SlideShare a Scribd company logo
1 of 30
Zorgvraagverduidelijking;
zelfredzaamheid & leerpunten
CCI ; een zvv op basis van het
competentiemodel

Rianne Cornelisse 2014
Rianne Cornelisse OnOvOn
Ontwikkeling
•Methodieken
•Instrument
•Kwaliteit
•Effectiviteit
Overdracht
•Deskundigheid
•Training
•“Good Practice”
Ondersteuning
•Delen van verantwoordelijkheid
•Casuïstiekbespreking
•Rapportage
•Intervisie
•Coaching on the Job
•Erkennen Verworven Competenties
Waarom kiezen voor de CCI?
1. Er is expliciet zicht op eigen krachten van de
jongere
2. Het instrument brengt de leerpunten helder
in kaart
3. Het instrument geeft een goed beeld van de
begeleidbaarheid van de jongere
Uitgangspunten CCI
ZVV vragen gericht op competentie model i.p.v. medisch model
-> duidelijker beeld hoeveel leerpunten er nog zijn (begeleidingsintensiteit)
-> aandacht voor krachten van jongere
-> eigen hulpvraag meer centraal
Instrument ontwikkeld op basis van TVA (veel gebruikt in Justitie), CIDI, UCL
en literatuur betreffende snelscrenen en risicofactoren
De CCI

(Cornelisse Competentie Index)
Taken :
•werkelijke taken
•taken in overdrachtelijke zin
•ontwikkelingstaken van de adolescentie (+ kort over ouderschap)
Beïnvloedende factoren:
•beïnvloedende factoren van de omgeving
•beïnvloedende factoren van de persoon
Taken
1.

2.
3.
4.
5.

Positie ten opzichte van de opvoeders; verwerven van autonomie ten
opzichte van de opvoeders en het bepalen van een eigen plaats binnen
de veranderende relaties in het gezin en de familie.
Onderwijs of werk: kennis en vaardigheden opdoen om een beroep uit te
kunnen oefenen en een keuze te maken ten aanzien van werk.
Vrije tijd: ondernemen van leuke activiteiten in de vrije tijd en het zinvol
doorbrengen van de tijd waarin er geen verplichtingen zijn.
Eigen woonsituatie: zoeken of creëren van een plek waar je goed kunt
wonen en het omgaan met huisgenoten.
Autoriteit en instanties: accepteren dat er instanties en personen boven
je gesteld zijn, binnen geldende regels en codes opkomen voor eigen
belang.
Taken
6.

Gezondheid en uiterlijk: zorgen voor een goede lichamelijke conditie, een
uiterlijk waar je je prettig bij voelt, een goede voeding en het vermijden
van overmatige risico’s.
7. Sociale contacten en vriendschappen: contacten leggen en onderhouden,
oog hebben voor wat contacten met anderen kunnen opleveren,
openstellen voor vriendschap, vertrouwen geven en nemen, wederzijdse
acceptatie.
8. Intimiteit en seksualiteit: ontdekken wat mogelijkheden en wensen zijn in
intieme en seksuele relaties.
9. Financieel beheer: kunnen plannen, verantwoording dragen en gevolgen
inschatten van financiële keuzes.
10. (Alleenstaand) jong ouderschap: kunnen vormgeven van
ouderschapstaken.
Beïnvloedende factoren
• Beïnvloedende factoren van de
omgeving
• Gezin van herkomst
• Onderwijs & werk historie
• Maatschappij

Beïnvloedende factoren van de
persoon
•Eigenschappen
•Kernovertuigingen
•Risicovol gedrag
•Begeleidbaarheid
•Psychische beperkingen
•Life events
•Fysieke beperkingen
•Verstandelijke beperkingen
•Omgaan met problemen
Score

Betekenis
 Het gevraagde item wordt sterk ontkent.

-2

 De vaardigheid wordt nog niet beheerst en de jongere staat nog aan het
begin van het leerproces.
 Het is sterke risicofactor waar rekening mee gehouden dient te worden.
 Het gevraagde item wordt ontkent.

-1

 De vaardigheid wordt nog niet voldoende beheerst, de jongere is lerende.
 Er kan niet gesproken worden van een steunende factor, het is een lichte
risicofactor.
 Het gevraagde item wordt bevestigd.

1

 De jongere beheerst de vaardigheid leeftijdsadequaat.
 Het is een beschermende factor, zou helpend kunnen zijn in begeleiding.
 Het gevraagde item wordt sterk bevestigd.

2

 De jongere beheerst de vaardigheid bovenmatig goed, beter dan
leeftijdsgenoten.
 Het is een sterke beschermende factor die evt. ingezet kan worden in de
begeleiding.
T2 Onderwijs of werk; kennis en vaardigheden opdoen om een beroep
-2 -1
uit te kunnen oefenen en een keuze maken ten aanzien van werk
 
I T2.1
Kan zelf een dagbesteding zoeken 
A 
De jongere zorgt er zelf voor dat hij op tijd aankomt
I T2.2
Kan realistisch plannen en komt dit na (maakt gebruik van 
AI
T2.3
een (digitale) agenda)  
De jongere weet een baan voor langere tijd vast te houden (G
T2.4
2 een maand; +2 een jaar of langer)
  T2.5
Is gemotiveerd voor werk of onderwijs en laat dit zien
De jongere ontleent plezier aan bepaalde aspecten van zijn 
N
T2.6
daginvulling (ook aan niet georganiseerde daginvulling) 
A 
Kan geconcentreerd werken
N  T2.7
G
Wanneer hij dat nodig heeft kan de jongere om hulp vragen 
B T2.8
en deze accepteren
G 
Wanneer de jongere een meningsverschil heeft met zijn baas 
B 
of docent, komt hij op een rustige maar duidelijke manier 
P  T2.9
voor zijn eigen belangen op
Bij ouderschap; het kiezen voor en realiseren van (een 
perspectief op) werk en bezigheden die recht doen aan de eigen 
 
T2.1 ambities en mogelijkheden, (en evt.  de aspiraties van de 
0
partner) en de financiële behoeften van het gezin 
T2.1 Bij  ouderschap;  het  nemen  van  verantwoordelijkheid  voor  en 
 
1
het verdelen van de taken t a v  de opvoeding van kinderen
 
 
Toelichting 
 

1

2
Beïnvloedende factoren omgeving
-2

-1

1

2

BO1. Gezin van herkomst

BO1. Gezin van herkomst

Onrealistische hoge of lage verwachtingen  
Afwijzing door gezin van herkomst  
Belastende relatie broertjes en zusjes
Lage sociaal economische status gezin van herkomst (werkeloosheid, schulden, opleidingsniveau) 
Taal problemen in gezin van herkomst 
Afkeurende houding van ouders t.o.v. hulpverlening voor jongere 
Ziekte van ouders (psychisch of lichamelijk)

Ondersteunende open opvoedingssfeer
Hechte gezinsbanden
Positieve relatie met broertjes / zusjes
Welgesteld gezin van herkomst 
Goede taalvaardigheid gezin van herkomst
Steunende houding van ouders t.o.v. hulpverlening voor jongere 
Gezonde ouders 
Afkeurende houding ouders t.o.v. geweld, criminaliteit, alcohol en 
drugmisbruik 

Positieve houding van ouders t.o.v. geweld, criminaliteit, alcohol en drugmisbruik
toelichting max 100; 

BO2. Onderwijs & werk heden /verleden

BO2. Onderwijs & werk heden /verleden

Veelvuldig verzuim / geen dagbesteding 
Slechte schoolresultaten 
Gebrek aan betrokkenheid bij de school / klasgenoten of werkplek / collega’s
toelichting max 100; 

Positieve inzet dagbesteding
Goede schoolresultaten 
Betrokken bij school en klasgenoten / collega's 

BO3. Maatschappij

BO3. Maatschappij

Sociale uitsluiting
Criminaliteit in de directe sociale omgeving 
Ziet geen rol voor zichzelf in deze maatschappij

Groot sociaal netwerk 
Afkeuring van criminaliteit door omgeving
Ziet zichzelf als positieve bijdrage aan de maatschappij

Heeft geen of negatief rolmodel

Heeft een positief rolmodel 

Worstelt met culturele identiteit 

Voelt zich verbonden met een cultuur en voelt zich daar prettig bij 

toelichting max 100; 
BO1. Gezin van herkomst
Onrealistische hoge of lage 
verwachtingen  
Afwijzing door gezin van herkomst  
Belastende relatie broertjes en zusjes

-2 -1 1 2
 
 

 
 

 
 

 
 

 

 

 

 

Lage sociaal economische status gezin 
van herkomst (werkeloosheid, 
 
schulden, opleidingsniveau) 
Taal problemen in gezin van herkomst 
Afkeurende houding van ouders t.o.v. 
hulpverlening voor jongere 
Ziekte van ouders (psychisch of 
lichamelijk)
Positieve houding van ouders t.o.v. 
geweld, criminaliteit, alcohol en 
drugmisbruik
toelichting max 100; 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BO1. Gezin van
herkomst
Ondersteunende open 
opvoedingssfeer
Hechte gezinsbanden
Positieve relatie met 
broertjes / zusjes
Welgesteld gezin van 
herkomst 
Goede taalvaardigheid 
gezin van herkomst
Steunende houding van 
ouders t.o.v. hulpverlening 
voor jongere 
Gezonde ouders 
Afkeurende houding 
ouders t.o.v. geweld, 
criminaliteit, alcohol en 
drugmisbruik 
 
Beïnvloedende factoren persoon
BP1. Indruk van de jongere
Moeilijk temperament (boos, chagrijnig, driftig) 

BP1. Indruk van de jongere
Gemakkelijk in de omgang 

Hyperactiviteit

Rustig

Impulsiviteit 

Doordacht 

Inadequaat omgaan met emoties (opkroppen of ontploffen)

Beheerst uiten van emoties 

Sterke prikkelbaarheid (snel boos/geïrriteerd) 
Lage veerkracht

Veel incasseringsvermogen  
Sterke veerkracht 

Achterblijvende taalontwikkeling

Goede taalontwikkeling 

Gebrek aan normbesef

Sterke geïnternaliseerde normen en waarden 

Focussed op één oplossing 

Kan meerdere oplossingen bedenken

Blijft oud gedrag, falende oplossing herhalen

Kan zo nodig strategie bijstellen 

Laat zich makkelijk leiden door emoties 

Kan objectief redeneren 

Blijft eigen eisen herhalen 

Kan met iemand onderhandelen

Kan/wil feedback niet vertalen naar handelen

Kan feedback of advies omzetten in gedrag

Geleerde wordt niet gegeneraliseerd 

Kan feedback / advies in een andere situatie toepassen

Maakt herhaaldelijk zelfde fouten 
toelichting max 100; 

Leert van conflicten, sancties en negatieve uitkomsten

BP2. Kernovertuigingen

BP2. Kernovertuigingen

Aan mensen uit mijn netwerk heb ik niets

Ik zie anderen als een bron van steun 

Ik kan niks alleen   

ik kan op mijzelf vertrouwen

Het maakt niet uit wat ik doe

Ik heb het lot in eigen hand 

De maatschappij is verantwoordelijk voor het oplossen van mijn problemen 

Ik ben aan zet om mijn leven te verbeteren 

De jongere heeft geen/negatieve toekomstplannen/overleven hier en nu
toelichting max 100; 

De jongere heeft positieve (enigszins) realistische toekomstplannen 

BP3. Risicovol gedrag

BP3. Risicovol gedrag
Geen problematisch gebruik (houdt rekening met dagelijks functioneren en 
gezondheidsrisico’s)

Legaal middelengebruik, maar houdt geen rekening met dagelijks functioneren en gezondheidsrisico’s
Illegale middelen gebruik (cocaïne, xtc etc.) 

Gebruikt geen illegale middelen

Vechtpartijen (-2 maandelijks; 2 nooit voorgevallen)

Geen verleden met vechten 

Automutilatie 

Geen verleden van automutilatie 

Suïcide gevaar 
toelichting max 100; 

Geen suïcide gevaar
BP2. Kernovertuigingen

-2 -1 1 2

Aan mensen uit mijn netwerk 
heb ik niets

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik kan niks alleen   
Het maakt niet uit wat ik doe

De maatschappij is 
verantwoordelijk voor het 
oplossen van mijn problemen   
De jongere heeft 
geen/negatieve 
toekomstplannen/overleven hier 
 
en nu
toelichting max 100; 

BP2.
Kernovertuigingen
Ik zie anderen als een 
bron van steun 
ik kan op mijzelf 
vertrouwen
Ik heb het lot in eigen 
hand 
Ik ben aan zet om 
mijn leven te 
verbeteren 
De jongere heeft 
positieve (enigszins) 
realistische 
toekomstplannen 

 
BP7. Psychische beperkingen
ja 
Heeft zich in de afgelopen 12 maanden wel eens 2 weken 
of langer bijna dagelijks het grootste deel van de dag 
 
somber, leeg of depressief gevoeld
Heeft angsten die hem belemmeren te doen wat hij zou 
willen doen of moeten doen (insecten, bloed, hoogtes, 
 
menigte, spreken/eten in openbaar etc.) 
Verliest de realiteit ernstig uit het oog (wanen & 
 
hallucinaties).  
Heeft last van bepaalde onplezierige gedachten die zich 
spontaan en tegen zijn wil blijven opdringen (zoals het 
idee dat er bacteriën op de handen zitten, mensen wat 
 
aan kunnen doen, beschamende gedachten etc.)
Heeft het onplezierige gevoel dingen steeds te moeten 
doen of in een bepaalde volgorde, expliciet tellen, 
woorden herhalen (zoals controleren of de deur op slot 
 
zit, handen wassen, stoeptegels tellen etc. )
Heeft een traumatische ervaring meegemaakt 
 
(buitengewoon ernstige of schokkende gebeurtenis)
Heeft er nu nog nachtmerries over, een film in het hoofd 
 
die zich steeds herhaalt.
Probeert daar hardnekkig niet aan te denken.
 
Is voortdurend schrikachtig, op zijn hoede of verdoofd
 
Is doorgaans snel afgeleid of chaotisch
 
Heeft van hyperactiviteit, impulsiviteit en chaotisch zijn 
 
het hele leven al last. 

 

 

nee

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 
 

 
 
 
 

 
 
 
 

 

 

 
Pilot
•
•
•
•

•
•

September 2013 tot en met januari 2014
35 jongeren zijn beoordeeld met de CCI
Door ongeveer 12 medewerkers
Woonbegeleiders en ZVV onderzoekers geven aan het prettig te vinden
ook zicht te hebben op de krachten van de jongere. Het geeft een meer
compleet en “positief” beeld van de jongere
Er is geen mogelijkheid om neutraal (0) te scoren. Deze wordt ook niet
meer gemist
Kernovertuigingen en rolmodellen zijn heel leuk om uit te vragen, deze
geven een goed beeld van de jongere en zorgt voor enthousiaste verhalen
Aanpassingen
-

Toevoegen vragen ouderschap
Toevoegen vrijwilligerswerk
Klankboord n.a.v. ontdekkingen pilot gegevens
Verduidelijking en uitbreiding handboek
Testen onderliggende constructen
Pilot gemiddelde berekenen
O9 Financiële vaardigheden: kunnen plannen,
verantwoording dragen en gevolgen inschatten

-2

-1

1

2

1

Koopt prijsbewust

6%

44% 41%

9%

2

Kan pinnen / internetbankieren

0%

11% 69%

20%

0%

6% 74%

21%

3%

53% 35%

9%

0%

51% 34%

14%

3 Begrijpt bankafschriften
4 De jongere stemt zijn uitgevenpatroon af op zijn
inkomsten
5 Kan consequenties overzien m.b.t. aangaan van
financiële verplichtingen
Pilot opvallende scores
•

Opvallende scores uit de pilot
– 56 % Heeft zich in de afgelopen 12 maanden wel eens 2 weken of
langer bijna dagelijks het grootste deel van de dag somber, leeg of
depressief gevoeld
– 26 % Heeft angsten die hem belemmeren te doen wat hij zou willen
doen of moeten doen (insecten, bloed, hoogtes, menigte,
spreken/eten in openbaar etc.)
– 60% Heeft een traumatische ervaring meegemaakt (buitengewoon
ernstige of schokkende gebeurtenis)
• 27% heeft jeugdhulpverlening met uithuisplaatsing, gehad en 67% daarvan wil
daarover praten
Onderliggende constructen
Letter

Cluster

A
S
G
a
T

Items welke kunnen wijzen op problemen met aandachtregulatie
Items welke kunnen wijzen op problemen met sociale interactie
Items welke kunnen wijzen op problemen met gedragsproblemen
Items welke kunnen wijzen op problemen met angstregulatie
Items welke kunnen wijzen op problemen met traumaverwerking
Items welke kunnen wijzen op problemen met begeleidbaarheid
van de jongere
Items welke kunnen wijzen op problemen met
stemmingsregulatie / neerslachtigheid
Items welke kunnen wijzen op een verlaagd intelligentieniveau
Items welke kunnen wijzen op problemen met
persoonlijkheidsontwikkeling

B
N
I
P
I
AI
AI
G

N
AN
GB
GBP

 
T2
.1
T2
.2
T2
.3
T2
.4
T2
.5
T2
.6
T2
.7
T2
.8
T2
.9

T2 Onderwijs of werk; kennis en vaardigheden opdoen om een
beroep uit te kunnen oefenen en een keuze maken ten aanzien
van werk
Kan zelf een dagbesteding zoeken 
De jongere zorgt er zelf voor dat hij op tijd aankomt
Kan realistisch plannen en komt dit na (maakt gebruik 
van een (digitale) agenda)  
De jongere weet een baan voor langere tijd vast te 
houden (-2 een maand; +2 een jaar of langer)
Is gemotiveerd voor werk of onderwijs en laat dit zien
De jongere ontleent plezier aan bepaalde aspecten van 
zijn daginvulling (ook aan niet georganiseerde 
daginvulling) 
Kan geconcentreerd werken
Wanneer hij dat nodig heeft kan de jongere om hulp 
vragen en deze accepteren
Wanneer de jongere een meningsverschil heeft met zijn 
baas of docent, komt hij op een rustige maar duidelijke 
manier voor zijn eigen belangen op

-2 -1

1

2
Voorbeeld begeleidbaarheid
bp3.2 Gebruikt geen illegale middelen

0

35 0%

6% 26% 69%

bp3.3 Geen verleden met vechten

0

35 0% 23% 40% 37%

bp3.5 Geen suïcide gevaar
Wanneer dat ter sprake komt, praat de
jongere over eigen aandeel in negatieve
bp4.1 gebeurtenissen
De jongere ervaart veel last van zijn
bp4.2 probleem/gedrag/keuzes
In gesprekken over de toekomst praat de
jongere op reële wijze over materiële
zaken als geld en bezittingen (niet
bp4.3 crimineel)
Kan negatieve feedback (bijv. kritiek)
bp4.4 geven.

0

35 0%

9% 31% 60%

0

35 9%

9% 63% 20%

0

35 9% 11% 69% 11%

0

35 6%

0

35 3% 29% 63%

bp4.5 Kan positieve feedback ontvangen.

0

33 3% 36% 48% 12%

0% 60% 34%
6%
Voorbeeld angst
ontwikkelingstaken (3&7)
o3 2 2 Kan nieuwe activiteiten ondernemen
7 Kan adequaat reageren wanneer hij/zij
geëmotioneerd is (woede, verdriet, zenuwen) Schaadt
niet zijn eigen belangen of die van anderen en kan
o7 7 zichzelf herpakken

1

6% 26% 65%

3%

3%

-1

35
0
0
0

0% 63% 34%

0

35
0

0%

beïnvloedende factoren persoon
kernovertuiging 2
bp2.
ik kan op mijzelf vertrouwen, ik red mij wel
2
psychische beperkingen 5
Heeft angsten die hem belemmeren te doen wat hij zou
bp5. willen doen of moeten doen (insecten, bloed, hoogtes,
2
menigte, spreken/eten in openbaar etc.)
bp5.
Is voortdurend schrikachtig, op zijn hoede of verdoofd
9
omgaan met problemen
bp9.
3. Vermijden van het probleem, afwachten
3

0
34

9% 74% 17%

34 26%

0%

0% 74%

20 30%

0%

0% 70%

35 54%

0%

0% 46%
Pilot aandachtpunten
•
•
•

•

•

Naar fysieke beperkingen wordt op een andere plek in Evita al gevraagd.
Oefening en een training is gewenst.
Onderzoekers geven (na oefening) aan niet veel langer bezig te zijn met
het onderzoeken en invullen van dit instrument t.a.v. de voorgaande
versie. De extra tijd die zij kwijt zijn, zien zij tevens als een goede
investering voor de informatie die het oplevert.
Bij de gegeven score is een toelichting noodzakelijk om als lezer goed te
kunnen begrijpen waarom de onderzoeker scoort wat hij/zij scoort. Scores
zonder uitleg hebben minder waarde. Er is een maximum afgesproken van
100 woorden.
Het uitvragen van psychische problematiek wordt als zinvol ervaren. De
achterliggende constructen die getracht zijn te maken zijn niet
onderscheidend gebleken.
Pilot positieve punten
•

•

•

•
•

De CCI als instrument lijkt problematiek van de individuele cliënt goed te
onderscheiden, over het algemeen zijn er geen overheersende
antwoorden.
Woonbegeleiders en ZVV onderzoekers geven aan dat zij aan de hand van
enkel dit instrument goed in kunnen schatten welk hulpverleningstraject
ingezet moet worden. Daarbij kunnen zij tevens zien waar de
aandachtspunten van de begeleiding moeten liggen.
Een profiel met veel -1 / +1 scores geeft weinig informatie. Dit roept
direct vragen op bij de lezer over de leerpunten en begeleidingsvragen
van de jongere. Dit maakt het lastig om zonder goede gesprekken en
doorvragen tot een representatieve scoring te komen.
Het instrument is te bespreken met en begrijpen door de jongere.
Zowel de woonbegeleiders als de zvv onderzoekers zien het als een
verbetering ten opzichte van de oude situatie
Advies
•

•

•
•

Advies pilotgroep;
 Unaniem besloten dat dit instrument CCI een verbetering is ten
opzichte van de voorgaande vragen.
 De CCI is een noodzakelijke aanvulling op de gegeven ZRM scores
om tot een begeleidingsvoorstel te komen.
Advies van de betrokken woonbegeleiders;
 Op basis van enkel dit instrument kun je goed inschatten of de jongere
binnen deze voorziening te begeleiden is.
Advies studenten Hogeschool Rotterdam;
 Instrument is een verbetering t.o.v. oude vraagstellingen.
Advies OnOvOn;
 Het instrument is een verbetering
 Verder onderzoeken onderliggende constructen na ongeveer een jaar
dataverzameling zou heel wenselijk zijn.
Waarom kiezen voor de CCI?
1. Er is expliciet zicht op eigen krachten van de
jongere
2. Het instrument brengt de leerpunten helder
in kaart
3. Het instrument geeft een goed beeld van de
begeleidbaarheid van de jongere
4. Alle betrokkenen vinden het een
verbetering!
Vragen
• Rianne Cornelisse
• Onovon
Gedragswetenschap
• www.onovon.nl
• r.cornelisse@onovon.nl
• 06-33051577

More Related Content

Similar to De CCI groeien in zelfredzaamheid

Vertrouwen-en-rekenschap
Vertrouwen-en-rekenschapVertrouwen-en-rekenschap
Vertrouwen-en-rekenschap
Marc van Gemert
 
kwaliteit opvang kinderdagverblijf
kwaliteit opvang kinderdagverblijfkwaliteit opvang kinderdagverblijf
kwaliteit opvang kinderdagverblijf
SharonGoethals
 
Professioneel Kapitaal
Professioneel KapitaalProfessioneel Kapitaal
Professioneel Kapitaal
tijnnuyens
 
Oma heeft geen tijd voor ons
Oma heeft geen tijd voor onsOma heeft geen tijd voor ons
Oma heeft geen tijd voor ons
WIJbegintbijjou
 
Les 4;opvoeden in nederland
Les 4;opvoeden in nederlandLes 4;opvoeden in nederland
Les 4;opvoeden in nederland
Collin Koenen
 
Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010
Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010
Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010
Annette Smedts
 
Overwegingen en relaties
Overwegingen en relatiesOverwegingen en relaties
Overwegingen en relaties
LPC
 

Similar to De CCI groeien in zelfredzaamheid (20)

Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
 
Vertrouwen-en-rekenschap
Vertrouwen-en-rekenschapVertrouwen-en-rekenschap
Vertrouwen-en-rekenschap
 
kwaliteit opvang kinderdagverblijf
kwaliteit opvang kinderdagverblijfkwaliteit opvang kinderdagverblijf
kwaliteit opvang kinderdagverblijf
 
Alg info TNGN
Alg info TNGNAlg info TNGN
Alg info TNGN
 
Ontwikkelingsgerichte Methodiek - Levensloop Begeleiding voor Mensen met een ...
Ontwikkelingsgerichte Methodiek - Levensloop Begeleiding voor Mensen met een ...Ontwikkelingsgerichte Methodiek - Levensloop Begeleiding voor Mensen met een ...
Ontwikkelingsgerichte Methodiek - Levensloop Begeleiding voor Mensen met een ...
 
Effectieve pensioencommunicatie is dichterbij dan u denkt
Effectieve pensioencommunicatie is dichterbij dan u denktEffectieve pensioencommunicatie is dichterbij dan u denkt
Effectieve pensioencommunicatie is dichterbij dan u denkt
 
Professioneel Kapitaal
Professioneel KapitaalProfessioneel Kapitaal
Professioneel Kapitaal
 
Oma heeft geen tijd voor ons
Oma heeft geen tijd voor onsOma heeft geen tijd voor ons
Oma heeft geen tijd voor ons
 
Instructie Qsuite | Hoe kan ik een zelfstandigheidsmeting invullen?
Instructie Qsuite | Hoe kan ik een zelfstandigheidsmeting invullen?Instructie Qsuite | Hoe kan ik een zelfstandigheidsmeting invullen?
Instructie Qsuite | Hoe kan ik een zelfstandigheidsmeting invullen?
 
2010_werkconferentie_presentatie
2010_werkconferentie_presentatie2010_werkconferentie_presentatie
2010_werkconferentie_presentatie
 
Webinar cao104 attentia
Webinar cao104  attentiaWebinar cao104  attentia
Webinar cao104 attentia
 
Lesdag 8 samenwerken met ouders
Lesdag 8 samenwerken met oudersLesdag 8 samenwerken met ouders
Lesdag 8 samenwerken met ouders
 
Les 4;opvoeden in nederland
Les 4;opvoeden in nederlandLes 4;opvoeden in nederland
Les 4;opvoeden in nederland
 
Utrecht/Kenniscongres2016/16/S. Berens en M. Pietersen/Gedeelde besluitvormin...
Utrecht/Kenniscongres2016/16/S. Berens en M. Pietersen/Gedeelde besluitvormin...Utrecht/Kenniscongres2016/16/S. Berens en M. Pietersen/Gedeelde besluitvormin...
Utrecht/Kenniscongres2016/16/S. Berens en M. Pietersen/Gedeelde besluitvormin...
 
Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010
Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010
Presentatie onderwijs arbeidsmarkt 15 maart 2010
 
Presentatie duurzame inzetbaarheid
Presentatie duurzame inzetbaarheidPresentatie duurzame inzetbaarheid
Presentatie duurzame inzetbaarheid
 
Sociale rolversterking dag3 Villa Abel
Sociale rolversterking dag3 Villa AbelSociale rolversterking dag3 Villa Abel
Sociale rolversterking dag3 Villa Abel
 
Overwegingen en relaties
Overwegingen en relatiesOverwegingen en relaties
Overwegingen en relaties
 
Curatieve aanpak voortijdig schoolverlaten
Curatieve aanpak voortijdigschoolverlatenCuratieve aanpak voortijdigschoolverlaten
Curatieve aanpak voortijdig schoolverlaten
 
Het OPP - groeidocument Passend onderwijs 26 maart ook
Het OPP - groeidocument Passend onderwijs 26 maart ookHet OPP - groeidocument Passend onderwijs 26 maart ook
Het OPP - groeidocument Passend onderwijs 26 maart ook
 

De CCI groeien in zelfredzaamheid

  • 1. Zorgvraagverduidelijking; zelfredzaamheid & leerpunten CCI ; een zvv op basis van het competentiemodel Rianne Cornelisse 2014
  • 2. Rianne Cornelisse OnOvOn Ontwikkeling •Methodieken •Instrument •Kwaliteit •Effectiviteit Overdracht •Deskundigheid •Training •“Good Practice” Ondersteuning •Delen van verantwoordelijkheid •Casuïstiekbespreking •Rapportage •Intervisie •Coaching on the Job •Erkennen Verworven Competenties
  • 3. Waarom kiezen voor de CCI? 1. Er is expliciet zicht op eigen krachten van de jongere 2. Het instrument brengt de leerpunten helder in kaart 3. Het instrument geeft een goed beeld van de begeleidbaarheid van de jongere
  • 4. Uitgangspunten CCI ZVV vragen gericht op competentie model i.p.v. medisch model -> duidelijker beeld hoeveel leerpunten er nog zijn (begeleidingsintensiteit) -> aandacht voor krachten van jongere -> eigen hulpvraag meer centraal Instrument ontwikkeld op basis van TVA (veel gebruikt in Justitie), CIDI, UCL en literatuur betreffende snelscrenen en risicofactoren
  • 5. De CCI (Cornelisse Competentie Index) Taken : •werkelijke taken •taken in overdrachtelijke zin •ontwikkelingstaken van de adolescentie (+ kort over ouderschap) Beïnvloedende factoren: •beïnvloedende factoren van de omgeving •beïnvloedende factoren van de persoon
  • 6. Taken 1. 2. 3. 4. 5. Positie ten opzichte van de opvoeders; verwerven van autonomie ten opzichte van de opvoeders en het bepalen van een eigen plaats binnen de veranderende relaties in het gezin en de familie. Onderwijs of werk: kennis en vaardigheden opdoen om een beroep uit te kunnen oefenen en een keuze te maken ten aanzien van werk. Vrije tijd: ondernemen van leuke activiteiten in de vrije tijd en het zinvol doorbrengen van de tijd waarin er geen verplichtingen zijn. Eigen woonsituatie: zoeken of creëren van een plek waar je goed kunt wonen en het omgaan met huisgenoten. Autoriteit en instanties: accepteren dat er instanties en personen boven je gesteld zijn, binnen geldende regels en codes opkomen voor eigen belang.
  • 7. Taken 6. Gezondheid en uiterlijk: zorgen voor een goede lichamelijke conditie, een uiterlijk waar je je prettig bij voelt, een goede voeding en het vermijden van overmatige risico’s. 7. Sociale contacten en vriendschappen: contacten leggen en onderhouden, oog hebben voor wat contacten met anderen kunnen opleveren, openstellen voor vriendschap, vertrouwen geven en nemen, wederzijdse acceptatie. 8. Intimiteit en seksualiteit: ontdekken wat mogelijkheden en wensen zijn in intieme en seksuele relaties. 9. Financieel beheer: kunnen plannen, verantwoording dragen en gevolgen inschatten van financiële keuzes. 10. (Alleenstaand) jong ouderschap: kunnen vormgeven van ouderschapstaken.
  • 8. Beïnvloedende factoren • Beïnvloedende factoren van de omgeving • Gezin van herkomst • Onderwijs & werk historie • Maatschappij Beïnvloedende factoren van de persoon •Eigenschappen •Kernovertuigingen •Risicovol gedrag •Begeleidbaarheid •Psychische beperkingen •Life events •Fysieke beperkingen •Verstandelijke beperkingen •Omgaan met problemen
  • 9. Score Betekenis  Het gevraagde item wordt sterk ontkent. -2  De vaardigheid wordt nog niet beheerst en de jongere staat nog aan het begin van het leerproces.  Het is sterke risicofactor waar rekening mee gehouden dient te worden.  Het gevraagde item wordt ontkent. -1  De vaardigheid wordt nog niet voldoende beheerst, de jongere is lerende.  Er kan niet gesproken worden van een steunende factor, het is een lichte risicofactor.  Het gevraagde item wordt bevestigd. 1  De jongere beheerst de vaardigheid leeftijdsadequaat.  Het is een beschermende factor, zou helpend kunnen zijn in begeleiding.  Het gevraagde item wordt sterk bevestigd. 2  De jongere beheerst de vaardigheid bovenmatig goed, beter dan leeftijdsgenoten.  Het is een sterke beschermende factor die evt. ingezet kan worden in de begeleiding.
  • 10.
  • 11. T2 Onderwijs of werk; kennis en vaardigheden opdoen om een beroep -2 -1 uit te kunnen oefenen en een keuze maken ten aanzien van werk   I T2.1 Kan zelf een dagbesteding zoeken  A  De jongere zorgt er zelf voor dat hij op tijd aankomt I T2.2 Kan realistisch plannen en komt dit na (maakt gebruik van  AI T2.3 een (digitale) agenda)   De jongere weet een baan voor langere tijd vast te houden (G T2.4 2 een maand; +2 een jaar of langer)   T2.5 Is gemotiveerd voor werk of onderwijs en laat dit zien De jongere ontleent plezier aan bepaalde aspecten van zijn  N T2.6 daginvulling (ook aan niet georganiseerde daginvulling)  A  Kan geconcentreerd werken N  T2.7 G Wanneer hij dat nodig heeft kan de jongere om hulp vragen  B T2.8 en deze accepteren G  Wanneer de jongere een meningsverschil heeft met zijn baas  B  of docent, komt hij op een rustige maar duidelijke manier  P  T2.9 voor zijn eigen belangen op Bij ouderschap; het kiezen voor en realiseren van (een  perspectief op) werk en bezigheden die recht doen aan de eigen    T2.1 ambities en mogelijkheden, (en evt.  de aspiraties van de  0 partner) en de financiële behoeften van het gezin  T2.1 Bij  ouderschap;  het  nemen  van  verantwoordelijkheid  voor  en    1 het verdelen van de taken t a v  de opvoeding van kinderen     Toelichting    1 2
  • 12. Beïnvloedende factoren omgeving -2 -1 1 2 BO1. Gezin van herkomst BO1. Gezin van herkomst Onrealistische hoge of lage verwachtingen   Afwijzing door gezin van herkomst   Belastende relatie broertjes en zusjes Lage sociaal economische status gezin van herkomst (werkeloosheid, schulden, opleidingsniveau)  Taal problemen in gezin van herkomst  Afkeurende houding van ouders t.o.v. hulpverlening voor jongere  Ziekte van ouders (psychisch of lichamelijk) Ondersteunende open opvoedingssfeer Hechte gezinsbanden Positieve relatie met broertjes / zusjes Welgesteld gezin van herkomst  Goede taalvaardigheid gezin van herkomst Steunende houding van ouders t.o.v. hulpverlening voor jongere  Gezonde ouders  Afkeurende houding ouders t.o.v. geweld, criminaliteit, alcohol en  drugmisbruik  Positieve houding van ouders t.o.v. geweld, criminaliteit, alcohol en drugmisbruik toelichting max 100;  BO2. Onderwijs & werk heden /verleden BO2. Onderwijs & werk heden /verleden Veelvuldig verzuim / geen dagbesteding  Slechte schoolresultaten  Gebrek aan betrokkenheid bij de school / klasgenoten of werkplek / collega’s toelichting max 100;  Positieve inzet dagbesteding Goede schoolresultaten  Betrokken bij school en klasgenoten / collega's  BO3. Maatschappij BO3. Maatschappij Sociale uitsluiting Criminaliteit in de directe sociale omgeving  Ziet geen rol voor zichzelf in deze maatschappij Groot sociaal netwerk  Afkeuring van criminaliteit door omgeving Ziet zichzelf als positieve bijdrage aan de maatschappij Heeft geen of negatief rolmodel Heeft een positief rolmodel  Worstelt met culturele identiteit  Voelt zich verbonden met een cultuur en voelt zich daar prettig bij  toelichting max 100; 
  • 13. BO1. Gezin van herkomst Onrealistische hoge of lage  verwachtingen   Afwijzing door gezin van herkomst   Belastende relatie broertjes en zusjes -2 -1 1 2                         Lage sociaal economische status gezin  van herkomst (werkeloosheid,    schulden, opleidingsniveau)  Taal problemen in gezin van herkomst  Afkeurende houding van ouders t.o.v.  hulpverlening voor jongere  Ziekte van ouders (psychisch of  lichamelijk) Positieve houding van ouders t.o.v.  geweld, criminaliteit, alcohol en  drugmisbruik toelichting max 100;                                        BO1. Gezin van herkomst Ondersteunende open  opvoedingssfeer Hechte gezinsbanden Positieve relatie met  broertjes / zusjes Welgesteld gezin van  herkomst  Goede taalvaardigheid  gezin van herkomst Steunende houding van  ouders t.o.v. hulpverlening  voor jongere  Gezonde ouders  Afkeurende houding  ouders t.o.v. geweld,  criminaliteit, alcohol en  drugmisbruik   
  • 14. Beïnvloedende factoren persoon BP1. Indruk van de jongere Moeilijk temperament (boos, chagrijnig, driftig)  BP1. Indruk van de jongere Gemakkelijk in de omgang  Hyperactiviteit Rustig Impulsiviteit  Doordacht  Inadequaat omgaan met emoties (opkroppen of ontploffen) Beheerst uiten van emoties  Sterke prikkelbaarheid (snel boos/geïrriteerd)  Lage veerkracht Veel incasseringsvermogen   Sterke veerkracht  Achterblijvende taalontwikkeling Goede taalontwikkeling  Gebrek aan normbesef Sterke geïnternaliseerde normen en waarden  Focussed op één oplossing  Kan meerdere oplossingen bedenken Blijft oud gedrag, falende oplossing herhalen Kan zo nodig strategie bijstellen  Laat zich makkelijk leiden door emoties  Kan objectief redeneren  Blijft eigen eisen herhalen  Kan met iemand onderhandelen Kan/wil feedback niet vertalen naar handelen Kan feedback of advies omzetten in gedrag Geleerde wordt niet gegeneraliseerd  Kan feedback / advies in een andere situatie toepassen Maakt herhaaldelijk zelfde fouten  toelichting max 100;  Leert van conflicten, sancties en negatieve uitkomsten BP2. Kernovertuigingen BP2. Kernovertuigingen Aan mensen uit mijn netwerk heb ik niets Ik zie anderen als een bron van steun  Ik kan niks alleen    ik kan op mijzelf vertrouwen Het maakt niet uit wat ik doe Ik heb het lot in eigen hand  De maatschappij is verantwoordelijk voor het oplossen van mijn problemen  Ik ben aan zet om mijn leven te verbeteren  De jongere heeft geen/negatieve toekomstplannen/overleven hier en nu toelichting max 100;  De jongere heeft positieve (enigszins) realistische toekomstplannen  BP3. Risicovol gedrag BP3. Risicovol gedrag Geen problematisch gebruik (houdt rekening met dagelijks functioneren en  gezondheidsrisico’s) Legaal middelengebruik, maar houdt geen rekening met dagelijks functioneren en gezondheidsrisico’s Illegale middelen gebruik (cocaïne, xtc etc.)  Gebruikt geen illegale middelen Vechtpartijen (-2 maandelijks; 2 nooit voorgevallen) Geen verleden met vechten  Automutilatie  Geen verleden van automutilatie  Suïcide gevaar  toelichting max 100;  Geen suïcide gevaar
  • 15. BP2. Kernovertuigingen -2 -1 1 2 Aan mensen uit mijn netwerk  heb ik niets                                     Ik kan niks alleen    Het maakt niet uit wat ik doe De maatschappij is  verantwoordelijk voor het  oplossen van mijn problemen    De jongere heeft  geen/negatieve  toekomstplannen/overleven hier    en nu toelichting max 100;  BP2. Kernovertuigingen Ik zie anderen als een  bron van steun  ik kan op mijzelf  vertrouwen Ik heb het lot in eigen  hand  Ik ben aan zet om  mijn leven te  verbeteren  De jongere heeft  positieve (enigszins)  realistische  toekomstplannen   
  • 16. BP7. Psychische beperkingen ja  Heeft zich in de afgelopen 12 maanden wel eens 2 weken  of langer bijna dagelijks het grootste deel van de dag    somber, leeg of depressief gevoeld Heeft angsten die hem belemmeren te doen wat hij zou  willen doen of moeten doen (insecten, bloed, hoogtes,    menigte, spreken/eten in openbaar etc.)  Verliest de realiteit ernstig uit het oog (wanen &    hallucinaties).   Heeft last van bepaalde onplezierige gedachten die zich  spontaan en tegen zijn wil blijven opdringen (zoals het  idee dat er bacteriën op de handen zitten, mensen wat    aan kunnen doen, beschamende gedachten etc.) Heeft het onplezierige gevoel dingen steeds te moeten  doen of in een bepaalde volgorde, expliciet tellen,  woorden herhalen (zoals controleren of de deur op slot    zit, handen wassen, stoeptegels tellen etc. ) Heeft een traumatische ervaring meegemaakt    (buitengewoon ernstige of schokkende gebeurtenis) Heeft er nu nog nachtmerries over, een film in het hoofd    die zich steeds herhaalt. Probeert daar hardnekkig niet aan te denken.   Is voortdurend schrikachtig, op zijn hoede of verdoofd   Is doorgaans snel afgeleid of chaotisch   Heeft van hyperactiviteit, impulsiviteit en chaotisch zijn    het hele leven al last.      nee                                                                  
  • 17. Pilot • • • • • • September 2013 tot en met januari 2014 35 jongeren zijn beoordeeld met de CCI Door ongeveer 12 medewerkers Woonbegeleiders en ZVV onderzoekers geven aan het prettig te vinden ook zicht te hebben op de krachten van de jongere. Het geeft een meer compleet en “positief” beeld van de jongere Er is geen mogelijkheid om neutraal (0) te scoren. Deze wordt ook niet meer gemist Kernovertuigingen en rolmodellen zijn heel leuk om uit te vragen, deze geven een goed beeld van de jongere en zorgt voor enthousiaste verhalen
  • 18. Aanpassingen - Toevoegen vragen ouderschap Toevoegen vrijwilligerswerk Klankboord n.a.v. ontdekkingen pilot gegevens Verduidelijking en uitbreiding handboek Testen onderliggende constructen
  • 19. Pilot gemiddelde berekenen O9 Financiële vaardigheden: kunnen plannen, verantwoording dragen en gevolgen inschatten -2 -1 1 2 1 Koopt prijsbewust 6% 44% 41% 9% 2 Kan pinnen / internetbankieren 0% 11% 69% 20% 0% 6% 74% 21% 3% 53% 35% 9% 0% 51% 34% 14% 3 Begrijpt bankafschriften 4 De jongere stemt zijn uitgevenpatroon af op zijn inkomsten 5 Kan consequenties overzien m.b.t. aangaan van financiële verplichtingen
  • 20. Pilot opvallende scores • Opvallende scores uit de pilot – 56 % Heeft zich in de afgelopen 12 maanden wel eens 2 weken of langer bijna dagelijks het grootste deel van de dag somber, leeg of depressief gevoeld – 26 % Heeft angsten die hem belemmeren te doen wat hij zou willen doen of moeten doen (insecten, bloed, hoogtes, menigte, spreken/eten in openbaar etc.) – 60% Heeft een traumatische ervaring meegemaakt (buitengewoon ernstige of schokkende gebeurtenis) • 27% heeft jeugdhulpverlening met uithuisplaatsing, gehad en 67% daarvan wil daarover praten
  • 21. Onderliggende constructen Letter Cluster A S G a T Items welke kunnen wijzen op problemen met aandachtregulatie Items welke kunnen wijzen op problemen met sociale interactie Items welke kunnen wijzen op problemen met gedragsproblemen Items welke kunnen wijzen op problemen met angstregulatie Items welke kunnen wijzen op problemen met traumaverwerking Items welke kunnen wijzen op problemen met begeleidbaarheid van de jongere Items welke kunnen wijzen op problemen met stemmingsregulatie / neerslachtigheid Items welke kunnen wijzen op een verlaagd intelligentieniveau Items welke kunnen wijzen op problemen met persoonlijkheidsontwikkeling B N I P
  • 22. I AI AI G N AN GB GBP   T2 .1 T2 .2 T2 .3 T2 .4 T2 .5 T2 .6 T2 .7 T2 .8 T2 .9 T2 Onderwijs of werk; kennis en vaardigheden opdoen om een beroep uit te kunnen oefenen en een keuze maken ten aanzien van werk Kan zelf een dagbesteding zoeken  De jongere zorgt er zelf voor dat hij op tijd aankomt Kan realistisch plannen en komt dit na (maakt gebruik  van een (digitale) agenda)   De jongere weet een baan voor langere tijd vast te  houden (-2 een maand; +2 een jaar of langer) Is gemotiveerd voor werk of onderwijs en laat dit zien De jongere ontleent plezier aan bepaalde aspecten van  zijn daginvulling (ook aan niet georganiseerde  daginvulling)  Kan geconcentreerd werken Wanneer hij dat nodig heeft kan de jongere om hulp  vragen en deze accepteren Wanneer de jongere een meningsverschil heeft met zijn  baas of docent, komt hij op een rustige maar duidelijke  manier voor zijn eigen belangen op -2 -1 1 2
  • 23.
  • 24. Voorbeeld begeleidbaarheid bp3.2 Gebruikt geen illegale middelen 0 35 0% 6% 26% 69% bp3.3 Geen verleden met vechten 0 35 0% 23% 40% 37% bp3.5 Geen suïcide gevaar Wanneer dat ter sprake komt, praat de jongere over eigen aandeel in negatieve bp4.1 gebeurtenissen De jongere ervaart veel last van zijn bp4.2 probleem/gedrag/keuzes In gesprekken over de toekomst praat de jongere op reële wijze over materiële zaken als geld en bezittingen (niet bp4.3 crimineel) Kan negatieve feedback (bijv. kritiek) bp4.4 geven. 0 35 0% 9% 31% 60% 0 35 9% 9% 63% 20% 0 35 9% 11% 69% 11% 0 35 6% 0 35 3% 29% 63% bp4.5 Kan positieve feedback ontvangen. 0 33 3% 36% 48% 12% 0% 60% 34% 6%
  • 25. Voorbeeld angst ontwikkelingstaken (3&7) o3 2 2 Kan nieuwe activiteiten ondernemen 7 Kan adequaat reageren wanneer hij/zij geëmotioneerd is (woede, verdriet, zenuwen) Schaadt niet zijn eigen belangen of die van anderen en kan o7 7 zichzelf herpakken 1 6% 26% 65% 3% 3% -1 35 0 0 0 0% 63% 34% 0 35 0 0% beïnvloedende factoren persoon kernovertuiging 2 bp2. ik kan op mijzelf vertrouwen, ik red mij wel 2 psychische beperkingen 5 Heeft angsten die hem belemmeren te doen wat hij zou bp5. willen doen of moeten doen (insecten, bloed, hoogtes, 2 menigte, spreken/eten in openbaar etc.) bp5. Is voortdurend schrikachtig, op zijn hoede of verdoofd 9 omgaan met problemen bp9. 3. Vermijden van het probleem, afwachten 3 0 34 9% 74% 17% 34 26% 0% 0% 74% 20 30% 0% 0% 70% 35 54% 0% 0% 46%
  • 26. Pilot aandachtpunten • • • • • Naar fysieke beperkingen wordt op een andere plek in Evita al gevraagd. Oefening en een training is gewenst. Onderzoekers geven (na oefening) aan niet veel langer bezig te zijn met het onderzoeken en invullen van dit instrument t.a.v. de voorgaande versie. De extra tijd die zij kwijt zijn, zien zij tevens als een goede investering voor de informatie die het oplevert. Bij de gegeven score is een toelichting noodzakelijk om als lezer goed te kunnen begrijpen waarom de onderzoeker scoort wat hij/zij scoort. Scores zonder uitleg hebben minder waarde. Er is een maximum afgesproken van 100 woorden. Het uitvragen van psychische problematiek wordt als zinvol ervaren. De achterliggende constructen die getracht zijn te maken zijn niet onderscheidend gebleken.
  • 27. Pilot positieve punten • • • • • De CCI als instrument lijkt problematiek van de individuele cliënt goed te onderscheiden, over het algemeen zijn er geen overheersende antwoorden. Woonbegeleiders en ZVV onderzoekers geven aan dat zij aan de hand van enkel dit instrument goed in kunnen schatten welk hulpverleningstraject ingezet moet worden. Daarbij kunnen zij tevens zien waar de aandachtspunten van de begeleiding moeten liggen. Een profiel met veel -1 / +1 scores geeft weinig informatie. Dit roept direct vragen op bij de lezer over de leerpunten en begeleidingsvragen van de jongere. Dit maakt het lastig om zonder goede gesprekken en doorvragen tot een representatieve scoring te komen. Het instrument is te bespreken met en begrijpen door de jongere. Zowel de woonbegeleiders als de zvv onderzoekers zien het als een verbetering ten opzichte van de oude situatie
  • 28. Advies • • • • Advies pilotgroep;  Unaniem besloten dat dit instrument CCI een verbetering is ten opzichte van de voorgaande vragen.  De CCI is een noodzakelijke aanvulling op de gegeven ZRM scores om tot een begeleidingsvoorstel te komen. Advies van de betrokken woonbegeleiders;  Op basis van enkel dit instrument kun je goed inschatten of de jongere binnen deze voorziening te begeleiden is. Advies studenten Hogeschool Rotterdam;  Instrument is een verbetering t.o.v. oude vraagstellingen. Advies OnOvOn;  Het instrument is een verbetering  Verder onderzoeken onderliggende constructen na ongeveer een jaar dataverzameling zou heel wenselijk zijn.
  • 29. Waarom kiezen voor de CCI? 1. Er is expliciet zicht op eigen krachten van de jongere 2. Het instrument brengt de leerpunten helder in kaart 3. Het instrument geeft een goed beeld van de begeleidbaarheid van de jongere 4. Alle betrokkenen vinden het een verbetering!
  • 30. Vragen • Rianne Cornelisse • Onovon Gedragswetenschap • www.onovon.nl • r.cornelisse@onovon.nl • 06-33051577

Editor's Notes

  1. ZVV onderzoekers, Woonbegeleiders en studenten zien het als een verbetering
  2. TVA Taak vaardigheids analyse CIDI Composite Interantional Diagnostic Interview UCL Utrechtse Copinglijst
  3. Uitleggen Titel van de categorie: taken 2 Item nummer noemen Score aankruisen Ruimte voor toelichting Tot slot staan er nog letters voor, hier kom ik later op terug.
  4. Wanneer er in de pilot op een vraag meer dan 75% hetzelfde antwoord is gegeven, is de vraagstelling in overleg met werkgroep scherper gesteld.
  5. Zijn items dubbel? Wat verstaan we eronder
  6. Uitleggen Titel van de categorie: taken 2 Item nummer noemen Score aankruisen Ruimte voor toelichting Tot slot staan er nog letters voor, hier kom ik later op terug.
  7. Jongeren met dergelijke problemen scoorden niet op één construct, bijvoorbeeld aandachtsproblemen, maar op meerdere tegelijk. Zij scoorden dus zowel op aandachtsproblemen als op sociale problemen als op neerslachtig. Van sommige jongeren wisten we de diagnose. De daarbij passende kenmerken kwamen terug op desbetreffend construct. Echter op de andere profielen werd in deze gevallen ook veel bevestigd, dit heeft ertoe geleid dat de constructen wel genoemd worden, maar niet apart terugkomen in het instrument. Verder onderzoek hiernaar is nodig.
  8. Wanneer er in de pilot op een vraag meer dan 75% hetzelfde antwoord is gegeven, is de vraagstelling in overleg met werkgroep scherper gesteld. Bijvoorbeeld; aan anderen heb je niets veranderd in “aan mensen uit mijn netwerk heb ik niets”. De zvv-onderzoekers gaven namelijk aan dat jongeren de hulpverleners wel als bron van steun zagen, dan scoorden ze een 1. Hetzelfde gold voor “inzetten voor eigen woonplek” daar is nu de toevoeging “buiten zvv traject” aan toegevoegd.
  9. ZVV onderzoekers, Woonbegeleiders en studenten zien het als een verbetering