2. 23
Alles is geoorloofd, maar niet alles is
nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles
bouwt op.
1
Opdat wij WAARLIJK VRIJ zouden
zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt.
Houdt dus stand en laat u niet wederlaat u niet weder
een slavenjuk opleggeneen slavenjuk opleggen.
Galaten 5
2
3. 23
Alles is geoorloofd, maar niet alles is
nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles
bouwt op.
hfst 6 – rechtbank
“Weet gij niet dat de heiligen de wereld
zullen oordelen?”
3
4. 23
Alles is geoorloofd, maar niet alles is
nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles
bouwt op.
hfst 7 – huwelijk, echtscheiding
“ik geef mij mening...”
“Gij zijt gekocht en betaald, wordt geen
slaaf van mensen...”
“ik wilde wel dat gij zonder zorgen
waart...”
4
5. 23
Alles is geoorloofd, maar niet alles is
nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles
bouwt op.
hfst 10 – deelname aan afgodendienst
“... ik spreek immers tot verstandige
mensen; beoordeelt dan zelf wat ik zeg.”
5
6. 23
Alles is geoorloofd, maar niet alles is
nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles
bouwt op.
hfst 11 – haardracht
“Ik wil dat gij dit weet...”
“Leert de natuur u niet...?”
“Indien het er iemand om te doen is gelijk
te hebben, wij hebben zulk een gewoonte
niet...”
6
7. 24
Niemand zoeke het zijne, maar wat des
anderen is.
19
Want hoewel ik VRIJ sta tegenover
allen, heb ik mij allen dienstbaar
gemaakt, om er zoveel mogelijk te
WINNEN... >>>
1Korinthe 9
7
8. 24
Niemand zoeke het zijne, maar wat des
anderen is.
20
... en ik ben voor de Joden geworden
als een Jood, om Joden te winnen; hun,
die onder de wet staan, als onder de wet
(hoewel persoonlijk niet onder de wet)
om hen, die onder de wet staan, te
winnen... >>>
1Korinthe 9
8
9. 24
Niemand zoeke het zijne, maar wat des
anderen is.
22
... Ik ben voor de zwakken zwak
geworden, om de zwakken te winnen;
voor allen ben ik alles geweest, om in
elk geval enigen te redden.
23
ALLES doe ik ter wille van het
evangelie, om er zelf ook deel aan te
verkrijgen.
1Korinthe 9
9
10. 25
Al wat in de vleeshal te koop is, moogt
gij eten (lett. eet dat), zonder navraag te
doen uit gewetensbezwaar...
10
11. 26
want de aarde en haar volheid is des
Heren.
kerk >
Latijn: kuriake = wat des Heren is
11
12. 26
want de aarde en haar volheid is des
Heren.
24
De GOD, die de wereld gemaakt heeft
en al wat daarin is, die een Heer is vaneen Heer is van
hemel en aardehemel en aarde, woont niet in tempels
met handen gemaakt, 25
en laat Zich
ook niet door mensenhanden dienen
(lett. genezen), alsof Hij nog iets nodig
had, daar Hij zelf aan allen leven en
adem en alles geeft.
Handelingen 17
12
13. 26
want de aarde en haar volheid is des
Heren.
44
Het Koninkrijk der hemelen is gelijk
aan een schat, verborgen in een akker,
die een mens ontdekte en verborg, en
in zijn blijdschap erover gaat hij heen
en verkoopt al wat hij heeft en KOOPTKOOPT
DIE AKKERDIE AKKER.
Matteüs 13
13
14. 27
Indien een der ongelovigen u uitnodigt
en gij wenst te gaan, eet dan alles, wat u
wordt voorgezet, zonder dat gij navraag
doet uit gewetensbezwaar.
14
16. Als we beginnen te beseffen dat de dood
een illusie is en dat het leven
eeuwigdurend is, als we die stap nemen,
dan zijn we in het gebied van het
ruimere denken, want dan volgt er heel
veel uit…
16
17. 28
Doch indien iemand tot u zegt: Dat is
gewijd vlees, eet het dan niet, om hem,
die u dat te kennen gaf, èn om het
geweten. 29
Ik bedoel nu niet uw eigen
geweten, maar dat van die ander.
17
18. 29
... Want waartoe zou mijn vrijheid
beoordeeld worden door eens anders
geweten?
NBV:
Mijn vrijheid wordt door zijn geweten
toch niet aangetast?
18
19. 30
Indien ik onder dankzegging van iets
gebruik maak, hoe kan men kwaad van
mij spreken over iets, waarvoor ik
dankzeg?
4
Want ALLES wat God geschapen
heeft, is GOED en NIETS daarvan is
VERWERPELIJK, [als het] met
dankzegging aanvaard wordt...
1Timotheüs 4
19
20. 30
Indien ik onder dankzegging van iets
gebruik maak, hoe kan men kwaad van
mij spreken over iets, waarvoor ik
dankzeg?
15
Want anders, indien gij een
ZEGEN uitspreekt met uw geest, hoe
zal iemand, die als toehoorder
aanwezig is, op uw DANKZEGGING
zijn amen spreken?
1Korinthe 14
20
21. 31
Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet,
doet het alles ter ere Gods.
21
Immers, hoewel zij God kenden,
hebben zij Hem niet als GODals GOD
verheerlijkt of gedanktverheerlijkt of gedankt, maar hun
overleggingen zijn op niets
uitgelopen, en het is duister
geworden in hun onverstandig hart.
Romeinen 1
21
22. 32
Geeft noch aan Joden, noch aan
Grieken, noch aan de gemeente Gods
aanstoot;
lett. struikelblok
22
23. 33
zoals ook ik allen in alles ter wille ben,
niet om mijn eigen belang te zoeken,
maar dat van zeer velen, opdat zij
behouden worden.
23
24. 111
Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik
Christus navolg.
16
Zo kennen wij dan van nu aan
niemand naar het vlees. Indien wij
al Christus naar het vlees gekend
hebben, thans niet meer.
17
Zo is dan wie in Christus is een
nieuwe schepping; het oude is
voorbijgegaan, zie, het nieuwe is
gekomen.
2Korinthe 5
24