2. WE BEGINNEN GROOT
Wat zijn organen stelsels?
Organismen zijn opgebouwd uit organen. Een orgaan is een deel van een organisme met één of
meer functies. Denk maar aan een maag die voedsel verteerd of een hart dat bloed door het
lichaam pompt. Als een groep organen samen dezelfde functie bevatten noem je die groep
organen een organenstelsel. Er zijn in totaal zes organenstelsels die je moet kennen. Dus leer
ze goed!
3. VERTERINGSTELSEL
De verteringsstelsel bestaat uit de slokdarm, maag,
lever, dunne darm en dikke darm. Deze organen
worden gebruikt om voedsel te verteren. Ook worden
er belangrijke stoffen uit de voedsel opgenomen in
het lichaam.
Bron: Biologie voor jou 1a
4. BEENDERSTELSEL
De beenderstelsel bestaat uit alle botten in het
lichaam. Ook botten zijn organen! De functie van de
beenderstelsel is vooral bescherming geven en
bewegelijk maken van het lichaam. Ook geeft de
beenderstelsel vorm aan het lichaam.
Bron: Biologie voor jou 1a
5. SPIERSTELSEL
De spierstelsel werkt nauw samen met de
beenderstelsel. Ook de spieren zorgen voor
bewegelijkheid en bescherming. Met gebruik van spieren
kan kracht in het lichaam gezet worden.
Bron: Biologie voor jou 1a
6. BLOEDVATENSTELSEL
De bloedvatenstelsel bestaat uit alle slagaders,
aders en haarvaten in het lichaam. Ook het hart is
onderdeel van de bloedvatenstelsel. De functie van
deze organenstelsel is het gehele lichaam voorzien
van bloed.
Bron: Biologie voor jou 1a
7. ADEMHALINGSSTELSEL
De ademhalingsstelsel bestaat uit de luchtpijp en longen.
Deze stelsel zorgt voor ademhaling. Het zuurstof komt in
de longen in longblaasjes (bronchie) terecht. Van hieruit
stroomt zuurstof het bloed in die weer door het hele
lichaam stroomt.
Bron: Biologie voor jou 1a
8. ZENUWSSTELSEL
De zenuwstelsel bestaan uit de hersenen,
ruggenmerg en zenuwen. De hersenen sturen via
de zenuwen allerlei signalen naar plekken in het
lichaam. Denk bijvoorbeeld aan pijn signalen.
Bron: Biologie voor jou 1a