voorganger dhr de Lange organist Johannes de Vries luister mee via www.kerknoordwolde.nl

1. Welkom
Voorganger dhr de Lange
organist Johannes de Vries
“Zoeken” is een werkwoord…….

2. VDD ELB 357 – 1, 2, 5
Vreugde, vreugde

3. Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

4. Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

5. Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

6. Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

7. Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

8. Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357) t. H. Hasper; m. L. van Beethoven

9. Welkom
Voorganger dhr de Lange
organist Johannes de Vries
“Zoeken” is een werkwoord…….

10. P 103 – 5, 3
Zoals een Vader

11. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543

12. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543

13. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543

14. Psalm 103 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt; m. Straatsburg 1539/1543

15. Bemoediging en groet
aansluitend G 255 - 2

16. Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

17. Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

18. Richtlijnen voor het leven

19. JdH 51 – 1, 2, 3
Uw woord, o God

20. 1
Uw woord, o God, is liefd' en licht,
is heilig en volmaakt,
en waar het hart en schreden richt,
wordt Uw heil gesmaakt.

21. Refrein
Heilig Woord van God,
Trooster in ons lot.
Gij zult in deze aardwoestijn
steeds ons richtsnoer zijn.

22. 2
Heers daarom door Uw liefde woord
God, in ons hart altijd;
ons hart, dat enig U behoort,
zij U gans gewijd.

23. Refrein
Heilig Woord van God,
Trooster in ons lot.
Gij zult in deze aardwoestijn
steeds ons richtsnoer zijn.

24. 3
Uw heilsbeloften zijn ons brood,
dat onze zielen voedt:
Zijn levend water, dat uit nood
ons herleven doet.

25. Refrein
Heilig Woord van God,
Trooster in ons lot.
Gij zult in deze aardwoestijn
steeds ons richtsnoer zijn.

26. Gebed

27. Kinderlied opw 105
Alles wat ik heb

28. Alles wat ik heb,
dat heb ik van mijn Vader.
Alles wat ik ben,
dat ben ik door de Heer.
Alles wat ik doe,
dat doe ik voor mijn Meester.
Alles wat ik nodig heb,
ontvang ik en nog meer.

29. Blij, blij, blij,
zo blij van hart, 'k mag zingen.
Blij, blij, blij,
daar is een God, die leeft.
Zoek niet in 't aards gewemel.
Mijn weg leidt naar de hemel.
En als ik zie op Jezus
ben ik blij, blij, blij.

30. Bijbellezingen
OT: 2 Koningen 5 : 1 t/m 16
NT: Marcus 1 : 40 t/m 45 NBV

31. De genezing van Naäman
51Naäman, de bevelhebber van het
Aramese ​leger, stond bij zijn koning in hoog
aanzien en werd zeer door hem gewaardeerd,
want de HEER had hem voor ​Aram​ een grote
overwinning laten behalen. Maar deze grote
krijgsman leed aan ​huidvraat.

32. 2Nu hadden de Arameeërs op een van hun
strooptochten uit Israël een jong meisje
meegevoerd, dat als ​slavin​ diende bij de vrouw
van Naäman. 3Zij zei tegen haar meesteres:
‘Ach, kon mijn meester maar eens naar
de ​profeet​ in Samaria gaan, die zou hem wel
genezen.’ 4Naäman ging naar zijn koning en
vertelde hem wat het meisje uit Israël had
gezegd. 5Daarop zei de ​koning​ van ​Aram: ‘Ga
erheen. Ik zal u een brief meegeven voor
de ​koning​ van Israël.’

33. Naäman ging op ​weg, met tien talent zilver bij
zich, zesduizend ​sjekel​ goud en tien stel
kleren. 6In de brief die hij aan de koning
van Israël overhandigde, stond het volgende:
‘Met deze brief stuur ik mijn dienaar Naäman
naar u toe, om door u van zijn ​huidvraat​ te
worden genezen.’ 7Zodra de koning van Israël
de brief gelezen had, ​scheurde​ hij zijn kleren en
riep uit: ‘Ben ik soms een god, dat ik kan
beschikken over leven of dood?

34. Hij stuurt mij deze man om hem van
zijn ​huidvraat​ te genezen. Let op mijn
woorden: hij is uit op een conflict met
mij!’8Toen de ​godsman​ ​Elisa​ hoorde dat de
koning van Israël zijn kleren had gescheurd,
liet hij hem vragen: ‘Waarom hebt u uw
kleren gescheurd? Laat die man bij mij
komen, dan zal hij merken dat er in Israël
een echte ​profeet​ woont.’
9Naäman reed met zijn ​strijdwagen​ naar
het ​huis​ van ​Elisa.

35. 10Elisa​ stuurde iemand naar buiten om hem
te zeggen: ‘Baad u zevenmaal in de ​Jordaan,
dan zal uw huid weer gezond worden en zult
u weer ​rein​ zijn.’ 11Kwaad ging Naäman weg.
‘Ik had gedacht dat hij zelf naar buiten zou
komen,’ zei hij. ‘En dat hij de naam van
de HEER, zijn God, zou aanroepen en met
zijn hand over de aangetaste plek zou strijken,
en zo de ​huidvraat​ zou wegnemen. 12Zijn de
rivieren van ​Damascus, de Abana en de Parpar,
soms niet beter dan alle wateren in Israël?

36. Had ik me daarin niet kunnen baden om
rein te worden?’ Verontwaardigd draaide
hij zich om en ging weg. 13Maar zijn bedienden
kwamen hem achterna en zeiden: ‘Maar
overste, als de ​profeet​ u een ingewikkelde
opdracht had gegeven, had u die toch ook
uitgevoerd? Dus nu hij tegen u zegt:
“Baad u, en u zult weer ​rein​ worden,”
moet u dat zeker doen.’

37. 14Hierop daalde Naäman af naar de ​Jordaan​ en
dompelde zich daar zevenmaal onder, zoals
de ​godsman​ had gezegd. Zijn huid werd weer
gezond, zo gaaf als de huid van een ​kind, en hij
was weer ​rein. 15Toen keerde hij met zijn hele
gevolg naar ​Elisa​ terug, maakte bij de ​godsman
zijn opwachting en zei: ‘Ik wist wel dat er
behalve in Israël in de hele wereld geen god is.
Alstublieft, neemt u een geschenk van uw
dienaar aan.’16Maar ​Elisa​ antwoordde: ‘Zo waar
de HEER, in wiens dienst ik sta, leeft, ik zal niets
aannemen.’ En hoe Naäman ook
aandrong, ​Elisa​ bleef weigeren.

38. Marcus 1 : 40 t/m 45
40Er kwam iemand naar hem toe die
aan ​huidvraat​ leed; hij smeekte hem om
hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel:
‘Als u wilt, kunt u mij ​rein​ maken.’41Jezus
kreeg medelijden, stak zijn hand uit,
raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het,
word ​rein.’ 42En meteen verdween
zijn ​huidvraat​ en hij was ​rein.

39. 43Jezus​ stuurde hem weg met de ernstige
waarschuwing: 44‘Denk erom dat u tegen
niemand iets zegt, maar ga u aan de ​priester​
laten zien en breng het ​reinigingsoffer​
dat ​Mozes​ heeft voorgeschreven, als getuigenis
voor de mensen.’ 45Maar toen de man
vertrokken was,

40. ging hij overal breeduit rondvertellen wat
er gebeurd was, met als gevolg dat ​Jezus​
niet langer openlijk in een stad kon
verschijnen, maar op eenzame plaatsen
buiten de steden moest blijven.
Toch bleven de mensen van alle kanten
naar hem toe komen.

41. ELB 185 – 1, 2
Leer mij Uw weg

42. Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

43. Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

44. Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

45. Leer mij uw weg (EL 185) t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey

46. `Zoeken` is een werkwoord…

47. JdH 7
Als g´in nood gezeten

48. Als g' in nood gezeten,
geen uitkomst ziet,
wil dan nooit vergeten:
God verlaat u niet.
Vrees toch geen nood!
's Heren trouw is groot,
en op 't nacht'lijk duister,
volgt het morgenrood.
Schoon stormen woeden,
ducht toch geen kwaad;
God zal u behoeden, uw toeverlaat.

49. God blijft voor u zorgen,
goed is de Heer,
en met elke morgen,
keert Zijn goedheid weer.
Schoon g' in 't verdriet,
nergens uitkomst ziet,
groter dan de Helper,
is de nood toch niet.
Wat ons ontviele,
Redder in nood,
red slechts onze ziele, uit zond' en dood.

50. Dankgebed en voorbeden

51. Collecten
1ste Open Doors
2de eigen gemeente

52. Slotlied ELB 79
Vrede zij u

53. Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

54. Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

55. Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

56. Vrede zij u (EL 79) t. naar Johannes 20:21,22; m. J. Hendriks

57. Zegenbede
3 x amen