Het Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur (van de PvdA) schreef in juni 2013 een artikel wat gemeenten nog kunnen doen nu ze niet meer via subsidieafspraken instellingen kunnen houden aan de Balkenendenorm. Ik mocht als één van de experts op subsidies mijn zegje hierin doen. Het artikel staat op pag. 6 en 7.
Sociaal economische scan Rijk van Nijmegen: hoe staat Rijk van Nijmegen er sociaaleconomisch voor binnen de thema's 'Werk, innovatie en onderwijs', 'Zorg en welzijn', 'Wonen en leefbaarheid' en 'Duurzaamheid'.
Sociaal economische scan Heumen: hoe staat Heumen er sociaaleconomisch voor binnen de thema's 'Werk, innovatie en onderwijs', 'Zorg en welzijn', 'Wonen en leefbaarheid' en 'Duurzaamheid'.
Sociaal economische scan Rijk van Nijmegen: hoe staat Rijk van Nijmegen er sociaaleconomisch voor binnen de thema's 'Werk, innovatie en onderwijs', 'Zorg en welzijn', 'Wonen en leefbaarheid' en 'Duurzaamheid'.
Sociaal economische scan Heumen: hoe staat Heumen er sociaaleconomisch voor binnen de thema's 'Werk, innovatie en onderwijs', 'Zorg en welzijn', 'Wonen en leefbaarheid' en 'Duurzaamheid'.
Met dit Groene armoedeplan geven we duidelijk aan waar Groen in Antwerpen op vlak van sociaal beleid voor staat. Dit plan is een bron waar onze Groene mandatarissen uit kunnen putten bij het uitwerken van acties. Het plan is – uiteraard - in continue opbouw. Sommige onderdelen werken we verder uit samen met het middenveld en in dialoog met mensen in armoede. We sluiten bondgenootschappen met hen om dit plan waar te maken. De politieke acties uit dit plan moeten bijdragen aan het versterken van het individu en de doelgroep.
Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...Sahar Mokamel
Iedereen een baan, de parallelle arbeidsmarkt maakt er werk van!
Op donderdag 5 april 2018 hebben prof. dr.Ton Wilthagen (hoogleraar Institutioneel-juridische aspecten van de arbeidsmarkt aan de Tilburg University) en Jos Verhoeven (algemeen directeur Start Foundation) hun gedachten over de parallelle arbeidsmarkt uiteen gezet in de Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch. Het college was voor iedereen die de urgentie voelt dat radicale veranderingen van de arbeidsmarkt nodig zijn.
De reguliere arbeidsmarkt
Er dreigen weer tekorten op de arbeidsmarkt, terwijl we weten dat een deel van de Nederlandse bevolking niet aan het werk zal komen. De economische groei zal dit probleem niet gaan oplossen. We hebben een A-economie waar alleen de beste, slimste en meest productieve mensen aan mee kunnen doen. Het perspectief voor mensen die nauwelijks aan het werk komen, laagopgeleide ouderen, arbeidsgehandicapten, ex-gedetineerden enzovoorts, is heel mager. Het vizier van alle partijen blijft niettemin gericht op zo direct mogelijke deelname aan de A-economie. Tevergeefs, want de groep blijft onveranderd omvangrijk. De reguliere arbeidsmarkt blijft nu eenmaal spijkerhard discrimineren op productiviteit, verleden, competenties en leeftijd. Gevolg is dat we miljarden betalen aan uitkeringen en tegen beter weten in blijven hopen op het zelfoplossend vermogen van de markt.
Parallelle arbeidsmarkt
Wilthagen en Verhoeven pleiten daarom voor een radicale ommezwaai: een systeem waarin de uitkering plaatsmaakt voor werk en inkomen.
Zij zien kansen in het creëren van een ‘betekeniseconomie’ waarin plaats is voor een zogeheten parallelle arbeidsmarkt. Die staat naast, en is dus niet gescheiden van de reguliere economie en arbeidsmarkt. In de ‘betekeniseconomie’ gaat het om zaken die goed zijn voor mens en natuur. De bestrijding van eenzaamheid, armoede, milieuvervuiling enzovoorts. Volgens geldende economische principes is er onvoldoende geld beschikbaar om daar direct renderende businesscases van te maken. Maar het werk is er wel en er zijn om en nabij 1,5 miljoen mensen beschikbaar. Als we dat omzetten in, noem het basis- of maatschappelijke banen, dan creëren we een nieuwe arbeidsmarkt. Een parallel systeem waar mensen tijdelijk kunnen verblijven om voorbereid te worden op een (r)entree op de reguliere markt, dan wel permanent, omdat hun competentie- en productieniveau nimmer aan de eisen van de markt zal voldoen. Dit systeem is geen exclusieve overheidsaangelegenheid. Dit zal ook gedragen moeten worden door bedrijven en maatschappelijke organisaties. Samen moeten zij de verantwoordelijkheid nemen, zodat mensen niet meer voor een uitkering aan een loket komen, maar voor zinvol werk naar vermogen, gekoppeld aan een inkomen.
Sociaal economische scan Berg en Dal: hoe staat Berg en Dal er sociaaleconomisch voor binnen de thema's 'Werk, innovatie en onderwijs', 'Zorg en welzijn', 'Wonen en leefbaarheid' en 'Duurzaamheid'.
Het CNV staat voor belangenbehartiging van werknemers en voor het streven naar een samenleving waarin mensen zoveel mogelijk gelijke kansen hebben en duurzaamheid een centraal begrip is. Deze elementen komen goed naar voren in het werk wat we doen op het gebied van pensioenen. Onze bestuurders in pensioenfondsen zetten zich in voor een goed pensioen voor werknemers, maar tegelijkertijd vragen we aan pensioenfondsen dat ze verder kijken dan alleen het rendement. De rendementen op pensioenen mogen niet 'verdient' worden door werknemers die werken onder erbarmelijke omstandigheden en fabrieken die geen oog hebben voor milieuvervuiling.
Om deze reden stuurt het CNV haar bestuurder op pad met een beleggingscode. In de beleggingscode staan de randvoorwaarden voor duurzaam beleggen waaraan minimaal moet worden voldaan in de ogen van het CNV. Daarnaast gaat de beleggingscode over de wijze waarop verantwoording afgelegd dient te worden aan de deelnemers van een pensioenfonds. Doel van de code is te komen tot een rechtvaardig en duurzaam beleggingsbeleid.
"Het kantoor van de toekomst" Register 0213 rondetafelgesprekJan Wietsma
Hoe ziet het belastingadvieskantoor van de toekomst erut. Het RB organiseerde een rondetafelgesprek waarvan ik deel uit mocht maken. In dit artikel vindt u de weerslag van dit gesprek.
Van start met online burgerparticipatie in jouw stad of gemeente. Bezoek https://www.citizenlab.co/ebooks-nl/handleiding-digitale-democratie voor jouw gratis exemplaar aan te vragen.
Congres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshopsBerenschot
Op 25 mei organiseert Berenschot het congres 'Succesol de gemeentelijke organisatie vernieuwen'. In deze presentatie vindt u de workshops die gegeven zullen worden. Meer informatie en aanmelden kan via www.berenschot.nl/gemeentelijke-opgaven
Met dit Groene armoedeplan geven we duidelijk aan waar Groen in Antwerpen op vlak van sociaal beleid voor staat. Dit plan is een bron waar onze Groene mandatarissen uit kunnen putten bij het uitwerken van acties. Het plan is – uiteraard - in continue opbouw. Sommige onderdelen werken we verder uit samen met het middenveld en in dialoog met mensen in armoede. We sluiten bondgenootschappen met hen om dit plan waar te maken. De politieke acties uit dit plan moeten bijdragen aan het versterken van het individu en de doelgroep.
Openbaar College ‘Transitie van de arbeidsmarkt’, perspectieven aan de onde...Sahar Mokamel
Iedereen een baan, de parallelle arbeidsmarkt maakt er werk van!
Op donderdag 5 april 2018 hebben prof. dr.Ton Wilthagen (hoogleraar Institutioneel-juridische aspecten van de arbeidsmarkt aan de Tilburg University) en Jos Verhoeven (algemeen directeur Start Foundation) hun gedachten over de parallelle arbeidsmarkt uiteen gezet in de Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch. Het college was voor iedereen die de urgentie voelt dat radicale veranderingen van de arbeidsmarkt nodig zijn.
De reguliere arbeidsmarkt
Er dreigen weer tekorten op de arbeidsmarkt, terwijl we weten dat een deel van de Nederlandse bevolking niet aan het werk zal komen. De economische groei zal dit probleem niet gaan oplossen. We hebben een A-economie waar alleen de beste, slimste en meest productieve mensen aan mee kunnen doen. Het perspectief voor mensen die nauwelijks aan het werk komen, laagopgeleide ouderen, arbeidsgehandicapten, ex-gedetineerden enzovoorts, is heel mager. Het vizier van alle partijen blijft niettemin gericht op zo direct mogelijke deelname aan de A-economie. Tevergeefs, want de groep blijft onveranderd omvangrijk. De reguliere arbeidsmarkt blijft nu eenmaal spijkerhard discrimineren op productiviteit, verleden, competenties en leeftijd. Gevolg is dat we miljarden betalen aan uitkeringen en tegen beter weten in blijven hopen op het zelfoplossend vermogen van de markt.
Parallelle arbeidsmarkt
Wilthagen en Verhoeven pleiten daarom voor een radicale ommezwaai: een systeem waarin de uitkering plaatsmaakt voor werk en inkomen.
Zij zien kansen in het creëren van een ‘betekeniseconomie’ waarin plaats is voor een zogeheten parallelle arbeidsmarkt. Die staat naast, en is dus niet gescheiden van de reguliere economie en arbeidsmarkt. In de ‘betekeniseconomie’ gaat het om zaken die goed zijn voor mens en natuur. De bestrijding van eenzaamheid, armoede, milieuvervuiling enzovoorts. Volgens geldende economische principes is er onvoldoende geld beschikbaar om daar direct renderende businesscases van te maken. Maar het werk is er wel en er zijn om en nabij 1,5 miljoen mensen beschikbaar. Als we dat omzetten in, noem het basis- of maatschappelijke banen, dan creëren we een nieuwe arbeidsmarkt. Een parallel systeem waar mensen tijdelijk kunnen verblijven om voorbereid te worden op een (r)entree op de reguliere markt, dan wel permanent, omdat hun competentie- en productieniveau nimmer aan de eisen van de markt zal voldoen. Dit systeem is geen exclusieve overheidsaangelegenheid. Dit zal ook gedragen moeten worden door bedrijven en maatschappelijke organisaties. Samen moeten zij de verantwoordelijkheid nemen, zodat mensen niet meer voor een uitkering aan een loket komen, maar voor zinvol werk naar vermogen, gekoppeld aan een inkomen.
Sociaal economische scan Berg en Dal: hoe staat Berg en Dal er sociaaleconomisch voor binnen de thema's 'Werk, innovatie en onderwijs', 'Zorg en welzijn', 'Wonen en leefbaarheid' en 'Duurzaamheid'.
Het CNV staat voor belangenbehartiging van werknemers en voor het streven naar een samenleving waarin mensen zoveel mogelijk gelijke kansen hebben en duurzaamheid een centraal begrip is. Deze elementen komen goed naar voren in het werk wat we doen op het gebied van pensioenen. Onze bestuurders in pensioenfondsen zetten zich in voor een goed pensioen voor werknemers, maar tegelijkertijd vragen we aan pensioenfondsen dat ze verder kijken dan alleen het rendement. De rendementen op pensioenen mogen niet 'verdient' worden door werknemers die werken onder erbarmelijke omstandigheden en fabrieken die geen oog hebben voor milieuvervuiling.
Om deze reden stuurt het CNV haar bestuurder op pad met een beleggingscode. In de beleggingscode staan de randvoorwaarden voor duurzaam beleggen waaraan minimaal moet worden voldaan in de ogen van het CNV. Daarnaast gaat de beleggingscode over de wijze waarop verantwoording afgelegd dient te worden aan de deelnemers van een pensioenfonds. Doel van de code is te komen tot een rechtvaardig en duurzaam beleggingsbeleid.
"Het kantoor van de toekomst" Register 0213 rondetafelgesprekJan Wietsma
Hoe ziet het belastingadvieskantoor van de toekomst erut. Het RB organiseerde een rondetafelgesprek waarvan ik deel uit mocht maken. In dit artikel vindt u de weerslag van dit gesprek.
Van start met online burgerparticipatie in jouw stad of gemeente. Bezoek https://www.citizenlab.co/ebooks-nl/handleiding-digitale-democratie voor jouw gratis exemplaar aan te vragen.
Congres Succesvol de gemeentelijke organisatie vernieuwen - De workshopsBerenschot
Op 25 mei organiseert Berenschot het congres 'Succesol de gemeentelijke organisatie vernieuwen'. In deze presentatie vindt u de workshops die gegeven zullen worden. Meer informatie en aanmelden kan via www.berenschot.nl/gemeentelijke-opgaven
Mailchimp Expert of Editor Mailchimp Utrecht Netherlands, nieuwsbrieven voorb...Gerben G van Dijk
Ik was editor Mailchimp voor nieuwsbrieven bij meerdere organisaties zoals bij ActiZ Utrecht en Incluzio Nederland. Sector zorg en welzijn. Rol van redigeren als redacteur.
1. Wat kan de
gemeente nog
doen?
6TOPSALARISSEN
4
Let op bij
kandidaatstelling
VRIENDJESPOLITIEK
Els Blaak-
Schuitevoerder
12OUDE GLORIE
3
Ruim baan voor
investeren
Burgerinitiatief
geeft energie
10COÖPERATIES
8Belgisch model kan helpen
WAAR BLIJVEN
DE VROUWEN?
WET HOF
LOKAAL
BESTUURMaandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Jaargang 37 nummer 6
Juni 2013
2. 2
Maandblad voor PvdA-politici in
gemeente, provincie en waterschap.
Verschijnt tien keer per jaar.
Lokaal Bestuur is een voortzetting
van De Gemeente, opgericht in 1907
door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de
Partij van de Arbeid,
Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam.
ISSN: 0167-0980
37e jaargang no. 6
Overname van artikelen, delen daaruit of
illustraties alleen na toestemming.
REDACTIE
Manon Fokke, Ruud Fokkens,
Cathrijn Haubrich, Aukelien Jellema,
Jacqueline Kalk, Antoine van Lune,
Martijn Smit, Ingrid Wolsing,
Lobke Zandstra.
De redactie werkt op basis van een
redactiestatuut.
EINDREDACTIE
Jan de Roos
SECRETARIAAT
Leonie Wildeman
Postbus 1310
1000 BH Amsterdam
Tel. 0900-9553
e-mail: clb@pvda.nl
BASISLAYOUT
Stan Wagter / Ronald Koopmans
VORMGEVING
Jos B. Koene, Amsterdam
MEDEWERKERS AAN
DIT NUMMER
Jan Chris de Boer,
Roy Bouten (In de keuken),
Ed Groot,
Jacqueline Kalk,
Ton Langenhuyzen (Uit de Kamer),
Timothy Schelhaas (cartoon),
Esther-Mirjam Sent (Afgevaardigde),
Jurjen Sietsema,
Kirsten Verdel
PRODUCTIE EN DRUK
Opmeer Drukkerij, Den Haag
ABONNEMENTEN
Gratis voor leden van het Centrum
voor Lokaal Bestuur.
Voor niet-leden € 30,- per jaargang.
Losse nummers (€ 3,50 inclusief
verzendkosten) zijn te bestellen bij
de PvdA, telefoon 0900-9553.
INTERNET
Lokaal Bestuur is ook te raad-
plegen op Internet:
http://www.lokaalbestuur.nl
twitter.com/lokaalbestuur
KOPIJ
Reacties en bijdragen naar:
jdroos@pvda.nl
LOKAAL
BESTUUR
colofon
Wat kan de
gemeente nog
doen?
6TOPSALARISSEN
4
Let op bij
kandidaatstelling
VRIENDJESPOLITIEK
Els Blaak-
Schuitevoerder
12OUDE GLORIE
3
Ruim baan voor
investeren
Burgerinitiatief
geeft energie
10COÖPERATIES
8Belgisch model kan helpen
WAAR BLIJVEN
DE VROUWEN?
WET HOF
LOKAAL
BESTUURMaandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Jaargang 37 nummer 6
Juni 2013
Omslagfoto
De mannen verdringen de
vrouwen in de gemeenteraden.
Bovendien vergrijst de raad.
Foto Nationale Beeldbank
Foto Bert Beelen
Jacqueline Kalk secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
Kalk
OPZIJ, OPZIJ, OPZIJ… Cartoon Timothy Schelhaas
De gemiddelde leeftijd van het PvdA-raadslid is 53 jaar,
wethouders zijn gemiddeld 55 en onze burgemeesters
59 jaar, zo is elders in dit nummer te lezen. Henk Krol,
partijleider van 50+, zou er jaloers op zijn als al deze lokale
helden van zijn partij zouden zijn. Maar wat zeggen deze
cijfers?
Het ligt er aan hoe je dit bekijkt. Leeftijd zegt niets
over de kwaliteiten die je hebt om je taak als raadslid,
wethouder of burgemeester te vervullen. Sterker nog, een
bepaalde mate van levenswijsheid en ervaring is handig
om een goede volksvertegenwoordiger of bestuurder te
zijn. Leeftijd zegt wél iets over de uitstraling die je als
partij hebt.
Bij ons stokt de doorstroming. En dat is zeer zorgelijk. We
hebben maar één vrouwelijk raadslid onder de 25 en geen
vrouwelijke wethouders onder de 35. Bij de mannen ligt
dat niet veel anders. Dat betekent ook dat het voor onze
partij een reëel gevaar is dat onze kweekvijver opdroogt.
Daar is niet één specifieke oorzaak voor. Er is minder
interesse in politiek, mensen zijn niet meer bereid om
veel vrije tijd te besteden aan een taak waar geen einde
aan komt, mensen hebben het druk, enzovoorts. Maar
dat is niet het enige. Het heeft er ook mee te maken of er
lokaal plaats wordt gemaakt voor een nieuwe generatie
politici. Veel van onze raadsleden en wethouders zitten in
een tweede, derde, vierde of vijfde termijn. Een enkeling
zelfs nog veel langer. Zij vinden de politiek nog steeds
geweldig. En dat is het ook. Wat is er nu leuker dan dat
het hele dorp je kent en over alles wat jij in de politiek
doet een mening heeft. Je bent bijna een bekende
Nederlander en het vult je vrije tijd ook nog op een
zinvolle manier.
Maar dat is niet het enige wat telt. Nadat je twee of drie
termijnen raadslid of wethouder bent geweest, zijn er ook
andere dingen waar je aan moet denken. Bijvoorbeeld:
is elke dag een uitdaging voor je, of denk je ‘we moeten
maar weer’? Denk je bij de zoveelste nota: ‘dit heb ik wel
gezien’ of blijf je nieuwsgierig? Als dezelfde burger voor
de tiende keer bij je voor de deur staat, vind je dat dan
nog leuk? Kijk ook eens om je heen. Hoeveel kandidaten
voor een politieke functie heb je in de loop van de jaren
zien afhaken? Zijn er echt geen waardige opvolgers voor
je? Natuurlijk kan niemand dit zo goed doen als jij, en
natuurlijk moet een fractielid met ambitie nog heel veel
leren. Dus toch nog maar een periode doorgaan? Als je dit
herkent moet je alert zijn. Dit is het verslavende effect van
de politiek. Tegenwoordig hebben we een maximum van
drie termijnen voor politieke functies, tenzij de Algemene
Ledenvergadering anders vindt. Maar ook andere factoren
kunnen een rol spelen in je afweging of je je voor een
volgende termijn weer beschikbaar stelt. Zeker voor
wethouders. Hoe zijn je perspectieven op de arbeidsmarkt?
Blijf jezelf voorhouden dat een politieke functie per
definitie tijdelijk is. Het is niet iedereen gegeven om na
twintig jaar actieve politiek nog steeds een inspiratiebron
voor je omgeving te zijn. Het risico dat je narrig en zuur
bent geworden is groter. Vraag je in deze periode af of jij
bijdraagt aan het toekomstbestendig houden van de PvdA
in je eigen gemeente. Staat er een nieuwe generatie klaar?
Maak dan plaats. Het klinkt misschien niet zo aardig, maar
als we niets doen aan verjonging en doorstroming, dan
is de gemiddelde leeftijd in 2017 nog vier jaar ouder. Nog
meer jongeren zijn dan afgehaakt en wij zijn dan met stip
gestegen op de lijst van 50+.
3. 3lokaal bestuur / juni 2013
flink kan variëren. In tijden dat
er wordt geïnvesteerd zijn er op
kasbasis grote tekorten en in
jaren waarin wordt afgeschreven
zie je overschotten.
De Jager zag al in dat die
zogenoemde ‘micro-normering’
onwerkbaar was. Er kwam een
macronorm, zodat tekorten van
de ene gemeente of provincie
kunnen worden weggestreept
tegen de overschotten van
andere. Dat scheelde al. Maar
ook de macro-norm bleef knellen,
want het totale tekort moest
nog steeds naar nul op straffe
van boetes van de landelijke
overheid.
Constructief
Gelukkig heeft het nieuwe
kabinet voor constructief
bestuurlijk overleg gekozen. Een
groot aantal versoepelingen zijn
aangebracht. De macronorm is
aanzienlijk opgerekt. Wordt de
norm toch overschreden, dan
volgen tot 2017 geen sancties
of boetes. Er blijft te allen tijde
ruimte voor bestuurlijk overleg,
op basis van gelijkwaardigheid.
De wet HOF is zo ingrijpend op
de schop gegaan dat sommigen
zelfs menen dat het een
tandeloze tijger is geworden.
Toch zijn er lagere overheden
die nog steeds vrezen dat de
wet HOF gaat knellen. Het
gaat hier om provincies met
behoorlijke financiële reserves
die ze graag de komende jaren
willen uitgeven aan economische
structuurversterking. Ik juich
die ambities van harte toe, want
het getuigt van een gezonde
investeringslust die we meer dan
ooit nodig hebben. Maar ik meen
ook dat de vrees ongegrond is
dat die investeringslust wordt
gesmoord door de wet HOF.
Ik ben diep in de cijfers
gedoken. Uit de ramingen van
het Centraal Planbureau blijkt
dat de totale investeringen van
de lagere overheden in 2017
vanzelf al onder het niveau van
de afschrijvingen komen. Met
andere woorden, de middelen die
vrijkomen uit de afschrijvingen
zijn al voldoende om de totale
investeringen in de komende
jaren te financieren. Een
tekortnorm van nul zou dus in
2017 al voldoende zijn.
Extra ruimte
Die lagere investeringsbehoefte
heeft deels met demografie en
deels met de crisis te maken.
Er zijn de komende tijd nu
eenmaal minder scholen nodig
en door de crisis worden minder
nieuwbouwlocaties ontwikkeld
dan in de voorbije jaren van
economische voorspoed.
De werkelijke investeringsruimte
is echter veel groter dan
de afschrijvingen. Volgens
het bestuursakkoord dat
Dijsselbloem heeft afgesloten
met VNG, IPO en de Unie van
Waterschappen mogen de lagere
overheden een tekort hebben
van 0,5 procent in de jaren 2013,
2014 en 2015, 0,4 procent in 2016
en 0,3 procent in 2017. Bij elkaar
gaat het om zo’n 12 miljard aan
extra investeringsruimte.
Het moet wel erg gek gaan
wil die extra ruimte worden
overschreden. In theorie is
ED GROOT
LID TWEEDE KAMER VOOR DE PVDA
WET HOF:
RUIM BAAN VOOR
INVESTEREN
dat alleen mogelijk als alle
investeringsplannen, rijp en
groen, zonder meer worden
uitgevoerd en provincies al hun
financiële reserves daadwerkelijk
tot nul terugbrengen. Maar de
ervaring wijst uit dat dit nooit
gebeurt. Lagere overheden zijn
wat dat betreft niet anders dan
pakweg woningcorporaties
of particuliere bedrijven. Van
woningcorporaties is bekend dat
de daadwerkelijk gerealiseerde
woningen steevast ongeveer
een derde lager liggen dan men
van plan was. Iets soortgelijks
zien we bij de jaarlijkse CBS-
investeringsenquêtes onder
het bedrijfsleven. En dat is
begrijpelijk. In de praktijk gaat de
spade vaker later dan eerder dan
gehoopt de grond in.
Maar wat als ons straks toch
het goede nieuws bereikt
dat de lagere overheden alle
verwachtingen overtreffen met
hun investeringen? Dan ligt
er nog altijd een Kamerbreed
gesteunde motie waarin klip
en klaar staat dat het kabinet
moet voorkomen dat de wet
HOF leidt tot uitstel of afstel van
investeringen en daarmee tot
verlies van werkgelegenheid.
Daar kunnen lagere overheden
ons en het kabinet aan houden.
Foto Nationale Beeldbank
Onlangs heeft deTweede Kamer de wet
Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF)
goedgekeurd. Over de wet is veel te doen
geweest bij provincies, gemeenten en
waterschappen. Gevreesd werd dat deze wet de
investeringen van de lagere overheden op slot zou
zetten. Dat zou in deze barre economische tijden
een ramp zijn. Gelukkig heeft minister Jeroen
Dijsselbloem van Financiën goed geluisterd naar
onze kritiek en die van de lagere overheden. De
wet is ingrijpend aangepast. De kou is uit de
lucht. Dus zeg ik tegen gemeenten,provincies en
waterschappen: als u scholen, wegen of dijken
wilt bouwen, moet u dat vooral doen. De wet
HOF houdt u niet tegen!
De wet HOF regelt in
essentie twee zaken die
voortvloeien uit Europese
verplichtingen. De eerste is
dat het nationale systeem
van begrotingsvoorbereiding
en de toepassing van vaste
uitgavenkaders wettelijk worden
vastgelegd. Ten tweede worden
lagere overheden gebonden aan
een maximaal begrotingstekort
op kasbasis.
Vooral dit laatste lag de lagere
overheden en ook de PvdA zwaar
op de maag. En terecht. Want
het oorspronkelijke wetsvoorstel,
zoals dat nog door CDA-
minister Jan Kees de Jager was
ingediend, was veel te streng.
De Jager wilde elke individuele
gemeente of provincie dwingen
om het tekort op kasbasis te
beperken en op termijn naar nul
terug te brengen. Maar lagere
overheden werken helemaal niet
met begrotingen op kasbasis.
Lagere overheden hanteren
de ‘gulden financieringsregel’,
die zegt dat lopende uitgaven
moeten worden gedekt door
lopende inkomsten, maar waarbij
voor investeringen mag worden
geleend. Op die investeringen
wordt vervolgens geleidelijk
afgeschreven.
Dit op zichzelf prima systeem
heeft tot gevolg dat de begroting
op kasbasis van jaar tot jaar
Het kabinet
heeft gelukkig
een groot aantal
versoepelingen
aangebracht
4. 4
VRIENDJESPOLITIEK
NOG GEEN MONSTER
VAN WELEER
JACqUELINE KALK
SECRETARIS CLB
Vriendjespolitiek is van alle tijden. Vroeger,en
dat is nog niet zo heel lang geleden,was dit de
normaalste zaak van de wereld. In de verzuilde
samenleving werd er binnen de zuil voor je
gezorgd. De minister zorgde dat zijn dochter of
neef die leuke functie op het ministerie kreeg,het
wethouderschap werd onder bepaalde families
verdeeld en zoonlief ging mee naar de fabriek van
pa. Dit zorgen voor elkaar kwam in alle lagen van
de bevolking voor: binnen je eigen zuil,voor je
eigen familie of sociaal netwerk en in je eigen stad
of dorp.
plaats vindt naar vermeende
belangenverstrengeling in
Rotterdam Feijenoord. Daarmee
kunnen speculaties worden
weerlegd of wordt duidelijk
dat maatregelen noodzakelijk
zijn. En denk ook eens aan de
schade die je als persoon oploopt
als (onterecht) je integriteit ter
discussie wordt gesteld. Door
de sociale media ontstaat er een
beeld dat nooit meer verdwijnt.
voorkeursbehandeling
Vriendjespolitiek draait om
het verlenen van diensten
aan (potentiële) kiezers door
een politicus in zijn of haar
functie. Het gaat dan om een
voorkeursbehandeling van een
persoon, die bijvoorbeeld een
opdracht of baan krijgt of andere
kansen die andere burgers niet
krijgen. Het kan ook gaan om
het persoonlijk, door de politicus,
regelen van subsidie of een
voorkeursbehandeling voor een
organisatie, omdat dat gevraagd
wordt door bekenden, familie
of vrienden die betrokken zijn
bij die organisatie of omdat
de politicus zelf altijd actief is
(geweest) in die organisatie.
Hoe kunnen we binnen de PvdA
vriendjespolitiek voorkomen?
Laten we eens kijken naar
de relatie van raadsleden en
wethouders met hun kiezers, hun
eigen achterban. De PvdA hecht
aan raadsleden en wethouders
die midden in de samenleving
Dit soort patronen is gelukkig
doorbroken. De zuilen zijn
grotendeels verdwenen,
het opleidingsniveau van
de Nederlanders is enorm
gestegen en mensen worden
meer op hun individuele
kwaliteiten beoordeeld dan
vroeger en niet meer op wie
je kent. De samenleving is
opener en toegankelijker
geworden en tegelijkertijd veel
gedifferentieerder met veel
verschillende gemeenschappen
en nieuwe scheidslijnen.
Toch komt vriendjespolitiek nog
steeds op alle niveaus en in alle
lagen van de maatschappij voor.
Maar anders dan in het verleden
wordt vriendjespolitiek meer aan
de kaak gesteld. ‘Het publiek
kijkt veel meer naar binnen’,
aldus hoogleraar staatsrecht Wim
Voermans. Met andere woorden:
politici leven in een glazen huis.
Dat is misschien even wennen
maar wel heel erg toe te juichen.
Vriendjespolitiek is schadelijk.
Integere politici zijn
onontbeerlijk om als partij het
vertrouwen van kiezer en publiek
te krijgen. Het bevoordelen
van mensen of organisaties
alleen omdat je ze kent of
omdat je er ‘verplichtingen’
mee koopt, veroorzaakt schade
aan een politieke partij en aan
de persoon. Denk maar aan de
kwestie rond de benoeming
van de burgemeester van
Roermond, waar wethouder
Van Rey informatie doorspeelde
naar de kandidaat van zijn
eigen partij. Maar ook binnen
onze partij kennen we er
voorbeelden van. Denk aan de
negatieve berichtgeving over
de PvdA in Amsterdam Zuid-
Oost of het onderzoek dat nu
staan. De PvdA wil betrokken
politici, die aanspreekbaar en
aanklampbaar zijn, die weten
wat er speelt en in direct contact
staan met de kiezer. Daarop
selecteren we onze kandidaten
ook. We hechten waarde aan
politici die de beschikking
hebben over een breed netwerk
en een achterban. Politici
en achterban kennen elkaar,
informeren elkaar en vormen een
groep. Juist dan is het belangrijk
dat de kandidaat en achterban
weten dat hiermee geen rechten
kunnen worden opgebouwd. Ook
niet als die achterban de PvdA
en de kandidaat steunt in de
verkiezingscampagne.
kandidaatstelling
Kandidaatstellingscommissies
gaan straks in gesprek met
(potentiële) kandidaat-
raadsleden of -wethouders voor
de gemeenteraadsverkiezingen
op 19 maart 2014. En dat biedt
kansen. Naast alle vragen die
aan de kandidaten worden
gesteld over hun motivatie,
ervaring, maatschappelijke
betrokkenheid en de mate
waarin de kandidaat in het
profiel past, is het belangrijk om
te onderzoeken hoe potentiële
kandidaten zich zullen opstellen
in situaties waarin er een beroep
op hen wordt gedaan vanuit de
eigen achterban. Met andere
woorden: is de kandidaat zich
bewust van het potentiële gevaar
van vriendjespolitiek?
Doorslaggevend in de
beoordeling of het gaat om
vriendjespolitiek of om goed
raadslidschap is het criterium of
de politicus het algemeen (partij)
belang dient of dat inruilt voor
zijn of haar persoonlijke belang.
Foto Hollandse Hoogte
de rotterdamse deelgemeente feijenoord laat een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar mogelijke belangenverstrengeling bij het toekennen van
subsidies vanaf 2010. politici zouden vriendjespolitiek bedrijven bij het toekennen van subsidies. daarnaast zou de verwevenheid tussen Turkse politici en
maatschappelijke organisaties groot zijn.
TEgEn Elkaar aansCHUrkEn
‘Nederland hangt aan elkaar van vriendjespolitiek’,
aldus de Leidse hoogleraar staatsrecht Wim
voermans. Hij doelt daarbij op de wethouder die te
dikke maatjes is geworden met de projectontwikkelaar.
Je kunt ook denken aan de hoge ambtenaar die in
opspraak kwam omdat nu net die ene TBS-kliniek waar
zijn vrouw een hoge functie had, open blijft. ‘Dat kan
ook niet anders’, stelt hij. ‘Je schurkt hier tegen elkaar aan en je hebt
elkaar steeds weer nodig om iets te bereiken’. Dat bevordert niet een
cultuur waarin je elkaar aanspreekt.
Zie ook www.pm.nl
Er hoeft niet altijd
sprake te zijn van
financieel gewin
Dilemma's
1. je zwager is een kleine zorgaanbieder.
in de aanbestedingsprocedures van de
gemeente komen de kleine bedrijven
nauwelijks aan bod. Hij vraagt je om als je
raadslid bent, je er voor in te spannen deze
aanbestedingsregels aan te passen. als je
dat toezegt zal hij je actief in je campagne
steunen. Wat doe je?
2. in je buurtcafé nemen ze het niet zo nauw
met de leeftijdsgrenzen voor alcohol.
als vaste bezoeker heb je dit ook altijd
geweten. stel je bent raadslid geworden.
verandert er dan wat?
3. in de raad wordt een subsidieverzoek
besproken voor sportactiviteiten. Het
college stelt voor het verzoek te honoreren.
de stemming in de raad is half om half.
jouw stemt kan de doorslag geven. je man
werkt ook bij de organisatie waar het om
gaat. Wat doe je?
5. 5lokaal bestuur / juni 2013
En daarbij dus het belang van
de samenleving en of partij
schaadt. Dit hoeft overigens niet
te betekenen dat er per definitie
sprake moet zijn van financieel
gewin. De dienst kan ook worden
geleverd om de lieve vrede in de
familie of in de vriendenkring te
bewaren. Zo kan een politicus
door bekenden zó onder druk
worden gezet dat hij of zij
geen andere keuze meer lijkt te
hebben dan de betreffende groep
van dienst te zijn. Het hoeft ook
niet te gaan om het hier en nu.
De politicus kan verleid worden
om een verplichting aan te gaan
op termijn, bijvoorbeeld als hij
toezegt om zaken te regelen als
wederdienst voor stemmen.
Daarom is het buitengewoon
belangrijk dat kandidaatstellings
commissies vragen stellen aan
de kandidaat-raadsleden over dit
risico. Maar ook in de zittende
fracties hoort dit onderwerp
van gesprek te zijn, om jezelf en
elkaar scherp te houden. Het
bespreekbaar maken is daarbij
de eerste hobbel. Vermoedens
van vriendjespolitiek bij de
andere raadsleden - hoe lastig
ook - moeten binnen de fractie
besproken kunnen worden.
Maar ook het raadslid dat
vreest zelf verstrikt te raken in
vriendjespolitiek moet de situatie
aan de orde kunnen stellen.
Openheid en elkaar vertrouwen
om dit gesprek aan te gaan
is het sterkste wapen tegen
vriendjespolitiek.
Tips voor
afdelingen
> Maak het onderwerp
vriendjespolitiek bespreekbaar
in je fractie, ook als het volgens
jou niet speelt
Bespreek met elkaar waar
volgens jullie de grenzen
liggen van wat wel en wat niet
kan
Gebruik het dilemmaspel van
het CLB/SGS, zie
https://www.lokaalbestuur.
nl/mijn_clb/discussies/
discussies_item/t/integriteit_3
Bespreek de gedragscode
van de PvdA en de betekenis
daarvan voor je eigen
handelen
Tips voor kandidaat-
stellingscommissies
Ga naar de trainingen voor de
kandidaatstellingscommissies
van de PvdA
Voor kandidaat-raadsleden is
er een e-learning programma.
Breng dat onder de aandacht
van de kandidaten en vraag
naar hun ervaringen hiermee.
Maak gebruik van de vragen-
lijst voor de kandidaatstel
lingscommissies (te vinden op
mijn pvda.nl onder de knop
‘proces naar 2014’)
stelling
BESTUURLIJKE DRUKTE
Mogens Domela
Nieuwenhuis,
fractievoorziter
in Zuidplas
In onze gemeente,
die in 2010 is ontstaan door
een ‘vrijwillige’ fusie, kan ik
deze stelling alleen maar met
‘ja’ beantwoorden. En dan heb
ik het niet over bestuurlijke
drukte maar gekte. De eerste
twee jaar stonden volledig in
het teken van de ‘harmonisatie’.
Alle verordeningen, regelingen
en dergelijke moesten opnieuw
worden vastgesteld. De
begrotingen van drie voormalige
gemeenten moesten in elkaar
worden geschoven tot één
valide begroting. Drie voormalige
ambtenarenapparaten
moesten opgaan in één nieuw
ambtenarenapparaat. Drie
culturen moesten worden
samengevoegd tot één. Twee
gemeentehuizen werden
gesloten en één gemeentehuis
moest opnieuw worden
ingericht, zodat daar alle
ambtenaren en diensten
konden worden ondergebracht.
En dan heb ik het nog niet
over de samenstelling van de
gemeenteraad en het college,
over de druk die op hen ligt om
de eigenheid van de voormalige
kernen te bewaken en te borgen
in één nieuwe gemeente.
Zie het maar als een ‘drukke’
uitdaging…
Sam de Groot,
raadslid in
Lansingerland
Vanuit het perspectief
van de burger en de
bedrijven wordt de ‘bestuurlijke
drukte’ bij gemeentelijke
herindelingen helemaal niet
minder. Er gaat tenslotte geen
enkel loket dicht. Echt iets
doen aan de bestuurlijke drukte
kan alleen maar als er loketten
verdwijnen, door het afschaffen
van complete bestuurslagen. De
bestuurlijke drukte is ook niet de
belangrijkste kwestie. Wij moeten
als gemeenschap de komende
jaren een aantal belangrijke
resultaten behalen om met
minder financiële middelen een
nieuw sociaal en economisch
perspectief te geven. Hierbij
past geen overheid die met
zichzelf strijd voert over
deelbelangen, maar ook geen
overheid die de gemeenschap,
bedrijven en burgers niet
goed kan ondersteunen in
het dragen van een grotere
verantwoordelijkheid. Er moet
dus iets anders gebeuren.
We moeten de uitvoering van
maatschappelijke functies zowel
centraliseren als decentraliseren,
professionaliseren en
vermaatschappelijken. Voor
iedere gemeenschap, per
onderwerp verschillend en
afhankelijk van de omgeving,
zal hierbij een andere schaal en
manier van organiseren (buurt,
wijk, gemeenschap, regio) nodig
zijn.
Margriet Regeling,
raadslid in
Súdwest Fryslân
Bij een gemeentelijke
herindeling komt de
eerste jaren veel extra werk los.
Het is aan de burgers moeilijk
uit te leggen wat de voordelen
van een fusie zijn. Daarom zal
de nieuwe gemeente in eerste
instantie veel energie steken
in het zo soepel mogelijk laten
verlopen van de gemeentelijke
taken. Ambtenaren krijgen
immers een andere functie
en andere collega’s en de
huisvesting is vaak over diverse
locaties verspreid. Dat kost ook
extra tijd. Naast de harmonisatie
hiervan heb je ook de
bezuinigingen, de economische
crisis en de decentralisaties die
verwerkt moeten worden. Een
nieuwe gemeente is ambitieus
en wil nieuw beleid. Een
gemeente moet ook in beweging
blijven. Ze krijgt een andere rol
in de veranderende samenleving
en daar moet ook aan gewerkt
worden. Voor raadsleden levert
dit alles dikke rapporten op, want
in het digitale tijdperk is het zo
simpel om extra informatie en
stukken mee te zenden. Terwijl
communicatie met de burgers
misschien wel de belangrijkste
taak van het raadslid is. Kortom,
het is voor iedereen druk!
Volgende maand dit dilemma:
De maand daarop deze stelling
Mail je reactie (max 150 woorden) en foto naar jdroos@pvda.nl
Je bent de eigenaar van een mooie boekenzaak in
de binnenstad. Vier jaar geleden ben je gevraagd
raadslid voor de PvdA te worden. ‘We vinden het
belangrijk dat er ook een ondernemer in onze
fractie zit’. De gemeenteraad beslist deze maand
over het autovrij maken van de binnenstad.
Je fractie is uit milieuoverwegingen voor.
De ondernemers zijn in meerderheid tegen en ook
jij maakt je zorgen over je omzet. Wat doe je?
Nederland moet net als België wettelijk
voorschrijven dat kandidatenlijsten voor de helft
uit vrouwen bestaan.
De stelling van de maand luidde:
We kregen de volgende reacties:
Gemeentelijke herindeling leidt tot méér in plaats
van minder bestuurlijke drukte.
oensdag 23 april heb ik op verzoek van de redactie
van Lokaal Bestuur een bezoek gebracht aan de
gemeenteraadsvergadering van buurgemeente Venlo.
Naar je eigen raadsvergadering ga je met doelen
en scenario's in je achterhoofd. Daarom leek het me wel
eens lekker om onbevangen en puur vanuit interesse op de
publieke tribune bij onze buren plaats te nemen. Ik had mezelf
daarbij wel voorgenomen om op drie zaken te letten: wat is de
vergadersystematiek in Venlo, hoe betrekken ze burgers bij wat ze
doen en hoe klinkt de regio door?
Eerst wat feiten. Venlo is een gemeente met 100.000 inwoners in
het mooie noord-Limburg. De gemeenteraad van Venlo bestaat uit
39 leden, verdeeld over 9 fracties. De PvdA heeft zes zetels (Vera
Tax, Hay Janssen,Wilma de Bruin,Wouter Schenk, Bep Holla-
Crienen en Houssein Mallouka) en maakt samen met de VVD
(12 zetels) en het CDA (8 zetels) deel uit van het college. Ramon
Testroote is de PvdA-wethouder. Hij neem het sociale domein voor
zijn rekening, aangevuld met sport. Ik kende de Venlose politici
tot 23 april niet vanuit de raad, maar vooral vanuit de regionale
contacten en bijeenkomsten die we gezamenlijk organiseren.
Vergadercyclus
De vergadercyclus zoals die in Venlo wordt gebruikt, is interessant.
Waar we in Horst aan de Maas, net als veel andere gemeenten,
werken met een commissiestructuur, wordt er in Venlo gewerkt
met de zogeheten BOB-systematiek. Dossiers doorlopen drie stadia:
Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming. Bij alle drie
worden de raadsleden betrokken en alleen bij de beeldvorming zijn
steunfractieleden welkom. De betrokkenheid van raadsleden bij de
punten en dossiers is optimaal maar biedt minder mogelijkheden
om er commissieleden bij te betrekken. Een opvallend detail in
de raadsvergadering is de volgorde van spreken. Die is namelijk
niet op basis van loting maar op basis van wie zich per termijn
als eerste meldt. Het lijkt vanaf de tribune het debat in de raad te
bevorderen, iets wat ik zeer aanmoedig.
Betrokkenheid
Wat het betrekken van burgers betreft, scoort de PvdA Venlo een
dikke voldoende. De voor de PvdA belangrijkste punten, zoals in
deze vergadering het drugsbeleid, zijn uitgebreid voorgesproken
met de achterban en de inwoners van Venlo. Die inwoners weten
de fractie te vinden door brieven, mails en telefoontjes. Dat alles
zorgt voor een gedegen inbreng. Ook weet men de buurt en
belanghebbenden te betrekken bij de uitvoering van de genomen
besluiten, zonder populistisch te worden.
Regio
Het derde punt is de regio. Als Horst aan de Maas werken we,
net als vele gemeenten, op veel gebieden samen met onze
buurgemeenten, al is dat niet altijd in dezelfde samenstelling.
We willen dat de inwoners, ondernemers en bezoekers van
onze regio erop vooruit gaan. De regionale aanpak kan nog veel
effectiever, zonder dat we naar een nieuwe 100.000 plus herindeling
toewerken. Luisterend naar de discussie lijkt het me een mooie
uitdaging om samen met andere gemeenteraden besluitvormende
vergaderingen te organiseren. Als PvdA noord-Limburg trekken
we steeds vaker op in bepaalde (regionale) dossiers. Ik hoop dat dit
voor de raden ook gaat gelden, zonder verlies van eigen identiteit.
Misschien een leuk punt voor minister Plasterk om mee aan de slag
te gaan?
Conclusie
Mijn belangrijkste conclusie is dat de PvdA Venlo zich in de raad
niet alleen als een politieke groepering manifesteert, maar als een
afdeling die voor en door haar leden en inwoners politiek bedrijft
met als doel een beter Venlo. Complimenten daarvoor en hopelijk
tot snel in een gezamenlijke besluitvormende vergadering.
ROY BOUTEN
RAADSLID IN HORST AAN DE MAAS
Vind jij het ook leuk om een kijkje te nemen in de politieke
keuken van een andere gemeente, provincie of waterschap
(groot of klein, dichtbij of verder weg) en wil je daarover
een column in Lokaal Bestuur schrijven? Stuur dan een
mailtje naar de eindredactie, jdroos@pvda.nl
VENLO
W
in de keuken van
6. 6
TIJD VOOR MOREEL APPEL
OP GESUBSIDIEERDE
INSTELLINGEN
JURJEN SIETSEMA
FREELANCE JOURNALIST
Mogen gemeenten en provincies gesubsidieerde
instellingen korten omdat ze vinden dat het geen
subsidiedoel is om met publiek geld topsalarissen te
financieren? Nee, bepaalde de rechter in Den Bosch
onlangs. De lokale en provinciale overheden zijn daar
niet blij mee. Ze zien het als een aantasting van hun
beleidsvrijheid. Hoe moet het nu verder, vroeg Lokaal
Bestuur aan de Eindhovense wethouder Staf Depla,
de Drentse gedeputeerdeArd van derTuuk,
politicologe GeeskeWildeman en aan PvdA-Kamerlid
Pierre Heijnen.
Of dat zo is, zal de tijd leren.
De rechtbank in Den Bosch
opende met de uitspraak in
bovenstaande zaak de deur
naar meer successen voor
gesubsidieerde instellingen
die hun korting aanvechten. Je
macht als subsidieverstrekker
inzetten om zo salarissen van
zittende bestuurders omlaag te
krijgen is dus vooralsnog niet
toegestaan. Een hard gelag voor
veel gemeenten die voorlopig
met lede ogen moeten toezien
hoe er met verstrekt subsidiegeld
riante salarissen worden betaald.
Volgens PvdA-
Kamerlid Pierre
Heijnen is het ook
onder de nieuwe
Wet Normering
Topinkomens
(WNT) nog niet
eenvoudig om
instellingen nu al te dwingen
om terug te gaan in salaris.
‘Er zit, naar Europese normen,
een overgangstermijn in die
wet van vier jaar waarna het
salaris in drie jaar in stappen
terug gaat naar de Balkenende-
norm (130 procent van een
ministerssalaris). Een rechter zal
daarom zeggen dat zo’n salaris
vanuit een private overeenkomst
wordt betaald en dat een
een goede kans maken om de
korting staande te houden. Wij
kunnen, denk ik, hard maken dat
het betalen van topsalarissen
wel degelijk te maken heeft
met het doelmatig inzetten
van subsidiemiddelen. ‘In de
subsidieverordening hebben wij
de bepaling opgenomen dat in
het kader van die doelmatigheid
het geld niet aan topinkomens
moet worden besteed, maar aan
zorg. Blijkbaar hebben we dat er
niet duidelijk genoeg in gezet.’
Meer gemeenten
Depla is niet de enige wethouder
die met deze problematiek
te maken heeft. Er zijn meer
gemeenten die met het zelfde
bijltje hakken, zoals Den Haag,
Amsterdam, Nijmegen en
Zoetermeer . Depla:‘Op dit
moment heb ik veel contact met
een wethouder in Den Haag
die binnenkort ook om een
zelfde geval gaat procederen.
We wisselen ervaringen uit
en hopen dat steeds meer
gemeenten gaan meedoen zodat
het op een gegeven moment
niet interessant meer is voor
een instelling om zich niet aan
de regels te houden. Wat je je
wel moet afvragen is hoe lang
je hiermee door moet gaan. Ik
ben met Novadic-Kentron eind
2010 begonnen en ga dus niet
stoppen. Natuurlijk moet je
instellingen beschermen tegen
de willekeur van de overheid,
maar ik ben ervan overtuigd dat
de rechter in hoger beroep een
andere afweging maakt dan in
eerste aanleg.’
gemeente zich daar niet mee
moet bemoeien, en daar lopen
verschillende gemeenten dus
tegenaan.’ Depla vindt echter dat
er geen sprake is van een inbreuk
in een private overeenkomst.
‘We verbieden het niet, we
korten alleen de subsidie met het
bedrag dat boven de WOPT-norm
wordt betaald.’
Provincies
Niet alleen gemeenten maar
ook diverse provincies hebben
te maken met rechtszaken over
kortingen op subsidies. Zo liggen
Brabant en Noord-Holland met
de regionale omroepen in de
clinch.
Noord Holland heeft de
Balkenende-norm verankerd
in zijn subsidieverordening,
evenals Gelderland, Groningen
en Zeeland. Provinciale Staten
van Brabant kozen vorig jaar
voor de ‘Brabantnorm’, een
salarisnorm die 50.000 euro
onder de Balkenende-norm ligt.
In Drenthe kent de provincie
geen problemen
op dit vlak, zegt
gedeputeerde Ard
van der Tuuk.
‘Helderheid vooraf
helpt. Je vraagt je,
als je dit allemaal
leest, af of iedereen
dezelfde omschrijving gebruikt
in zijn subsidieverordening.
In Drenthe subsidiëren wij,
en volgens mij zijn wij niet de
enige, tot het norminkomen. Wij
zeggen niet:‘u mag niet boven
dat inkomen zitten’, maar wij
verstrekken subsidie tot dat
Eindhoven vindt
dat topsalarissen
ten koste gaan
van de beoogde
doelmatigheid
Foto Hollandse Hoogte
De Eindhovense instelling voor verslaafdenzorg Novadic-Kentron. Deze kliniek vocht de korting van de gemeente op de subsidie aan bij de rechter,
met succes. Overigens verblijven de mensen op deze foto in werkelijkheid niet in de kliniek.
Je vindt als gemeente dat je niet
vanuit publieke middelen hoeft
mee te betalen aan topsalarissen
en past je subsidieverordening
aan. Eén van de instellingen die
je vervolgens om deze reden op
haar subsidie kort, is het hier
niet mee eens, stapt naar de
rechter en trekt aan het langste
eind. Dit overkwam onlangs de
gemeente Eindhoven. De rechter
in Den Bosch bepaalde dat het
betalen van een topsalaris (in
dit geval boven de norm zoals in
2006 al vastgesteld in de WOPT,
de Wet Openbaarmaking uit
Publieke middelen gefinancierde
Topinkomens) en het doelmatig
inzetten van subsidiemiddelen
niets met elkaar van doen
hebben. Een inperking van
de beleidsvrijheid van deze
gemeente dus.
Toch laat Eindhoven het er
niet bij zitten,
zegt wethouder
Staf Depla. ‘Ze
(de instelling voor
verslaafdenzorg
Novadic-Kentron,
red.) mogen dan
in eerste aanleg
gelijk hebben gekregen, maar
ik denk dat wij in hoger beroep
7. 7lokaal bestuur / juni 2013
e toegenomen complexiteit als gevolg van de groei van de
kenniseconomie kan leiden tot onbehagen, onbegrip en
zelfs angst. Immers, mensen houden doorgaans niet van
onzekerheden en ongrijpbaarheid en het idee dat ze zaken zelf
niet meer in de hand hebben. Daarbij is keuzestress een nieuwerwets
fenomeen. Complexiteit is naast een kwaliteit dus ook een bron van
negatieve emoties.
Een verlammend wantrouwen houdt ons gegijzeld. En dat terwijl
vertrouwen een buitengewoon belangrijke motor van economische
groei is. Op korte termijn stimuleert consumentenvertrouwen
consumptie en producentenvertrouwen investeringen. Op lange
termijn vermindert vertrouwen transactiekosten en bevordert het de
optimale verdeling van schaarse middelen.
Dat vertrouwen bouwen we níét op met een hiërarchische piramide,
maar met een platte pannenkoek. We moeten níét slecht gedrag
bestraffen, maar goed gedrag stimuleren. We moeten van formele
relaties en bureaucratische principes naar partnerschappen en
gedeelde belangen. We moeten níét de regels aanscherpen, maar een
beroep doen op de verantwoordelijkheid van ons allen. We maken de
toekomst níét door de schuld bij anderen neer te leggen, maar door
zelf te handelen. De burger is géén consument, maar eerst en vooral
medeproducent van de waarden die in onze maatschappij actueel
zijn.
Dit vraagt om herbezinning op diverse fronten. De burger moet leren
te acceptern dat complexiteit en onzekerheid de basis zijn onder onze
samenleving en dat risico’s tot op zekere hoogte bij het leven horen.
Het onderwijs draagt daarin bij door aandacht te schenken aan het
ontwikkelen van waarden en het vermogen daarop te reflecteren. Zo
kan de maatschappij, oftewel burgers onderling, een beroep doen op
het zelfreflecterende vermogen van de burger.
Ook vraagt het optimaal benutten van de kenniseconomie van
beleidsmakers dat zij de hooggespannen verwachtingen over de
maakbaarheid van de kenniseconomie kanaliseren. Het aanscherpen
van regels, versterken van toezicht et cetera is gedoemd te falen en
leidt ertoe dat mensen vervreemden van de maatschappij en zich niet
meer zelf verantwoordelijk voelen.
Er is een verschuiving van oriëntatie bij de overheid nodig. Zij zal
zich meer moeten richten op haar verankering in delen van de
samenleving. Via nieuwe vormen van inspraak zal ze doelbewust
moeten werken aan de relatie met de achterban. De overheid zal
moeten erkennen en stimuleren dat maatschappelijke organisaties
zelf hun toezicht en verantwoording vormgeven.
Enerzijds moeten we blijven investeren in het verder weerbaar maken
van mensen in een onzekere wereld waarbij iedereen een bijdrage
moet leveren, anderzijds moet duidelijk zijn dat ‘in the end’ niemand
aan zijn lot wordt overgelaten.
De groei van de kenniseconomie is van marginale betekenis als we
ons niet weten te ontworstelen aan de angst die ons gegijzeld houdt.
We hebben onszelf steeds verder ingekapseld in een net van regels
en toezicht in onze uitzichtloze beheerszucht. Dit zelfgesponnen web
ontneemt daarnaast ook nog het zicht op de weg naar een duurzame
toekomst. Het is tijd dat we dit web afschudden.
Kortom, we moeten onszelf radicaal ontorganiseren en ontregelen.
Alleen dan kan de kenniseconomie floreren. Of in de woorden van
mijn favoriete filosoof Loesje:‘Geef de mens de ruimte om te groeien
in plaats van de economie’. Dan volgt de kenniseconomie vanzelf.
afgevaardigde
Sinds ik lid ben van de Eerste Kamer
arriveren alle Kamervragen van onze
partij in mijn brievenbus. Het stellen
van Kamervragen past binnen het
uitzichtloze streven greep te krijgen op
de risico’s die nu eenmaal bij het leven
horen.Waar we maar niet aan willen
wennen is dat de complexiteit van onze
samenleving groter is dan ooit.
ONTREGELEN
D
ESTHER-MIRJAM SENT
Lid Eerste Kamer
norminkomen, en niet meer
dan dat. Wij versleutelen die
salarisnorm dus al in de subsidie.
Tegelijkertijd hebben wij bij
de instellingen die subsidie
van ons krijgen al gevraagd
of zij ook betaalden boven het
norminkomen. Dat bleek niet het
geval.’
Irritatie
Wat als rechters, net als die in
Den Bosch, ook in hoger beroep
bij hun uitspraken blijven
en gemeenten en provincies
daarmee alle mogelijkheden uit
handen worden geslagen om
topsalarissen aan te pakken?
Welke zin heeft het dan nog
om welke norm dan ook op te
stellen?
Geeske
Wildeman is
politicoloog en
was tot 1 april
jl. directeur-
eigenaar van
onderzoeksbureau
Necker van Naem. Nu heeft ze
een eigen bedrijf (Level5) en is
van daaruit directeur van de
rekenkamers van de gemeenten
Diemen, Ouder Amstel en
Aalsmeer. Haar eerste reactie
op de uitspraak van de Bossche
rechter is irritatie, zegt zij. ‘Nu
wordt er eindelijk eens beleid
gevoerd op het aanpakken
van die topinkomens en dan
steekt de rechter daar een
stokje voor. Ik hoop dat het tij
uiteindelijk keert, hoewel ik de
redenering van de rechter wel
begrijp. Die zit daar om de wet
te volgen. De randvoorwaarden
die de gemeente Eindhoven
stelt, moeten gekoppeld zijn
aan het doel van de subsidie.
Dat is blijkbaar niet gebeurd.
Het is goed dat Eindhoven in
hoger beroep gaat. Dat geeft
duidelijkheid. En als die er dan
is, als de wet zo moet worden
geïnterpreteerd zoals nu, dan
moeten we iets anders gaan
ondernemen. Maatschappelijk
en politiek bestuurlijk is dit
onacceptabel. Door krachtig
verzet aan te tekenen kan er op
termijn, hopelijk, via Tweede en
Eerste Kamer een betere wet
uitkomen. Maar dat is een lange
weg. Bovendien kan ik me bijna
niet voorstellen dat overheden
niets over topinkomens bij
gesubsidieerde instellingen
mogen zeggen.’
Andere houding
‘Waardevoller is, vanuit het
perspectief dat je een publiek
orgaan bent, een moreel appel te
doen op de bestuurders van deze
instellingen’, vindt Wildeman.
‘De Balkenende-norm is niet
zomaar een bedrag. Het is ooit
ingevoerd als een acceptabel
beloningsbeleid. Gesubsidieerde
instellingen kun je zien als
‘verlengde overheid.’ Taken die
bij gemeenten of bij de provincie
horen, worden door een instelling
uitgevoerd. Het algemene doel
zou moeten zijn om met dat
geld de samenleving op de een
of andere manier beter te laten
functioneren. Daar hoort, vind
ik, een totaal andere houding bij
dan in het bedrijfsleven, waarbij -
plat gezegd - het algemene doel
winst maken is.’
Dat dit gesprek moet worden
opgestart, vindt Wildeman
‘best treurig’. ‘Het is lastig te
begrijpen dat een directeur
van een instelling voor
verslavingszorg meer mag
verdienen dan de premier. Is
zijn functie dan zoveel zwaarder
dan de uitdagingen waar Mark
Rutte elke dag voor staat? Dat
maakt mij erg nieuwsgierig
naar het functieprofiel. Dat
gesprek zou trouwens ook niet
alleen moeten worden gevoerd
met de directeuren die dit
inkomen verdienen, maar met
diegenen die dit soort mensen
in een positie brengen, zoals
een dagelijks bestuur of een
raad van toezicht. Zij hebben
destijds het salaris geaccepteerd
dat onderaan het functieprofiel
stond.’
Grotere druk
‘Gemeenten kunnen meer dan
ze soms zelf denken’, zegt
Wildeman. ‘Ze zitten vaak
in de raden van toezicht van
gesubsidieerde instellingen en
kunnen die positie gebruiken om
actiever bij te sturen. Dan is het
misschien zelfs nog iets meer
dan een moreel appel. Vergeet
ook niet dat het tij gunstig is
als het gaat om publiciteit over
dit onderwerp. We zitten in een
economische crisis en er is al
twee, drie jaar een discussie aan
de gang over de beloningen bij
banken. Bovendien wordt de
druk om inkomens openbaar
te maken steeds groter. Er is
nu veel meer aandacht voor
topinkomens. We me opvalt is
dat er nog steeds mensen zijn
die topinkomens zonder meer
accepteren. Gelukkig zijn er ook
mensen zoals Aleid Wolfsen,
die aankondigde dat hij afziet
van zijn wachtgeld nadat hij
burgemeester af is. Ik denk dat
sollicitatiecommissies strenger
moet worden voorbereid en
getoetst op dit onderwerp.
Het moet duidelijk zijn wat je
maximaal kunt verdienen als je
voor een functie bij de overheid
of ‘verlengde’ overheid kiest. Als
het goed is, kies je ook bewust
voor die functie. Het idealisme
waarmee je voor een functie in
het openbaar bestuur of bij een
instelling voor verslavingszorg
kiest, mag best weer wat sterker
worden aangezet.’
Pierre Heijnen kan zich
helemaal vinden in de oproep
tot een moreel appel. ‘Er is
in de laatste twintig jaar een
volkomen wildgroei ontstaan
in de semipublieke sector. Ik
weet nog dat directeuren van
zorginstellingen, in het onderwijs
of van wooncorporaties
vielen onder gemeentelijke
of provinciale salarisschalen.
Niets daarboven. Het is tijd
om het moreel kompas weer
te richten naar bestuurders
in de semicollectieve
sector. Ook zij hebben een
verantwoordelijkheid.’
Heeft een
directeur
verslavingszorg
soms een
zwaardere functie
dan premier
Rutte?
De lijst-Plasterk
In januari stuurde minister van Binnenlandse Zaken
Ronald Plasterk een lijst van inkomens boven de
Balkenende-norm naar de Tweede Kamer. Op
de lijst staan maar liefst 2.651 functionarissen in
de (semi-) publieke sector die (in 2011) boven de
Balkenende-norm verdienden. Gemiddeld gaat het
om 218.783 euro. Op de lijst van grootverdieners
staan niet alleen bestuurders van zorginstellingen,
maar ook van woningcorporaties, burgemeesters
en een hondengeleider van de Politie Gelderland.
Op 1 januari 2013 trad de WNT (Wet Normering
Topinkomens) in werking met een verbod op een
salaris voor bestuurders boven de Balkenende-
norm. Dit verbod geldt niet voor medewerkers
(niet-bestuurders). Zij zijn wel verplicht om hun
salaris openbaar te maken. De WNT kent een
overgangsregeling voor zittende bestuurders:
maximaal vier jaar het huidige salaris waarna in
drie jaar stapsgewijs terug naar de nieuwe norm.
Als het aan de minister had gelegen had hij de top
inkomens het liefst van de ene dag op de andere
naar beneden gebracht, zei hij tijdens de presentatie
van de lijst. ‘Maar dat mag niet van de wet.’
De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten)
komt nog deze maand met een model-
subsidieregeling waarmee het voor gemeenten
mogelijk moet zijn om te hoge topsalarissen
bij gesubsidieerde instellingen wel tegen te
gaan. Volgens de VNG is dat mogelijk door
in de beschikking tot subsidieverlening op te
nemen dat er maar een bepaald percentage aan
personeelskosten mag worden besteed, of door
in een subsidieverordening te bepalen welke
kosten voor subsidie in aanmerking komen. De
salariskosten kunnen dan bij de berekening van
het subsidiebedrag worden uitgesloten, of bij de
berekening voor een bepaald maximum worden
meegenomen.
8. 8
WORDT HET TIJD
OM TE GAAN RITSEN?
KIRSTEN VERDEL
FREELANCE JOURNALIST
Het is 2013. Maar nog steeds kost het veel politieke partijen moeite
om voldoende vrouwen te vinden voor een vertegenwoordigende of
besturende functie in gemeenten. Zo ook bij de PvdA. Gevolg daarvan
is dat het aantal mannen in het lokale bestuur verder toeneemt. De
mannelijke PvdA-raadsleden zijn gemiddeld ook nog eens drie jaar
ouder dan hun vrouwelijke collega’s,zo blijkt uit cijfers van het CLB.
Bovendien lijkt de gemiddelde leeftijd van onze raadsleden,wethouders
en burgemeesters steeds hoger te worden. Moeten we misschien het
in België wettelijk voorgeschreven fifty-fifty-model invoeren om de
vermannelijking en veroudering van het openbaar bestuur te keren?
In België hebben jullie de
man-vrouw verhouding
gewoon wettelijk geregeld.
Kun je uitleggen hoe dat zit?
'De wet zegt dat de eerste twee
kandidaten van elke lijst niet van
hetzelfde geslacht mogen zijn.
Daarna mag je wel afwijken van
dat ritssysteem, zolang de totale
verhouding man-vrouw maar 50-
50 is. In de praktijk ritsen steeds
meer partijen hun gehele lijst.
Met name bij de progressieve
partijen zie je dat ze dat al steeds
meer doen.'
Werkt het?
'Ja, het werkt zeker. We hebben
bijvoorbeeld in de nationale
parlementen meer vrouwen
gekregen sinds het systeem
is ingevoerd. We zitten nog
niet aan een 50-50 verhouding,
maar die balans komt steeds
meer in zicht, we zitten nu op
ongeveer 36 procent. We zijn er
dus nog niet, maar we zitten op
de goede weg. Bij de zogeheten
uitvoerende mandaten zien
we nog wel een probleem.
Dan heb je het over ministers,
gedeputeerden, schepenen
(wethouders) en burgemeesters.
Daar is de verhouding nog
steeds zoek. Maar dat is dan
ook niet wettelijk geregeld.
Wat wel opvallend was bij de
gemeenteraadsverkiezingen is
dat hoe jonger de kandidaten
zijn, hoe meer vrouwen je
ziet. Tot de leeftijd van 50 jaar
was het aandeel vrouwelijke
kandidaten veel hoger dan het
aantal mannelijke kandidaten.
In de leeftijdsgroep 18-25 jaar
waren er zelfs 1972 vrouwen
tegenover slechts 1630 mannen.'
Maar 36 procent is, als je een
wat sombere bril opzet, toch
maar een derde?
'Ja, dat is waar. Het ritssysteem
werkt niet altijd helemaal 100
procent zoals je het zou willen.
In het verleden werd er net als
in Nederland veelal op een partij
gestemd, tegenwoordig wordt
er steeds vaker op specifieke
personen op een partijlijst
gestemd. Als het toevallig
mannen zijn waar veel op wordt
gestemd, dan gooit dat een
netjes geritste lijst helemaal
overhoop. Soms kan dat ook
goed uitpakken overigens. Ik ben
bijvoorbeeld zelf mijn politieke
carrière in een landelijke
gemeente begonnen waar ik
op een onverkiesbare dertiende
plek stond. Ik ben toen met
voorkeurstemmen toch gekozen.
Dat geluk had ik toen wel. Maar
bij parlementsverkiezingen is het
natuurlijk veel moeilijker om van
onderaan een lijst gekozen te
worden.'
Moet de verhouding eigenlijk
wel per se 50-50 zijn?
Foto provincie Antwerpen
inga verhaert, voorzitter van de progressieve vrouwenbeweging in België.
Inga Verhaert
Voorzitter Zij-kant en gedeputeerde provincie Antwerpen
Dat vrouwen
afhaken heeft
ook te maken met
een gebrek aan
begeleiding
Tien tips voor afdelingen om vrouwen te werven
1. Dwing jezelf om naar een 50-50 verdeling te gaan: leg dat officieel vast
2. Zorg voor een mix tussen mannen en vrouwen bij vrijwilligersfuncties
3. Wijs scouts aan binnen en buiten het bestuur
4. Vraag succesvolle, actieve vrouwen om op te treden als scout/
ambassadeur
5. Zorg ervoor dat ook in beeldcommunicatie vrouwen duidelijk in beeld zijn
6. Organiseer voorlichtingsbijeenkomsten voor kleine groepjes vrouwen
7. Benader lokale vrouwennetwerkorganisaties
8. Probeer bij vergadertijden rekening te houden met het gezinsleven
9. Investeer in talent: zorg voor goede begeleiding van nieuwkomers
10. Zet social media in als wervingskanaal
pvda-raadslid is gEmiddEld Bijna 53 jaar
PvdA-raadsleden zijn gemiddeld bijna 53 jaar oud,
wethouders ruim 55 jaar en burgemeesters van
onze partij zijn gemiddeld bijna 59 jaar oud. Dat
blijkt uit het ledenbestand van het Centrum voor
Lokaal Bestuur.
De PvdA had per 7 mei jl. 1326 raadsleden: 893
mannen en 433 vrouwen (=32,6 procent). Het
aantal wethouders bedroeg 240: 189 mannen en
51 vrouwen (=21,2 procent). Van de 103 PvdA-
burgemeesters zijn er 84 man en 19 vrouw (=18,4
procent).
Van de PvdA-raadsleden zijn de mannen
gemiddeld 3 jaar ouder dan de vrouwen.
Bij de wethouders zijn mannen en vrouwen
gemiddeld even oud. Bij de burgemeesters zijn de
mannen gemiddeld bijna een jaar ouder dan de
vrouwen.
De PvdA heeft slechts één vrouwelijk
raadslid onder de 25 jaar, 47 vrouwen in de
leeftijdscategorie 25-34 jaar, 79 in de categorie 35-
44, 120 tussen de 45-54 jaar, 131 tussen de
55-64 jaar en 48 in de leeftijdscategorie 65+.
Van 8 vrouwelijke raadsleden is de leeftijd
onbekend.
Voor de vrouwelijke wethouders zijn de cijfers
als volgt: geen enkele wethouder is jonger dan
35 jaar, in de categorie 35-44 jaar telt de PvdA
6 wethouders, 17 wethouders behoren tot de
categorie 45-54, 23 tot de categorie 55-64 en 2
vrouwelijke wethouders zijn 65+.
Van 3 wethouders is de leeftijd onbekend.
Bij de vrouwelijke burgemeesters is er niemand
jonger dan 35 jaar. In de categorie 35-44 zijn er 2
burgemeesters, in de categorie 45-54 zijn er 3,
de categorie 55-64 telt 11 burgemeesters en
3 burgemeesters zijn 65+.
‘in België wordt
de kandidatenlijst
ongeldig verklaard
als de verhouding
man-vrouw niet
fifty-fifty is.’
9. 9lokaal bestuur / juni 2013
'Ja, dat vind ik wel wenselijk. De
politieke vertegenwoordiging
moet ook de vertegenwoordiging
van de samenleving zijn, en
daar is de verhouding man-
vrouw toch echt ongeveer 50-50.
Ook wettelijk gezien moet het
trouwens echt: als de lijst niet
50-50 is, wordt hij ongeldig
verklaard.'
Hebben jullie er ook last van
dat veelbelovende vrouwen
vroegtijdig uit de politiek
stappen?
'Wat opvalt bij ons is dat mensen
afhaken die pas kort voor de
verkiezingen zijn gerekruteerd
omdat je bepaalde evenwichten
in je lijst wil. Dat doen ze omdat
ze vaak onvoldoende begeleid
worden. Daar heb ik ook alle
begrip voor, want het is niet fraai
als je mensen op een lijst vraagt,
smeekt, en naderhand niet naar
ze omkijkt. Dan is het logisch dat
ze teleurgesteld raken. Ze geven
als reden voor hun afhaken vaak
op dat het niet te combineren is
met hun reguliere werk, maar de
echte reden is vaak een gebrek
aan begeleiding. Dat geldt dus
niet alleen voor vrouwen.'
Worden vrouwen anders
bejegend in de Belgische
politiek?
'Het gebeurt nog steeds dat
vrouwen binnenkomen op een
vergadering waar iedereen
zat te wachten op meneer de
gedeputeerde. Bij sommige
mensen komt niet eens op dat
een gedeputeerde ook een vrouw
kan zijn. Ook heb je soms een
kennismaking waarbij mensen
er van uitgaan dat je als vrouw
wel sociale zaken of een andere
‘zachte’ portefeuille zult hebben.
Ze raden nooit dat je ICT of
Ruimtelijke Ontwikkeling in je
portefeuille hebt! In sommige
vooroordelen zit wel een kern
van waarheid: je merkt toch dat
vrouwen snel meer naar het
team kijken en naar consensus
zoeken.'
Meer info over het Belgische
ritssysteem op
http://www.stemvrouw.be.
Zie ook de website van
zij-kant, de progressieve
vrouwenbeweging van België:
http://zij-kant.zijkant.ys.be
Anja Timmer, voorzitter van de vrouwenorganisatie van de PvdA
Raadsverkiezingen 2014
Klopt het dat jullie problemen
hebben om een lijst voor de
gemeenteraadsverkiezingen
van 2014 op te stellen?
'Inderdaad. We zijn een kleine
afdeling. We hebben al jaren
tussen de 22 en 25 leden. Dat
is wel redelijk stabiel door de
jaren heen. Van die ruim twintig
leden is maar een heel beperkt
deel actief. En van die actieven
willen er maar twee in de
raad. Dat is eigenlijk te weinig
om met vertrouwen aan de
verkiezingen deel te nemen. Dus
we overwegen nu serieus om
volgend jaar niet deel te nemen
aan de verkiezingen.'
Jullie probleem gaat dus wel
een stukje verder dan een
gebrek aan vrouwen?
'Naar verhouding hebben we in
ieder geval geen probleem met
de man-vrouw verhouding. In het
bestuur zitten twee vrouwen, in
de steunfractie ook. De verdeling
tussen de geslachten is het
probleem niet. Wij merken vooral
dat het hier überhaupt moeilijk is
mensen actief te krijgen.'
Hebben jullie wel zetels in de
gemeenteraad?
'De afgelopen 15 jaar hadden
we eigenlijk altijd wel een
zetel in de raad. Voordat het
duale stelsel begon zat die ene
persoon dan ook nog vaak in het
college, dus was er geen zetel
in de raad. Nu is dat natuurlijk
anders. De huidige situatie is
dat we één wethouder en één
raadslid hebben. Eigenlijk zouden
dat twee raadsleden moeten
zijn, maar D66, waar we een
samenwerkingsverband mee
hadden, heeft die samenwerking
ineens opgezegd en de zetel waar
zij op zaten hebben ze ingepikt.'
Als je altijd maar één zetel
haalt, heb je toch ook maar
weinig mensen op de lijst
nodig?
'We kunnen wel een lijst van zo'n
tien mensen samenstellen, maar
het merendeel staat er dan op om
wat stemmen te trekken, maar ze
willen echt niet in de raad. Als we
weer een wethouder leveren, heb
je dus weer een extra persoon
nodig. Eigenlijk nóg een zelfs,
omdat onze lijsttrekker, Hub
Assems, gedurende de komende
periode wil opstappen. Dan moet
er wel een opvolger zijn.'
Is nieuwe leden werven geen
optie?
'Daar zijn we constant mee
bezig. Als we een advertentie in
de media hebben, staat er altijd
een oproep bij om mee te doen.
Dat zet helaas weinig zoden aan
de dijk. En de mensen in onze
afdeling willen echt niet langs
de deuren gaan. De gemiddelde
leeftijd van onze leden is vijftig,
en zij zien dat simpelweg niet
zitten. Het is niet de cultuur van
deze club en dat zal het nooit
worden ook.'
Maar wat is dan de oplossing?
'We proberen nu opnieuw via een
advertentie in contact te komen
met belangstellenden. Als het
niet lukt, staan wij voor de vraag;
doen we wel of niet mee? Dat
hebben we overigens wel eens
eerder gedaan, een periode niet
meedoen aan de verkiezingen.
Kijk, in de raad komen is het
probleem niet. Maar ondanks de
waardering krijgen we nooit meer
stemmen bij de vierjaarlijkse
verkiezingen. De PvdA scoort hier
landelijk vrij aardig, maar lokaal
altijd erg laag en matig. Lokale
partijen zijn hier heel sterk. Ons
grootste probleem is dat de
meeste mensen van onze afdeling
al heel lang lid zijn en vaak al
heel lang actief zijn geweest. Op
een gegeven moment is het op.
Dat geldt bijvoorbeeld ook voor
mij. Ik ben nu voor de tweede
keer voorzitter, simpelweg omdat
er niemand anders te vinden
was. Ik gun ons een actievere
voorzitter. Ik kan het gewoon niet
meer opbrengen.'
Wat doet VIP om het
vrouwenprobleem op te
lossen?
'We zijn net gestart met een
nieuw bestuur. Er zijn vier
vrouwen die zich met scouting,
talentontwikkeling en werving
bezig gaan houden. Met name
scouting heeft een nieuwe boost
nodig. In Overijssel bijvoorbeeld
waren er nog maar drie scouts,
nu zijn dat er weer meer.'
Is het lastig om goede
vrouwen te vinden voor de
gemeenteraadsverkiezingen?
'Het aantrekken van jonge
vrouwen is echt wel een
probleem. Dat komt voor een
deel doordat jonge mensen in het
algemeen niet goed weten wat
het raadswerk inhoudt. In die zin
zouden zittende leden meer als
ambassadeur kunnen en wellicht
moeten optreden. Ook denken
veel vrouwen dat ze het niet
kunnen, of dat ze het politieke
ambt niet kunnen combineren
met werk of gezin. De drempel is
kennelijk toch hoog.'
Wat willen jullie gaan doen
om de participatie van
vrouwen te vergroten?
'We doen al heel veel. We
organiseren bijvoorbeeld
debatavonden en er is elk jaar
een groot festival, in november
dit jaar bijvoorbeeld in Twente.
Daar komen toch iedere keer
100 tot 150 vrouwen én mannen.
We willen investeren in social
media en ook op andere vlakken
meer naar buiten treden. Ik
heb zelf ooit op lokaal niveau
een trainingsklasje gehad voor
vrouwen die belangstelling
voor de politiek hadden, het zou
goed zijn als dat weer terug zou
komen. Met lokale wethouders,
Kamerleden of bijvoorbeeld
zittende raadsleden kun je
dan groepjes van pakweg tien
vrouwen enthousiasmeren en ze
heel veel praktische informatie
meegeven. Handige zaken, zoals:
hoe schrijf je een motie, hoe vraag
je een debat aan? Juist dat soort
praktische dingen kunnen een
grote drempel zijn voor mensen
die het systeem niet kennen.'
Wat vind je van het Belgische
ritssysteem?
'Op landelijk niveau hadden we
dat binnen de PvdA al, maar
sinds kort is het veranderd. De
kandidatenlijst voor de Tweede
Kamer bestaat voortaan uit
‘cohorten’ van zes, waarvan
de helft man en de helft vrouw
moet zijn. Daarmee zijn we van
het strikte om-en-om systeem
af, maar blijft de verhouding wel
50-50. Op lokaal en provinciaal
niveau hebben we dat systeem
niet. Daar gelden andere regels
voor, die de gewesten en
lokale afdelingen zelf moeten
opstellen. Het zou natuurlijk
wel goed zijn als die afdelingen
daar naar streven, al is het
naast de wenselijkheid van
een evenredige man-vrouw
vertegenwoordiging alleen maar
omdat uit onderzoek blijkt dat
diversiteit -en dat gaat over
meer dan alleen de man-vrouw
verdeling- in teams zorgt voor
betere prestaties!'
Merk je zelf in Almelo ook
dat het lastig is om vrouwen
actief te krijgen?
'Ja. Raadsvergaderingen
beginnen bij ons om 19.00 uur.
Veel jonge vrouwen zien dat
niet zitten. Het gezin is voor
veel vrouwen toch echt een
probleem. Misschien zou het
schelen als het principe van
raadsvergoedingen, ooit bedoeld
om minder te gaan werken en
meer tijd te hebben voor de
politiek, wordt gewijzigd zodat
er meer overdag vergaderd kan
worden. Maar dat blijft een lastig
dilemma.'
Zijn er andere redenen
waarom mannen actiever
zijn?
'Vele. Eén van de dingen die
je soms ziet is dat vrouwen al
snel denken dat ze iets níet
kunnen. Mannen kunnen altijd
negen punten noemen waarom
ze ergens geschikt voor zijn,
terwijl vrouwen soms de neiging
hebben om éérst twee redenen
te noemen waarom ze denken
dat ze iets niet kunnen. Daar
staat tegenover dat vrouwen
die wel actief worden vaak
meer sensitiviteit hebben voor
onderbuik en emoties. Ze prikken
eerder door verhalen heen die
rationeel lijken te kloppen, maar
waar eigenlijk een bepaalde
emotie achter zit waar het echt
om gaat. Dat zien zij sneller dan
mannen.'
Anja Timmer
Voorzitter Vrouwen in de PvdA (VIP) en wethouder Almelo
Tjaart Imbos
Afdelingsvoorzitter Valkenburg aan de Geul
Het is hier
überhaupt moeilijk
om mensen actief
te krijgen
‘Zittende
raadsleden
zouden meer als
ambassadeurs
moeten
optreden.’
10. 10
ENERGIECOÖPERATIES
VEROVEREN NEDERLAND
JAN CHRIS DE BOER
FREELANCE JOURNALIST
Er is een revolutie gaande in Nederland.
Een kleine, weliswaar, maar toch. Kleine
coöperaties schieten als paddestoelen uit de
grond. Energiecoöperaties, zorgcoöperaties,
moestuincoöperaties, noem maar op.Veel
mensen willen niet langer afhankelijk zijn van
steeds uitdijende multinationals, maar het heft
zelf in handen nemen. Bijvoorbeeld samen een
windmolen aanschaffen om te voorzien in het
eigen energieverbruik. Lokaal Bestuur signaleert
mooie initiatieven in het Gelderse Lochem,waar
GroenLinks en PvdA elkaar hebben gevonden,
en in Groningen, waar zonnepanelen een gouden
toekomst tegemoet gaan. Zeker als de overheid
de energiebelasting schrapt.
ontstaan. Het is alleen jammer
dat je soms tegen barrières
op loopt die alleen landelijk
geslecht kunnen worden. De
energiebelasting op zonnestroom
is daar één van.’
Plan weggegooid
Dat duurzaamheid ook
behoedzaamheid vergt, merkte
wethouder De la Court al snel na
zijn aantreden in 2005. ‘Ik heb
geleerd dat je moet weten wat
mensen motiveert en beweegt.
En dan nog maak je continu
fouten. Zo kwam ik met het
plan om een oude stortplaats
vol te leggen met zonnepanelen
Lochem wordt wel de meest
duurzame gemeente van
Nederland genoemd. ‘Ja, dat
schijnt zo te zijn. Lochem is
qua cultuur geen pretentieuze
gemeente. Om ons de meest
duurzame gemeente te noemen,
vind ik nogal pretentieus.
We zijn wel koploper in het
betrekken van burgers en
burgerorganisaties bij innovatie
en vooral op het gebied van
duurzaamheid,’
zegt GroenLinks-
wethouder Thijs
de la Court. Hij
beheert slechts
één portefeuille:
duurzaamheid.
‘Die kerntaak van
Lochem wordt uitgevoerd door
onze samenleving. De gemeente
beperkt zich tot het faciliteren
van activiteiten.’
PvdA-
fractievoorzitter
Marian Beuke
vindt dat De la
Court zichzelf tekort
doet:‘Het komt
grotendeels door
de bevlogenheid
van Thijs dat duurzaamheid in
onze gemeente zo’n enorme
boost heeft gekregen. Thijs
komt uit de milieubeweging en
heeft het activistische in zich.
Maar hij moet wel voorzichtig
manoeuvreren, want we
hebben ook met conservatieve
krachten te maken’, zegt Beuke.
‘Duurzaamheid staat ook bij de
PvdA in Lochem hoog in het
vaandel. GroenLinks en PvdA
vonden elkaar op dit gebied en
de beide andere coalitiepartijen,
CDA en VVD, gingen mee. Er
zijn inmiddels van onderop
ontzettend veel initiatieven
en er een algenkwekerij te
starten. Biovergisting maakte
ook deel uit van dat plan. Maar
de buurt heeft dat plan meteen
weggegooid. De mensen vonden
het niks. Ik heb natuurlijk nog
wel even gesputterd, maar
heb me er uiteindelijk bij
neergelegd. Het gevolg was dat
de buurt zelf initiatieven gingen
ontwikkelen en nu liggen er
zo’n veertig ideeën. Ideeën voor
onder meer klimaatneutrale
renovatie, afvalwaterhergebruik,
minder gebruik van kunstmest,
aanleg van houtwallen voor
houtproductie en biomassa,
een vrijwillige ruilverkaveling
om zo het dieselverbruik te
verminderen en ecologisch
bermbeheer. Algenkweek
bleek helemaal niet te kunnen
en de zonne-energie was
nauwelijks rendabel door de
energiebelasting. Het is maar
goed dat die mensen niet naar
een eigenwijze wethouder
hebben geluisterd, maar hun
gezonde boerenverstand hebben
Foto Peter Wassing
Grunneger Power laat onder toeziend oog van Frans Stokman zonnepanelen op daken aanbrengen.
Tips voor raadsleden
PvdA-fractievoorzitter Marian Beuke uit Lochem heeft de
volgende tips voor collega-raadsleden die werk willen maken van
duurzaamheid:
Zoek aansluiting bij de initiatieven die er zijn
Zorg ervoor dat de juiste mensen elkaar vinden
Bedenk wie van de inwoners de kar kan trekken. Wie heeft een
belangrijk netwerk of wie kan een netwerk opbouwen? Bij welke
inwoners zit de kennis?
Schakel ook de enkeling in die zich fanatiek met duurzaamheid
bezighoudt
Let goed op initiatieven die van onderop worden genomen
De belangrijkste taak van de gemeente is geld vinden. In Europa,
Den Haag of bij de provincie
In Lochem gingen
de mensen zelf
initiatieven
ontwikkelen.
Nu liggen er
40 ideeën
11. 11lokaal bestuur / JUNi 2013
gebruikt. Ik vind het niet erg
dat mijn plan werd afgewezen.
Integendeel, je kunt het niet
mooier krijgen dan zoals het nu
is gegaan. Al is het natuurlijk
wel zo dat als ik niet een
plan had gemaakt, de buurt
hoogstwaarschijnlijk ook niet in
beweging was gekomen.’
Buurt in beweging
Het plan van de wethouder
om zonnepanelen op de
vuilstortplaats te plaatsen
had niet alleen als effect
dat de buurt in beweging
kwam, maar leidde ook tot de
oprichting van de coöperatieve
vereniging LochemEnergie.
Immers, de zonnestroom van
de stortplaats moest een weg
vinden naar de inwoners van
de gemeente. LochemEnergie,
een club die voornamelijk door
vrijwilligers wordt gerund,
houdt zich bezig met de inkoop
van groene stroom voor haar
inmiddels honderden leden.
Daarnaast geeft de organisatie
duurzaamheidadviezen. ‘We
gaan weer terug naar een
coöperatieve gemeenschap’,
zegt fractievoorzitter Marian
Beuke. ‘Het gaat mensen niet
altijd om de prijs van een
product. Wij hebben onze Nuon-
aandelen verkocht en Nuon is
nu onderdeel van het Zweedse
Vattenfall. Dat is ver weg en de
mensen vragen zich af: heb ik
morgen nog wel stroom? Die
mensen willen zelf de regie
hebben en leggen dus panelen
op hun dak. In mijn eigen
omgeving zie ik steeds meer
daken met panelen.’
Rollen omgedraaid
‘Wij hadden als gemeente
ook een organisatie als
LochemEnergie kunnen
opzetten’, zegt De la Court,‘maar
we hebben de rollen bewust
omgedraaid. We hebben het
aan de inwoners gelaten. Het
is wel een riskante zoektocht
geweest, hoor! Ik heb een jaar
getobd. Want hoe begin je
zoiets? Uiteindelijk is het een
gouden greep geweest. Daar
geniet ik nog elke dag van. De
vrijwilligers doen al het werk
en ik krijg als wethouder allerlei
duurzaamheidprijzen.’
De wethouder vindt zichzelf
‘geen missionair’. ‘Als de
gemeenteraad mij zou vragen
wat mijn ambities zijn op het
gebied van windenergie, dan
zeg ik: mijn ambities zijn totaal
niet relevant. De sámenleving
bepaalt of er windmolens
komen in onze gemeente. De
provincie vroeg mij naar het
standpunt van de gemeente over
windmolens. Ik heb een kwaaie
mail teruggestuurd. Zulke zaken
moet je niet top down regelen.
Ik vind dat de dorpen op een
eerlijke wijze geïnformeerd
moeten worden over de voor- en
nadelen en dat de dorpen dan
zelf beslissen of ze wel of geen
molens willen.’
Grunneger Power
Vergelijkbaar met Lochem
Energie is Grunneger Power, dat
actief is in de stad Groningen
en in de gemeenten Haren en
Ten Boer. De in 2011 opgerichte
coöperatieve energievereniging
heeft inmiddels 850 particulieren
als lid. Zij betalen daarvoor
jaarlijks een tientje. Bedrijven
kunnen lid worden voor 100 euro
plus één euro per werknemer
per jaar. Op die manier zijn nog
eens 2.700 leden geworven.
‘Wij zijn nu in eerste instantie
facilitair’, zegt
oprichter Frans
Stokman. ‘Leden
worden gratis
geïnformeerd en ze
krijgen een korting
op de aanschaf
van zonnepanelen.
Daarnaast doen we uitgebreid
onderzoek naar de kwaliteit van
de panelen en de manier waarop
ze worden geproduceerd.
Want we willen geen panelen
waar kinderarbeid aan te pas is
gekomen. Sinds april 2012 levert
Grunneger Power groene energie
aan inmiddels zo'n vierhonderd
klanten.’
Grunneger Power, voortgekomen
uit een burgerinitiatief, heeft
geen riant kantoorgebouw met
een aantal dure leaseauto’s voor
de deur. ‘Nee, we zitten in het
souterrain van een makelaar
en we hebben een Piaggio, een
Italiaanse driewieler, waarmee
we op markten staan. We hebben
een fulltimer en een parttimer
in dienst en verder kunnen we
een beroep doen op zo’n 25
vrijwilligers. De bestuursleden
worden ook niet betaald. In de
afgelopen twee jaar hebben
we veel goodwill gekweekt.
Mensen van de Gasunie en de
universiteit melden zich aan als
vrijwilliger.’ Grunneger Power wil
op termijn de gehele provincie
gaan bedienen en ook groene
energie gaan leveren. Stokman:
‘Ons doel is dat minimaal 15
procent van de huishoudens in
de provincie lid wordt. Want als
je zelf je energie produceert, ga
je er ook bewuster mee om. Dan
is energiebesparing niet meer
vervelend, maar een uitdaging.’
Iedereen is tevreden
‘Ik besloot zelf een bijdrage te
leveren aan de energietransitie,’
zegt het Groningse
PvdA-Statenlid
Sjak Rijploeg.
Hij heeft inmiddels
gebruikgemaakt
van de diensten van
Grunneger Power.
‘De buren heb
ik benaderd met de vraag of
ze zonnepanelen op hun dak
wilden hebben. De reacties
waren positief. Maar het gaat
om huurwoningen en dus
moest er overlegd worden met
woningcorporatie Nijestee.
Ik heb eerst zelf een gesprek
gehad met de baas van
Nijestee. Hij vond het prima,
die zonnepanelen, maar het
mocht de corporatie geen cent
kosten. Had hij 100 procent
gelijk in. Grunneger Power
heeft vervolgens namens ons
de onderhandelingen met
Nijestee gevoerd en daar is
uitgekomen dat wij 27 euro meer
huur gaan betalen. Mijn acht
panelen leveren maandelijks
30 tot 35 euro op. Nijestee
heeft de panelen betaald en
laten installeren. Al met al, van
initiatief tot aan plaatsing van
de panelen, heeft het een jaar
gekost. En iedereen is tevreden;
de opbrengst is hoger dan
verwacht. Ik heb geen gemor
gehoord.’ Stokman:‘Nijestee is
meteen lid geworden.’
Stokman voorspelt zonne-
energie een grote toekomst. Hij
maakt een vergelijking met de
ontwikkeling van de personal
computer:‘In 1985 kwam
de eerste pc op de markt en
niemand kon toen voorzien dat je
nu overal ter wereld je informatie
vandaan kunt halen en met
mensen waar ook ter wereld
kunt praten. Zo zal het ook gaan
met zonne-energie. We gaan
straks dingen doen die nu nog
niet kunnen, zoals het opslaan
van je zonnestroom. Zoals de
computer de wereld dichter bij
elkaar heeft gebracht, brengen
initiatieven zoals van Sjak de
buurt dichter bij elkaar. Met z’n
allen in de straat panelen op het
dak laten aanbrengen, vergroot
de sociale cohesie.’ Rijploeg:‘Dat
klopt. Vooral toen de panelen
er nog maar net lagen, praatten
de mensen er over met elkaar.
Dan hoorde je in de tuin een
buurvrouw tegen een ander
zeggen: de zon schijnt, ik ga een
wasje draaien.’
Overheid kan meer doen
Stokman juicht de initiatieven
van onderop natuurlijk toe, maar
vindt dat de overheden ook meer
kunnen doen. ‘We gaan nog eens
dood aan het sectorale denken in
dit land. Noord-Groningen heeft
te maken met bodemdaling en
aardbevingen ten gevolge van
de gaswinning. Oost-Groningen
heeft een hoge werkloosheid.
Waarom niet in die beide
gebieden een ambitieus zonne-
energieprogramma uitvoeren?
Dan heb je een compensatie voor
de gaswinning en je creëert op
die manier veel werk.’
Maar wil de revolutie, nu nog
klein, een échte revolutie
worden, dan moet de
energiebelasting vervallen. Die
belasting moet nu nog worden
betaald over de zonnestroom die
niet door de producent zelf wordt
gebruikt. Stokman:‘Nu al is het
voordeliger wel zonnepanelen op
je eigen dak aan te schaffen dan
niet. Want op die panelen heb je
een hoger rendement dan op je
spaargeld. Maar als die belasting
verdwijnt, dan zal er een explosie
van zonnedaken plaatsvinden.’
Wethouder De La Court is
lobbyist namens verscheidene
organisaties die ervoor pleiten
om per 1 januari volgend
jaar deze energiebelasting af
te schaffen. ‘Ik zit daarvoor
gemiddeld een dag per week
in Den Haag. Ik denk dat we
die doorbraak gaan realiseren.
Het kabinet kan die belasting
ook afschaffen. De derving aan
belastingopbrengsten is niet
zo groot. En kijk eens wat de
doorbraak van zonnestroom
betekent: een impuls voor
de economie, meer btw-
opbrengsten, meer banen en
meer duurzame energie.’
Bij Grunneger
Power geen
duurbetaalde
bestuurders maar
25 vrijwilligers
Mensen willen
graag zelf de
regie hebben en
panelen op hun
dak leggen
FotoGrunnegerPower
Reacties welkom
Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons
weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 10 juni in ons bezit
is, dan kunnen wij het in het gecombineerde juli-augustusnummer
plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 3
juni in ons bezit zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar eindredacteur
Jan de Roos, email: jdroos@pvda.nl. De sluitingsdatum voor het
septembernummer is maandag 5 augustus.
Gastvrijheidseconomie
n Nederland werken ruim 400.000 mensen in de toerisme- en
recreatiesector, tegenwoordig de ‘gastvrijheidseconomie’
genoemd. Voor een groot deel is die werkgelegenheid te vinden
in regio’s van het land waar andere bedrijvigheid vaak schaars is.
Minister Kamp van Economische Zaken en de fracties in de Tweede
Kamer bleken het er dan ook snel over eens te zijn dat deze sector
van groot belang is voor de hele Nederlandse economie. Selçuk
Öztürk, die namens de PvdA-fractie het woord voerde, benadrukte
het belang van de sector voor een algeheel goed vestigingsklimaat
voor bedrijven. (Internationale) bedrijven die werknemers willen
aantrekken, kijken immers ook naar mogelijkheden voor ontspanning
en recreatie voor hun (toekomstige) werknemers. Minister Kamp
stelde tijdens het algemeen overleg gastvrijheidseconomie dat ‘een
goed functionerende sector bedrijven aantrekt’. Öztürk vond dat de
minister het niet alleen bij woorden kon laten en spoorde hem aan om
concrete maatregelen te nemen waarmee de gastvrijheidseconomie
daadwerkelijk wordt gestimuleerd. Öztürk noemde zelf als voorbeeld
dat Nederland als wandelland een impuls moest krijgen. Op dat
punt was hij niet zo tevreden met het kabinetsbeleid. Van de eerdere
afspraak om de aanleg van bijna 900 km boerenlandpad in 2013
te realiseren, is maar 200 km nagekomen. Samen met Lutz Jacobi
diende Öztürk daarom een motie in waarin hij de minister opriep om
samen met provincies, waterschappen, landschapsbeheer en anderen
in overleg te treden en er voor te zorgen dat eind 2015 alsnog die
beloofde wandelpaden zijn gerealiseerd. De motie is aangenomen.
Homo’s op school
amen met Kamerleden van D66,VVD, SP en GroenLinks heeft
Keklik Yücel een initiatiefwet ingediend die een einde moet
maken aan de zogenoemde ‘enkele feit’-constructie die nu in
de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) staat. Deze
constructie wordt door sommige - vaak christelijke - schoolbesturen
gebruikt om homoseksuele leraren of leerlingen te ontslaan of te
weren. De AWGB staat nu niet toe dat homoseksuele leraren of
leerlingen worden weggestuurd om ‘het enkele feit’ dat zij homo zijn.
Maar dat wordt zo uitgelegd dat de school, als er naast dat enkele feit
nog andere feiten zijn, wel homo’s mag weren. In de praktijk wordt
door die scholen het ‘homo-zijn’ als het enkele feit gezien op grond
waarvan iemand niet mag worden geweerd, maar is het op een of
andere manier uiten van je homoseksualiteit een bijkomend ander feit
op grond waarvan ontslag weer wel mogelijk zou moeten zijn. Om
aan deze discriminerende en hypocriete praktijk een einde te maken
stelt de initiatiefwet onder andere voor om de ‘enkele feit’-constructie
te schrappen.
Identiteitsverwisseling
nlangs liet het Vara tv-programma RamBam beelden zien
waaruit kon worden opgemaakt dat het bijna kinderlijk
eenvoudig zou zijn om met het paspoort van een ander
op een vliegtuig te stappen of een bankrekening met het
identiteitsbewijs van een ander te openen. Dit was genoeg reden
voor Ahmed Marcouch en Astrid Oosenbrug om hierover vragen
te stellen. Zij wilden onder andere weten of het passeren van de
marechaussee op Schiphol met een paspoort van iemand anders
veiligheidsrisico’s met zich mee kan brengen. Het antwoord was in
ieder geval redelijk openhartig:‘het [kan] helaas gebeuren dat een
reiziger met een paspoort van iemand anders de grenscontrole kan
passeren’. Maar of dit veiligheidsrisico’s met zich meebrengt, wordt
uit de antwoorden niet duidelijk. Wel wordt voortaan in de opleiding
en training van de grenswachters van de marechaussee ‘extra
aandacht besteed aan de feitelijke controle van reisdocumenten
en de verificatie of reisdocument en de houder ook daadwerkelijk
bij elkaar horen’. Marcouch en Oosenbrug vroegen in dit kader ook
naar het nut van de biometrische kenmerken die in paspoorten zijn
opgenomen. Daarmee zou zogenaamde lookalike-fraude grotendeels
uitgesloten moeten worden. Maar - zo bleek uit het antwoord – ‘het
gebruik van biometrie in het grensproces is in ontwikkeling en wordt
nog niet volledig toegepast’. Bij twijfel over de identiteit van de
passagier wordt ‘doorverwezen naar de tweede lijn grenscontrole van
de Koninklijke Marechaussee’. Maar wat als die twijfel niet ontstaat?
Om voortaan te voorkomen dat iemand met een pasfoto van een
ander bij het gemeenteloket een ID-kaart kan krijgen, is in 2012 in
samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken ‘een
project opgezet voor verdere verbetering van het opleidingsstelsel
voor ambtenaren burgerzaken’.
De pogingen van de programmamakers om lookalike-fraude te plegen
lukten overigens niet altijd. Zo wist de gemeente Amsterdam te
voorkomen dat iemand met de papieren en onder de naam van een
ander in ondertrouw ging.
uit de kamer
Ton Langenhuyzen
beleidsmedewerker
tweedE KAMERfractie
O
I
S
Foto Jan de Roos
12. 12
de achterkant
Toen ze in 1993 op het gemeentehuis van
Epe hoorden dat hun wethouder Els Blaak-
Schuitevoerder was benoemd tot burgemeester van
Diepenheim, werden de wenkbrauwen gefronst.
‘Mm, ze gaat naar vier kastelen en één telefooncel’.
Die telefooncel heb ik niet kunnen ontdekken in
het kleinste stadje van Overijssel (nog geen 3.000
inwoners, sinds 2001 behorend tot de gemeente
Hof van Twente), wel één pinautomaat, bij de
buurtsuper. Els Blaak heeft van haar overstap naar
Diepenheim nooit spijt gehad. Ze woont in een ruim
huis aan de rand van het stadje, met fraai uitzicht
op een waterplas. ‘Ik hou erg van wandelen. Als ik
mijn huis uit stap, zit ik zó midden in het groen.’
Wat haar destijds ook trok, was de reputatie van
Diepenheim als centrum voor beeldende kunst. ‘Ik
heb veel belangstelling voor kunst. En dan zijn er
natuurlijk die prachtige kastelen, niet vier maar zes,
met de bijbehorende tuinen. Nee, ik ben niet van
plan hier nog weg te gaan.’
rood-blauw nest
Els Blaak groeide op in Amsterdam, als oudste
in een gezin dat vijf kinderen telde. ‘Mijn ouders
waren echte SDAP’ers. Ze waren geheelonthouders
en lid van AJC, de socialistische jeugdbeweging.
Mijn vader was typograaf bij Het Volk. Na de oorlog
werkte hij op de afdeling Propaganda van dezelfde
krant en was hij ook actief als partijpropagandist
in Amsterdam. Er werd bij ons thuis veel
gediscussieerd. Ik zei altijd: “Als jullie maar niet
denken dat ik lid van de partij word omdat jullie
dat ook zijn.” Mijn ouders wilden wel dat ik ging
studeren, maar eigenlijk was daar geen geld voor.
Daarom besloot ik te gaan werken. Mijn eerste
baan was bij het GAK in Amsterdam. Daarna heb
ik op diverse plekken gewerkt als secretaresse,
onder andere bij de VNG. Ik woonde toentertijd
nog in Voorburg, samen met mijn man Hans,
die maatschappijleer en Nederlands gaf in het
lager beroepsonderwijs, en onze dochter Astrid.’
Mijn veronderstelling dat bij de VNG wel haar
belangstelling voor de gemeentepolitiek zal zijn
ontstaan, wijst ze lachend van de hand. ‘Nee hoor.
Ik was in 1957 lid geworden van de PvdA maar in
de afdeling Voorburg was ik niet actief. Dat waren
allemaal doctorandussen en daar had ik geen zin
in. In 1968 zijn we naar het Gelderse Epe verhuisd.
Op een gegeven moment kwamen ze bij me met
de vraag of ik me kandidaat wilde stellen voor de
gemeenteraad. Hoe ze bij mij terecht kwamen,
weet ik niet, ik was nog nooit op een vergadering
geweest. Waarschijnlijk wilden ze graag vrouwen
op een verkiesbare plaats. Ik heb ja gezegd en
ben toen meteen naar het gemeentehuis gegaan
om vanaf de publieke tribune te zien hoe het er in
zo’n raadsvergadering aan toeging. In 1970 ben ik
in de raad gekomen. Ik herinner me dat ik als lid
van de commissie bezwaarschriften een keer aan
de directeur van de Sociale Dienst vroeg of ik een
dossier mocht inzien. Hij was stomverbaasd, dat
een raadslid zoiets durfde te vragen! Je had in die
tijd ook nog het systeem van woningtoewijzing.
De wethouder noteerde in een zakboekje namen
van mensen die volgens hem voor een woning in
aanmerking kwamen. Allemaal nogal primitief dus,
dat hebben we toen wat beter gestructureerd.’
voortrekker
Als in 1977 één van de wethouders ziek wordt,
neemt Els Blaak een jaar zijn plaats in. Ze is
daarmee de eerste vrouwelijke wethouder in Epe.
Daarna is ze zes jaar fractievoorzitter. In 1984 wordt
ze opnieuw wethouder. Bijna tien jaar lang zal ze
de portefeuille onderwijs, sociale zaken, welzijn,
emancipatie en werkgelegenheid beheren. ‘In het
vergadercircuit was ik vaak de enige vrouw in het
gezelschap. Je merkt dat je een voorbeeld bent
voor andere vrouwen. Op die manier draag je bij
aan de emancipatie. Ik was voortrekker van de
moedermavo en heb vrouwen ook gestimuleerd bij
het opzetten van kinderopvang, wat toen helemaal
op basis van vrijwilligheid gebeurde. Als iets me
niet beviel, liet ik dat wel merken. Zo vergaderde
de Sportfederatie van 17.00 uur tot 19.00 uur. Ik
heb toen gezegd: “Dan is het spitsuur thuis, jullie
onttrekken je daaraan!”’
Op haar tijd als wethouder kijkt Els Blaak met
plezier terug. ‘Het waren zware jaren, maar gelukkig
kreeg ik steun van mijn man, die eind 2009 is
overleden, én van mijn fractie. Je wist hoe de fractie
over dingen dacht en wat je van ze verwachten kon.
Er was echt vertrouwen. Ik heb het idee dat dat
tegenwoordig met het dualisme gewoon weg is.’
nieuwe stap
Begin jaren negentig vindt ze de tijd gekomen
om wat anders te gaan doen. ‘Je krijgt dan toch
het gevoel: wéér een begroting, wéér lijsttrekker
worden, enzovoorts. Tijdens de zomervakantie
in 1992 heb ik vanuit de caravan in Frankrijk een
sollicitatiebrief geschreven voor Diepenheim.
Toen we met een groep wethouders een bezoek
brachten aan de Floriade kwam het bericht
dat ik de volgende dag bij Jan Hendriks, de
commissaris van de koningin in Overijssel, moest
verschijnen. Op 16 december 1992 werd mijn
benoeming bekend gemaakt. We hadden die
dag een personeelsbijeenkomst in Epe. Op een
gegeven moment kwam burgemeester De Loor, die
net aan het verhuizen was, in een stofjas binnen.
“Kom eens even mee”, zei hij, “je bent benoemd in
Diepenheim”. Hij is toen op de trap gaan staan om
het aan de ambtenaren mee te delen.’
In een kleine gemeenschap als Diepenheim sta
je als bestuurder dicht bij de inwoners. ‘Je wordt
aangesproken als je de tuin aan het wieden bent,
of als je boodschappen doet bij de supermarkt. Het
voelt goed als je met een opmerking of klacht direct
op het gemeentehuis aan de slag kunt. Ik heb hier
echt alles meegemaakt. Hoogtepunten waren onder
meer het vijfjaarlijkse Internationaal Folkloristisch
Festival en de week van herdenken en vieren van
vijftig jaar bevrijding in 1995.’
volksdansen
Per 1 januari 2001 gaat Diepenheim samen met
Goor, Markelo en Ambt en Stad Delden op in de
nieuwe gemeente Hof van Twente. Daarmee komt
een einde aan haar burgemeesterschap. Maar
ze blijft wel bestuurlijk actief, onder meer als
voorzitter van een welstandscommissie (‘helaas is
daar door de crisis de klad in gekomen, dieptriest’)
en als districtsvoorzitter van de Federatie van
Folkloristische Groepen. In gedachte zie ik haar
deelnemen aan volksdansen in Diepenheim. ‘Nee
hoor’, zegt ze lachend, ‘het is voor mij alleen
bestuurswerk. Er zijn in ons district 40 groepen
actief. Zij houden de belangstelling voor dans,
kleding en zang uit vroeger tijden levend.’
De landelijke politiek volgt Els Blaak met veel
interesse. Over het PvdA-VVD-kabinet oordeelt ze
kritisch. ‘Ik ben het helemaal niet eens met wat
er nu gebeurt, vooral op sociaal gebied. Veel van
wat er in mijn tijd is opgebouwd, wordt nu weer
afgebroken. Dat je moet hervormen snap ik, maar de
verslechteringen op het gebied van zorg en welzijn
doen me echt pijn. Ik zou zeggen: doe het eens wat
kalmer aan allemaal, en ga ook eens investeren.
Helaas ontbreekt op dit ogenblik in de politiek
iedere schwung.’
Els Blaak-schuitevoerder
Geboren op 26 januari 1937 in Amsterdam
opleiding: Montessori-mulo in Amsterdam,
gevolgd door zelfstudie
Werk: Secretarieel werk, o.a. bij het GAK,
de Bestuurdersbond van het NVV, de VNG en bij
diverse bedrijven
politiek: raadslid (vanaf 1970), fractievoorzitter
(1978-1984), wethouder (1977-78 en 1984-1993,
tevens locoburgemeester) in Epe. Burgemeester van
Diepenheim (1993-2001), waarnemend burgemeester
van Goor (1999-2001)
overige functies: o.a. voorzitter Federatie van
Folkloristische Groepen, district Oost, voorzitter
Welstandscommissie Dalfsen, Olst-Wijhe, Ommen
en Raalte, voorzitter Stichting Cultureel centrum
De Pol in Diepenheim, Lid Ethische Commissie bij
een zorginstelling te Hengelo (O.)
onttrekken je daaraan!”’
ELS BLAAK-
SCHUITEVOERDER (76)
Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders
uit gemeente en provincie over toen en nu, en met
jonge PvdA’ers over politiek en toekomst.
TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS
Oude Glorie
JongTalent
Op de dag van haar installatie als burgemeester moeten Els Blaak en
haar man Hans tol betalen aan de gemeentegrens.