SlideShare a Scribd company logo
1 of 45
DE OERKNAL 
De dag zonder gisteren 
C. de Jager
Edwin Hubble (1889 – 1953)
Hubble’s probleem: wat is een 
spiraal”nevel” ?
Dieper in het heelal: veel meer! 
Ca. 100 miljard stelsels in het zichtbaar deel van heelal
Dichtbij of veraf? Hoe ver wel?
Slipher Hubble, Humason 
(Mt Wilson sterrenwacht) 
• Slipher kon van ca. 40 ver gelegen spiraalnevels 
de verwijderingsnelheid meten; methode: 
bepaal de verplaatsing van de spectraallijnen 
• Hubble en Humason bevestigden Slipher’s 
vondst: sterk rood verschoven spectra; de 
meesten blijken zich van ons te verwijderen! 
• Daarna bepaalde Hubble de afstanden van die 
stelsels: de expansie van het heelal ontdekt! 
• Deze ontdekking stamt uit 1929, maar de 
metingen van de verwijderingsnelheid waren al 
eerder bekend
Hubble’s relatie afstand - snelheid (1929) 
Toonde dat het heelal uitzet!
Latere, meer gedetailleerde versie
Georges Lemaître (1894 - 1966) 
• Speculeerde twee jaar vóór Hubble dat het 
Heelal uitzet (op grond van eerdere metingen 
van Hubble en de theorie van Einstein, gewijzigd 
door Friedmann en De Sitter) 
• 1931: theorie - het Heelal begon heel klein 
• 1946: hypothese: oeratoom (l’atome primitif) 
• 1948: idee verder uitgewerkt door Gamow 
• Deze stelde: het oerheelal moet aanvankelijk erg 
heet zijn geweest; koelde al expanderend af
Het model van Lemaître - Gamow
Een bijzondere denker 
• 135 na Chr. Basileides van Alexandrië: 
• “Eens was er niets. Maar nu maak ik een 
fout. Ik zeg ‘er was’. Dus er was wel iets! 
• Namelijk ‘niets’. 
• Maar zelfs dat was er niet “. 
• En zo ging hij verder: Uit het absolute 
niets ontstond de kiem van een heelal
DE OERKNAL 
“De dag zonder gisteren” 
(Lemaître) 
Wat gebeurde toen?
Schijnbare zijstap: een zwart gat 
• Zwart gat is een zodanig samengeperst stuk materie dat 
de aantrekking ervan verhindert dat licht hieruit ontsnapt 
• Ontsnappingsnelheid V∞ 
• Schrijf massa M in grammen en straal R in cm dan is 
• V∞ = √ (2GM/R), waarin G = gravitatie constante = 6,67 
10 -8 dynes cm -2 g -2 
• Als V∞ > of = c (= snelheid van het licht = 300.000 
km/sec) dan hebben we te doen met een zwart gat
Zwarte gaten 
• Als de zon tot een bol van 3 km wordt 
samengeperst dan is dit een zwart gat 
• De Mt. Everest in één nanometer; idem 
• De aarde: 18 mm; idem 
• Formule: diameter D = 2,96 10-27 M, 
waarbij D in meters en massa M in kg
Lichtgolf en lichtdeeltje (foton) 
• Licht heeft een duaal karakter – het is een 
deeltje maar ook een golfbeweging 
• Het lichtdeeltje heeft dus ook een 
afmeting, dit is ongeveer de golflengte λ 
• Licht heeft ook energie (E foton ): 
• E foton = 1,99 10-18 / λ erg 
= 1,24 10-6 / λ eV (= elektron Volt; een 
veel gebruikte eenheid van energie)
Een vreemde vraag: 
Kan een foton een zwart gat zijn? 
Dus: zoek relatie middellijn en 
massa voor foton
Antwoord is bevestigend – of niet 
• Foton heeft een afmeting: golflengte λ
Antwoord is bevestigend – of niet 
• Foton heeft een afmeting: golflengte λ 
• Foton heeft energie = 1,99 10-25 / λ J
Antwoord is bevestigend – of niet 
• Foton heeft een afmeting: golflengte λ 
• Foton energie: E foton = 1,99 10-25 / λ J 
• Einstein: E = m c2 , met m = massa en c 
= lichtsnelheid
Antwoord is bevestigend – of niet 
• Foton heeft een afmeting: golflengte λ 
• Foton energie: E foton = 1,99 10-25 / λ J 
• Einstein: E = m c2 , met m = massa en c 
= lichtsnelheid 
• Foton is dus geassocieerd met een massa: 
mf = E foton / c2 = ??
Antwoord is dus bevestigend: 
• Pas de formule voor diameter van een 
zwart gat toe op fotonen en wat blijkt? 
• Een foton is een zwart gat als de 
golflengte is: 4,05 x 10-35 m 
• Men noemt deze lengte de Planck lengte 
• Deze korte golflengte komt overeen met 
een zeer grote energie: 2 x 109 Joule; dit 
is 1,2 x 1028 eV (= elektron Volt)
Antwoord is ook ontkennend: 
• Als een foton een zwart gat is, of kleiner, dan is 
het geen foton meer – het is een deeltje waaruit 
geen licht kan ontsnappen 
• Begrippen ‘golflengte’, ‘foton’, ‘afmeting’ en 
‘massa’ verliezen zin bij een ‘lichtdeeltje’ dat, 
kleiner dan de Planck lengte, geen ‘licht’ meer is 
• Dus: bij golflengten onder de Planck lengte 
hebben ‘licht’ en ‘deeltje’ geen betekenis 
• Dit geldt ook voor de natuurkundige wetten, die 
immers gebaseerd zijn op begrippen zoals 
massa, lengte, tijd, enz.
Intermezzo: Planck eenheden 
• Planck lengte = 4,05 x 10 -35 meter 
• Planck massa = 5,46 x 10 -8 kilogram 
• Planck tijd = 1,35 x 10 -43 seconde 
• Planck energie = 2 x 10 9 Joule 
• Planck temperatuur = 3,55 x 10 32 Kelvin 
• En zo meer. Fundamenteel is de 
• Planck constante h = 6,63 x 10 -34 Joule.sec
Nieuw begrip 
Kwantumfluktuaties
Een bijzondere voorspelling 
• 1948: Hendrik Casimir en Dirk Polder 
voorspelden dat het absolute niets toch 
energie heeft 
• Het kan dus druk uitoefenen 
• “Dirk leg me dat eens uit” (vraag van mij 
aan Polder, omstreeks 1995) 
• Antwoord: “Daar is toch niet aan uit te 
leggen”
Kwantumfluctuaties 
• Heisenberg’s onzekerheidsrelatie : 
• Het product van de onzekerheden in tijd 
en in energie is groter des te korter het 
tijdinterval is; ΔE.Δt < h/4π 
• In tijdspannes korter dan de Planck-tijd 
kan dus de energie zeer sterk variëren; 
men noemt dit kwantumfluctuaties
Kwantumfluctuaties in vacuüm 
• Een kwantumfluctuatie duurt niet langer 
dan de Planck tijd: tP = 5,4 x 10 - 44 
seconde 
• Ook in het absolute vacuüm zullen 
zulke fluctuaties optreden 
• Dit kan leiden tot vorming en daarop 
volgende annihilatie van deeltjes en 
antideeltjes binnen de Planck-tijd
Het ontstaan van energiebellen 
tijdens kwantumfluctuaties 
• DE kwantum fluctuaties leidt tot zeer korte 
vorming van energie’bellen’ 
• Een ‘bel’ energie leidt tot de vorming van 
een deeltje plus antideeltje 
• Binnen een Planck-tijd zijn ze weer 
verdwenen 
• Ook de tijd fluctueert, zowel positief als 
negatief, in een Planck interval
Oerknal hypothese 
• De hypothese: een uitzonderlijke fluctuatie 
in het absolute niets leidde tot de oerknal 
• De energie van een Planck ‘deeltje’ komt 
overeen met een temperatuur van 1032 
Kelvin (want 1 eV ~ 11600 K ~ 104 K) 
• Dit was de vermoedelijke temperatuur 
direct na de oerknal
Hannes Alfvén 
• Alfvén was een Zweedse natuurkundige 
die de Nobelprijs kreeg voor zijn 
ontdekking van de leer van de 
magnetohydrodynamica 
• Ik hoorde hem eens zeggen: “Het heelal 
zo klein als een zandkorreltje ? Geloven 
jullie dat? Ik niet! “
ACHTEREENVOLGENDE 
EPISODEN IN DE EERSTE 
(MICRO-)SECONDE 
1. De Planck episode 
2. Inflatie 
3. Deeltjesvorming
1. DE PLANCK EPISODE 
• De periode waarin de relativiteitstheorie (theorie 
van structuren en zwaartekracht in het heelal) 
en de kwantummechanica (theorie van het 
kleinste en puntvormige) onverenigbaar zijn 
• Ook de periode waarin het begrip ‘kracht’ niet te 
definiëren is, omdat de natuurkundige wetten 
dat niet zijn 
• Voorgestelde oplossingen: geen trillende 
deeltjes maar trillende snaartjes en ‘branen’ 
(trillende vlakjes): de ‘snaartheorie’ 
• Deze hypothese is nog niet bevestigd
Toen kwam het licht 
• Tijdens en direct na de oerknal bestond 
het heelal uitsluitend uit straling 
• Materie kon (nog) niet gevormd worden 
• Die straling zou voor onze ogen niet 
zichtbaar zijn: want ze was van enorm 
korte golflengte en grote energie
2. KORTDURENDE PERIODE VAN 
INFLATIE 
• Na 10-35 seconde werd de sterke 
kernkracht afgescheiden. De vrijkomende 
bindingsenergie leidde tot zeer versnelde 
expansie van het heelal: de inflatie. 
• De periode van de inflatie duurde tot ca. 
10-32 seconde
Snelle groei tijdens inflatie 
• In die periode moet de omvang van het 
heelal gegroeid zijn tot ca. 10 tot 20 cm! 
Heelal reeds zo groot als een kokosnoot. 
• Expansiesnelheid was tijdens inflatie veel 
groter dan de lichtsnelheid: de ruimte 
expandeerde en nam materie met zich 
mee
3. EPISODE VAN DEELTJESVORMING 
• De verschillende krachten moeten zich 
gescheiden hebben toen de temperatuur gezakt 
was tot 1015 K (na 10-12 seconde) 
• Daarna werd geleidelijk deeltjesvorming 
mogelijk 
• Deeltjesvorming lijkt wat op condensatie: in 
waterdamp boven 100 ºC zullen waterdruppels 
niet blijvend bestaan; onder die grens zijn 
druppels stabieler
Vorming van protonen en neutronen 
• Onder temperaturen van ca. 1012 K vormden 
zich tussen 300 sec. en 30 minuten de lichtste 
elementen: waterstof, deuterium, helium-3, 
helium-4 en lithium 
• Nu is toetsing mogelijk: kloppen waargenomen 
aantal-verhoudingen met de berekende? - ja!
Probleem van de baryonen 
• Er zouden in het heelal evenveel baryonen als 
fotonen moeten zijn 
• Maar: er zijn ruim 109 maal meer fotonen 
• Antwoord: er vormde zich materie en 
antimaterie in bijna even grote hoeveelheden; 
die annihileerde en slechts fotonen bleven over 
• Voorbeeld: als 101 materiedeeltjes en 100 
deeltjes antimaterie gevormd wordt, dan zullen 
bij annihilatie van materie + antimaterie 200 
fotonen gevormd worden en blijft één 
materiedeeltje over
Waarom is er materie in het heelal? 
• Er werd echter niet een extra deeltje 
gevormd op 200, maar ca. één op meer 
dan miljard deeltjes materie - antimaterie. 
• Nog onbegrepen waarom 
• Als dat niet het geval was geweest dan 
bestond het heelal nu uitsluitend uit 
straling zonder materie
Eerste samenvatting (tijden en temperaturen) 
• Planck ‘episode’, oerknal: 10-43 sec; 1032 K 
• Inflatie begint: 10-35 sec; 1028 K 
• Inflatie eindigt: 10-32 sec; 1027 K 
• Baryogenese (protonen; neutronen): 10-6 sec; 
1013 K 
• Vorming lichtste vier atoomkernen: 300 s; 109 K
De eerste sterren 
• Ontstonden toen het heelal afgekoeld was 
tot onder 10 000 graden 
• Reusachtige objecten die slechts uit 
waterstof en helium bestonden – ca. 100 
tot 1000 maal zo zwaar als de zon 
• Planeten als de aarde en het leven konden 
toen niet ontstaan – daar zijn zwaardere 
elementen voor nodig
In eindexplosies ontstonden 
zwaardere elementen 
• Die zware sterren explodeerden aan het eind 
van hun korte bestaan – hypernova explosies 
• In de extreem hoge temperaturen die bij deze 
explosie tijdelijk heersten konden zwaardere 
elementen gevormd worden – iets dat doorgaat 
tot de dag van vandaag: supernova explosies. 
• Zo werd de basis gelegd voor vorming van 
planeten en voor het ontstaan van het leven
Verdere samenvatting 
• Heelal bestaat 13,8 miljard jaar 
• Na 400 miljoen jaren: materie klontert tezamen 
• 600 miljoen jaren: eerste hyperreuzen: sterren 
met veel meer massa dan de zon 800 miljoen 
jaren: eerste hedendaagse melkwegstelsels 
• Na 1 tot 2 miljard jaar: eerste zon-achtige 
sterren
Wij bestaan dank zij de sterren 
• Over ca. 5 miljard jaar komt de zon aan 
zijn eind: kernbrandstof is dan opgebruikt 
• In een explosie verspreidt het zonne-materiaal 
en dat van de binnenste 
planeten zich over de ruimte 
• Onze moleculen en atomen ontstonden in 
sterren en keren zo terug tot de ruimte
Deze presentatie is na te zien 
• Ga naar www.cdejager.com en daar naar 
presentaties; daar naar 10. oerknal 
• Er is daar ook een parallelle presentatie: 
10. het eerste licht 
• Deze laatste bespreekt grotendeels hetzelfde 
maar gaat wat dieper in op de inflatie en de 
betekenis daarin van de vier krachten in ons 
heelal; ook : de rol van quarks, gluonen, fotonen

More Related Content

What's hot (20)

10 3-eerste sterren
10 3-eerste sterren10 3-eerste sterren
10 3-eerste sterren
 
4 mars-geschiedenis
4 mars-geschiedenis4 mars-geschiedenis
4 mars-geschiedenis
 
10 zandkorrels
10 zandkorrels10 zandkorrels
10 zandkorrels
 
explosies-zon
explosies-zonexplosies-zon
explosies-zon
 
6 zon-levensloop
6 zon-levensloop6 zon-levensloop
6 zon-levensloop
 
11 ruimteonderzoek
11 ruimteonderzoek11 ruimteonderzoek
11 ruimteonderzoek
 
3 ontstaan-maan-aarde
3 ontstaan-maan-aarde3 ontstaan-maan-aarde
3 ontstaan-maan-aarde
 
8 planetaire-nevels
8 planetaire-nevels8 planetaire-nevels
8 planetaire-nevels
 
Mira sterren
Mira sterrenMira sterren
Mira sterren
 
8 krab
8 krab8 krab
8 krab
 
3 hemelstenen-op-nederland
3 hemelstenen-op-nederland3 hemelstenen-op-nederland
3 hemelstenen-op-nederland
 
10 1-oerknal
10 1-oerknal10 1-oerknal
10 1-oerknal
 
6 actieve zon
6 actieve zon6 actieve zon
6 actieve zon
 
3 kometen
3 kometen3 kometen
3 kometen
 
Zon klimaat
Zon klimaatZon klimaat
Zon klimaat
 
Supernova 1006
Supernova 1006Supernova 1006
Supernova 1006
 
zon en klimaat 2014
zon en klimaat 2014zon en klimaat 2014
zon en klimaat 2014
 
Heelal
HeelalHeelal
Heelal
 
Venus
VenusVenus
Venus
 
8 supernova-1006
8 supernova-10068 supernova-1006
8 supernova-1006
 

Viewers also liked

Viewers also liked (15)

10 het eerste licht
10 het eerste licht10 het eerste licht
10 het eerste licht
 
3 komeetbezoek
3 komeetbezoek3 komeetbezoek
3 komeetbezoek
 
Mira sterren
Mira sterrenMira sterren
Mira sterren
 
solar activity and climate
solar activity and climatesolar activity and climate
solar activity and climate
 
10 wonderful-universe
10 wonderful-universe10 wonderful-universe
10 wonderful-universe
 
Reis van de zon door melkwegstelsel
Reis van de zon door melkwegstelselReis van de zon door melkwegstelsel
Reis van de zon door melkwegstelsel
 
Exoplaneten cursus 24jan2011
Exoplaneten cursus 24jan2011Exoplaneten cursus 24jan2011
Exoplaneten cursus 24jan2011
 
Big Bang en het heelal
Big Bang en het heelalBig Bang en het heelal
Big Bang en het heelal
 
RS 2008-12 De Aardachtige Planeten in ons Zonnestelsel
RS 2008-12 De Aardachtige Planeten in ons ZonnestelselRS 2008-12 De Aardachtige Planeten in ons Zonnestelsel
RS 2008-12 De Aardachtige Planeten in ons Zonnestelsel
 
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2
RS 2006 Ontstaan vh Zonnestelsel dl 2
 
Appendix
AppendixAppendix
Appendix
 
Mysteries in ons heelal
Mysteries in ons heelalMysteries in ons heelal
Mysteries in ons heelal
 
Ijsdwerg
IjsdwergIjsdwerg
Ijsdwerg
 
Mercurius
MercuriusMercurius
Mercurius
 
11 geschiedenis-utrecht
11 geschiedenis-utrecht11 geschiedenis-utrecht
11 geschiedenis-utrecht
 

Similar to 10 oerknal

Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Elcker-Ik Centrum Lezingen - Cursussen - Ontmoetingen
 
Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5
Marcel Vonk
 
Eerste sterren in het heelal
Eerste sterren in het heelalEerste sterren in het heelal
Eerste sterren in het heelal
Kees De Jager
 
Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6
Marcel Vonk
 
Heliosfeer en de Locale Leegte
Heliosfeer en de Locale LeegteHeliosfeer en de Locale Leegte
Heliosfeer en de Locale Leegte
Kees De Jager
 
Van de oerknal naar het leven - college 0
Van de oerknal naar het leven - college 0Van de oerknal naar het leven - college 0
Van de oerknal naar het leven - college 0
Marcel Vonk
 

Similar to 10 oerknal (20)

oerknal
oerknaloerknal
oerknal
 
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
 
10 snelle-neutrinos
10 snelle-neutrinos10 snelle-neutrinos
10 snelle-neutrinos
 
Diamantster
DiamantsterDiamantster
Diamantster
 
Het raadsel van de eerste sterren...
Het raadsel van de eerste sterren...Het raadsel van de eerste sterren...
Het raadsel van de eerste sterren...
 
Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5
 
College 5: Relativiteit
College 5: RelativiteitCollege 5: Relativiteit
College 5: Relativiteit
 
Eerste sterren in het heelal
Eerste sterren in het heelalEerste sterren in het heelal
Eerste sterren in het heelal
 
Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009
Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009
Levensloop van Sterren - werkgroep op Woudschoten Natuurkunde 2009
 
UvA-matching natuurkunde 2014
UvA-matching natuurkunde 2014UvA-matching natuurkunde 2014
UvA-matching natuurkunde 2014
 
Hoe oud is het heelal?
Hoe oud is het heelal?Hoe oud is het heelal?
Hoe oud is het heelal?
 
Maurits Dorlandt - De Zon
Maurits Dorlandt - De ZonMaurits Dorlandt - De Zon
Maurits Dorlandt - De Zon
 
Oerknal - Lecture 0
Oerknal - Lecture 0Oerknal - Lecture 0
Oerknal - Lecture 0
 
Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6
 
Superclusters
SuperclustersSuperclusters
Superclusters
 
Kosmische raadselen
Kosmische raadselenKosmische raadselen
Kosmische raadselen
 
Heliosfeer en de Locale Leegte
Heliosfeer en de Locale LeegteHeliosfeer en de Locale Leegte
Heliosfeer en de Locale Leegte
 
College 3: Electromagnetisme
College 3: ElectromagnetismeCollege 3: Electromagnetisme
College 3: Electromagnetisme
 
Van de oerknal naar het leven - college 0
Van de oerknal naar het leven - college 0Van de oerknal naar het leven - college 0
Van de oerknal naar het leven - college 0
 
10 4-evolutie-melkwegstelsels
10 4-evolutie-melkwegstelsels10 4-evolutie-melkwegstelsels
10 4-evolutie-melkwegstelsels
 

10 oerknal

  • 1. DE OERKNAL De dag zonder gisteren C. de Jager
  • 2. Edwin Hubble (1889 – 1953)
  • 3. Hubble’s probleem: wat is een spiraal”nevel” ?
  • 4. Dieper in het heelal: veel meer! Ca. 100 miljard stelsels in het zichtbaar deel van heelal
  • 5. Dichtbij of veraf? Hoe ver wel?
  • 6. Slipher Hubble, Humason (Mt Wilson sterrenwacht) • Slipher kon van ca. 40 ver gelegen spiraalnevels de verwijderingsnelheid meten; methode: bepaal de verplaatsing van de spectraallijnen • Hubble en Humason bevestigden Slipher’s vondst: sterk rood verschoven spectra; de meesten blijken zich van ons te verwijderen! • Daarna bepaalde Hubble de afstanden van die stelsels: de expansie van het heelal ontdekt! • Deze ontdekking stamt uit 1929, maar de metingen van de verwijderingsnelheid waren al eerder bekend
  • 7. Hubble’s relatie afstand - snelheid (1929) Toonde dat het heelal uitzet!
  • 9. Georges Lemaître (1894 - 1966) • Speculeerde twee jaar vóór Hubble dat het Heelal uitzet (op grond van eerdere metingen van Hubble en de theorie van Einstein, gewijzigd door Friedmann en De Sitter) • 1931: theorie - het Heelal begon heel klein • 1946: hypothese: oeratoom (l’atome primitif) • 1948: idee verder uitgewerkt door Gamow • Deze stelde: het oerheelal moet aanvankelijk erg heet zijn geweest; koelde al expanderend af
  • 10. Het model van Lemaître - Gamow
  • 11. Een bijzondere denker • 135 na Chr. Basileides van Alexandrië: • “Eens was er niets. Maar nu maak ik een fout. Ik zeg ‘er was’. Dus er was wel iets! • Namelijk ‘niets’. • Maar zelfs dat was er niet “. • En zo ging hij verder: Uit het absolute niets ontstond de kiem van een heelal
  • 12. DE OERKNAL “De dag zonder gisteren” (Lemaître) Wat gebeurde toen?
  • 13. Schijnbare zijstap: een zwart gat • Zwart gat is een zodanig samengeperst stuk materie dat de aantrekking ervan verhindert dat licht hieruit ontsnapt • Ontsnappingsnelheid V∞ • Schrijf massa M in grammen en straal R in cm dan is • V∞ = √ (2GM/R), waarin G = gravitatie constante = 6,67 10 -8 dynes cm -2 g -2 • Als V∞ > of = c (= snelheid van het licht = 300.000 km/sec) dan hebben we te doen met een zwart gat
  • 14. Zwarte gaten • Als de zon tot een bol van 3 km wordt samengeperst dan is dit een zwart gat • De Mt. Everest in één nanometer; idem • De aarde: 18 mm; idem • Formule: diameter D = 2,96 10-27 M, waarbij D in meters en massa M in kg
  • 15. Lichtgolf en lichtdeeltje (foton) • Licht heeft een duaal karakter – het is een deeltje maar ook een golfbeweging • Het lichtdeeltje heeft dus ook een afmeting, dit is ongeveer de golflengte λ • Licht heeft ook energie (E foton ): • E foton = 1,99 10-18 / λ erg = 1,24 10-6 / λ eV (= elektron Volt; een veel gebruikte eenheid van energie)
  • 16. Een vreemde vraag: Kan een foton een zwart gat zijn? Dus: zoek relatie middellijn en massa voor foton
  • 17. Antwoord is bevestigend – of niet • Foton heeft een afmeting: golflengte λ
  • 18. Antwoord is bevestigend – of niet • Foton heeft een afmeting: golflengte λ • Foton heeft energie = 1,99 10-25 / λ J
  • 19. Antwoord is bevestigend – of niet • Foton heeft een afmeting: golflengte λ • Foton energie: E foton = 1,99 10-25 / λ J • Einstein: E = m c2 , met m = massa en c = lichtsnelheid
  • 20. Antwoord is bevestigend – of niet • Foton heeft een afmeting: golflengte λ • Foton energie: E foton = 1,99 10-25 / λ J • Einstein: E = m c2 , met m = massa en c = lichtsnelheid • Foton is dus geassocieerd met een massa: mf = E foton / c2 = ??
  • 21. Antwoord is dus bevestigend: • Pas de formule voor diameter van een zwart gat toe op fotonen en wat blijkt? • Een foton is een zwart gat als de golflengte is: 4,05 x 10-35 m • Men noemt deze lengte de Planck lengte • Deze korte golflengte komt overeen met een zeer grote energie: 2 x 109 Joule; dit is 1,2 x 1028 eV (= elektron Volt)
  • 22. Antwoord is ook ontkennend: • Als een foton een zwart gat is, of kleiner, dan is het geen foton meer – het is een deeltje waaruit geen licht kan ontsnappen • Begrippen ‘golflengte’, ‘foton’, ‘afmeting’ en ‘massa’ verliezen zin bij een ‘lichtdeeltje’ dat, kleiner dan de Planck lengte, geen ‘licht’ meer is • Dus: bij golflengten onder de Planck lengte hebben ‘licht’ en ‘deeltje’ geen betekenis • Dit geldt ook voor de natuurkundige wetten, die immers gebaseerd zijn op begrippen zoals massa, lengte, tijd, enz.
  • 23. Intermezzo: Planck eenheden • Planck lengte = 4,05 x 10 -35 meter • Planck massa = 5,46 x 10 -8 kilogram • Planck tijd = 1,35 x 10 -43 seconde • Planck energie = 2 x 10 9 Joule • Planck temperatuur = 3,55 x 10 32 Kelvin • En zo meer. Fundamenteel is de • Planck constante h = 6,63 x 10 -34 Joule.sec
  • 25. Een bijzondere voorspelling • 1948: Hendrik Casimir en Dirk Polder voorspelden dat het absolute niets toch energie heeft • Het kan dus druk uitoefenen • “Dirk leg me dat eens uit” (vraag van mij aan Polder, omstreeks 1995) • Antwoord: “Daar is toch niet aan uit te leggen”
  • 26. Kwantumfluctuaties • Heisenberg’s onzekerheidsrelatie : • Het product van de onzekerheden in tijd en in energie is groter des te korter het tijdinterval is; ΔE.Δt < h/4π • In tijdspannes korter dan de Planck-tijd kan dus de energie zeer sterk variëren; men noemt dit kwantumfluctuaties
  • 27. Kwantumfluctuaties in vacuüm • Een kwantumfluctuatie duurt niet langer dan de Planck tijd: tP = 5,4 x 10 - 44 seconde • Ook in het absolute vacuüm zullen zulke fluctuaties optreden • Dit kan leiden tot vorming en daarop volgende annihilatie van deeltjes en antideeltjes binnen de Planck-tijd
  • 28. Het ontstaan van energiebellen tijdens kwantumfluctuaties • DE kwantum fluctuaties leidt tot zeer korte vorming van energie’bellen’ • Een ‘bel’ energie leidt tot de vorming van een deeltje plus antideeltje • Binnen een Planck-tijd zijn ze weer verdwenen • Ook de tijd fluctueert, zowel positief als negatief, in een Planck interval
  • 29. Oerknal hypothese • De hypothese: een uitzonderlijke fluctuatie in het absolute niets leidde tot de oerknal • De energie van een Planck ‘deeltje’ komt overeen met een temperatuur van 1032 Kelvin (want 1 eV ~ 11600 K ~ 104 K) • Dit was de vermoedelijke temperatuur direct na de oerknal
  • 30. Hannes Alfvén • Alfvén was een Zweedse natuurkundige die de Nobelprijs kreeg voor zijn ontdekking van de leer van de magnetohydrodynamica • Ik hoorde hem eens zeggen: “Het heelal zo klein als een zandkorreltje ? Geloven jullie dat? Ik niet! “
  • 31. ACHTEREENVOLGENDE EPISODEN IN DE EERSTE (MICRO-)SECONDE 1. De Planck episode 2. Inflatie 3. Deeltjesvorming
  • 32. 1. DE PLANCK EPISODE • De periode waarin de relativiteitstheorie (theorie van structuren en zwaartekracht in het heelal) en de kwantummechanica (theorie van het kleinste en puntvormige) onverenigbaar zijn • Ook de periode waarin het begrip ‘kracht’ niet te definiëren is, omdat de natuurkundige wetten dat niet zijn • Voorgestelde oplossingen: geen trillende deeltjes maar trillende snaartjes en ‘branen’ (trillende vlakjes): de ‘snaartheorie’ • Deze hypothese is nog niet bevestigd
  • 33. Toen kwam het licht • Tijdens en direct na de oerknal bestond het heelal uitsluitend uit straling • Materie kon (nog) niet gevormd worden • Die straling zou voor onze ogen niet zichtbaar zijn: want ze was van enorm korte golflengte en grote energie
  • 34. 2. KORTDURENDE PERIODE VAN INFLATIE • Na 10-35 seconde werd de sterke kernkracht afgescheiden. De vrijkomende bindingsenergie leidde tot zeer versnelde expansie van het heelal: de inflatie. • De periode van de inflatie duurde tot ca. 10-32 seconde
  • 35. Snelle groei tijdens inflatie • In die periode moet de omvang van het heelal gegroeid zijn tot ca. 10 tot 20 cm! Heelal reeds zo groot als een kokosnoot. • Expansiesnelheid was tijdens inflatie veel groter dan de lichtsnelheid: de ruimte expandeerde en nam materie met zich mee
  • 36. 3. EPISODE VAN DEELTJESVORMING • De verschillende krachten moeten zich gescheiden hebben toen de temperatuur gezakt was tot 1015 K (na 10-12 seconde) • Daarna werd geleidelijk deeltjesvorming mogelijk • Deeltjesvorming lijkt wat op condensatie: in waterdamp boven 100 ºC zullen waterdruppels niet blijvend bestaan; onder die grens zijn druppels stabieler
  • 37. Vorming van protonen en neutronen • Onder temperaturen van ca. 1012 K vormden zich tussen 300 sec. en 30 minuten de lichtste elementen: waterstof, deuterium, helium-3, helium-4 en lithium • Nu is toetsing mogelijk: kloppen waargenomen aantal-verhoudingen met de berekende? - ja!
  • 38. Probleem van de baryonen • Er zouden in het heelal evenveel baryonen als fotonen moeten zijn • Maar: er zijn ruim 109 maal meer fotonen • Antwoord: er vormde zich materie en antimaterie in bijna even grote hoeveelheden; die annihileerde en slechts fotonen bleven over • Voorbeeld: als 101 materiedeeltjes en 100 deeltjes antimaterie gevormd wordt, dan zullen bij annihilatie van materie + antimaterie 200 fotonen gevormd worden en blijft één materiedeeltje over
  • 39. Waarom is er materie in het heelal? • Er werd echter niet een extra deeltje gevormd op 200, maar ca. één op meer dan miljard deeltjes materie - antimaterie. • Nog onbegrepen waarom • Als dat niet het geval was geweest dan bestond het heelal nu uitsluitend uit straling zonder materie
  • 40. Eerste samenvatting (tijden en temperaturen) • Planck ‘episode’, oerknal: 10-43 sec; 1032 K • Inflatie begint: 10-35 sec; 1028 K • Inflatie eindigt: 10-32 sec; 1027 K • Baryogenese (protonen; neutronen): 10-6 sec; 1013 K • Vorming lichtste vier atoomkernen: 300 s; 109 K
  • 41. De eerste sterren • Ontstonden toen het heelal afgekoeld was tot onder 10 000 graden • Reusachtige objecten die slechts uit waterstof en helium bestonden – ca. 100 tot 1000 maal zo zwaar als de zon • Planeten als de aarde en het leven konden toen niet ontstaan – daar zijn zwaardere elementen voor nodig
  • 42. In eindexplosies ontstonden zwaardere elementen • Die zware sterren explodeerden aan het eind van hun korte bestaan – hypernova explosies • In de extreem hoge temperaturen die bij deze explosie tijdelijk heersten konden zwaardere elementen gevormd worden – iets dat doorgaat tot de dag van vandaag: supernova explosies. • Zo werd de basis gelegd voor vorming van planeten en voor het ontstaan van het leven
  • 43. Verdere samenvatting • Heelal bestaat 13,8 miljard jaar • Na 400 miljoen jaren: materie klontert tezamen • 600 miljoen jaren: eerste hyperreuzen: sterren met veel meer massa dan de zon 800 miljoen jaren: eerste hedendaagse melkwegstelsels • Na 1 tot 2 miljard jaar: eerste zon-achtige sterren
  • 44. Wij bestaan dank zij de sterren • Over ca. 5 miljard jaar komt de zon aan zijn eind: kernbrandstof is dan opgebruikt • In een explosie verspreidt het zonne-materiaal en dat van de binnenste planeten zich over de ruimte • Onze moleculen en atomen ontstonden in sterren en keren zo terug tot de ruimte
  • 45. Deze presentatie is na te zien • Ga naar www.cdejager.com en daar naar presentaties; daar naar 10. oerknal • Er is daar ook een parallelle presentatie: 10. het eerste licht • Deze laatste bespreekt grotendeels hetzelfde maar gaat wat dieper in op de inflatie en de betekenis daarin van de vier krachten in ons heelal; ook : de rol van quarks, gluonen, fotonen