1. 3332
Vier kopmannen maken bij Afier Accountancy de dienst uit. Allemaal met hun
eigen karakter, sterke en zwakke punten. Entrepreneur sprak met Erik-Jan Kreuze,
één van de vier partners van Afier, over zijn managementstijl en het reilen en
zeilen binnen het managementteam. ‘We zijn hier met vier kopmannen en dan is
consensus wel heel belangrijk. Ja, we hebben wel eens een leuke discussie’, aldus
Kreuze met een glimlach.
Tekst Matthijs van Houten | Fotografie Jan Buwalda
MANAGEMENTSTIJL
‘MIJN ENTHOUSIASME MOET WEL EENS
GETEMPERD WORDEN’
Tien jaar geleden startte de mannen het accountants-
kantoor Afier.‘We zaten toen nog een paar deuren
verderop, maar wel in dezelfde straat. Het was een mooie
tijd. We hadden een klein clubje en waren vooral aan het
‘kwartiermaken’. Dat ging goed, juist omdat we dezelfde
filosofie hadden. Uiteindelijk is Afier uitgegroeid tot een
bedrijf met zo’n 25 werknemers.’
Erik-Jan Kreuze won in 2005 de Jonge Ondernemersprijs
(JOP) en Afier werd in 2009 beloond met een tweede
plaats bij de Gazellen Award, omdat het één van de
snelste groeiers was in dat jaar.‘Wat onze kracht is?’,
zegt Kreuze.‘Vertrouwen van de klant is voor ons heel
belangrijk. We willen dat ze het gevoel krijgen dat we
iets extra’s voor ze doen. De accountant is nog steeds
een vertrouwenspersoon. Vooral veel mkb’ers hebben
geen geld voor een financieel controller en dan is een
accountantskantoor een mooie‘part-time-oplossing’.
Die ondernemers storten bij ons soms hun hele hart uit.
Als accountant moet je soms ook een beetje mediator
en psycholoog zijn. Ik denk dat wij dat goed kunnen. De
menselijke maat staat bij ons voorop! We noemen dat
overigens Afierisme.’
Maar dat is volgens Kreuze niet alles.‘Wij willen altijd
vernieuwen’, zegt hij.‘Natuurlijk moet je er voor zorgen
dat de cijfers voor de aandeelhouders, de banken en
de belastingdienst kloppen. Maar wij willen ook de
ondernemers een spiegel voorhouden. We hebben veel
aandacht voor ICT. Zo proberen we systemen aan elkaar
te koppelen, waardoor de ondernemer op elk moment
kan kijken hoe hij ervoor staat. We zorgen voor‘snelle
cijfers’. Niet een enorme uitgebreide analyse, maar een
overzicht dat op een A4-tje moet passen.‘Speedbooken’
noemen we dat. Als je namelijk weet waar je staat, kun je
ook vroegtijdig signaleren als het mis gaat. Dat is gezond
ondernemen!’
‘Kijk, er zijn ontzettend veel mensen die kunnen boek-
houden. Bij Afier willen we een meerwaarde bieden. Bij
ons weet je op elk moment hoe je bedrijf er voor staat.
Daar kom je niet pas achter bij het opmaken van de
jaarrekening. En lig je ergens wakker van? Dan moet je
ons bellen.’
Erik-Jan Kreuze is niet alleen directeur, maar werkt ook
in de dagelijkse praktijk.‘Dat is heel belangrijk, want je
moet weten wat er onder de klanten leeft. En dat neemt
nog altijd het grootste deel van mijn tijd in beslag. Al
met al spendeer ik zo’n 40 procent van mijn tijd aan het
geven van leiding en het bepalen van de koers met de
andere MT-leden.’
Afier is een maatschap met vier vennoten. Die vormen
samen ook het managementteam. Elk directielid heeft
z’n eigen aandachtsgebieden en vertegenwoordigt ook
een regio in het marktgebied van Afier. Kreuze houdt
zich binnen het team vooral bezig met marketing en pr
en is in de dagelijkse praktijk vooral actief in de regio
Groningen.‘Het is een mooi poldermodel, waarbij
consensus heel belangrijk is. We willen wel graag een
beetje Rijnlands zijn: plat, met vakmanschap en gericht
op lange termijndoelen.’
‘Verder zijn we absoluut niet hiërarchisch’, benadrukt hij.
‘We werken niet in vakjes. Het draait hier om kruisbestui-
ving.‘Hoog’en‘laag’in de organisatie is over en weer veel
contact. Natuurlijk hebben we wel drie lagen – partner,
senior en junior - maar die lopen volledig door elkaar. Ik
vraag me wel eens af of we een te complexe matrixor-
ganisatie hebben. Voor een buitenstander soms lastig te
overzien, maar we zijn zeker wel in control.’
Binnen Afier zijn er geen teams, maar wordt er gewerkt
op projectbasis. Er lopen verschillende projecten naast
elkaar, waarbij de verschillende projectgroepen allemaal
een andere samenstelling hebben. Het kan dus zo zijn
dat een accountant verschillende projecten draait.
‘Elk project is maatwerk’, zegt Kreuze.‘En dat is ook de
basis waarop een team wordt samengesteld. Zo’n team
kan bestaan uit een directielid, seniors en juniors, en
dan ook nog verdeeld over accountants, IT-auditors en
(belasting-) adviseurs. Op metaniveau staat het manage-
mentteam boven de projectgroepen, maar binnen zo’n
projectgroep is er sprake van een level playing field.
Het gaat daar echt om co-creatie en co-operatie. Twee
moeilijke woorden die eigenlijk zeggen dat je gewoon
moet samenwerken. De jonge gasten hebben in ieder
geval net zoveel inbreng als het directielid. Ze moeten
zelfs hun input leveren. Juniors hebben ook niet voor
niets veel contact met de klanten.’
Terug naar het managementteam. Zij vergaderen op
regelmatige basis.‘En natuurlijk belanden we wel eens in
een stevige discussie, zegt Kreuze.‘Geloof me: het is wel
een verzameling karakters. Maar die persoonlijkheden
zorgen ook voor een evenwicht. Staan we bij het nemen
van een besluit tegenover elkaar, dan moeten we lang
praten. Het is soms twee tegen twee en dan doen we
allemaal ons zegje. Vaak is het dan even stil. Ik kan er zelf
slecht tegen, maar het geeft je wel even de tijd om na te
denken. Uiteindelijk gaan we altijd voor consensus.’
‘We hebben bij Afier niet één kopman. Oftewel, iemand
die knopen doorhakt of bruggen bouwt. Ik gooi er nog
maar eens een mooie term in: bij Afier draait het om
multi-owner-decision-making. Maar je wilt wel de juiste
besluiten nemen en dus luister ik zelf altijd goed naar
diegene die op het onderwerp, waarover nog geen
consensus is, de meeste expertise heeft. Ik weet dat Marc
Oegema heel snel is met cijfers. Als het dan om cijfers
gaat, dan kan zijn mening wel de doorslag geven. Je
moet niet reageren op je buikgevoel. Als accountant ben
je natuurlijk berekenend en ben je eigenlijk een bewaker.
Dat maakt het leiding geven en het maken van keuzes
soms wel lastig. We zien onszelf helemaal niet als een
stuurman pur sang.’
Kreuze had het eerder al over de verschillende karakters.
Zelf is hij iemand die enthousiasme uitstraalt en anderen
graag ruimte geeft.‘Ik mag graag met nieuwe producten
bezig zijn en ik zie ook snel ergens de leuke kanten van
en zie dan moeilijk de grenzen. Ik wil mensen graag mee
zien te krijgen, maar die moeten er wel klaar voor zijn.
Verder vind ik dat iedereen de ruimte moet krijgen om
ergens iets van te vinden. Gelukkig zitten er in het MT
ook mensen die wat langer nadenken en berekenend
zijn. In het MT zitten vier verschillende karakters. Dat
maakt ons complementair.’
Het enthousiasme van Kreuze heeft soms ook nadelen.
‘Niet alleen binnen Afier, maar ook met mijn nevenfunc-
ties en politieke activiteiten neem ik wel eens teveel hooi
op mijn vork. Dat zorgt er soms voor dat er te weinig
focus is. Dan ik wil vernieuwen, terwijl iets anders nog
niet is afgerond. Men wijst me er dan op en dan zie ik het
ook wel in. Maar het is wel een valkuil. Mijn werk-leven-
balans is niet helemaal optimaal.’
‘Helemaal coachable ben ik niet. Ik word vaak gewezen
op mijn zwaktes, maar dat is tegelijk ook mijn kracht.
En het zit nou eenmaal in de aard van het beessie. Ik
denk graag een stap vooruit en mag graag nadenken en
schrijven over wat er in mijn vak en de rest van de wereld
gebeurt.’
Want volgens Kreuze staat er bijvoorbeeld binnen het
accountantsvak van alles te gebeuren.‘Veel van ons werk
kan geautomatiseerd worden. Maar wat overblijft is de
accountant als mens en analist. We worden steeds meer
iemand die een trend uit de cijfers kan halen. Je bent
dan een adviseur. Ik vind dat je je moet opstellen als een
mens naast de ondernemende mens. En voor Afier geldt
dat we ons vooral moeten richten op innovatie.’
Een keiharde groeiambitie heeft Afier niet.‘We groeien
nu nog steeds met 10 procent per jaar. Leuk is bijvoor-
beeld dat we meer en meer opdracht voor of met andere
accountantskantoren doen. Heel mooi, maar groei is
geen keihard target. Ik ben huiverig om veel groter
te worden, want dat doet afbreuk aan de menselijke
schaal. Ik richt me liever op het verbeteren van onze
dienstverlening. Waarom stoppen we bijvoorbeeld niet
met facturen en bedenken we wat subtielers? Ik ga liever
een partnerschap met de klanten aan. En dan mogen ze
me wel betalen wat ze vinden dat ik waard ben. Het gaat
om wederzijds vertrouwen.’
Hoe Afier er over tien jaar uitziet?‘Dat kan ik echt niet
zeggen. Er kan zoveel gebeuren. Bestaan accountants in
de huidige vorm nog wel? Zou heel goed kunnen, maar
twee trends beïnvloeden dit in sterke mate: ten eerste
de maatschappelijke processen. Zo vragen corporate
responsibility of crowdfunding andere diensten van ac-
countants. Ten tweede is er de ontwikkeling van de ICT,
dit geeft heel andere transparantie en controlemiddelen.
Wij spreken bij Afier vaak over de accountant 3.0. Deze
accountant heeft antwoord op die twee thema’s. Als
wij maar kunnen blijven werken volgens het Afierisme.
Gewoon je werk doen vanuit het motto:‘De mens gaat
voor de cijfers’.’