SlideShare a Scribd company logo
VOOR ADVISEURS OVER PENSIOENEN EN ANDERE TOEKOMSTVOORZIENINGEN
10305160
PENSIOENADVIES11-JAARGANG25-NOVEMBER2014
Sven Roelandt, Generali Employee Benefits Network
11
‘Aandacht voor
grote markt van
kleine bedrijven’
6 PensioenAdvies - november 2014
‘Kleine multinationals
snakken naar EB-advies’
Wij Nederlanders zien ons landje graag als middelpunt der aarde. Belgen kijken verfrissend anders naar zichzelf
en de wereld. De Vlaming Sven Roelandt is binnen het Generali Employee Benefits Network, Area Manager voor
de ‘Nordics’ en de Benelux. Hij ziet ruim tienduizend multinationals in het MKB die zitten te springen om advies
en een passende oplossing voor hun specifieke EB-vraagstukken. In dit interview met PA prikt hij vooroordelen
over ‘pooling’ door, legt hij uit hoe het kan dat die grote markt onbewerkt bleef en waarschuwt hij met klem voor
Google als bron van multinationale EB-kennis.
Sven Roelandt: Aandacht voor grote markt van kleine
bedrijven
Ons Centraal Bureau voor de Statistiek beheert een schat-
kamer aan informatie. Zo vonden we een onderzoek dat in-
zicht geeft in het aantal multinationale bedrijven dat in ons
land actief is. De informatie betreft niet de Shell’s en Coca
Cola’s van deze wereld, maar gaat juist over middelgrote en
kleine ondernemingen die in het buitenland investeren.
Onderzoeksbureau Panteia/EIM heeft de kleine multinatio-
nals, in samenwerking met het CBS, over de periode 2004-
2010 in kaart gebracht. Veel bedrijven zijn internationaal ac-
tief en een groot deel daarvan heeft buitenlandse vestigingen.
Nederland behoort wereldwijd tot de koplopers als het gaat
om directe investeringen in het buitenland, zo stelt het CBS.
Over investeringen in het buitenland van onze middelgrote
en kleine bedrijven was voor de publicatie van de onderzoe-
kers nog weinig bekend. In 2010 hadden in totaal 12.000 van
die bedrijven (in Nederlands eigendom) investeringen in het
buitenland. Dat is één procent van het totale MKB. De bui-
tenlandse investeringen van die bedrijven vertegenwoordigen
een waarde van 13 miljard euro in 2010. Het aandeel van het
MKB in de totale waarde van de buitenlandse investeringen
door het Nederlandse bedrijfsleven in 2010 was bijna twee
procent. De waarde van de buitenlandse investeringen door
middelgrote en kleine bedrijven nam tijdens de periode
2004-2010 fors toe, met bijna vijftig procent.
Industriële bedrijven zijn goed voor bijna eenderde van de
waarde van de investeringen. De groothandel draagt voor
ongeveer een kwart bij en de zakelijke dienstverlening voor
eenvijfde.
Van het aantal mkb-bedrijven met investeringen in het bui-
tenland was in 2010 ongeveer een kwart afkomstig uit de
zakelijke dienstverlening, ruim twintig procent uit de groot-
handel en vijftien procent uit de industrie. De helft van
deze bedrijven zijn uiterst kleine bedrijven met minder dan
tien werkzame personen in dienst. Bijna een op de vijf klei-
ne en middelgrote bedrijven met buitenlandse investeringen
heeft twintig tot vijftig personen in dienst.
Pandora
Als ruim tienduizend bedrijven in het buitenland investe-
ren, dan mogen we veronderstellen dat een groot deel van
die bedrijven ook direct of indirect medewerkers in het bui-
tenland heeft. Gezien de
forse groei van de investe-
ringen kunnen we spreken
van een dynamische markt.
Binnen die groep zal het bo-
vendien een komen en gaan
zijn van nieuwe bedrijven
die afhankelijk van geopoli-
tieke ontwikkelingen en een
trend als globalisering de
vleugels uitslaan over onze
landsgrenzen. Terwijl andere bedrijven vanuit het buiten-
land graag een ‘pied-à-terre’ in ons land hebben. Al die klei-
ne multinationals tezamen moeten toch een markt vormen,
dachten wij, en kansen opleveren voor EB-adviseurs.
In de archieven van PA vinden we meerdere artikelen over
grensoverschrijdend pensioen en andere multinationale EB-
perikelen. De focus in die artikelen lag op bedrijven die werk-
zaam waren langs onze grenzen en op de problematiek rond
TEKST ECKHARDT DULFER
FOTOGRAFIE ROEL DIJKSTRA FOTOGRAFIE
In de praktijk
bevinden middel-
grote en kleine
multinationale
bedrijven zich in
een niemandsland
november 2014 - PensioenAdvies 7
Sven Roelandt heeft een volwassen loopbaan in de internati-
onale EB-wereld. Hij werkte eerder voor Zurich, het latere
Vivium en het onafhankelijke netwerk Insurope. Vanuit zijn
(overigens weinig gebruikte) werkplek in Brussel is hij nu
Area Manager Employee Benefits voor de Benelux en de
‘Nordics’.
Hij koos voor een bèta studie en behaalde zijn bachelor
Mathematics, Physics & Chemistry aan de Hoge School
van Gent.
Naast Nederlands en Frans beheerst hij de Spaanse en
Engelse taal.
8 PensioenAdvies - november 2014
Sven Roelandt: “De pensioenadviseur helpt de centrale klant enkel om over-
zicht te houden over de verschillende dekkingen wereldwijd en om in contact
te komen met betrouwbare spelers die op lokaal vlak advies en oplossingen
kunnen leveren.”
expats. Hoewel we steeds een markt zagen voor professionele
adviseurs, vertelden die adviseurs ons dat pensioen, sociale
zekerheid en zorg in ons land al complex genoeg zijn en onze
regels absoluut niet matchen met bijvoorbeeld Duitse of Bel-
gische wetten. Adviseurs beschouwden internationale oplos-
singen als een doos van Pandora, die beter gesloten kon blij-
ven. Het feit dat tot voor kort het beheer van deze complexe
contracten uit afsluitprovisie gefinancierd moest worden, zal
ook een rol gespeeld hebben. De moderne beloningsvormen
en een bewezen groeimarkt bieden nu samen een aanleiding
om de doos van Pandora weer eens open te trekken.
Marktleider
Gewapend met de gegevens van Panteia/EIM gingen we op
zoek naar een expert om de huidige ontwikkelingen te be-
spreken. Generali Employee Benefits (kortweg GEB) speel-
de zich de afgelopen decennia in de kijker door spraakma-
kende contracten af te sluiten met multinationals. Hoewel
de mondiale verzekeraar in ons land een relatief kleine spe-
cialist is in pensioen- en inkomensverzekeringen met veel
kennis van het MKB, is het GEB Netwerk de wereldwijde
marktleider in risicopooling van Employee Benefits en lever-
de daardoor voor ons de gezochte vraagbaak op. Via Gene-
rali Verzekeringsgroep in Nederland kwamen we in contact
met Sven Roelandt, een welbespraakte Vlaming die in het
gesprek met veel passie pleit voor aandacht voor de grote
markt van kleine bedrijven.
Roelandt heeft een volwassen loopbaan in de internationale
EB-wereld. Hij werkte eerder voor Zurich, het latere Vivi-
um en het onafhankelijke netwerk Insurope. Vanuit zijn
(overigens weinig gebruikte) werkplek in Brussel is hij nu
Area Manager Employee Benefits voor de Benelux en de
‘Nordics’ (Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden).
In veel landen wordt samengewerkt met de lokale vestiging
van de Generali Groep en waar een dergelijke vestiging
ontbreekt, werkt het netwerk samen met andere lokale ver-
zekeraars. Het netwerk is actief in ruim 120 landen. De sa-
menvoeging van Benelux en de ‘Nordics’ zien we bij meer
grote internationale financiële ondernemingen terug. Deels
ligt de oorzaak in de beperkte marktomvang van de onder-
linge landen en deels in de overlap van wet- en regelgeving
en gewoontes.
Volgens Roelandt zijn de overeenkomsten tussen bijvoor-
beeld Denemarken en ons land heel groot. “Je ziet in Dene-
marken een grote betrokkenheid van de medewerkers bij
hun pensioen en overige employee benefits. Door de beleg-
gingskeuzes die onderdeel zijn van het pensioen en de tools
die ze daarbij kunnen gebruiken, worden ze automatisch in
de materie betrokken. Dat zal in Nederland ook meer gaan
gebeuren, want ook hier worden steeds meer pensioenen
aangeboden met een keuze in beleggingen. In landen waar
nog de oude modellen werken, en niets te kiezen valt, is die
betrokkenheid aanmerkelijk lager.”
Als we de genoemde cijfers van het CBS en Panteia/EIM
voorleggen, dan reageert hij enthousiast, want het is volgens
hem de hoogste tijd dat de markt, die achter de cijfers
schuilgaat, in beeld komt. Hij kent de cijfers uiteraard en
ziet niet alleen de omvang van de markt, maar kan ook uit-
leggen waardoor die enorme markt door misverstanden en
vooroordelen onder de radar van de adviseurs blijft. Het or-
ganisatiemodel van de internationale consultants blijkt ook
een rol te spelen. Het goede nieuws luidt dat hij ook oplos-
singen voor multinationale EB-vraagstukken kent.
Je kunt geen gesprek over Employee Benefits gaan voeren,
zonder eerst heldere kaders af te spreken over wat we in dit
gesprek onder EB zullen verstaan in de bedoelde markt.
Roelandt: “De opbouw van ouderdomspensioen laten we
over aan de lokale verzekeraar binnen of buiten onze groep.
GEB houdt zich uitsluitend bezig met die elementen binnen
EB die verzekerbare en dus ‘poolbare’ risico’s bevatten: over-
lijdensrisico, ongevallendekking, arbeidsongeschiktheid en
ziektekosten.”
Droommarkt
Nu duidelijk is wat we onder EB verstaan, vat Roelandt
gelijk de koe bij de horens en maakt gehakt van een aantal
vooroordelen die leven rondom internationale EB-oplossin-
november 2014 - PensioenAdvies 9
09Kaderkop_INT
10Kaderbrood_INT
gen: “Als het woord ‘multinational’ valt, dan denken advi-
seurs gelijk aan de zeer grote bedrijven waar duizenden of
tienduizenden mensen werken. Als we het over ‘risicopoo-
ling’ hebben, dan benadruk je dat vooroordeel nog eens.
Pooling wordt geassocieerd met grote ondernemingen. Dat
is wel begrijpelijk, want daar worden veel risico’s onderge-
bracht in pools. Minder bekend is dat we die kennis en
werkwijze ook kunnen toepassen voor kleinere bedrijven.
Doordat grote bedrijven door hun eigen volume lokaal al
zeer scherpe prijzen kunnen bedingen, kan pooling juist
voor middelgrote en kleine ondernemingen, die dat volume
niet hebben, zeer voordelig zijn.”
“Het is heel goed te verklaren dat adviseurs die werkzaam
zijn in het MKB niet enthousiast worden over multinatio-
nals of risicopooling. Men denkt aan tonnen premies en de
verwachting is dat de hele internationale markt het werk-
terrein is van de grote internationale spelers. Zij hebben
immers de kennis van zaken, de contacten, het netwerk en
zullen in de ogen van de mkb-adviseur voor minder grote
bedrijven ook wel het eerste aanspreekpunt zijn. In de
praktijk bevinden de middelgrote en zeker de kleine multi-
nationale bedrijven zich echter in een niemandsland. Als
zo’n bedrijf met internationale vestigingen aanklopt bij een
grote consultant om een multinationale EB-regeling op te
zetten voor alle vestigingen, dan blijkt dat een mkb-bedrijf
vaak te klein is. De internationale consultants hanteren
voor global programmes minimumcriteria en richten zich
op een veel groter volume aan premie, dan passend is voor
een mkb-bedrijf. Bij de dienstverlening aan kleine bedrijven
spelen waarschijnlijk de advieskosten ten opzichte van de
premie een belangrijke rol. De grote bureaus kennen meest-
al twee afdelingen: Local Practices: gericht op advies aan lo-
kale bedrijven en lokale entiteiten van multinationals inza-
ke lokale oplossingen. Global Practices: advies, coördinatie
en assistentie aan multinationale bedrijven inzake hun
internationale programma’s.”
“Een kleine onderneming met buitenlandse entiteiten en in-
teresse in een internationaal programma, kan hierdoor vaak
bij geen van beide terecht. Dit is geen kritiek op hun beleid,
maar enkel een feitelijke vaststelling van zaken en een on-
derbouwing van mijn betoog dat de vraag vanuit veel bedrij-
ven wel degelijk bestaat, maar dat adviseurs nog nauwelijks
op die vraag inspelen. GEB probeert de markt, met focus op
de pensioenadviseurs, een eenvoudige oplossing aan te bie-
den waarbij een standaard poolingcontract reeds kan wor-
den opgezet vanaf een risicopremie van 2.000 euro.”
De tijd dat middelgrote en kleine multinationale onderne-
mingen zich geografisch in de grensstreek bevinden of in in-
ternationale hotspots als Schiphol en Rotterdam, ligt ook ach-
ter ons. Roelandt: “Multinationals kom je door het hele land
tegen. Productontwikkeling en marketing doen bedrijven in
eigen land, maar de productie kan heel goed in China, Est-
land, Polen of Roemenië worden uitgevoerd. Vaak zijn daar-
voor ook bedrijven opgezet die deels of geheel eigendom zijn
van Nederlandse bedrijven. Nederlandse ondernemers willen
ook in het buitenland een goede werkgever zijn en een bij het
land passend EB-pakket kunnen aanbieden. Ze willen bij-
voorbeeld een goede regeling treffen voor ongevallen waarbij
er sprake is van arbeidsongeschiktheid of overlijden. Een goe-
de ziektekostenregeling leidt dan weer tot gezondere werkne-
mers. De werkgever in Nederland heeft alle belang bij een
goede regeling. Om precies dezelfde redenen waarom een be-
drijf in Nederland een goed EB-pakket aanbiedt. Je wilt im-
mers de goede mensen aantrekken en behouden. Bovendien
kun je beter vooraf nadenken over de bescherming die je als
onderneming wenst te bieden aan elk van je werknemers, dan
je door de feiten (bijvoorbeeld het plotse overlijden van een
werknemer) te laten achterhalen en te ontdekken dat er geen
regeling was getroffen. Van de kosten voor een passende EB-
regeling in een regio als Azië of Oost-Europa hoeft de werk-
gever niet terug te schrikken. Je treft immers een regeling die
aansluit bij de lokale gebruiken. Kijkend naar Nederland, dan
zie ik juist hier een droommarkt voor de lokale adviseurs. De
cijfers van het CBS tonen duidelijk aan dat de markt bestaat
en de praktijk bevestigt dat de werkgevers wel degelijk advies
en begeleiding nodig hebben.”
Google
Advies en begeleiding vereist kennis van de lokale wet- en
regelgeving, gewoontes en prijsstelling van EB-producten.
Omdat die kennis moeilijk te vergaren is, laat staan up-to-
date te houden is, hangt bij veel adviseurs een tegeltje aan
de wand met de tekst: ‘Bezint eer u begint.’
Roelandt: “Laat ik beginnen die adviseurs te prijzen om hun
wijsheid. Als een klant met vragen komt, zal een dienstver-
lener vaak zeggen dat hij een en ander wel gaat uitzoeken,
want dat zit in zijn aard. Daar kun je waar het internationale
EB-oplossingen betreft beter niet aan beginnen. Via Google
zullen adviseurs heus wel wat artikelen kunnen vinden over
EB, maar is die informatie wel compleet en betrouwbaar?
Gaat het om Polen of Roemenië, dan kun je beter je klant
managen en vervolgens aankloppen bij een expert die de
markt en de gebruiken wel kent. Ik ga niet in op alle ver-
schillen in lokale regels, want dan loopt dit artikel uit de
planning. Ik noem één voorbeeld om de verschillen in ont-
wikkeling van EB-oplossingen tussen landen te schetsen.
Nederland is een rijpe en transparante markt met een grote
concurrentie waar provisie voor complexe producten is afge-
schaft. Markten in andere landen (o.a. Oost-Europa) zijn
vaak veel recenter ontstaan en moeten nog evolueren.
De prijsverschillen tussen aanbieders zijn aanzienlijk en
aanbieders betalen ten koste van het product nog gewoon
tien tot vijftien procent aan provisie. Dit gegeven toont ook
gelijk aan dat een Nederlands moederbedrijf dat elders in
Europa of juist ver daarbuiten in Azië een keurig pakket wil
inkopen voor de werknemers, aldaar gelijk met de handen in
het haar zit. Stuurt de werkgever de offertes van onbekende
lokale adviseurs of verzekeraars door naar de Nederlandse
adviseur, dan verplaats je het probleem enkel. Je lost het
niet op, want de Nederlandse adviseur kent de markt en de
daar geldende gewoontes niet en kan dus de offertes niet
inhoudelijk beoordelen.”
Het is duidelijk dat voorzichtigheid geboden is. De vraag
naar een oplossing wordt daar alleen maar groter van. Roe-
landt: “De pensioenadviseur dient zijn klant duidelijk het
10 PensioenAdvies - november 2014
Hoe substantieel is die winstdeling in de praktijk?
Roelandt: “Een zeer ruwe schatting in de markt van em-
ployee benefits pooling laat een gemiddeld dividend ver-
moeden van om en bij de tien procent. Zelfs als in land A
de pool een negatieve uitkomst heeft, maar in landen B en
C zwarte cijfers schrijft, dan keert GEB dividend uit over
dat positieve land, onafhankelijk van de balans op multina-
tional niveau. Met andere woorden: zelfs indien de negatie-
ve balans in land A groter is dan de som van de positieve
balansen in landen B en C, wordt er toch een internationaal
dividend toegekend.”
“Onze rapportages geven de adviseur alle middelen om
jaarlijks een goed onderbouwd en declarabel onderhoudsge-
sprek te voeren. Voor de Nederlandse adviseur is het
wellicht overbodig om het te noemen, maar voor de volle-
digheid wil ik toch toevoegen dat een pooling-programma
enkel gegevens rapporteert en er dus geen commissie op
poolniveau wordt voorzien. Onze oplossing past echt in de
moderne fee-based-cultuur. Natuurlijk komen wij graag in
contact met de Nederlandse adviseurs die innovatie zoeken
in hun werkwijze. Mensen die meer willen weten, staan we
graag te woord. Adviseurs die al een goed contact hebben
met een netwerk kan ik ook alleen maar dringend aanraden
om werk te gaan maken van die enorme markt, die nu al
groot is, maar zich nog verder zal ontwikkelen. Echt, het is
een droommarkt voor de adviseur en uw advies is een
noodzaak.”
‘Brussel’
Op de valreep vragen we Roelandt hoe hij aankijkt tegen de
Europese ontwikkelingen in de wereld van Pensioen en Em-
ployee Benefits. Leidt ‘Brussel’ al tot meer eenheid en wor-
den multinationale contracten vanzelf minder ingewikkeld?
Roelandt: “Integendeel. Kijk bijvoorbeeld naar de PPI. Die
komt voort uit de Europese richtlijn voor grensoverschrijden-
de pensioenfondsen (IORP) en is in het leven geroepen om
pensioenen multinationaal uit te kunnen voeren op basis van
één lokale vergunning. Wel, in Nederland en in Denemarken
mag je de werknemer een keuze aan beleggingsproducten
aanbieden. Bij ons in België geldt voor pensioen altijd een
minimumrendementsgarantie, wat in de praktijk niet ver-
zoenbaar is met een individuele beleggingskeuze. De IORP-
richtlijn onttrekt een bedrijf niet aan de verplichting om lo-
kaal ‘compliant’ te zijn, waardoor een cross-border-oplossing
in de realiteit nog zeer onpraktisch is.”
“Ander voorbeeld. We hebben allemaal te maken met de-
zelfde Europese anti-discriminatieregels. In België mag je bij
pensioen geen onderscheid maken in leeftijd (tenzij binnen
zeer strikte regels), maar wel in dienstjaren. In Nederland
gelden staffels die wel op leeftijd zijn gebaseerd. Dat oude
regelingen tot verschillen per land leiden, dat kunnen we
vanuit historie wel billijken, maar als zelfs recente wetge-
ving op korte en middellange termijn niet aan gelijkvormig-
heid bijdraagt, dan zullen we als netwerk nog heel lang van
onze poolexpertise kunnen genieten.”
onderscheid bij te brengen tussen adviserend optreden inza-
ke de globale aanpak, meer bepaald het internationale pro-
gramma en de gedetailleerde uitwerking van de lokale op-
lossingen. Dit laatste dient door een lokale consultant of
verzekeraar te gebeuren. De pensioenadviseur helpt de cen-
trale klant enkel om overzicht te houden over de verschil-
lende dekkingen wereldwijd en om in contact te komen met
betrouwbare spelers die op lokaal vlak advies en oplossingen
kunnen leveren.”
“Als je als adviseur terugschrikt van de complexe materie, je
vingers er liever niet aan brandt en het boek sluit, dan blijft
de klant met zijn probleem zitten. Ik zie een morele plicht
om het Nederlandse bedrijf wél over de grens te volgen en
werk te maken van internationaal EB. Ook commercieel is
het verstandig, want anders zet je de deur open voor de con-
current. Ik kan iedereen alleen maar aanraden om zich te
verdiepen in de materie, want het is noodzakelijk dat de
markt gezien wordt en Nederlandse adviseurs werk gaan
maken van de vraag.”
Klompen
Om het proces tastbaar te maken gaan we uit van een
Nederlands bedrijf dat de productie van medische klompen
heeft verplaatst naar Polen. (Iedere gelijkenis met een moge-
lijk bestaand bedrijf berust op louter toeval.) In Nederland
zijn de gebruikelijke EB-verzekeringen afgesloten en het be-
drijf maakt gebruik van de diensten van een adviseur. De
werkgever wil voor de werknemers in Polen een EB-basis-
pakket opzetten met dekking voor overlijden en ongevallen.
De adviseur legt de zaak voor aan Generali Nederland, die
vervolgens via het GEB-netwerk, zo nodig met ondersteu-
ning van de lokale adviseurs of een lokale verzekeraar, met
een voorstel komt dat aansluit bij de eisen en wensen van de
werkgever conform de Poolse regels.
“Het advies, de oplossing en de begeleiding zijn altijd een lo-
kale activiteit. Is het contract afgerond, dan wordt dit opge-
nomen in onze multi-employer-pool genaamd Generali
Multi Plan. Hierin worden de risico’s van alle deelnemende
multinationals globaal herverzekerd. De klant merkt daar in
het proces niets van. Niet bij het afsluiten en niet bij latere
eventuele claims. Die doet gewoon zaken met zijn ver-
trouwde lokale adviseur en heeft het voordeel van de ‘one
stop shopping’ en heeft zo vanaf zijn hoofdkantoor tevens
controle over de verschillende lokale voorzieningen.”
Is de adviseur in Nederland niet vreselijk kwetsbaar? Als hij
al het voorwerk heeft gedaan en zogezegd het wiel heeft uit-
gevonden, dan kan vervolgens een concurrent de zaak over-
nemen door het prijswapen uit de kast te halen.
Roelandt: “Onze ervaring met pooling leert, dat deze contrac-
ten juist langer lopen. De adviseur kan daardoor veilig zijn
kostbare tijd in zo’n contract investeren. De omvang van de
pool vlakt pieken door onverwacht veel claims af, waardoor
een werkgever niet zal schrikken van de jaarlijkse rapporta-
ges. Daarenboven speelt de internationale winstdeling ook
een doorslaggevende rol bij het continueren van de relatie.”

More Related Content

Viewers also liked

ГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группа
ГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группаГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группа
ГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группа
Katerina Novoselova
 
Formato informe de laboratorio
Formato informe de laboratorioFormato informe de laboratorio
Formato informe de laboratorio
mkciencias
 
Rockets live stream
Rockets live streamRockets live stream
Rockets live stream
ariaemily
 
Parasitología humana Introrducción
Parasitología humana  IntrorducciónParasitología humana  Introrducción
Parasitología humana Introrducción
Master Posada
 
Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2
Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2
Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2
Surryaraj Poobalan
 
How to Make Awesome SlideShares: Tips & Tricks
How to Make Awesome SlideShares: Tips & TricksHow to Make Awesome SlideShares: Tips & Tricks
How to Make Awesome SlideShares: Tips & Tricks
SlideShare
 
Getting Started With SlideShare
Getting Started With SlideShareGetting Started With SlideShare
Getting Started With SlideShare
SlideShare
 

Viewers also liked (7)

ГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группа
ГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группаГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группа
ГБОУ Школа №1238: рождественская лесная сказка 10 группа
 
Formato informe de laboratorio
Formato informe de laboratorioFormato informe de laboratorio
Formato informe de laboratorio
 
Rockets live stream
Rockets live streamRockets live stream
Rockets live stream
 
Parasitología humana Introrducción
Parasitología humana  IntrorducciónParasitología humana  Introrducción
Parasitología humana Introrducción
 
Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2
Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2
Sistem pengangkutan dalam manusia tingkatan 3 bab 2
 
How to Make Awesome SlideShares: Tips & Tricks
How to Make Awesome SlideShares: Tips & TricksHow to Make Awesome SlideShares: Tips & Tricks
How to Make Awesome SlideShares: Tips & Tricks
 
Getting Started With SlideShare
Getting Started With SlideShareGetting Started With SlideShare
Getting Started With SlideShare
 

Similar to Aandacht_voor_de_grote_markt_van_kleine_bedrijven_Pensioenadvies_november_2014

Wereldspelers
Wereldspelers Wereldspelers
Wereldspelers Ageas
 
Casusbeschrijvingen
CasusbeschrijvingenCasusbeschrijvingen
Casusbeschrijvingen
Berenschot
 
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014HetOndernemersBelang
 
Cases Inhousedag
Cases InhousedagCases Inhousedag
Cases Inhousedag
Annick Peels
 
Human Capital in de 21e eeuw
Human Capital in de 21e eeuwHuman Capital in de 21e eeuw
Human Capital in de 21e eeuwhan mesters
 
Presentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpen
Presentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpenPresentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpen
Presentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpen
han mesters
 
Impact Investing Nieuws 1 April 2017
Impact Investing Nieuws 1 April 2017Impact Investing Nieuws 1 April 2017
Impact Investing Nieuws 1 April 2017
Drs Alcanne Houtzaager MA
 
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemersWaar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Chris Noordam
 
Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114
Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114
Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114
Bert Vredeveld
 
Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014
HetOndernemersBelang
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Hilde Agterbos
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPArnaud Veere
 
Impact Investing in Nederland door Institutionele Investeerders
Impact Investing in Nederland door Institutionele InvesteerdersImpact Investing in Nederland door Institutionele Investeerders
Impact Investing in Nederland door Institutionele Investeerders
Drs Alcanne Houtzaager MA
 
Wordt nederland niet te klein voor u
Wordt nederland niet te klein voor uWordt nederland niet te klein voor u
Wordt nederland niet te klein voor u
visserenvisser
 
Debt Sales Event 2016_Programmaboekje
Debt Sales Event 2016_ProgrammaboekjeDebt Sales Event 2016_Programmaboekje
Debt Sales Event 2016_ProgrammaboekjeIngrid Hobbel
 
Ondernemers Coverstory Feb 2010
Ondernemers Coverstory Feb  2010Ondernemers Coverstory Feb  2010
Ondernemers Coverstory Feb 2010
jandemey
 
De maatschappij 27 februari 2014 High VIVE Rotterdam
De maatschappij 27 februari 2014 High VIVE RotterdamDe maatschappij 27 februari 2014 High VIVE Rotterdam
De maatschappij 27 februari 2014 High VIVE RotterdamChris Noordam
 
Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212
HetOndernemersBelang
 
Fov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperaties
Fov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperatiesFov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperaties
Fov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperatiesMagnitudeConsulting
 

Similar to Aandacht_voor_de_grote_markt_van_kleine_bedrijven_Pensioenadvies_november_2014 (20)

Wereldspelers
Wereldspelers Wereldspelers
Wereldspelers
 
Casusbeschrijvingen
CasusbeschrijvingenCasusbeschrijvingen
Casusbeschrijvingen
 
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Utrecht Foodvalley 4-2014
 
Cases Inhousedag
Cases InhousedagCases Inhousedag
Cases Inhousedag
 
Human Capital in de 21e eeuw
Human Capital in de 21e eeuwHuman Capital in de 21e eeuw
Human Capital in de 21e eeuw
 
Presentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpen
Presentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpenPresentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpen
Presentatie ABN Amro int'l hr offsite in antwerpen
 
Impact Investing Nieuws 1 April 2017
Impact Investing Nieuws 1 April 2017Impact Investing Nieuws 1 April 2017
Impact Investing Nieuws 1 April 2017
 
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemersWaar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
Waar verdient Nederland over 10 jaar geld mee? -ONL voor ondernemers
 
Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114
Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114
Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden/Hoeksche Waard 0114
 
Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014
Magazine Hét Ondernemersbelang Zeeland 4-2014
 
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
Op weg naar een ondernemende samenleving (essay)
 
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZPDe-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
De-ZZP-Maatschappij-KIZO-ECHTZZP
 
Impact Investing in Nederland door Institutionele Investeerders
Impact Investing in Nederland door Institutionele InvesteerdersImpact Investing in Nederland door Institutionele Investeerders
Impact Investing in Nederland door Institutionele Investeerders
 
Wordt nederland niet te klein voor u
Wordt nederland niet te klein voor uWordt nederland niet te klein voor u
Wordt nederland niet te klein voor u
 
IJBM 15.09 sept 2015 [web]
IJBM 15.09 sept 2015 [web]IJBM 15.09 sept 2015 [web]
IJBM 15.09 sept 2015 [web]
 
Debt Sales Event 2016_Programmaboekje
Debt Sales Event 2016_ProgrammaboekjeDebt Sales Event 2016_Programmaboekje
Debt Sales Event 2016_Programmaboekje
 
Ondernemers Coverstory Feb 2010
Ondernemers Coverstory Feb  2010Ondernemers Coverstory Feb  2010
Ondernemers Coverstory Feb 2010
 
De maatschappij 27 februari 2014 High VIVE Rotterdam
De maatschappij 27 februari 2014 High VIVE RotterdamDe maatschappij 27 februari 2014 High VIVE Rotterdam
De maatschappij 27 februari 2014 High VIVE Rotterdam
 
Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Flevoland 0212
 
Fov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperaties
Fov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperatiesFov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperaties
Fov interview wannes-remmers__pieter_langereis_over_cooperaties
 

Aandacht_voor_de_grote_markt_van_kleine_bedrijven_Pensioenadvies_november_2014

  • 1. VOOR ADVISEURS OVER PENSIOENEN EN ANDERE TOEKOMSTVOORZIENINGEN 10305160 PENSIOENADVIES11-JAARGANG25-NOVEMBER2014 Sven Roelandt, Generali Employee Benefits Network 11 ‘Aandacht voor grote markt van kleine bedrijven’
  • 2. 6 PensioenAdvies - november 2014 ‘Kleine multinationals snakken naar EB-advies’ Wij Nederlanders zien ons landje graag als middelpunt der aarde. Belgen kijken verfrissend anders naar zichzelf en de wereld. De Vlaming Sven Roelandt is binnen het Generali Employee Benefits Network, Area Manager voor de ‘Nordics’ en de Benelux. Hij ziet ruim tienduizend multinationals in het MKB die zitten te springen om advies en een passende oplossing voor hun specifieke EB-vraagstukken. In dit interview met PA prikt hij vooroordelen over ‘pooling’ door, legt hij uit hoe het kan dat die grote markt onbewerkt bleef en waarschuwt hij met klem voor Google als bron van multinationale EB-kennis. Sven Roelandt: Aandacht voor grote markt van kleine bedrijven Ons Centraal Bureau voor de Statistiek beheert een schat- kamer aan informatie. Zo vonden we een onderzoek dat in- zicht geeft in het aantal multinationale bedrijven dat in ons land actief is. De informatie betreft niet de Shell’s en Coca Cola’s van deze wereld, maar gaat juist over middelgrote en kleine ondernemingen die in het buitenland investeren. Onderzoeksbureau Panteia/EIM heeft de kleine multinatio- nals, in samenwerking met het CBS, over de periode 2004- 2010 in kaart gebracht. Veel bedrijven zijn internationaal ac- tief en een groot deel daarvan heeft buitenlandse vestigingen. Nederland behoort wereldwijd tot de koplopers als het gaat om directe investeringen in het buitenland, zo stelt het CBS. Over investeringen in het buitenland van onze middelgrote en kleine bedrijven was voor de publicatie van de onderzoe- kers nog weinig bekend. In 2010 hadden in totaal 12.000 van die bedrijven (in Nederlands eigendom) investeringen in het buitenland. Dat is één procent van het totale MKB. De bui- tenlandse investeringen van die bedrijven vertegenwoordigen een waarde van 13 miljard euro in 2010. Het aandeel van het MKB in de totale waarde van de buitenlandse investeringen door het Nederlandse bedrijfsleven in 2010 was bijna twee procent. De waarde van de buitenlandse investeringen door middelgrote en kleine bedrijven nam tijdens de periode 2004-2010 fors toe, met bijna vijftig procent. Industriële bedrijven zijn goed voor bijna eenderde van de waarde van de investeringen. De groothandel draagt voor ongeveer een kwart bij en de zakelijke dienstverlening voor eenvijfde. Van het aantal mkb-bedrijven met investeringen in het bui- tenland was in 2010 ongeveer een kwart afkomstig uit de zakelijke dienstverlening, ruim twintig procent uit de groot- handel en vijftien procent uit de industrie. De helft van deze bedrijven zijn uiterst kleine bedrijven met minder dan tien werkzame personen in dienst. Bijna een op de vijf klei- ne en middelgrote bedrijven met buitenlandse investeringen heeft twintig tot vijftig personen in dienst. Pandora Als ruim tienduizend bedrijven in het buitenland investe- ren, dan mogen we veronderstellen dat een groot deel van die bedrijven ook direct of indirect medewerkers in het bui- tenland heeft. Gezien de forse groei van de investe- ringen kunnen we spreken van een dynamische markt. Binnen die groep zal het bo- vendien een komen en gaan zijn van nieuwe bedrijven die afhankelijk van geopoli- tieke ontwikkelingen en een trend als globalisering de vleugels uitslaan over onze landsgrenzen. Terwijl andere bedrijven vanuit het buiten- land graag een ‘pied-à-terre’ in ons land hebben. Al die klei- ne multinationals tezamen moeten toch een markt vormen, dachten wij, en kansen opleveren voor EB-adviseurs. In de archieven van PA vinden we meerdere artikelen over grensoverschrijdend pensioen en andere multinationale EB- perikelen. De focus in die artikelen lag op bedrijven die werk- zaam waren langs onze grenzen en op de problematiek rond TEKST ECKHARDT DULFER FOTOGRAFIE ROEL DIJKSTRA FOTOGRAFIE In de praktijk bevinden middel- grote en kleine multinationale bedrijven zich in een niemandsland
  • 3. november 2014 - PensioenAdvies 7 Sven Roelandt heeft een volwassen loopbaan in de internati- onale EB-wereld. Hij werkte eerder voor Zurich, het latere Vivium en het onafhankelijke netwerk Insurope. Vanuit zijn (overigens weinig gebruikte) werkplek in Brussel is hij nu Area Manager Employee Benefits voor de Benelux en de ‘Nordics’. Hij koos voor een bèta studie en behaalde zijn bachelor Mathematics, Physics & Chemistry aan de Hoge School van Gent. Naast Nederlands en Frans beheerst hij de Spaanse en Engelse taal.
  • 4. 8 PensioenAdvies - november 2014 Sven Roelandt: “De pensioenadviseur helpt de centrale klant enkel om over- zicht te houden over de verschillende dekkingen wereldwijd en om in contact te komen met betrouwbare spelers die op lokaal vlak advies en oplossingen kunnen leveren.” expats. Hoewel we steeds een markt zagen voor professionele adviseurs, vertelden die adviseurs ons dat pensioen, sociale zekerheid en zorg in ons land al complex genoeg zijn en onze regels absoluut niet matchen met bijvoorbeeld Duitse of Bel- gische wetten. Adviseurs beschouwden internationale oplos- singen als een doos van Pandora, die beter gesloten kon blij- ven. Het feit dat tot voor kort het beheer van deze complexe contracten uit afsluitprovisie gefinancierd moest worden, zal ook een rol gespeeld hebben. De moderne beloningsvormen en een bewezen groeimarkt bieden nu samen een aanleiding om de doos van Pandora weer eens open te trekken. Marktleider Gewapend met de gegevens van Panteia/EIM gingen we op zoek naar een expert om de huidige ontwikkelingen te be- spreken. Generali Employee Benefits (kortweg GEB) speel- de zich de afgelopen decennia in de kijker door spraakma- kende contracten af te sluiten met multinationals. Hoewel de mondiale verzekeraar in ons land een relatief kleine spe- cialist is in pensioen- en inkomensverzekeringen met veel kennis van het MKB, is het GEB Netwerk de wereldwijde marktleider in risicopooling van Employee Benefits en lever- de daardoor voor ons de gezochte vraagbaak op. Via Gene- rali Verzekeringsgroep in Nederland kwamen we in contact met Sven Roelandt, een welbespraakte Vlaming die in het gesprek met veel passie pleit voor aandacht voor de grote markt van kleine bedrijven. Roelandt heeft een volwassen loopbaan in de internationale EB-wereld. Hij werkte eerder voor Zurich, het latere Vivi- um en het onafhankelijke netwerk Insurope. Vanuit zijn (overigens weinig gebruikte) werkplek in Brussel is hij nu Area Manager Employee Benefits voor de Benelux en de ‘Nordics’ (Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden). In veel landen wordt samengewerkt met de lokale vestiging van de Generali Groep en waar een dergelijke vestiging ontbreekt, werkt het netwerk samen met andere lokale ver- zekeraars. Het netwerk is actief in ruim 120 landen. De sa- menvoeging van Benelux en de ‘Nordics’ zien we bij meer grote internationale financiële ondernemingen terug. Deels ligt de oorzaak in de beperkte marktomvang van de onder- linge landen en deels in de overlap van wet- en regelgeving en gewoontes. Volgens Roelandt zijn de overeenkomsten tussen bijvoor- beeld Denemarken en ons land heel groot. “Je ziet in Dene- marken een grote betrokkenheid van de medewerkers bij hun pensioen en overige employee benefits. Door de beleg- gingskeuzes die onderdeel zijn van het pensioen en de tools die ze daarbij kunnen gebruiken, worden ze automatisch in de materie betrokken. Dat zal in Nederland ook meer gaan gebeuren, want ook hier worden steeds meer pensioenen aangeboden met een keuze in beleggingen. In landen waar nog de oude modellen werken, en niets te kiezen valt, is die betrokkenheid aanmerkelijk lager.” Als we de genoemde cijfers van het CBS en Panteia/EIM voorleggen, dan reageert hij enthousiast, want het is volgens hem de hoogste tijd dat de markt, die achter de cijfers schuilgaat, in beeld komt. Hij kent de cijfers uiteraard en ziet niet alleen de omvang van de markt, maar kan ook uit- leggen waardoor die enorme markt door misverstanden en vooroordelen onder de radar van de adviseurs blijft. Het or- ganisatiemodel van de internationale consultants blijkt ook een rol te spelen. Het goede nieuws luidt dat hij ook oplos- singen voor multinationale EB-vraagstukken kent. Je kunt geen gesprek over Employee Benefits gaan voeren, zonder eerst heldere kaders af te spreken over wat we in dit gesprek onder EB zullen verstaan in de bedoelde markt. Roelandt: “De opbouw van ouderdomspensioen laten we over aan de lokale verzekeraar binnen of buiten onze groep. GEB houdt zich uitsluitend bezig met die elementen binnen EB die verzekerbare en dus ‘poolbare’ risico’s bevatten: over- lijdensrisico, ongevallendekking, arbeidsongeschiktheid en ziektekosten.” Droommarkt Nu duidelijk is wat we onder EB verstaan, vat Roelandt gelijk de koe bij de horens en maakt gehakt van een aantal vooroordelen die leven rondom internationale EB-oplossin-
  • 5. november 2014 - PensioenAdvies 9 09Kaderkop_INT 10Kaderbrood_INT gen: “Als het woord ‘multinational’ valt, dan denken advi- seurs gelijk aan de zeer grote bedrijven waar duizenden of tienduizenden mensen werken. Als we het over ‘risicopoo- ling’ hebben, dan benadruk je dat vooroordeel nog eens. Pooling wordt geassocieerd met grote ondernemingen. Dat is wel begrijpelijk, want daar worden veel risico’s onderge- bracht in pools. Minder bekend is dat we die kennis en werkwijze ook kunnen toepassen voor kleinere bedrijven. Doordat grote bedrijven door hun eigen volume lokaal al zeer scherpe prijzen kunnen bedingen, kan pooling juist voor middelgrote en kleine ondernemingen, die dat volume niet hebben, zeer voordelig zijn.” “Het is heel goed te verklaren dat adviseurs die werkzaam zijn in het MKB niet enthousiast worden over multinatio- nals of risicopooling. Men denkt aan tonnen premies en de verwachting is dat de hele internationale markt het werk- terrein is van de grote internationale spelers. Zij hebben immers de kennis van zaken, de contacten, het netwerk en zullen in de ogen van de mkb-adviseur voor minder grote bedrijven ook wel het eerste aanspreekpunt zijn. In de praktijk bevinden de middelgrote en zeker de kleine multi- nationale bedrijven zich echter in een niemandsland. Als zo’n bedrijf met internationale vestigingen aanklopt bij een grote consultant om een multinationale EB-regeling op te zetten voor alle vestigingen, dan blijkt dat een mkb-bedrijf vaak te klein is. De internationale consultants hanteren voor global programmes minimumcriteria en richten zich op een veel groter volume aan premie, dan passend is voor een mkb-bedrijf. Bij de dienstverlening aan kleine bedrijven spelen waarschijnlijk de advieskosten ten opzichte van de premie een belangrijke rol. De grote bureaus kennen meest- al twee afdelingen: Local Practices: gericht op advies aan lo- kale bedrijven en lokale entiteiten van multinationals inza- ke lokale oplossingen. Global Practices: advies, coördinatie en assistentie aan multinationale bedrijven inzake hun internationale programma’s.” “Een kleine onderneming met buitenlandse entiteiten en in- teresse in een internationaal programma, kan hierdoor vaak bij geen van beide terecht. Dit is geen kritiek op hun beleid, maar enkel een feitelijke vaststelling van zaken en een on- derbouwing van mijn betoog dat de vraag vanuit veel bedrij- ven wel degelijk bestaat, maar dat adviseurs nog nauwelijks op die vraag inspelen. GEB probeert de markt, met focus op de pensioenadviseurs, een eenvoudige oplossing aan te bie- den waarbij een standaard poolingcontract reeds kan wor- den opgezet vanaf een risicopremie van 2.000 euro.” De tijd dat middelgrote en kleine multinationale onderne- mingen zich geografisch in de grensstreek bevinden of in in- ternationale hotspots als Schiphol en Rotterdam, ligt ook ach- ter ons. Roelandt: “Multinationals kom je door het hele land tegen. Productontwikkeling en marketing doen bedrijven in eigen land, maar de productie kan heel goed in China, Est- land, Polen of Roemenië worden uitgevoerd. Vaak zijn daar- voor ook bedrijven opgezet die deels of geheel eigendom zijn van Nederlandse bedrijven. Nederlandse ondernemers willen ook in het buitenland een goede werkgever zijn en een bij het land passend EB-pakket kunnen aanbieden. Ze willen bij- voorbeeld een goede regeling treffen voor ongevallen waarbij er sprake is van arbeidsongeschiktheid of overlijden. Een goe- de ziektekostenregeling leidt dan weer tot gezondere werkne- mers. De werkgever in Nederland heeft alle belang bij een goede regeling. Om precies dezelfde redenen waarom een be- drijf in Nederland een goed EB-pakket aanbiedt. Je wilt im- mers de goede mensen aantrekken en behouden. Bovendien kun je beter vooraf nadenken over de bescherming die je als onderneming wenst te bieden aan elk van je werknemers, dan je door de feiten (bijvoorbeeld het plotse overlijden van een werknemer) te laten achterhalen en te ontdekken dat er geen regeling was getroffen. Van de kosten voor een passende EB- regeling in een regio als Azië of Oost-Europa hoeft de werk- gever niet terug te schrikken. Je treft immers een regeling die aansluit bij de lokale gebruiken. Kijkend naar Nederland, dan zie ik juist hier een droommarkt voor de lokale adviseurs. De cijfers van het CBS tonen duidelijk aan dat de markt bestaat en de praktijk bevestigt dat de werkgevers wel degelijk advies en begeleiding nodig hebben.” Google Advies en begeleiding vereist kennis van de lokale wet- en regelgeving, gewoontes en prijsstelling van EB-producten. Omdat die kennis moeilijk te vergaren is, laat staan up-to- date te houden is, hangt bij veel adviseurs een tegeltje aan de wand met de tekst: ‘Bezint eer u begint.’ Roelandt: “Laat ik beginnen die adviseurs te prijzen om hun wijsheid. Als een klant met vragen komt, zal een dienstver- lener vaak zeggen dat hij een en ander wel gaat uitzoeken, want dat zit in zijn aard. Daar kun je waar het internationale EB-oplossingen betreft beter niet aan beginnen. Via Google zullen adviseurs heus wel wat artikelen kunnen vinden over EB, maar is die informatie wel compleet en betrouwbaar? Gaat het om Polen of Roemenië, dan kun je beter je klant managen en vervolgens aankloppen bij een expert die de markt en de gebruiken wel kent. Ik ga niet in op alle ver- schillen in lokale regels, want dan loopt dit artikel uit de planning. Ik noem één voorbeeld om de verschillen in ont- wikkeling van EB-oplossingen tussen landen te schetsen. Nederland is een rijpe en transparante markt met een grote concurrentie waar provisie voor complexe producten is afge- schaft. Markten in andere landen (o.a. Oost-Europa) zijn vaak veel recenter ontstaan en moeten nog evolueren. De prijsverschillen tussen aanbieders zijn aanzienlijk en aanbieders betalen ten koste van het product nog gewoon tien tot vijftien procent aan provisie. Dit gegeven toont ook gelijk aan dat een Nederlands moederbedrijf dat elders in Europa of juist ver daarbuiten in Azië een keurig pakket wil inkopen voor de werknemers, aldaar gelijk met de handen in het haar zit. Stuurt de werkgever de offertes van onbekende lokale adviseurs of verzekeraars door naar de Nederlandse adviseur, dan verplaats je het probleem enkel. Je lost het niet op, want de Nederlandse adviseur kent de markt en de daar geldende gewoontes niet en kan dus de offertes niet inhoudelijk beoordelen.” Het is duidelijk dat voorzichtigheid geboden is. De vraag naar een oplossing wordt daar alleen maar groter van. Roe- landt: “De pensioenadviseur dient zijn klant duidelijk het
  • 6. 10 PensioenAdvies - november 2014 Hoe substantieel is die winstdeling in de praktijk? Roelandt: “Een zeer ruwe schatting in de markt van em- ployee benefits pooling laat een gemiddeld dividend ver- moeden van om en bij de tien procent. Zelfs als in land A de pool een negatieve uitkomst heeft, maar in landen B en C zwarte cijfers schrijft, dan keert GEB dividend uit over dat positieve land, onafhankelijk van de balans op multina- tional niveau. Met andere woorden: zelfs indien de negatie- ve balans in land A groter is dan de som van de positieve balansen in landen B en C, wordt er toch een internationaal dividend toegekend.” “Onze rapportages geven de adviseur alle middelen om jaarlijks een goed onderbouwd en declarabel onderhoudsge- sprek te voeren. Voor de Nederlandse adviseur is het wellicht overbodig om het te noemen, maar voor de volle- digheid wil ik toch toevoegen dat een pooling-programma enkel gegevens rapporteert en er dus geen commissie op poolniveau wordt voorzien. Onze oplossing past echt in de moderne fee-based-cultuur. Natuurlijk komen wij graag in contact met de Nederlandse adviseurs die innovatie zoeken in hun werkwijze. Mensen die meer willen weten, staan we graag te woord. Adviseurs die al een goed contact hebben met een netwerk kan ik ook alleen maar dringend aanraden om werk te gaan maken van die enorme markt, die nu al groot is, maar zich nog verder zal ontwikkelen. Echt, het is een droommarkt voor de adviseur en uw advies is een noodzaak.” ‘Brussel’ Op de valreep vragen we Roelandt hoe hij aankijkt tegen de Europese ontwikkelingen in de wereld van Pensioen en Em- ployee Benefits. Leidt ‘Brussel’ al tot meer eenheid en wor- den multinationale contracten vanzelf minder ingewikkeld? Roelandt: “Integendeel. Kijk bijvoorbeeld naar de PPI. Die komt voort uit de Europese richtlijn voor grensoverschrijden- de pensioenfondsen (IORP) en is in het leven geroepen om pensioenen multinationaal uit te kunnen voeren op basis van één lokale vergunning. Wel, in Nederland en in Denemarken mag je de werknemer een keuze aan beleggingsproducten aanbieden. Bij ons in België geldt voor pensioen altijd een minimumrendementsgarantie, wat in de praktijk niet ver- zoenbaar is met een individuele beleggingskeuze. De IORP- richtlijn onttrekt een bedrijf niet aan de verplichting om lo- kaal ‘compliant’ te zijn, waardoor een cross-border-oplossing in de realiteit nog zeer onpraktisch is.” “Ander voorbeeld. We hebben allemaal te maken met de- zelfde Europese anti-discriminatieregels. In België mag je bij pensioen geen onderscheid maken in leeftijd (tenzij binnen zeer strikte regels), maar wel in dienstjaren. In Nederland gelden staffels die wel op leeftijd zijn gebaseerd. Dat oude regelingen tot verschillen per land leiden, dat kunnen we vanuit historie wel billijken, maar als zelfs recente wetge- ving op korte en middellange termijn niet aan gelijkvormig- heid bijdraagt, dan zullen we als netwerk nog heel lang van onze poolexpertise kunnen genieten.” onderscheid bij te brengen tussen adviserend optreden inza- ke de globale aanpak, meer bepaald het internationale pro- gramma en de gedetailleerde uitwerking van de lokale op- lossingen. Dit laatste dient door een lokale consultant of verzekeraar te gebeuren. De pensioenadviseur helpt de cen- trale klant enkel om overzicht te houden over de verschil- lende dekkingen wereldwijd en om in contact te komen met betrouwbare spelers die op lokaal vlak advies en oplossingen kunnen leveren.” “Als je als adviseur terugschrikt van de complexe materie, je vingers er liever niet aan brandt en het boek sluit, dan blijft de klant met zijn probleem zitten. Ik zie een morele plicht om het Nederlandse bedrijf wél over de grens te volgen en werk te maken van internationaal EB. Ook commercieel is het verstandig, want anders zet je de deur open voor de con- current. Ik kan iedereen alleen maar aanraden om zich te verdiepen in de materie, want het is noodzakelijk dat de markt gezien wordt en Nederlandse adviseurs werk gaan maken van de vraag.” Klompen Om het proces tastbaar te maken gaan we uit van een Nederlands bedrijf dat de productie van medische klompen heeft verplaatst naar Polen. (Iedere gelijkenis met een moge- lijk bestaand bedrijf berust op louter toeval.) In Nederland zijn de gebruikelijke EB-verzekeringen afgesloten en het be- drijf maakt gebruik van de diensten van een adviseur. De werkgever wil voor de werknemers in Polen een EB-basis- pakket opzetten met dekking voor overlijden en ongevallen. De adviseur legt de zaak voor aan Generali Nederland, die vervolgens via het GEB-netwerk, zo nodig met ondersteu- ning van de lokale adviseurs of een lokale verzekeraar, met een voorstel komt dat aansluit bij de eisen en wensen van de werkgever conform de Poolse regels. “Het advies, de oplossing en de begeleiding zijn altijd een lo- kale activiteit. Is het contract afgerond, dan wordt dit opge- nomen in onze multi-employer-pool genaamd Generali Multi Plan. Hierin worden de risico’s van alle deelnemende multinationals globaal herverzekerd. De klant merkt daar in het proces niets van. Niet bij het afsluiten en niet bij latere eventuele claims. Die doet gewoon zaken met zijn ver- trouwde lokale adviseur en heeft het voordeel van de ‘one stop shopping’ en heeft zo vanaf zijn hoofdkantoor tevens controle over de verschillende lokale voorzieningen.” Is de adviseur in Nederland niet vreselijk kwetsbaar? Als hij al het voorwerk heeft gedaan en zogezegd het wiel heeft uit- gevonden, dan kan vervolgens een concurrent de zaak over- nemen door het prijswapen uit de kast te halen. Roelandt: “Onze ervaring met pooling leert, dat deze contrac- ten juist langer lopen. De adviseur kan daardoor veilig zijn kostbare tijd in zo’n contract investeren. De omvang van de pool vlakt pieken door onverwacht veel claims af, waardoor een werkgever niet zal schrikken van de jaarlijkse rapporta- ges. Daarenboven speelt de internationale winstdeling ook een doorslaggevende rol bij het continueren van de relatie.”