1. IN DE ECHTE WERELD…
1. Is communicatie niet hetzelfde als verandering:
q Communicatie
Dat communicatie op zichzelf niet tot verandering leidt is voor de meeste mensen wel logisch. Dat het
verandering zelfs kan stilleggen is minder bekend. Het ‘’baat het niet dan schaadt het niet’’ argument gaat niet
op. In een poging om mensen (goedbedoeld) vanaf het begin mee te willen nemen lok je een tegenreactie uit
die onnodig veel schade doet aan het programma. Daarmee zeggen we niet dat je geheimzinnig moet doen
maar goed nadenken over de timing (en inhoud) van je communicatie. Brede communicatie vanaf het eerste
moment is daarvoor vaak eerder een remmende dan drijvende kracht voor verandering.
2. IN DE ECHTE WERELD…
2. Is motivatie op zichzelf de minst duurzame bron van verandering:
q Motivatie
Motivatie (willen) is heel belangrijk maar ook heel grillig. Onze stemming wisselt én we raken vermoeid. Zeker
wanneer de verandering onderdeel is van een breder takenpakket (je doet het erbij) kun je maar beter inzetten
op de driehoek willen, kunnen én mogen. Soms wordt daar durven aan toegevoegd. Motivatie zonder sociale
bestendiging is bijvoorbeeld al heel snel gedoemd te falen. Hierin spelen persoonlijkheidskenmerken ook nog
eens een belangrijke rol. Niet iedereen ‘’gaat aan’’ op de boodschap. De verandering stopt dan ook vaak als de
gegenereerde motivatie is opgedroogd (vaak door weerstand vanuit de omgeving door verkeerde
communicatie, zie hierboven).
3. IN DE ECHTE WERELD…
3. Hebben interventies altijd onverwachte (bij)effecten:
q Interventies
Het is een realiteit van verandering in complexe systemen. Er gaan dingen gebeuren die je niet aan zag komen
en daarvoor ben je medeverantwoordelijk. Het is noodzakelijk hier rekening mee te houden in je programma.
Praktisch kun je dan denken aan het inbouwen van voldoende tijd en middelen om hierop in te kunnen spelen.
4. IN DE ECHTE WERELD…
4. Hebben kleine interventies onevenredig grote effecten én andersom:
q Asymmetrie
Dit is je grootste vriend en vijand. Soms levert een grote bak aan inspanningen maar een heel mager resultaat. Het
systeem lijkt alle effecten op te slokken of iets preciezer gezegd te dempen. Het omgekeerde is gelukkig ook waar.
Precies leren interveniëren is dus heel belangrijk. Begrip van systemen in verandering is hierbij handig. Zo ook het
herkennen van kantelpunten (het moment waarop een systeem het meest instabiel is) cruciaal. Dat is het moment
waarop je juist moet doorpakken maar waar we zien dat door de onrust vaak wordt ingehouden.
5. IN DE ECHTE WERELD…
5. Is de relatie tussen oorzaak en gevolg pas achteraf te overzien:
q Oorzaak-gevolg
Tenzij er aanleiding is om te denken dat je weet hoe het zal gaan is het beter aan te nemen dat dit niet het geval is.
Meerdere experimenten naast elkaar draaien is de enige echte praktische oplossing. Laat je niet foppen te denken dat
een plaatselijk succes blijvend of schaalbaar is. Je zult dit meervoudig moeten testen.
6. SAMENGEVAT
Laten we eindigen met enige nuance. Verandering is een onderdeel van ons (werkend) leven. We voeren continu
succesvol kleine veranderingen door. In een crisis, wanneer er sprake is van chaos en ondubbelzinnige urgentie,
lukt het ons ook best goed om in beweging te komen. Maar geplande verandering in de vorm van grote
projecten of veranderprogramma’s hebben hun reputatie en slagingspercentages niet mee.
Gek genoeg is er maar weinig goed onderzoek gedaan naar het succes van veranderprogramma’s. De cijfers die
er wel zijn komen bijna allemaal uit op het bekende slagingspercentage van 25-30%. De definitie van succes die
hierbij wordt gehanteerd is het behalen van de veranderdoelen binnen de daarvoor gestelde tijd met de
daarvoor beschikbaar gestelde middelen.
Wat maakt verandering in de échte wereld dan zo ingewikkeld? De echte wereld is complex. Die complexiteit
proberen we in veel organisaties te reduceren of zelfs weg te maken. Maar dat is een zinloze oefening. Je kunt
deze complexiteit beter aangaan met behulp van bijvoorbeeld deze checklist.
We hopen dat het van toegevoegde waarde is!