Heleen de Coninck is universitair hoofddocent in innovatiestudies en duurzaamheid bij de afdeling Milieukunde aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica aan de Radboud Universiteit. Eerder werkte ze meer dan 10 tien jaar bij het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) aan internationaal energie- en klimaatbeleid. Haar onderzoek gaat vooral over internationaal klimaatbeleid, energietechnologie en innovatie. Op het moment is ze één van de hoofdauteurs in een IPCC rapport over hoe we de wereld onder 1.5 graad temperatuurstijging kunnen houden. Op 28 februari 2019 verzorgde Heleen de Coninck een scholierencollege over klimaatverandering. Op de hoogte blijven van het onderzoek van Heleen en andere onderzoekers van de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica aan de Radboud Universiteit? Kijk op www.ru.nl/fnwi
Scholierencollege: Klimaatverandering: wat is het probleem?
1. Klimaatverandering:
wat is het probleem?
Scholierencollege #Klimaatspijbelen
28 February 2019
Heleen de Coninck
Afdeling Milieukunde
Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
2. Wat gaan we doen?
1. Hoe werkt het (versterkte) broeikaseffect en waarom is het
erg?
2. Waar komen de extra broeikasgassen vandaan?
3. Wat kunnen we doen?
4. Wat staat er in het Parijsakkoord en wat doet Nederland?
5. Wat kan jouw school doen?
3. Hoe werkt het broeikaseffect?
Zonlicht (hoogenergetische
straling)
•weerkaatst gedeeltelijk
•“botst” op de aarde en verliest
energie
Broeikasgassen absorberen
lager-energetische straling
(infrarood)
Bij die absorptie wordt warmte
vastgehouden
Dit bepaalt mede de
temperatuur op aarde (en op
andere planeten)
Plaatje: Bart Verheggen
ZonlichtZonlicht Infrarood (warmtestraling)Infrarood (warmtestraling)
4. De wereldgemiddelde temperatuur stijgt. En zal blijven
stijgen
ASA Climate: https://climate.nasa.gov/vital-signs/global-temperature/
5. Waarom denken we dat die temperatuurstijging komt door
menselijke uitstoot van broeikasgassen?
NCAR, http://www.goes-r.gov/education/comet/broadcastmet/climate/print.htm
• https://www.youtube.com/watch?v=sKDWW9WlPSc&t=2s
6. Opwarming loopt niet overal gelijk
Special Report on Global Warming of 1.5C: Figure 1.3
12. De causale keten is duidelijk
Broeikasgasemissie
(tCO2-eq)
CO2 CH4
N2O HFCs
(ppm/ppb)
Concentratie
broeikasgassen
(ppm of ppb)
Temperatuur
(graden C)
Zeespiegelstijging
Smeltende gletsjers
Neerslagpatronen
Zwaardere orkanen
Gebruik van energie -
fossiele brandstoffen
Veranderend
landgebruik en
veeteelt
Vervulling behoeften:
voeding, contact,
beschutting, bezit,
status, geluk
Mensen willen
dingen en
ondernemen
activiteiten
13. Waar komt al die CO2 vandaan?
PCC AR5 WGIII: Figure SPM.2
17. Wat kunnen we doen aan klimaatverandering?
Actie Wetenschappelijke
naam
Voorbeelden
Verlagen
broeikasgasemissies en/of
concentraties
Mitigatie • Minder energie gebruiken
• CO2-vrij energie opwekken
• Minder vlees en zuivel
• CO2 afvangen en onder de
grond of in producten opslaan
• (her)bebossing
Aanpassen aan
klimaatveranderingen
Adaptatie • Water management: Ruimte
voor de rivieren, dijken
• Gewassen veranderen
• Rampwaarschuwingssystemen
• Verhuizen
Beinvloeden
stralingsbalans
Solar Radiation
Modification
• Stratospheric Aerosol Injection
• Marine Cloud Brightening
18. Wat staat er in het Parijsakkoord
en wat doet Nederland?
19. • We houden de temperatuurstijging “well below 2 degrees” en streven naar
1,5C
• “to achieve a balance between anthropogenic emissions by sources and
removals by sinks of greenhouse gases in the second half of this century”
• Landen sturen “nationale bijdragen” (Nationally Determined Contributions)
naar de Verenigde Naties
- Mitigatieplannen
- Adaptatieplannen
• Rijke landen helpen arme landen met technologie, financiering en kennis
Parijsakkoord: afspraken
21. Wat brengen de NDCs teweeg?
Source: Climate Action Tracker
www.climateactiontracker.org
22. • NDC van EU-28 stuurt een NDC naar de VN:
- Reductie broeikasgassen van 40% in 2030 vergeleken bij 1990
- Duurzame energiedoel van 32% in 2030
- Verbetering energy efficiency van 32.5%
• Hoe zorgt de EU voor de broeikasgasreductie?
- Belangrijk instrument: Emissiehandelssysteem. Reductie van 43% (tov
2005) voor de industrie en elektriciteitsproductie
- Andere sectoren (huishoudens, transport, landbouw): nationaal beleid
Europese Unie: NDC en afspraken
25. • Klimaatwet: -95% broeikasgasuitstoot in 2050
• Klimaatakkoord: afspraken rondom vijf ‘tafels’: elektriciteit, mobiliteit,
landbouw, industrie en gebouwde omgeving
• Belangrijke discussies:
- Is het doel scherp genoeg? (Niet voor 1.5C!)
- Is er draagvlak?
- Levert het de Nederlandse economie schade op of juist niet?
- Moeten we, bovenop het emissiehandelsysteem, een CO2-heffing voor de industrie
invoeren?
- Hoe zorgen we dat scherpe doelen in Nederland niet leiden tot vertrek van industrie
(met hogere emissies als gevolg)?
- Wie draagt de kosten?
Wat doen we in Nederland?
26. Waartoe roepen we de universiteiten op?
Natalie Behring / Aurora Photos
1. Reduceren energiegebruik en meer duurzame
energie
2. Drastisch reduceren van vliegen door
alternatieven mogelijk te maken en te stimuleren.
3. Energie-efficienter lesgeven
4. Klimaatvriendelijkere voeding in de restaurants en
catering op de universiteit
5. Nog meer het gebruik van fiets en openbaar
vervoer stimuleren
6. Terugtrekken investeringen van universiteit in de
fossiele industrie
27.
28. Geschilpunten Voorstanders Tegenstanders
1. Het probleem - Wat is het probleem?
- Waarom is het probleem
ernstig?
- Waarom is het probleem niet
tijdelijk maar structureel?
- Waarom is er geen probleem?
- Waarom is het probleem niet
ernstig?
- Waarom is het probleem slechts
tijdelijk?
2. De oplossing - Wat is de oplossing? [dit is de
maatregel]
- Waarom is de oplossing
doeltreffend?
- Waarom is de oplossing
uitvoerbaar?
- Waarom is de genoemde
oplossing onduidelijk?
- Waarom zal de oplossing niet
effectief zijn?
- Waarom is de oplossing niet
uitvoerbaar?
3. De voor- en
nadelen
- Welke voordelen zijn er bij deze
maatregel?
- Waarom wegen deze voordelen
zwaarder dan de eventuele
nadelen?
- Welke nadelen zijn er bij deze
maatregel?
- Waarom wegen deze nadelen
zwaarder dan de eventuele
voordelen?
4. De actoren - Wie kan je helpen?
- Hoe kan je hen betrekken?
- Wie werkt je tegen?
- Wat zijn hun bezwaren?