God is licht en werkt in Zijn plan via duisternis. Hij zet zelfs een tegenstander in om dat te realiseren en Zijn liefde te doen kennen aan alle mensen.
God bewerkt alles overeenkomstig de raad van Zijn wil. Hij volvoert Zijn grote plan in vijf tijdperken en zal dat tot een goed einde brengen. Zijn voornemen van eonen voert Hij uit in Christus Jezus, in deze tijd door de gemeente die het lichaam van Christus is.
God is operating all in accord with the counsel of His will
6. het gouden
reukofferaltaar
• Exodus 30:1-10
• Exodus 37:25-29
• Exodus 39:38
• Exodus 40:5, 26-27
En o.m.: Ex. 30:27, 34-37, 31:8, 35:15,
Lev.4:7, 2 Kron.26:19, Ezech.8:11, Lucas 1:11
7. het gouden
reukofferaltaar
acaiahout (sittimhout): mens
overtrokken met goud: opstanding
1 el breed – 1 el lang (vierkant)
2 ellen hoog:
4 hoornen: kracht + regering over
4 hoeken van de aarde
gouden krans: koningschap, regering
4 ringen voor de draagstokken
8. hij plaatste het gouden altaar
in de tent van ontmoeting voor*
de voorhang – Exodus 40:26
*voor = (in) aangezicht(en) van
U moet het vervolgens vóór het voorhangsel,
dat voor de ark van het getuigenis is, plaatsen,
vóór het verzoendeksel, dat boven de getuigenis
is, waar Ik u zal ontmoeten – Exodus 30:6
14. Exodus 30:10
Aäron doet één keer per jaar op de
hoornen bescherming met het bloed
van het zond(off)e(r) van bescherming.
Eén keer in het jaar moet hij voor hem
bescherming doen; voor al uw
geslachten; het is (het) heilige van
heiligen voor Jahweh
reukofferaltaar verbonden met
ark van het verbond met beschermdeksel
15. de 4 hoornen van altaar spreken
van de kracht die:
- de woorden bekrachtigt en
- het gericht effectief maakt
In het zogenoemde tempel-gedeelte van Openbaring, 11:19-20:15,
gaat het om aanbidding, de godsdienstige bevrijding van de aarde;
begint met een stemmen uit de tempel (11:19) net zoals het troon-
gedeelte begon met stemmen uit de troon (4:5)
16. het gouden altaar spreekt van aanbidding
Waarom de godsdienstige bevrijding van de aarde?
- men aanbidt demonen en afgodsbeelden (Op.9:20)
- mensen offeren aan demonen (1 Cor.10:20)
- daar zijn veel goden en heren (1 Cor.8:5)
- men zal het (beeld van het) beest aanbidden (Op.13:4,8,12,15)
- daarin zal men de draak (satan) aanbidden (Op.13:4)
- verplichting: het merkteken van het beest (Op.13:16,17)
17. altaar in Openbaring 16:7 spreekt
(ook: Openbaring 5:8; 6:9; 8:1-5)
en ik hoorde het altaar zeggen:
Ja, Heer God, Almachtige, waar
en rechtvaardig zijn Uw gerichten!