SlideShare a Scribd company logo
1 of 32
1 juli 2018
Urk
 Jefta... (ook als type van Christus)
 betekenis naam: 'hij die opent'
 "een dapper held";
 verworpen door zijn broeders;
 gaat wonen "buiten het aangezicht van zijn
broers", in het land Tow;
 "ledige mannen" verzamelen zich rondom
Jefta;
 als Israël in benauwdheid geraakt, komt men
terug bij Jefta;
 hij wordt hun aanvoerder en hoofd;
 bindt de strijd aan met de vijandige
Ammonieten en overwint.
1 Toen werd het manschap van Efraïm
opgeroepen en stak over naar Safon.
En zij zeiden tot Jefta:
Richteren 12
= na Jefta's overwinning >
twee parallelle geschiedenissen
na Jefta's overwinning
Jefta's dochter
geofferd
hfst. 11
de jaloezie van de
Efraïmieten
hfst. 12
de ekklesia als
eersteling bestemd
voor God
Israël tot naijver
gewekt
spreken beiden van de tegenwoordige tijd
1 Toen werd het manschap van Efraïm
opgeroepen en stak over naar Safon.
En zij zeiden tot Jefta:
Richteren 12
aan de overzijde >
Efraïm Gilead
1 Toen werd het manschap van Efraïm
opgeroepen en stak over naar Safon.
En zij zeiden tot Jefta:
Richteren 12
betekent: 'verborgen'
- vergl. Ex.2:2
1 ... Waarom ben jij doorgetrokken
om te vechten te midden van
de zonen van Ammon
en heb jij ons niet opgeroepen
om met jou te gaan?
Wij zullen jouw huis boven jou verbranden.
Richteren 12
> jaloezie
zoals eerder ook Gideon werd verweten; 81
1 ... Waarom ben jij doorgetrokken
om te vechten te midden van
de zonen van Ammon
en heb jij ons niet opgeroepen
om met jou te gaan?
Wij zullen jouw huis boven jou, verbranden.
Richteren 12
Efraïmieten - type van Israël (jaloezie)
Jefta's huis - evenals zijn dochter:
type van de ekklesia
2 Maar Jefta zei tot hen:
ik was de man, ik en mijn volk
hadden een hevige twist
met de zonen van Ammon.
En ik schreeuwde naar jullie
maar jullie hebben mij niet gered uit hun hand.
Richteren 12
2 Maar Jefta zei tot hen:
ik was de man, ik en mijn volk
hadden een hevige twist
met de zonen van Ammon.
En ik schreeuwde naar jullie
maar jullie hebben mij niet gered uit hun hand.
Richteren 12
Efraïm (in het land)
heeft de roep niet gehoord
3 Toen ik zag dat jij niet kwam om te redden,
stelde ik mijn ziel in mijn hand
en ben ik doorgetrokken
tot de zonen van Ammon
en JAHWEH heeft hen in mijn hand gegeven.
Waarom zijn jullie deze dag tot mij gekomen?
Om tegen mij te vechten?
Richteren 12
NBG51:
'mijn leven op het spel gezet'
3 Toen ik zag dat jij niet kwam om te redden,
stelde ik mijn ziel in mijn hand
en ben ik doorgetrokken
tot de zonen van Ammon
en JAHWEH heeft hen in mijn hand gegeven.
Waarom zijn jullie deze dag tot mij opgegaan?
Om tegen mij te vechten?
Richteren 12
Efraïm profiteerde NB van Jefta's overwinning!
4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen
en hij vocht met Efraïm
en de mannen van Gilead versloegen Efraïm,
omdat zij zeiden:
jullie zijn weggelopenen van Efraïm.
Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse.
Richteren 12
"zij" (meervoud)
= de mannen van Gilead
4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen
en hij vocht met Efraïm
en de mannen van Gilead versloegen Efraïm,
omdat zij zeiden:
jullie zijn weggelopenen van Efraïm.
Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse.
Richteren 12
jullie zijn weggelopenen
= jullie hebben niet geholpen
ondanks mij geroep (vergl. 12:2)
4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen
en hij vocht met Efraïm
en de mannen van Gilead versloegen Efraïm,
omdat zij zeiden:
jullie zijn weggelopenen van Efraïm.
Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse.
Richteren 12
Gilead behoorde aan de stam Manasse
Num.32:40; Deut.3:13
maar grenst aan Efraïm >
Efraïm Gilead
Mannasse
4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen
en hij vocht met Efraïm
en de mannen van Gilead versloegen Efraïm,
omdat zij zeiden:
jullie zijn weggelopenen van Efraïm.
Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse.
Richteren 12
> beide zonen van Jozef, de eerstgeborene
• Efraïm staat hier voor het land Israël
• Mannasse staat voor het over-Jordaanse
5 Gilead veroverde de oversteekplaatsen van de
Jordaan naar Efraïm...
Richteren 12
Hebr. > EBER > w.w. 'passeren'
 NBG51 (elders): voorden
(> Coevorden, Oxford, Frankfurt)
 St.V. 'veren'
 vergl. Eng. ferry, fare(well),
varen (Ned.), (Duits) fahren
5 Gilead veroverde de oversteekplaatsen van de
Jordaan naar Efraïm...
Richteren 12
oversteken van de Jordaan:
 refereert aan dé doortocht door de Jordaan
o.l.v. Jozua bij begin gersteoogst! (Joz.3)
 type van de opstanding
(passeren doods-Jordaan)
5 ... En het geschiedde
wanneer ontkomenen van Efraïm zeiden:
laat me oversteken,
dan zeiden de mannen van Gilead tot hem:
ben jij een Efraïmiet?
Zei hij dan: nee,
Richteren 12
5 ... En het geschiedde
wanneer ontkomenen van Efraïm zeiden:
laat me oversteken,
dan zeiden de mannen van Gilead tot hem:
ben jij een Efraïmiet?
Zei hij dan: nee,
Richteren 12
6 dan zeiden zij tot hem:
zeg alsjeblieft 'shiboleth'.
En hij zei 'siboleth'
omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken,
dan hielden ze hem vast
en keelden hem
bij de oversteekplaatsen van de Jordaan.
Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend.
Richteren 12
password:
= (koren-)aar, enkelv. >
Ruth 2
2 En Ruth, de Moabitische,
zeide tot Naomi:
Laat mij naar het veld gaan
en aren lezen...
Hebr. > shibol (vergl. Gen.41:5)
bij het begin van de gersteoogst (1:21)
6 dan zeiden zij tot hem:
zeg alsjeblieft 'shiboleth'.
En hij zei 'siboleth'
omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken,
dan hielden ze hem vast
en keelden hem
bij de oversteekplaatsen van de Jordaan.
Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend.
Richteren 12
= lett. last >
Exodus 6
6 Zeg derhalve tot de Israelieten:
Ik ben JAHWEH,
Ik zal u onder de dwangarbeid
der Egyptenaren uitleiden,
u redden van hun slavernij
en u verlossen...
Hebr. siboleth = last
= tichelstenen maken
+ zelf de stro zoeken (Ex.5:7)
6 dan zeiden zij tot hem:
zeg alsjeblieft 'shiboleth'.
En hij zei 'siboleth'
omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken,
dan hielden ze hem vast
en keelden hem
bij de oversteekplaatsen van de Jordaan.
Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend.
Richteren 12
shiboleth
• de korenaar
= Christus
• genade,
nieuw leven
siboleth
• last
= werken,
slavernij/ stro
• religie
6 dan zeiden zij tot hem:
zeg alsjeblieft 'shiboleth'.
En hij zei 'siboleth'
omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken,
dan hielden ze hem vast
en keelden hem
bij de doorwaadbare plaatsen van de Jordaan.
Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend.
Richteren 12
42.000
• 40 > 30 AD - 70 AD
• 2000 > twee millennia
1e komst - 2e komst
7 En Jefta richtte Israël zes jaren.
En de Gileadiet Jefta stierf
en werd begraven in de steden van Gilead.
Richteren 12
Efraïm = type van Israël:
 heeft niet geluisterd naar Jefta's roep;
 jaloers omdat ze niet deelt in Jefta's overwinning;
 kan niet terugkeren naar 'het beloofde land';
 zegt i.p.v. 'shiboleth' (=korenaar) 'siboleth' (=last);
 kan daarom niet de beloofde zegen/ nieuw leven
ontvangen.
Romeinen 9
31 Israël echter,
najagende een wet van rechtvaardigheid,
is aan de wet niet toegekomen.
32 Vanwege wat?
Omdat het niet uitgaat van geloof
(=shiboleth),
maar als vanuit werken (=siboleth)
stoten zij zich aan de steen van de aanstoot.
sibolet
werken
shibolet
geloof

More Related Content

What's hot (8)

Openb51 dg09042020
Openb51 dg09042020Openb51 dg09042020
Openb51 dg09042020
 
Openb55 dg01072020x
Openb55 dg01072020xOpenb55 dg01072020x
Openb55 dg01072020x
 
Gideon 5
Gideon 5Gideon 5
Gideon 5
 
Openbaring studie 12
Openbaring  studie 12Openbaring  studie 12
Openbaring studie 12
 
Psalm 110 deel 2
Psalm 110 deel 2Psalm 110 deel 2
Psalm 110 deel 2
 
Openbaring studie 26
Openbaring studie 26Openbaring studie 26
Openbaring studie 26
 
Openb54 dg001072020
Openb54 dg001072020Openb54 dg001072020
Openb54 dg001072020
 
Abraham & Sara – Geroepen tot geloof
Abraham & Sara – Geroepen tot geloofAbraham & Sara – Geroepen tot geloof
Abraham & Sara – Geroepen tot geloof
 

More from goedbericht

More from goedbericht (20)

Welke dag 1
Welke dag 1Welke dag 1
Welke dag 1
 
Openbaring studie 38
Openbaring studie 38Openbaring studie 38
Openbaring studie 38
 
houdt God van alle mensen
houdt God van alle mensenhoudt God van alle mensen
houdt God van alle mensen
 
die alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeftdie alléén onsterfelijkheid heeft
die alléén onsterfelijkheid heeft
 
Openbaring 37
Openbaring 37Openbaring 37
Openbaring 37
 
Koers houden 4
Koers houden 4Koers houden 4
Koers houden 4
 
GOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lachGOD maakt dat ik lach
GOD maakt dat ik lach
 
Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!Koers houden (3) - maar jij!
Koers houden (3) - maar jij!
 
Openbaring 36
Openbaring 36Openbaring 36
Openbaring 36
 
de jongeling te Nain
de jongeling te Nainde jongeling te Nain
de jongeling te Nain
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Koers houden 2
Koers houden 2Koers houden 2
Koers houden 2
 
Openbaring 35
Openbaring 35Openbaring 35
Openbaring 35
 
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijdenKoers houden 1 - gevaarlijke tijden
Koers houden 1 - gevaarlijke tijden
 
coronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorncoronavirus uiting van Gods toorn
coronavirus uiting van Gods toorn
 
roemen in de hoop!
roemen in de hoop!roemen in de hoop!
roemen in de hoop!
 
Openbaring 34
Openbaring 34Openbaring 34
Openbaring 34
 
als een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaatsals een lamp in een duistere plaats
als een lamp in een duistere plaats
 
Openbaring studie 33
Openbaring studie 33Openbaring studie 33
Openbaring studie 33
 
vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?vergeving in bloeduitgieten?
vergeving in bloeduitgieten?
 

Shibolet of sibolet?

  • 2.  Jefta... (ook als type van Christus)  betekenis naam: 'hij die opent'  "een dapper held";  verworpen door zijn broeders;  gaat wonen "buiten het aangezicht van zijn broers", in het land Tow;  "ledige mannen" verzamelen zich rondom Jefta;  als Israël in benauwdheid geraakt, komt men terug bij Jefta;  hij wordt hun aanvoerder en hoofd;  bindt de strijd aan met de vijandige Ammonieten en overwint.
  • 3. 1 Toen werd het manschap van Efraïm opgeroepen en stak over naar Safon. En zij zeiden tot Jefta: Richteren 12 = na Jefta's overwinning >
  • 4. twee parallelle geschiedenissen na Jefta's overwinning Jefta's dochter geofferd hfst. 11 de jaloezie van de Efraïmieten hfst. 12 de ekklesia als eersteling bestemd voor God Israël tot naijver gewekt spreken beiden van de tegenwoordige tijd
  • 5. 1 Toen werd het manschap van Efraïm opgeroepen en stak over naar Safon. En zij zeiden tot Jefta: Richteren 12 aan de overzijde >
  • 7. 1 Toen werd het manschap van Efraïm opgeroepen en stak over naar Safon. En zij zeiden tot Jefta: Richteren 12 betekent: 'verborgen' - vergl. Ex.2:2
  • 8. 1 ... Waarom ben jij doorgetrokken om te vechten te midden van de zonen van Ammon en heb jij ons niet opgeroepen om met jou te gaan? Wij zullen jouw huis boven jou verbranden. Richteren 12 > jaloezie zoals eerder ook Gideon werd verweten; 81
  • 9. 1 ... Waarom ben jij doorgetrokken om te vechten te midden van de zonen van Ammon en heb jij ons niet opgeroepen om met jou te gaan? Wij zullen jouw huis boven jou, verbranden. Richteren 12 Efraïmieten - type van Israël (jaloezie) Jefta's huis - evenals zijn dochter: type van de ekklesia
  • 10. 2 Maar Jefta zei tot hen: ik was de man, ik en mijn volk hadden een hevige twist met de zonen van Ammon. En ik schreeuwde naar jullie maar jullie hebben mij niet gered uit hun hand. Richteren 12
  • 11. 2 Maar Jefta zei tot hen: ik was de man, ik en mijn volk hadden een hevige twist met de zonen van Ammon. En ik schreeuwde naar jullie maar jullie hebben mij niet gered uit hun hand. Richteren 12 Efraïm (in het land) heeft de roep niet gehoord
  • 12. 3 Toen ik zag dat jij niet kwam om te redden, stelde ik mijn ziel in mijn hand en ben ik doorgetrokken tot de zonen van Ammon en JAHWEH heeft hen in mijn hand gegeven. Waarom zijn jullie deze dag tot mij gekomen? Om tegen mij te vechten? Richteren 12 NBG51: 'mijn leven op het spel gezet'
  • 13. 3 Toen ik zag dat jij niet kwam om te redden, stelde ik mijn ziel in mijn hand en ben ik doorgetrokken tot de zonen van Ammon en JAHWEH heeft hen in mijn hand gegeven. Waarom zijn jullie deze dag tot mij opgegaan? Om tegen mij te vechten? Richteren 12 Efraïm profiteerde NB van Jefta's overwinning!
  • 14. 4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen en hij vocht met Efraïm en de mannen van Gilead versloegen Efraïm, omdat zij zeiden: jullie zijn weggelopenen van Efraïm. Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse. Richteren 12 "zij" (meervoud) = de mannen van Gilead
  • 15. 4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen en hij vocht met Efraïm en de mannen van Gilead versloegen Efraïm, omdat zij zeiden: jullie zijn weggelopenen van Efraïm. Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse. Richteren 12 jullie zijn weggelopenen = jullie hebben niet geholpen ondanks mij geroep (vergl. 12:2)
  • 16. 4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen en hij vocht met Efraïm en de mannen van Gilead versloegen Efraïm, omdat zij zeiden: jullie zijn weggelopenen van Efraïm. Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse. Richteren 12 Gilead behoorde aan de stam Manasse Num.32:40; Deut.3:13 maar grenst aan Efraïm >
  • 18. 4 En Jefta riep alle mannen van Gilead bijeen en hij vocht met Efraïm en de mannen van Gilead versloegen Efraïm, omdat zij zeiden: jullie zijn weggelopenen van Efraïm. Gilead ligt midden tussen Efraïm en Manasse. Richteren 12 > beide zonen van Jozef, de eerstgeborene • Efraïm staat hier voor het land Israël • Mannasse staat voor het over-Jordaanse
  • 19. 5 Gilead veroverde de oversteekplaatsen van de Jordaan naar Efraïm... Richteren 12 Hebr. > EBER > w.w. 'passeren'  NBG51 (elders): voorden (> Coevorden, Oxford, Frankfurt)  St.V. 'veren'  vergl. Eng. ferry, fare(well), varen (Ned.), (Duits) fahren
  • 20. 5 Gilead veroverde de oversteekplaatsen van de Jordaan naar Efraïm... Richteren 12 oversteken van de Jordaan:  refereert aan dé doortocht door de Jordaan o.l.v. Jozua bij begin gersteoogst! (Joz.3)  type van de opstanding (passeren doods-Jordaan)
  • 21. 5 ... En het geschiedde wanneer ontkomenen van Efraïm zeiden: laat me oversteken, dan zeiden de mannen van Gilead tot hem: ben jij een Efraïmiet? Zei hij dan: nee, Richteren 12
  • 22. 5 ... En het geschiedde wanneer ontkomenen van Efraïm zeiden: laat me oversteken, dan zeiden de mannen van Gilead tot hem: ben jij een Efraïmiet? Zei hij dan: nee, Richteren 12
  • 23. 6 dan zeiden zij tot hem: zeg alsjeblieft 'shiboleth'. En hij zei 'siboleth' omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken, dan hielden ze hem vast en keelden hem bij de oversteekplaatsen van de Jordaan. Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend. Richteren 12 password: = (koren-)aar, enkelv. >
  • 24. Ruth 2 2 En Ruth, de Moabitische, zeide tot Naomi: Laat mij naar het veld gaan en aren lezen... Hebr. > shibol (vergl. Gen.41:5) bij het begin van de gersteoogst (1:21)
  • 25. 6 dan zeiden zij tot hem: zeg alsjeblieft 'shiboleth'. En hij zei 'siboleth' omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken, dan hielden ze hem vast en keelden hem bij de oversteekplaatsen van de Jordaan. Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend. Richteren 12 = lett. last >
  • 26. Exodus 6 6 Zeg derhalve tot de Israelieten: Ik ben JAHWEH, Ik zal u onder de dwangarbeid der Egyptenaren uitleiden, u redden van hun slavernij en u verlossen... Hebr. siboleth = last = tichelstenen maken + zelf de stro zoeken (Ex.5:7)
  • 27. 6 dan zeiden zij tot hem: zeg alsjeblieft 'shiboleth'. En hij zei 'siboleth' omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken, dan hielden ze hem vast en keelden hem bij de oversteekplaatsen van de Jordaan. Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend. Richteren 12
  • 28. shiboleth • de korenaar = Christus • genade, nieuw leven siboleth • last = werken, slavernij/ stro • religie
  • 29. 6 dan zeiden zij tot hem: zeg alsjeblieft 'shiboleth'. En hij zei 'siboleth' omdat hij het niet naar behoren kon uitspreken, dan hielden ze hem vast en keelden hem bij de doorwaadbare plaatsen van de Jordaan. Er vielen in die tijd veertig en tweeduizend. Richteren 12 42.000 • 40 > 30 AD - 70 AD • 2000 > twee millennia 1e komst - 2e komst
  • 30. 7 En Jefta richtte Israël zes jaren. En de Gileadiet Jefta stierf en werd begraven in de steden van Gilead. Richteren 12
  • 31. Efraïm = type van Israël:  heeft niet geluisterd naar Jefta's roep;  jaloers omdat ze niet deelt in Jefta's overwinning;  kan niet terugkeren naar 'het beloofde land';  zegt i.p.v. 'shiboleth' (=korenaar) 'siboleth' (=last);  kan daarom niet de beloofde zegen/ nieuw leven ontvangen.
  • 32. Romeinen 9 31 Israël echter, najagende een wet van rechtvaardigheid, is aan de wet niet toegekomen. 32 Vanwege wat? Omdat het niet uitgaat van geloof (=shiboleth), maar als vanuit werken (=siboleth) stoten zij zich aan de steen van de aanstoot. sibolet werken shibolet geloof