1. WERKVORM : TAFELOPSTELLING
Een tafelopstelling is een werkvorm die toegepast kan worden in een coachingsgesprek, bij een individuele vraag van één van de
leden van een groep of bij teamontwikkelingsvragen.
Vragen waar de vorm geschikt voor is: persoonlijke vragen, vragen met betrekking tot de positionering van een individu of een
team in een organisatie, of bijvoorbeeld rolverheldering in een groep of organisatie.
De verschillende stappen (in hoofdlijnen):
Stap 1 Formuleren van de vraag.
Stap 2 De inbrenger maakt een opstelling voor zich op tafel. Dat kan met allerlei materialen, bekertjes, pennen, poppetjes
Stap 3 De inbrenger licht de opstelling toe. De begeleider of de groepsleden stellen vragen.
Stap 4 Begeleider stelt een vraag over de toekomst? Bijvoorbeeld: hoe ziet je opstelling er over 1 jaar uit?
Stap 5 De inbrenger licht de opstelling toe.
Stap 6 Coachingsvraag: Hoe kom je van A naar B? Evt. tussenstappen ook op tafel neer laten zetten. Heb je een tussenstap
nodig?
De begeleiding:
De coach/begeleider kijkt, voelt en luistert waar in de opstelling de balans is verstoord, wat er opvalt, en waar dit op zou kunnen
duiden. Dan kan gekozen worden voor een interventie. Die kan bestaan uit het verplaatsen van iets op tafel, iets toevoegen en
vragen wat dit betekent of doet. Ook juist datgene dat niet zichtbaar is kan belangrijk zijn. Het is belangrijk om in beelden te blijven
denken en niet talig te worden.
Een tafelopstelling komt voor uit het systeemdenken. In de systeembenadering worden mensen en organisaties beschouwd als een
systeem van samenhangende onderdelen. Er wordt dus naar het grotere geheel gekeken. Zichtbaar wordt waar de energie in de
situatie onvoldoende kan stromen en waar de wortels kunnen zitten van de vraag waar de opsteller mee zit.