Henry VIII had 6 wives and sought to divorce his first wife Catherine of Aragon so he could marry Anne Boleyn. When the Pope denied his request for an annulment in 1527, Henry declared himself the head of the Church of England in 1534 and obtained approval for the divorce. This started the English Reformation and led Henry to dissolve the monasteries between 1536-1541.
Henry VIII had 6 wives and sought to divorce his first wife Catherine of Aragon so he could marry Anne Boleyn. When the Pope denied his request for an annulment in 1527, Henry declared himself the head of the Church of England in 1534 and obtained approval for the divorce. This started the English Reformation and led Henry to dissolve the monasteries between 1536-1541.
2. Paus heeft alle macht
Tot de 13 de eeuw
God wil maar één
heerser over de
samenleving: de
paus
De paus staat boven
de vorsten
3. De vorst
Vorst: staatshoofd, baas van een land
taak: land besturen en vechten tegen
ongelovigen
Kon afgezet worden door de paus
4. Wat wilden de vorsten
De vorsten wilden een verdeling van de
macht:
De paus is de baas over alle
godsdienstige zaken
De vorsten de baas van de staat
(bestuur van het land, rechtspraak en
oorlogvoering)
5. scheiding
Scheiding tussen de kerk en staat
Ook wel secularisatie genoemd
6. Het absolutisme
Vanaf late middeleeuwen
(na ±1000 na Chr.)
De macht van de vorsten nam toe
De paus had niet genoeg macht meer
om de vorsten af te zetten
7. autocratie
Er ontstaat een autocratie
Autocratie: een regering van één man
De vorst bezit alle macht in de staat
De vorst hoeft geen verantwoording af te
leggen
Deze regeringsvorm heet:
het absolutisme
8. Het absolutisme
Autocratie: een regering van één man
De vorst bezit alle macht in de staat
De vorst hoeft geen verantwoording af
te leggen
Deze regeringsvorm heet:
het absolutisme
9. Samenwerking
De vorsten en de kerk werkten in de
praktijk nog wel samen
Dit om beiden machtig en sterk te
blijven
10. De zonnekoning
Lodewijk XIV
Droit divin
(Goddelijk recht)
De staat dat ben ik
(Hij beslist over alles)
11. Nederland en Engeland zijn
anders
In deze landen bestaat
al een parlement
Parlement =
volksvertegen-
woordiging
Adel, geestelijkheid en
de bourgeoisie (rijke
burgers)
12. Het parlement stelt minder
voor
Vorsten kregen steeds meer macht
De vorst kon bepalen waarneer het
parlement bijeenkomt
De vorst kan de adviezen van het
parlement naast zich neerleggen
13. Nederland en Engeland zijn
anders
Deze landen hadden heen koningen
met een absoluut gezag
Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden