1. § 3.1
De opkomst van de
islam
§ 3.2
Hofstelsel en
horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in
Europa
Extra: ‘Medieval lives’
2. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Kenmerkend aspect:
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
In de 7e eeuw ontstond in Arabië een derde monotheïstische
godsdienst, de islam. Voor de verspreiding van hun godsdienst
veroverden Arabische moslims een groot gebied tot aan Noord-
Spanje en India. Er ontstond een Arabisch rijk met een
bloeiende cultuur waarin de islam, het Arabische schrift en de
Arabische taal dominant waren. In 750 viel het rijk uiteen, maar
de islamitische wereld bleef een economische en culturele
eenheid.
3. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Wat is de betekenis
van de Slag bij Poitiers
(732) voor de Europese
geschiedenis?
4. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Islam = “Zij die zich onderwerpen aan de
enige God”
610: Mohammeds visioen op de berg Hira
Vanaf 622: razendsnelle verspreiding
Aangrenzende rijken waren zwak
Jihad = drang om geloof te verspreiden
Tolerantie t.o.v. andere geloven
Derde monotheïstische wereldreligie
Overeenkomst: gebruik van heilige boeken,
Mohammed nam ideeën over uit jodendom en
christendom
Verschil: vanaf begin een echte religie
5. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
6. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Mohammed werd rond 570 geboren in Mekka
Nomadische stammen op Arabische
schiereilanden waren polytheïstisch: vereerden
meerdere natuurgoden
Vroege islam smeedde religieuze, maar óók
politieke eenheid
Einde aan stammenstrijd, want loyaliteit aan
islam kwam op eerste plaats
Islamitische leefregels en wetten (geen
scheiding tussen geloof en bestuur)
Vestigden zich als bovenlaag (hieven
belastingen)
7. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Soennieten (leider hoeft geen afstammeling van Mohammed te zijn) en Sji’ieten
(volgelingen van Ali, neef van Mohammed)
8. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Confrontatie met Europa in
negatieve zin:
1000-1492: Paus roept op tot
Reconquista
Confrontatie met Europa in
positieve zin:
Handel zorgde voor contact
Islamitische beschaving hoog
ontwikkeld, via Byzantium
keerden Griekse geschriften
‘terug’ naar Europa
9. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Islamitische “Gouden Eeuw” (750 – 1250)
Bloei van wetenschap, kunst en cultuur:
Vertalen Griekse geschriften
Verbeteren wetenschap uit de Oudheid
Voorbeeld: astronomie, wiskunde, geneeskunde,
cartografie
Mohammed Al-Chwarzimi (780-850, uitvinder
algebra, oplossen vergelijkingen, wegwerken
met haakjes)
Voorbeeld: poëzie, schilderkunst, architectuur,
filosofie
Voorsprong op middeleeuws Europa
10. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Heeft de Slag bij Poitiers het
verloop van de Europese
geschiedenis veranderd?
11. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Kenmerkend aspect:
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane
cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via
hofstelsel en horigheid
Door de ondergang van het West-Romeinse rijk verminderde de bevolking, zakten
nijverheid en handel in en viel de landbouwstedelijke samenleving in West-Europa
uit elkaar. In de Germaanse staten trokken stedelingen naar het platteland waar
een landbouwsamenleving ontstond en waar ze bescherming zochten van lokale
machthebbers. Om te zorgen voor wederzijdse zekerheid kwamen de horigheid en
het zelfvoorzienende hofstelsel tot ontwikkeling.
12. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Problemen in het West-Romeinse rijk
Volksverhuizingen
476: laatste keizer wordt afgezet
Van een argrarisch-urbane naar een
landbouwsamenleving
Teruggang handel en nijverheid en dus van
de geldeconomie
Ondergang van de steden door onveiligheid
Wegvallen grenzen en infrastructuur
Het wordt lastiger aan eten te komen of om
te reizen voor de handel
Na 500: (bijna) iedereen autarkisch boer
13. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Vrije boeren, horige boeren,
lijfeigenen
Honger, armoede,
onveiligheid
Geen leger voor de
bescherming
Richtten zich tot de lage adel
Bescherming en
landbouwgrond in ruil voor
een deel van de oogst en
herendiensten
> Hofstelsel
14. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Rechten en
plichten horige
boeren
Waarom zouden
boeren hun vrijheid
opgeven om door
middel van het
hofstelsel horig aan
een heer te worden?
15. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Hofstelsel =
economisch systeem
Feodale stelsel =
politiek systeem
16. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Kenmerkend aspect:
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Omstreeks 800 kwam in het Frankische rijk van Karel de Grote het feodale
stelsel tot ontplooiing. Voor het bestuur van hun rijk gebruikten koningen
lokale edelen, die als leenheren trouw moesten zijn aan hun leenheer, de
koning. Rijke edelen hadden legertjes met soldaten te voet en ridders met
dure uitrustingen. Vanaf de 9e eeuw bevorderde het leenstelsel de politieke
versnippering van West-Europa.
17. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
18. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
19. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
20. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Kern van het feodale stelsel:
Probleem: door het wegvallen
van de geldeconomie en veilige
grenzen en infrastructuur is
vorst niet meer in staat om zijn
rijk als eenheid te besturen
Oplossing: in ruil voor loyaliteit
‘leent’ de vorst een deel van zijn
rijk uit aan een leenman
Leenman leent een deel van
zijn ‘leen’ (feodum) uit aan een
achterleenman, etc, etc
21. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Na val WRR: Germanen stichtten koninkrijkjes
(bv de Franken)
Problemen:
Alleen geestelijken waren geletterd (probleem:
geschreven wetten)
Infrastructuur verslechterd (probleem: koning en
entourage kunnen niet reizen)
Handel en geldeconomie verdwijnen uit Europa
(probleem: belasting heffen)
Oplossing: Clovis stelt vazallen aan (begin van
het feodalisme)
22. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Controle: in ruil voor inkomen en
levensonderhoud krijgt de koning van de
vazallen steun in oorlogen, trouw en
advies over rechtspraak
Nadeel voor de vorst: hij moet een deel
van zijn macht afstaan
Voordeel voor de vorst: hij kan de
eenheid van zijn rijk bewaren
Hoogtepunt onder Karel de Grote
Persoonlijke relatie staat centraal
23. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Zwakte van het feodale
stelsel:
Leenmannen zijn uit op
macht en gaan zich
gedragen als mini-
koninkjes
Leenmannen zien leen als
erfelijk bezit (moet de
koning dit toestaan?
Controle versus conflict)
Leenmannen benoemden
zelf achterleenmannen
24. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Kenmerkend aspect:
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
De rooms-katholieke kerk was in het Romeinse rijk ontstaan. Onder leiding van de
paus van Rome werd het christendom in de vroege middeleeuwen door monniken
verspreid in de nog 'heidense' delen van Europa, vaak in samenwerking met de
politieke elite. Het was een geleidelijk proces van verspreiding van boven af (de elite
eerst) en van versmelting van christelijke en Germaanse gebruiken en ideeën.
Overal in Europa werden kerken gebouwd. Monniken versterkten het christendom
vanuit kloosters, waar ze volgens strenge regels leefden.
25. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Geestelijke (macht over religieuze zaken,
plaatsvervangers van God op aarde) en wereldlijke
macht (macht van vorsten en koningen over hun
volk, met name bestuur en rechtspraak)
Tweezwaardenleer: God had beide machten
ingesteld en een eigen invloedssfeer toebedeeld
Geestelijke macht was hiërarchisch
georganiseerd
26. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Snelle groei van het
christendom:
Paus en Karolingische
vorsten werken goed
samen: missionarissen
kerstenen heidense gebieden
met hulp van vorsten
Kerk was rijk
Kerk was goed
georganiseerd: rol in feodale
stelsel en kloosterscholen
27. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Kloosters waren
steunpunten voor
missionarissen
Nederland:
Willibrord en
Bonifatius
28. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
3 problemen voor het
christendom:
Dringt pas rond 1000 echt
door tot de Europese
bevolking
Concurrentie van Islam
en Vikingen
Oosters Schisma in 1054
29. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
30. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
Het leven voor middeleeuwse boeren was hard:
boeren waren vaak eigendom van hun heer en
leven werd beheerst door het landbouwjaar
Toch waren er weinig opstanden, dit kwam door
een goed systeem van recht en orde
Boeren bevonden zich onderaan de feodale
piramide en betaalden hoge belastingen
(‘tienden’)
In het Domesday Book stond precies hoeveel
belasting iemand verschuldigd was
1381: Peasant’s Revolt
31. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’
32. § 3.1
De opkomst van de islam
§ 3.2
Hofstelsel en horigheid
§ 3.3
Het feodale stelsel
§ 3.4
Christendom in Europa
Extra: ‘Medieval lives’