch Circulair koken van Els Leclercq en Mo Smit van TU Delft Bouwkunde.
Het concept van de circulaire economie biedt kansen voor een integrale aanpak om tot een duurzame samenleving te komen. Technologische oplossingen zijn veelal voorhanden, maar hoe kunnen deze losse ingrediënten leiden tot leefbare wijken?
Tijdens deze pitch circulair koken willen we samen ontdekken hoe circulaire oplossingen meerwaarde kunnen bieden voor de leefbaarheid van een wijk. Hierbij kijken we naar verschillende stedelijke stromen, mogelijke organisatiestructuren en de mogelijke kansen die stedelijke data hierin bieden.
programma 11 juni > https://booosting.nl/event/show/id/315
Uit inventarisaties blijkt dat de binnenterreinen in Oud-West jarenlang dichtgeslibd zijn met honderden meestal illegale bouwwerken. Oud-West telt ca. 135 binnenterreinen
waarvan er in 2001 nog maar 14 van goede kwaliteit waren. De gemeente wilde de groene kwaliteit van de binnenterreinen behouden en verbeteren, maar de binnentuinen in de Bellamybuurt zijn inmiddels 57% versteend (2016). Als er niet snel wordt ingegrepen is een scenario denkbaar dat de binnenterreinen in 2025 tot wel 75% dichtgeslibd zijn (zie hfd 1).
Hiervoor schetst de notitie meer dan 50 oplossingen, onderverdeeld in juridische, financiële en communicatieve instrumenten (zie hfd. 7). Als deze toegepast worden dan
geeft dat een kwalitatieve impuls voor de groene kwaliteit van de binnenterreinen. En dat levert weer veel waarde op (hfd 6) die aansluit bij het lokale beleid (hfd 4) en bij het Amsterdamse beleid (hfd 3). Hoofdstuk 1 beschrijft de binnenterreinen en de ( juridische ) context in Oud-West, met verwijzingen naar het bestemmingsplan.
Deze notitie kan als visie dienen bij het opstellen beleidsregels of als ‘onderlegger’ bij de uitvoering van beleid. Het richt zich op beleidsmakers, betrokken bewoners en bedrijven
Als betrokken organisatie verbinden wij ons aan duurzaamheid. Zelf schoner werken is een begin. Maar het echte verschil maken we door bewustwording en de inspiratie om vernieuwende oplossingen te bedenken. Hetzij gevraagd door onze opdrachtgevers. Hetzij ongevraagd, door onze eigen ambitie, visionaire concepten en innovaties.
Singelpark Leiden: aanbevelingen voor de volgende fasesJeroen Maters
Het Singelpark is goed onderweg om het langste, mooiste en spannendste stadspark van Nederland te worden. Team Singelpark van Stadlab Leiden, dat samen met de gemeente en diverse partners in de stad in de periode 2009 - 2012 de basis voor het plan legden, zien met trots hoe een groot deel van het park in 2020 is opgeleverd en hoe populair het in korte tijd is geworden. Het team komt met vijftig aanbevelingen - van quick wins tot grotere ingrepen - om de komende jaren tot het park te komen zoals zij dat bij de oprichting beoogde.
3. ALTERRA, RESEARCH INSTITUUT VOOR DE GROENE RUIMTE
IN OPDRACHT VAN DE
DIENST RUIMTELIJKE ORDENING, AMSTERDAM
Veroniek Bezemer en Remco Daalder
GROEN
THE URBAN POWER
4.
5. 3 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
Amsterdam staat de komende jaren voor de opgave om duizenden nieuwe woningen te bouwen.
Dat gebeurt op nieuwe locaties (bijvoorbeeld IJburg, Zeeburgereiland) en als stedelijke vernieuwing
binnen bestaand stedelijk gebied: in de Westelijke Tuinsteden, in Noord en in Amsterdam Zuidoost.
Vrijwel altijd moet daarbij in hoge dichtheden worden gebouwd met als gevolg dat er voor plantsoentjes,
binnentuinen en speelweiden op het maaiveld minder ruimte is.
Dat betekent niet dat het groen uit de stad verdwijnt. Ook bij hoge bouwdichtheden is veel mogelijk
met groen en water. Voorwaarde is dan wel dat vanaf het begin bebouwing, groen en water gezamenlijk
worden ontworpen en een eenheid vormen. In het buitenland zien we daar veel voorbeelden van.
In Amsterdam nog te weinig.
In dit boekje staan voorbeelden van vernieuwend omgaan met groen in de stad. Het is het resultaat
van een ontwerpatelier met architecten en stedenbouwers en van eerder spitwerk van ALTERRA.
Het is bedoeld om te inspireren en om discussie op te roepen.
Bij de hoge kwaliteit van woon- en werkomgeving die Amsterdam voor ogen staat hoort hoogstedelijk
groen dat als instrument wordt ingezet om de stad nog mooier te maken. Groen als Urban Power.
De wethouder Milieu en Openbare Ruimte
D R S . S A S K I A B R U I N E S
INLEIDING
7. Buiten de stad dient groen doelen als biodiversiteit
en duurzaamheid. Binnen de stad dient groen in de
eerste plaats de mens.
Daarbij is groen belangrijk voor de klimaatbeheersing
in de stad, voor stofopvang, geluiddemping en
waterhuishouding. Daarnaast speelt groen voor de
mens een rol bij gezondheid en recreatie en voor
de uitstraling van een stad. Groen in de buurt doet
huizenprijzen stijgen en is voor veel bedrijven een
vestigingsvoorwaarde. En uiteraard is groen in de
woonomgeving ook gewoon mooi en zal groen het
straatbeeld verlevendigen.
Groen en water kunnen zo gebruikt worden als
architectonisch gereedschap, als instrument om
een bijdrage te leveren aan de allure en leefbaar-
heid van een stad.
5 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
GROEN IN DE STAD = ARCHITECTUUR
9. In een verdichtende stad als Amsterdam moet de
aanwezige ruimte optimaal worden benut. Ook voor
het groen. En daarbij is veel meer mogelijk dan de
bekende straatboom, de grasperkjes en het wijk-
parkje. Groen op daken en gevels laat zien dat dit op
originele wijze kan en lang niet altijd extra ruimte
op het maaiveld hoeft te kosten. Maar dit soort
voorbeelden zien we in Amsterdam nog te weinig.
We staan voor de uitdaging om groen en water op
nieuwe manieren te gebruiken in architectuur en
stedenbouw, met als doel om nieuwe stedenbouw-
kundige verrassingen te creëren en een optimale
leefomgeving voor de mens te scheppen door
intensiveren van het grondgebruik. Dit boekje wil
daarvoor een inspiratiebron zijn.
7 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
ZOEKEN NAAR NIEUWE MOGELIJKHEDEN
11. Het beheer is ondergebracht bij de Vereniging van
Eigenaren. Deze woonwijk is dertig jaar oud en is
geslaagd omdat het groen meteen meegenomen is
in het ontwerp. Dat scheelt ook in de kosten. Als je
een gevel wilt laten begroeien kan je hem net zo
goed in kaal beton uitvoeren, dat is later toch niet
meer zichtbaar.
In de architectuur en stedenbouw draait het
ontwerpen om mooi, functioneel en vernieuwend.
Daarbij ontwikkelt het vakgebied zich naar steeds
grotere hoogten. Bij stedelijk groen is van een
dergelijke groei nog geen sprake. De meeste steden
zijn wat betreft het groen en de manier van aanleg
en onderhoud nauwelijks van elkaar te onderscheiden.
Vernieuwing speelt maar een kleine rol; voor stedelijk
groen zijn functioneel en praktisch meer het credo.
Stedelijk groen zou gelijktijdig met het rood
ontworpen moeten worden. Rood en groen zouden
als eenheid moeten worden behandeld, waarbij het
groen één van de instrumenten is om die eenheid
identiteit te geven.
In de woonwijk Halen nabij Bern in Zwitserland
zijn de huizen ingepakt in gevelgroen en daktuinen,
en verbonden door trappetjes en steegjes met aan
weerszijden hangplanten en romantische weiden.
9 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
ONTWERPEN MET GROEN
13. • Uniciteit
Een uniek object dat zich op een bepaalde plek
bevindt, geeft lading aan die plek en de omgeving.
De dikste boom, het smalste huisje, maar ook een
imponerend kunstwerk in het groen of artistiek en
apart ontworpen groen. In dit geval kan het groen
zelf dus ook de uniciteit van een plek bepalen.
• Omstredenheid
Er zijn nogal wat gebouwen die voor de bouw al een
hoop stof deden opwaaien. Meestal zijn er fanatieke
voorstanders en tegenstanders en is een middenweg
uitgesloten. Door deze voorgeschiedenis krijgen
dergelijke gebouwen wel de status van een plek ‘waar
je geweest moet zijn’. Hiermee heeft het identiteit
gekregen en zowel voor- als tegenstanders zullen
er gaan kijken.
De identiteit van groen in de stad kan versterkt
worden door het te koppelen aan een unieke plek in
de stad of door het zo extreem uit te voeren dat het
zijn eigen verhaal gaat vertellen. Verhalen geven
meerwaarde aan een plek. De betekenis die een plek
op die manier heeft voor de gebruikers zorgt voor
verbondenheid, voor belang en voor behoud. Juist
extreme toepassingen van groen en water kunnen
identiteit toevoegen aan een plek. Deze betekenis
kan verschillende vormen aannemen:
• Historie
Gebeurtenissen geven een meerwaarde in de vorm
van een verhaal: “dit is de plek waar …”. Het hoeven
niet alleen wereldschokkende gebeurtenissen te
zijn; een film die er is opgenomen, de werkplek van
een beroemd schilder of beruchte moordenaar…
Al deze plekken hebben een identiteit en dus
ook het groen op die plek. Vaak is het groen er
onlosmakelijk mee verbonden.
11 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
IDENTITEIT
15. Ontwerpers klagen hun nood over de grote hoeveel-
heid regels die hen vanuit de milieu- en veiligheids-
wetgeving worden opgelegd. Ook de toekomstige
beheerders stellen vaak stringente eisen aan de
openbare ruimte en het groen. In dat woud van
regelgeving en eisen sneuvelen juist de leuke en
originele ontwerpen met groen. Wordt wel braaf
aan alle regels voldaan, dan levert dat uiteindelijk
een mager plan op waar juist de leuke elementen
uit verdwenen zijn. Deze regelgeving moet eens
goed tegen het licht worden gehouden. In steden
in Duitsland, Frankrijk, Italië enzovoort kan gezien
de voorbeelden veel meer dan in Amsterdam, zonder
dat dit tot rampen leidt.
13 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
REGELGEVING AANPAKKEN
17. met behulp van de overheid (stad en staat), de
city’s transit agency (voor hun light rail system is
het park een belangrijk knooppunt), omwonenden
die op ludieke wijze sponsors hebben gevonden
en de detailhandel in de directe omgeving van het
park. Daarnaast worden locaties verhuurd voor
bijvoorbeeld de verkoop van ijs.
Ook voor het Post Office Square in Boston,
Massachusetts (aangelegd op een parkeergarage)
is gebruik gemaakt van verschillende bronnen voor
de financiering. In dit geval een PPS-constructie
(PPS staat voor Publiek-Private Samenwerking)
in de vorm van aandelen-verkoop en de verhuur van
de parkeerplaatsen in de onderliggende garage. De
winst uit de garage wordt gebruikt voor onderhoud
van zowel de garage als van het park. De slogan van
het Post Office Square vat het dubbel grondgebruik
mooi samen: “Park above, park below”.
In Nederland wordt te weinig budget besteed aan
de aanleg van stedelijk groen. Gevolg is veel van
hetzelfde groen en weinig creatieve oplossingen.
Na aanleg is het beheer bepalend voor de werking
en de beleving van het groen. Ook voor beheer zou
meer geld uitgetrokken moeten worden want stads-
groen heeft immers met stevige slijtage te maken.
Meer geld voor groen kan op verschillende manieren
bij elkaar worden gebracht. Commerciële activiteiten
op openbare plaatsen, zoals kleinschalige horeca,
kunnen geld opbrengen. Samenwerking met
omwonenden levert aan de ene kant betrokkenheid
tussen burger en overheid en aan de andere kant
reductie van onderhoudskosten.
In Amerika worden vaak verschillende inkomsten-
bronnen gecombineerd voor de aanleg van groen.
Eén van die voorbeelden is Pioneer Courthouse
Square in Portland, Oregon. Dit park is gefinancierd
15 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
MEER GELD VOOR GROEN
19. • Park de Bercy
Dit park in Parijs is aangelegd op een terrein waar
vroeger wijnpakhuizen stonden. De oude klinker-
straatjes zijn teruggebracht in het parkontwerp,
evenals de oude tramrails. Een groot deel van de
oorspronkelijke platanen is ook blijven staan en
geven het park al sinds de aanleg een volwassen
uiterlijk. Het park wordt aan een aantal kanten
begrensd door nieuwbouw. Met de bouw van deze
woningen is ook financieel bijgedragen aan het
totstandkomen van het park.
• Rouen, Frankrijk
Midden in Rouen ligt de brandstapel waar Jeanne
d’Arc op heeft gestaan. Die plek is met ruig groen en
rotsen ingericht en vooral open gelaten. Door het
verhaal blijft de plek met de groene inrichting in
stand. Doordat veel toeristen zo’n plek willen zien,
wordt het groen goed onderhouden en is er ook geld
voor dat onderhoud.
17 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
VOORBEELDEN
Historie
20. • Westlandse Zoom
De Westlandse Zoom is een gebied ten zuidwesten
van Den Haag. Het bestaat uit kassen, bebouwing
en recreatiegebieden. In een ontwerp-atelier is dit
gebied gebruikt om een nieuw ontwerp te maken
voor een exclusief woonmilieu voor topmanagers.
In de visie en het ontwerp stond het gebruik maken
van het bestaande beeld en de bestaande geleding
in het landschap centraal. Zo kunnen de bestaande
kassen in het gebied gebruikt worden voor originele
woningen. Hiermee wordt gebruik gemaakt van het
verhaal van de Westlandse Zoom. Daarnaast zou de
aanwezige geleding in het landschap (van strand naar
duinen, binnenduinrand en binnenland) in het
bestaande en nieuwe groen versterkt kunnen worden.
Door deze aanpak wordt optimaal gebruik gemaakt
van het karakteristieke van het gebied en wordt er
een moderner tintje aan toegevoegd. Er ontstaat zo
niet de zoveelste villawijk, maar een unieke plek
met exclusieve kassen-woningen in een echt duin-
landschap.
18G R O E N • T H E U R B A N P O W E R |
21. • Barrio del Pilar
De Barrio del Pilar is een dichtbebouwde wijk in
Madrid. Een zesbaans autoweg gaat op maaiveld
dwars door deze wijk heen. Op een dwarsdoorsnede
zien we achtereenvolgens hoogbouw, laagbouw,
breed trottoir met terrasjes, openbare zitgelegen-
heden en 3 rijen platanen, dan de zesbaans weg en
afsluitend een winkelcentrum. Door de maatvoering
en de toepassing van groen past het geheel naad-
loos bij elkaar. Door de laagbouw voor de hoogbouw
te plaatsen valt de overheersende hoogte op het
eerste gezicht buiten beeld. Het trottoir breed
uitvoeren en beplanten met bomen levert het
gevoel van een boulevard op en rust en ruimte
voor terrasjes en wandelaars. Deze breedte en de
beplanting schermen voor een belangrijk deel de
weg af. Aan de overkant van de weg is een groene
muur te zien: de buitenkant van het winkelcentrum
is geheel bedekt met hang- en klimplanten en
watervallen. De wandelaar over deze straat voelt
zich in een groene oase, terwijl veel intensieve
functies hier samenkomen.
19 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
Uniciteit
23. De Bridge of Flowers in Shelburne is vergelijkbaar,
maar met 120 meter een stuk korter. Over deze brug
liep vroeger een tram. De brug is door bewoners
voorzien van een uitbundige begroeiing die wisselt
met de seizoenen en de jaren. De begroeide brug
is inmiddels hèt toeristisch handelsmerk van de
stad geworden. Jaarlijks krijgt de brug ongeveer
24.000 bezoekers die door middel van donaties
tevens bijdragen aan het onderhoud.
• Promenade Plantee, Parijs en
Bridge of Flowers, Shelburne USA
Verouderde infrastructuur biedt een prachtig
podium voor een groene invulling.
De Promenade Plantee is een oude spoorlijn die
vanuit het oosten richting het centrum van Parijs
loopt. De bogen onder deze hoog gelegen spoorlijn
worden gebruikt voor winkeltjes en werkplaatsen.
Op de oude spoorlijn is een wandelpad aangelegd,
omzoomd door veel groen, bloemen en bankjes.
Het hele groene wandelpad is ongeveer 2 kilometer
lang en op verschillende plaatsen te bereiken.
21 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
24. • Nationale Bibliotheek, Parijs
De Nationale Bibliotheek in Parijs is het grootste
van de Grand Projets van Mitterand om de centrale
rol van Frankrijk in kunst, politiek en de wereld
economie te benadrukken. Het gebouw is omstreden
vanwege de enorme bedragen die ermee gemoeid
waren en vanwege het feit dat het ontwerp gekozen
is op basis van esthetische overwegingen en
nauwelijks rekening houdt met de functie die het
moet vervullen.
Dit soort gebouwen krijgt vrij snel een bijnaam (in
dit geval TGB: Très Grande Bibliothèque) en worden
plekken ‘waar je geweest moet zijn’. Het bos dat
verzonken in het gebouw ligt draagt hier aan bij.
Dit groen is onlosmakelijk met het gebouw
verbonden. Daarnaast is het bos zelf vanwege zijn
plaats uniek en vertelt daarmee zijn eigen verhaal.
22G R O E N • T H E U R B A N P O W E R |
Omstredenheid
25. Publiek Private Samenwerking (PPS) kan ook
betekenen dat een particulier (vaak een bedrijf)
een plek of een dienst ter beschikking van publiek
gebruik stelt.
• Postzegelparken
Postzegelparken zijn kleine parkjes die bijvoorbeeld
kunnen ontstaan door het laten terugspringen van
een gebouw tussen twee andere gebouwen.
De ontstane ruimte is vaak niet groter dan 100 m2
maar heeft een zee aan mogelijkheden voor een
groene, speelse en/of kunstzinnige invulling. Eén
of enkele beeldbepalende bomen, planten, een
fontein, speeltoestellen, bankjes…. In New York zijn
veel van deze parkjes. Ze liggen meestal tussen de
kantoorgebouwen en zijn vaak het eigendom van
een bedrijf. Dit betekent dat ze ’s nachts afgesloten
zijn maar zelfs dan werken ze mee aan een groene
uitstraling van de stad.
23 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
PPS-constructies
26. Paley Park en Greenacre Park in New York zijn twee
voorbeelden van postzegelparken of pocket-parken.
Beide zijn aangelegd met bomen, zitjes en een
waterval. Deze watervallen zijn niet alleen mooi
om te zien, maar overstemmen ook de stedelijke
geluiden. De hofjes in de Jordaan zijn Amsterdamse
voorbeelden van postzegelparken. Juist in hoog-
stedelijk, dichtbebouwd gebied zijn mogelijkheden
om met hoogwaardige inrichting en beheer kleine
rustpunten te maken en te onderhouden.
• Tivolipark in Tilburg
Ook het Tivolipark in Tilburg is een voorbeeld van
PPS. De gemeente verkocht grond aan Interpolis
voor de bouw van een nieuw kantoor op voorwaarde
dat er een openbare groenvoorziening bij zou komen.
Interpolis heeft een bijzonder en hoogwaardig
ingericht park aangelegd. Doordat de gemeente de
financiering uit handen heeft gegeven heeft ze
minder invloed op de toegankelijkheid van het park.
Het park is nu geopend van 10 uur ’s ochtends tot
één uur na zonsondergang.
24G R O E N • T H E U R B A N P O W E R |
27. • Jardin Atlantique
De Jardin Atlantique in Parijs is aangelegd op een
metrostation. Het park ligt ingeklemd tussen hoge
kantoor- en woontorens. Wat het park bijzonder
maakt, is dat er een verbinding is gelegd tussen de
wereld bovengronds en de wereld ondergronds.
In plaats van vogels hoor je in het park de omroep-
berichten van het station en de rijdende metro’s.
Andersom kun je vanuit de metro het park zien.
Het park is dus niet opgezet als vluchtplaats uit de
drukbevolkte stad, maar juist als integraal onderdeel
van de stad zelf. Park en gebouwde omgeving gaan
gelijk op en proberen elkaar niet te overheersen.
Ze versterken elkaar juist.
25 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
Dubbel grondgebruik
29. • IBM-gebouw, New York
IBM stelt de binnentuin van zijn kantoor in New
York City open voor het publiek. Niet alleen tijdens
kantooruren maar ook ’s avonds en in het weekeinde
kan men gebruik maken van de tuin. Op deze manier
krijgt de stad er een stukje openbaar groen bij.
Extra voordeel is de ligging in een gebouw waardoor
er meer controle is en bezoekers zich veiliger voelen,
ook ’s avonds.
Dubbel grondgebruik hoeft niet alleen fysiek
opgevat te worden (functies op elkaar stapelen),
maar kan ook gezien worden als functieverbreding.
Begraafplaatsen en volkstuincomplexen kunnen
ook gezien en gebruikt worden als een openbaar
toegankelijk park. Een voorbeeld uit Frankrijk laat
een volkstuincomplex zien, gelegen in een wijk
tussen een aantal drukke wegen. Dit was een
overgebleven ruimte die opnieuw is benut.
Functieverbreding kan ook in de tijd plaatsvinden.
In een stad zijn veel openbare gebouwen zoals
postkantoren, winkelcentra en ziekenhuizen. De
verblijfruimte in deze gebouwen zou als integraal
onderdeel van de openbare ruimte van de stad
gezien moeten worden. Op die manier is een enorme
ruimtewinst aan openbare ruimte mogelijk. Die
ruimte kan bijvoorbeeld worden benut voor groen,
maar ook voor waterberging: fonteinen, kanalen,
siervijvers. Een voorbeeld is het IBM-gebouw in
New York City.
27 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
Functieverbreding
30. Ook op kleine schaal is heel wat groene winst te
boeken, bijvoorbeeld door bewoners zelf in hun
eigen straat. Hiermee krijgt het groen een betekenis
voor de mensen.
• Geveltuinen en tegeltuinen
Haal een paar tegels weg voor je huis en je hebt
ruimte voor een geveltuin/tegeltuin. Ook op zo’n
kleine oppervlakte is een groene oase te maken.
En als dit op meerdere plekken gebeurt, krijgt een
straat al snel een groene uitstraling. Stadsdelen
kunnen hierin een stimulerende rol spelen door
materiaal en advies ter beschikking te stellen of
door op verzoek de ondergrond voor de geveltuin
in orde te maken. Veel stadsdelen zijn al aan het
werk met dergelijke regelingen.
28G R O E N • T H E U R B A N P O W E R |
Kleinschalige ecologische voorbeelden
31. • Boomspiegels
Een boomspiegel is de onverharde oppervlakte
rondom de stam van een boom. Vaak staan ze vol
afval of worden gebruikt om honden uit te laten.
Er zijn echter ook voorbeelden waar de boomspiegel
is omgetoverd in een oase van bloeiende planten.
Ook boomspiegels zijn gemakkelijk aan te leggen en
te onderhouden in samenwerking met bewoners.
29 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
33. • Ecologische tuin Arnhem
In Arnhem is een ecologische tuin aangelegd tussen
een aantal huizenblokken. Dit terrein lag tot die
tijd braak en was bestemd voor openbaar groen en
parkeergelegenheid. Door het veranderen van de
bestemming konden de omwonenden in samen-
werking met de gemeente de tuin aanleggen.
Een groep omwonenden heeft de krachten gebundeld
in een Groengroep en heeft het beheer op zich
genomen. De gemeente draagt alleen financieel
bij (jaarlijks ƒ10.000,- subsidie) en zorgt voor de
afvoer van gesnoeid hout en beperkte machinale
werkzaamheden.
• Floatlands
Amsterdam is rijk aan water en daar zou meer gebruik
van gemaakt kunnen worden.
Met drijvende groene eilanden, de floatlands, kunnen
kunstmatige rietgordels worden gemaakt. Het beheer
van de floatlands is essentieel voor het functioneren.
Slecht beheerde floatlands zien er niet uit door
zwerfvuil en kapotte of half gezonken constructies.
In de Pijp zorgt een actieve vrijwilligersgroep voor
aanleg en onderhoud van de floatlands. Los van
aangelegde floatlands kan er al heel wat bereikt
worden door kwaliteitsverbetering van het water.
De natuur zal met forse schreden vooruit gaan en
dus ook de gebruikskwaliteit en beleving.
31 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
35. Met de plannen voor de toekomst ligt er een opgave
voor Amsterdam om aan te tonen hoe je een hoog-
stedelijk gebied van groene kwaliteiten kan voor-
zien. Hiermee kan de stad een voorbeeld worden
voor andere steden die met dezelfde problematiek
te maken hebben.
Door alle voorbeelden loopt één rode draad: maak
het groen bijzonder, geef het betekenis en gebruik
het als belangrijk instrument in stedenbouw en
architectuur. Hierbij is een voorwaarde dat groen,
blauw en rood gezamenlijk worden ontworpen en zo
een eenheid vormen in het ontwerp.
In het Nieuwe Structuurplan Amsterdam, dat in
2002 gereed zal komen, zullen stedelijkheid en
intensivering van het grondgebruik voorop staan.
Dat dit, vooral in de stad, ten koste zal gaan van de
bestaande open ruimte en het woonomgevingsgroen
wordt onderkend. De compensatie wordt gezocht in
verhoging van kwaliteit.
33 G R O E N • T H E U R B A N P O W E R|
AAN HET WERK MET GROEN
36.
37. C O L O F O N
Dit boekje is samengesteld door ALTERRA in opdracht van
de dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam. Het is
eveneens verschenen in het kader van het LNV-programma
Stad-Land. Veel van de informatie is verzameld op een
ontwerpatelier met stedenbouwkundigen en architecten.
Voor meer informatie over dit onderwerp
• Dienst Ruimtelijke Ordening
Planteam Openbare Ruimte, Groen en Stadsecologie
Remco Daalder
Postbus 2758
1000 CT Amsterdam
telefoon (020) 552 79 27
Ddr@dro.amsterdam.nl
• Alterra
Veroniek Bezemer
Postbus 47
6700 AA Wageningen
telefoon (0317) 47 77 14
v.bezemer@alterra.wag-ur.nl
Bij Alterra tevens verkrijgbaar
Koster, A. 1998. Van Tegeltuin tot Lusthof.
IBN-DLO rapport-nr. 391, Wageningen
Neem voor bestelling contact op met Team Communicatie
telefoon (0137) 47 44 87 / 47 77 66
38. Teksten
Veroniek Bezemer, Alterra
Remco Daalder, dRO
Foto’s
Alterra
H+N+S landschapsarchitecten
Okra landschapsarchitecten
http://www.edenproject.com/coming/arena.htm
http://209.130.14.39/GPS_New/bridge-flowers-overview.html
http://209.130.14.39/GPS_New/post_office_sq_overview.html
GEO. no 230 april 1998
dRO Amsterdam
Veroniek Bezemer
Vormgeving
Maria Heikens, Groningen
Druk
Ponsen en Looijen, Wageningen
dienst Ruimtelijke Ordening
A M S T E R D A M