SlideShare a Scribd company logo
# 2. Aartsvijand Dan Morrow
Hoofdstuk 3
Geroepen
# Loran. Loran was verdwaald geraakt terwijl hij op weg was naar de Heer om verslag uit te brengen. Of het lag aan nervositeit of stommiteit, wist hij niet. Dáár kon hij niet eens helder over nadenken.
Een uur na de afgesproken tijd merkte hij het vergane bord op langs de zijkant van het zandweggetje. De hoofdletter “D” was nog net te onderscheiden van de rest van het verrotte hout. Nog een half uur later reed hij het landhuis tegemoet; een enorm, donker bouwwerk dat een zwart dak droeg en omringd was met een gietijzeren omheining.
Loran wist dat hij zichzelf gek maakte, maar hij zou op dat moment durven zweren dat de Heer op de eerste verdieping uit het raam staarde en verdween toen hij de auto parkeerde. Loran stapte uit en zag dat er een oude man bij de voordeur op hem stond te wachten.  De grijze haren van de man werden door de wind omhoog geblazen toen hij een stap naar voren zette op de veranda. Zijn rode ogen namen hem afkeurend op.
‘Loran,’ merkte hij bruusk op. ‘Eh, ja. Dat ben ik.’ ‘Je bent te laat.’ ‘Klopt. Ik was de weg kwijt.’ Hij kon nog net voorkomen dat zijn stem oversloeg door ineens luidruchtig te hoesten. ‘Pardon.’
‘Kom binnen. De Heer wacht op uw verslag. Al zult u een moment moeten hebben. Er is een ander gesprek gaande.’ ‘Is goed. Dan staan we tenminste quitte.’ Hij grinnikte, maar de bediende van de Heer keek hem alleen maar geërgerd aan. Loran haalde zijn schouders op en volgde de man naar binnen. Hij belandde rechtstreeks in de wachtkamer van het huis.
In de kamer stonden vele banken op een rij, waarop enkele vampiers al zaten. Op de tafels die zich naast de zitplaatsen bevonden, lagen tijdschriften en boeken. Zijn blik gleed naar de hardhouten poort die geschilderd was in donkergroene en zwarte verf. De zilveren ketting waar een groot slot aanhing, deed een rilling over zijn rug lopen. Ik ben nu al bang voor wat komen gaat. Volgens mij pis ik m’n broek als ik in levenden lijve voor de Heer sta…
‘Gaat u zitten,’ zei de bediende. Hij veegde wat stof van zijn zwarte trui, alvorens hij door een van de kleinere houten deuren verdween. De andere vampiers die aanwezig waren in de wachtkamer keken niet op of om.  Zouden zij ook zenuwachtig zijn? vroeg hij zichzelf af toen hij zich in de dichtstbijzijnde stoel liet neerzakken.
Loran greep naar een tijdschrift om aan iets anders te kunnen denken. Lang kon hij echter niet lezen. De grote, hardhouten poort opende zich en er stapte een goed-uitziende vampier naar buiten. Hij had warrig zwart haar dat zo te zien net was geknipt. Toen hij dichterbij kwam, zag Loran dat verscheidene littekens en schrammen zijn gezicht ontsierden. Snel keek hij de andere kant op.
‘Loran.’  Met een ruk keek hij op. De bediende die hem naar binnen had geleid, stond voor hem.  ‘De Heer wil je spreken.’ Met een bonkend hart en klamme handen liep Loran naar de poort.
Aartsvijand Wordt vervolgd…

More Related Content

More from DannyMorrow

Troonopvolger 12
Troonopvolger 12Troonopvolger 12
Troonopvolger 12DannyMorrow
 
Troonopvolger 11
Troonopvolger 11Troonopvolger 11
Troonopvolger 11DannyMorrow
 
Troonopvolger 10
Troonopvolger 10Troonopvolger 10
Troonopvolger 10DannyMorrow
 

More from DannyMorrow (19)

Aartsvijand 5
Aartsvijand 5Aartsvijand 5
Aartsvijand 5
 
Aartsvijand 4
Aartsvijand 4Aartsvijand 4
Aartsvijand 4
 
Black Cross 7
Black Cross 7Black Cross 7
Black Cross 7
 
Black Cross 6
Black Cross 6Black Cross 6
Black Cross 6
 
Aartsvijand 2
Aartsvijand 2Aartsvijand 2
Aartsvijand 2
 
Aartsvijand 1
Aartsvijand 1Aartsvijand 1
Aartsvijand 1
 
Black Cross 5
Black Cross 5Black Cross 5
Black Cross 5
 
Black Cross 4
Black Cross 4Black Cross 4
Black Cross 4
 
Black Cross 3
Black Cross 3Black Cross 3
Black Cross 3
 
Black Cross 1
Black Cross 1Black Cross 1
Black Cross 1
 
Troonopvolger 12
Troonopvolger 12Troonopvolger 12
Troonopvolger 12
 
Troonopvolger 11
Troonopvolger 11Troonopvolger 11
Troonopvolger 11
 
Troonopvolger 10
Troonopvolger 10Troonopvolger 10
Troonopvolger 10
 
Troonopvolger 9
Troonopvolger 9Troonopvolger 9
Troonopvolger 9
 
Troonopvolger 7
Troonopvolger 7Troonopvolger 7
Troonopvolger 7
 
Troonopvolger 5
Troonopvolger 5Troonopvolger 5
Troonopvolger 5
 
Troonopvolger 4
Troonopvolger 4Troonopvolger 4
Troonopvolger 4
 
Troonopvolger 3
Troonopvolger 3Troonopvolger 3
Troonopvolger 3
 
Troonopvolger 1
Troonopvolger 1Troonopvolger 1
Troonopvolger 1
 

Aartsvijand 3

  • 1. # 2. Aartsvijand Dan Morrow
  • 4. # Loran. Loran was verdwaald geraakt terwijl hij op weg was naar de Heer om verslag uit te brengen. Of het lag aan nervositeit of stommiteit, wist hij niet. Dáár kon hij niet eens helder over nadenken.
  • 5. Een uur na de afgesproken tijd merkte hij het vergane bord op langs de zijkant van het zandweggetje. De hoofdletter “D” was nog net te onderscheiden van de rest van het verrotte hout. Nog een half uur later reed hij het landhuis tegemoet; een enorm, donker bouwwerk dat een zwart dak droeg en omringd was met een gietijzeren omheining.
  • 6. Loran wist dat hij zichzelf gek maakte, maar hij zou op dat moment durven zweren dat de Heer op de eerste verdieping uit het raam staarde en verdween toen hij de auto parkeerde. Loran stapte uit en zag dat er een oude man bij de voordeur op hem stond te wachten. De grijze haren van de man werden door de wind omhoog geblazen toen hij een stap naar voren zette op de veranda. Zijn rode ogen namen hem afkeurend op.
  • 7. ‘Loran,’ merkte hij bruusk op. ‘Eh, ja. Dat ben ik.’ ‘Je bent te laat.’ ‘Klopt. Ik was de weg kwijt.’ Hij kon nog net voorkomen dat zijn stem oversloeg door ineens luidruchtig te hoesten. ‘Pardon.’
  • 8. ‘Kom binnen. De Heer wacht op uw verslag. Al zult u een moment moeten hebben. Er is een ander gesprek gaande.’ ‘Is goed. Dan staan we tenminste quitte.’ Hij grinnikte, maar de bediende van de Heer keek hem alleen maar geërgerd aan. Loran haalde zijn schouders op en volgde de man naar binnen. Hij belandde rechtstreeks in de wachtkamer van het huis.
  • 9. In de kamer stonden vele banken op een rij, waarop enkele vampiers al zaten. Op de tafels die zich naast de zitplaatsen bevonden, lagen tijdschriften en boeken. Zijn blik gleed naar de hardhouten poort die geschilderd was in donkergroene en zwarte verf. De zilveren ketting waar een groot slot aanhing, deed een rilling over zijn rug lopen. Ik ben nu al bang voor wat komen gaat. Volgens mij pis ik m’n broek als ik in levenden lijve voor de Heer sta…
  • 10. ‘Gaat u zitten,’ zei de bediende. Hij veegde wat stof van zijn zwarte trui, alvorens hij door een van de kleinere houten deuren verdween. De andere vampiers die aanwezig waren in de wachtkamer keken niet op of om. Zouden zij ook zenuwachtig zijn? vroeg hij zichzelf af toen hij zich in de dichtstbijzijnde stoel liet neerzakken.
  • 11. Loran greep naar een tijdschrift om aan iets anders te kunnen denken. Lang kon hij echter niet lezen. De grote, hardhouten poort opende zich en er stapte een goed-uitziende vampier naar buiten. Hij had warrig zwart haar dat zo te zien net was geknipt. Toen hij dichterbij kwam, zag Loran dat verscheidene littekens en schrammen zijn gezicht ontsierden. Snel keek hij de andere kant op.
  • 12. ‘Loran.’ Met een ruk keek hij op. De bediende die hem naar binnen had geleid, stond voor hem. ‘De Heer wil je spreken.’ Met een bonkend hart en klamme handen liep Loran naar de poort.