13. 77% Vlamingen heeft
minstens 1 account op
sociale media
43% heeft vier of meer
schermen in huis
41,4% heeft een tablet
inhuis
47,6% heeft een
smartphone
www.digimeter.be
14. FACEBOOK
°2004
1,25 miljard gebruikers wereldwijd
5,6 miljoen gebruikers (+12%)
in België (BVLG, mei 2014)
75% van de vlamingen (VRT, feb 2014
86% jongeren (12-18) logt dagelijks in
(Apestaartjaren, mei 2014)
Profielen, groepen, pagina’s
30. YOUTUBE
°2005
35 miljoen gebruikers wereldwijd
309.000 Belgische video’s
(BVLG, mei 2014)
2e Populairste site bij jongeren
62% heeft account
(Apestaartjaren , 2014)
Promofilmpjes: 1-2 min max
Gemakkelijk te delen
33. TWITTER
° 2006
microblog (max. 140 tekens)
250 miljoen gebruikers wereldwijd
200.000 actieve gebruikers in België
Impact in traditionele media!
Vooral politici, bv’s,
journalisten, marketeers
Teens don’t tweet (25% heeft
account, maar vooral volgen)
61. COMMUNICEREN =
EERST LUISTEREN, DAN PRATEN
Leer je doelpubliek
kennen
Waar heeft mijn
lezer iets aan?
Belang van sharing
Content die aansluit
bij je doelpubliek
We doen even een quizje. Waarmee associeer je volgende producten?
(publiek laten raden)
Weet dat deze drie wasmiddelen door dezelfde firma gemaakt worden: namelijk Procter & Gamble. Ze beconcurreren dus eigenlijk elkaar. En toch weer niet. Want ze profileren elk product op een andere, unieke én eenduidige manier.
Jimmy Choo gebruikte Foursquare om een spel mee te spelen in Londen.
Een hele dag lang checkte een paar schoenen in op heel wat verschillende plaatsen in Londen.
Wie er als eerste raakte binnen de tijd, mocht de schoenen meenemen
Mooi voorbeeld van Gamification: laat de mensen een spel spelen, en ze gaan er automatisch over praten tegen hun vrienden.
Jimmy Choo gebruikte Foursquare om een spel mee te spelen in Londen.
Een hele dag lang checkte een paar schoenen in op heel wat verschillende plaatsen in Londen.
Wie er als eerste raakte binnen de tijd, mocht de schoenen meenemen
Mooi voorbeeld van Gamification: laat de mensen een spel spelen, en ze gaan er automatisch over praten tegen hun vrienden.
Op de Facebookpagina van Nestlé kwamen ook heel wat verontwaardigde reacties binnen. Mensen waren kwaad, vroegen of het klopte wat Greenpeace beweerde, … Ook hier deletete Nestlé alle negatieve feedback.
Daarop ontspon zich een discussie over freedom of speech en censuur
Dit is – voor alle duidelijkheid – hoe je niet met negatieve feedback omgaat.
Hoe dan wel? Stel dat iemand op het prikbord van het jeugdhuis laat weten dat de fuif op niks trok. Wat doe je?
(mensen laten raden)