1. Seksuele opvoedingSeksuele opvoeding
Waar je eenWaar je een
antwoord krijgt opantwoord krijgt op
(bijna) al je vragen.(bijna) al je vragen.
Waar iedereenWaar iedereen
zichzelf mag zijn.zichzelf mag zijn.
Waar je naar elkaarWaar je naar elkaar
luistert!luistert!
…… Een ernstige zaak!Een ernstige zaak!
2. LIEFDE?VERLIEFD?VRIENDSCHAPLIEFDE?VERLIEFD?VRIENDSCHAP??
Liefde kan je voelen voor je ouders, broers ofLiefde kan je voelen voor je ouders, broers of
zussen, hond of kat, maar ook voor jezussen, hond of kat, maar ook voor je
‘geliefde’.‘geliefde’.
Verliefd ben je (meestal) op één iemandVerliefd ben je (meestal) op één iemand
tegelijk, het gaat meestal voorbij. Uittegelijk, het gaat meestal voorbij. Uit
verliefdheid kan liefde groeien.verliefdheid kan liefde groeien.
Vriendschap kan je met verschillendeVriendschap kan je met verschillende
personen tegelijk hebben, je beste vriend oppersonen tegelijk hebben, je beste vriend op
school, op de voetbal, op ballet,…school, op de voetbal, op ballet,…
4. Help, ik verander! Van jongen tot man!Help, ik verander! Van jongen tot man!
Haargroei: onder deHaargroei: onder de
oksels, rond deoksels, rond de
penis, baard, snor.penis, baard, snor.
Penis wordt groterPenis wordt groter
Borstkas wordtBorstkas wordt
brederbreder
STEM!STEM!
Productie vanProductie van
zaadcellenzaadcellen, eerste, eerste
zaadlozing.zaadlozing.
8. Help, ik verander! Van meisje tot vrouw!Help, ik verander! Van meisje tot vrouw!
Haargroei: onder deHaargroei: onder de
oksels, rond jeoksels, rond je
vagina.vagina.
BorstenBorsten
HeupenHeupen
Productie vanProductie van
eicelleneicellen,,
menstruatie.menstruatie.
12. De menstruatieDe menstruatie
Bloedingen van het slijmvlies van deBloedingen van het slijmvlies van de
baarmoederbaarmoeder
Gebeurt om de 4 weken (cyclus 28Gebeurt om de 4 weken (cyclus 28
dagen)dagen)
Duurt meestal 4-5 dagenDuurt meestal 4-5 dagen
Start meestal rond 12-13 jaarStart meestal rond 12-13 jaar
Hygiëne: wassen, maandverbanden,Hygiëne: wassen, maandverbanden,
tampons.tampons.
15. menstruatiecyclusmenstruatiecyclus
dag 1-5: menstruatiedag 1-5: menstruatie
dag 8-15: vruchtbare periodedag 8-15: vruchtbare periode
dag 14: eisprong (= ovulatie)dag 14: eisprong (= ovulatie)
dag 16-28: minderdag 16-28: minder
vruchtbare periodevruchtbare periode
16. De bevruchtingDe bevruchting
Vindt plaats aan het begin van één van deVindt plaats aan het begin van één van de
eileiders, vlakbij een eierstokeileiders, vlakbij een eierstok
De eicel wordt via een trechter in de eileiderDe eicel wordt via een trechter in de eileider
opgevangenopgevangen
In de eileider zitten trilhaartjes die deIn de eileider zitten trilhaartjes die de
eicellen naar de baarmoeder brengen.eicellen naar de baarmoeder brengen.
Als de eicel niet bevrucht wordt, stoot hetAls de eicel niet bevrucht wordt, stoot het
lichaam ongeveer 14 dagen later delichaam ongeveer 14 dagen later de
slijmvliezen van de baarmoeder afslijmvliezen van de baarmoeder af
(=menstruatie)(=menstruatie)