Zwaan & dijkstra geld niet langer graadmeter voor geluk
1. De rol van economen en
sociologen in de welvaartscrisis
Geld niet
langer graadmeter
voor geluk
De kredietcrisis stelt het vertrouwen in het economisch fundament van de
samenleving op de proef. Het heilig geloof in marktwerking en economi-
sche groei wankelt. Ook heeft de economische wetenschap gefaald bij het
voorspellen van de crisis. Dat roept om een grotere rol voor de sociologie.
Of toch niet? Emeritus hoogleraar economie Arnold Heertje ageert al
jaren tegen de beperkte invulling van het begrip welvaart door economen.
Toch concludeert hij: ‘Beleid mag nooit en te nimmer gebaseerd worden
op zachte wetenschappen als sociologie en psychologie.’
Michiel Fokke Zwaan & Jan Kornelis Dijkstra Welvaart versus welzijn
Toen de alarmbellen in augustus vorig jaar begonnen Degenen die vrezen voor de staat van de Nederlandse
te rinkelen op de Amerikaanse beursen leek er voor welvaart richten zich in hun voorspellingen te veel op de
N
ederland nog niet zoveel aan de hand. Nog geen half negatieve gevolgen, zo stelt Heertje. ‘De kredietcrisis is
jaar later bleken de gevolgen van de kredietcrisis voor alleen negatief wanneer men slechts de kwantificeerbare
de Nederlandse burger toch zwaarder dan verwacht. elementen van welvaart in de beschouwing meeneemt.
V
olgens doemdenkers staan we zelfs aan de rand van Maar welvaart is meer dan het bruto nationaal product.
de afgrond. De economische malaise komt niet voor Bij welvaart gaat het om subjectieve gevoelens die afhan-
i
edereen ongelegen. Emeritus hoogleraar economie van
kelijk zijn van het omgaan met schaarse middelen. Natuur
de niversiteit van Amsterdam Arnold Heertje ziet de
U is vanuit dit inzicht niet alleen een productiefactor, maar
k
redietcrisis als ‘godsgeschenk’ en als ‘bouwsteen voor ook een consumptiegoed dat de welvaart van nu en straks
een betere wereld’. Het is tijd voor een heroriëntatie op het verhoogt.’ Door naast natuurschoon ook andere factoren
begrip welvaart. Sociologen kunnen daar een belangrijke zoals schone lucht en goed onderwijs mee te wegen, ziet
bijdrage aanleveren, aldus socioloog Arie Glebbeek van de kredietcrisis er veel rooskleuriger uit, aldus Heertje. ‘In
de Rijksuniversiteit Groningen. een teletekstbericht van vanochtend werd melding
gemaakt van afnemende files als gevolg van de krediet-
crisis. Files zijn een object van frustratie voor de burger
20 Sociologie Magazine juni 2009
2. Foto: Carla Schoo
en leiden dus tot een lagere welvaart. Naast een afname c
onsumenten aan marktgoederen ontlenen. Bij een
van de frustratie leidt de kredietcrisis op deze manier tot w
elvaartsanalyse, bijvoorbeeld een die betrekking heeft
een beperking van de luchtvervuiling. In termen van op het verbreden van een weg, houdt het CPB standaard
w
elvaart profiteert de burger dus zowel direct als indirect ook rekening met de kwalitatieve aspecten van welvaart
van de kredietcrisis.’ die niet in geld worden uitgedrukt, zoals geluids- en
De kern van Heertjes kritiek heeft dus betrekking op de te s
tankoverlast en aantasting van landschap.’ Dat welvaart
beperkte invulling van het begrip welvaart. Daarbij richt meer behelst dan geld, betekent volgens Gelauff alleen
Heertje, onder andere in zijn boek Echte economie (2006), niet dat kwalitatieve aspecten van welvaart in elke
zijn pijlen op het Centraal Plan Bureau (zie kader). a
nalyse een rol spelen. ‘Wanneer het gaat om een
H
eertje: ‘Het CPB maakt een grove fout door te denken analyse van afzonderlijke markten, zoals de telefoon-
dat we welvaart kunnen meten aan de hand van voorspel- markt, dan is een kwantitatieve berekening (de som van
lingen over economische groei. Welvaart is veel meer dan het consumenten urplus en producentensurplus) een ver-
s
geld alleen. Het onderscheid dat in de volksmond vaak antwoorde perationalisering van welvaart. Consumenten
o
gemaakt wordt tussen welvaart en welzijn is een fictieve fungeren in het economische leven nog in tal van andere
voor de wetenschap.’ rollen, maar dat betekent niet dat al die rollen moeten en
George Gelauff, onderdirecteur van het CPB, ontkent een kunnen worden meegenomen in de analyse van de
beperkte invulling van het begrip welvaart. ‘Welvaart is in w
erking van een specifieke markt.’
de ogen van het CPB veel meer dan het nut dat
21 Sociologie Magazine juni 2009
3. overeenkomen met menselijke
behoeftes in termen van welvaart.
Glebbeek: ‘Mensen maken vaak een
verkeerde inschatting van de
gevolgen van hun gedrag. Zo is het
bekend dat mensen eerder kiezen
voor behoefte evrediging op de
b
korte ermijn, ook als dit nadelige
t
gevolgen heeft voor hun welvaart
op de lange termijn. Denk bijvoor-
beeld aan rokers, die wanneer zij
ziek worden, zouden willen dat zij
nooit gerookt hadden.’ Ook Ameri-
kanen die met torenhoge schulden
door dubieuze hypotheken het
schip zijn ingegaan zullen zich bij
het horen van deze sociologische
inzichten nog eens achter de oren
Foto: Carla Schoo
krabben. Beleidsmakers kunnen
met behulp van deze sociologische
kennis de obstakels die het maken
van een bewuste keuze belemme-
ren, zoals onzekerheid, roberen
p
weg te nemen, aldus Glebbeek.
Glebbeek snijdt in zijn betoog een fundamenteel verschil
‘Mensen zijn geen machines’ tussen veel sociologen en economen aan in de benadering
Dat beide economen welvaart zien als een breed begrip van menselijk gedrag. Waar de meeste sociologen stellen
dat ruimte biedt aan zowel kwantitatieve als kwalitatieve dat de behoeftes van de burger niet direct naar voren
factoren maakt het debat tussen Heertje en Gelauff komen in hun preferenties als consument, gaan de meeste
r
elevant voor sociologen. Dat vindt tenminste Arie economen hier blind vanuit. Dit uitgangspunt in de eco-
G
lebbeek van de Rijksuniversiteit Groningen, die zich als nomie maakt het misschien makkelijker om voorspellende
arbeidssocioloog regelmatig in het grijze gebied tussen modellen van menselijk gedrag te ontwerpen, maar het
economie en sociologie begeeft. ‘Niet alleen de economie, niet kunnen zien aankomen van de kredietcrisis zet wel
maar juist ook de sociologie behoort een welvaartsweten- grote vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de huidige
schap te zijn. Vaak worden deze twee wetenschappen economische instrumenten.
tegen over elkaar gezet, terwijl ze elkaar juist aanvullen.’
Welvaart is van belang voor de economie, omdat zij de
Harde versus zachte wetenschap
efficiëntie van de totstandkoming van welvaart in markten
bestudeert. Glebbeek benadrukt echter dat sociale welvaart Glebbeeks voorstel om sociologische kennis in te zetten
die men verkrijgt uit sociale relaties en interacties tussen bij het maken van economisch beleid, wordt niet gedeeld
mensen voornamelijk buiten deze markten om wordt door Arnold Heertje, die stelt dat de economie de enige
gerealiseerd. Aan de socioloog de taak om ook deze wetenschap is waar beleidsimplementaties op gebaseerd
vorm van sociale welvaart zichtbaar te maken. mogen worden. Heertje: ‘Beleid, in welke vorm dan ook,
mag nooit en te nimmer gebaseerd worden op zachte
Hoewel sociologen en economen elk in een ander domein wetenschappen als sociologie en psychologie.’ Volgens
van de maatschappij opereren staan zij niet los van Heertje kan een goede interventie alleen gebaseerd
elkaar, evenmin als sociale welvaart los staat van de worden op een wetenschappelijke analyse die uitgaat van
markt. Het is namelijk niet alleen de wetenschapper die feitelijk gedrag en niet op een analyse van emoties of een
geld soms verwisselt voor geluk. Glebbeek: ‘Mensen zijn subjectief mensbeeld. Heertje stelt dat de economie slechts
geen machines. Zij bezitten niet alle kennis om de beste in staat is om een theoretisch ideaalbeeld te schetsen van
keuze te maken. Doordat mensen bij het maken van een optimale verdeling van goederen. Vervolgens kan de
keuzes te maken hebben met een grote hoeveelheid feitelijke situatie met deze ‘ideale’ situatie worden
on ekerheid zullen zij sneller gaan voor de keuze die met
z v
ergeleken. De politiek kan dan, wanneer gewenst, beleid
het minste risico gepaard gaat.’ Volgens Glebbeek is het implementeren dat leidt tot een situatie die dichterbij de
dan aan sociologen om zichtbaar te maken in hoeverre theoretisch optimale situatie ligt. Doordat volgens Heertje
deze keuze leidt tot een hoger welvaartsniveau. Het is een de taak van de wetenschap beperkt blijft tot het schetsen
misvatting dat menselijke preferenties ook automatisch van een ideaalbeeld, is de vraag ‘hoe de mens zich
22 Sociologie Magazine juni 2009
4. gedraagt’ irrelevant. ‘De mens handelt zoals hij handelt. v
oorbij is? Een blijvend voordeel zou kunnen optreden als
Voor de wetenschap is dit handelen onderwerp van er een mentaliteitsverandering plaats vindt, waardoor
o
nderzoek, voor zover het is gericht op de subjectieve mensen blijvend groter belang aan het milieu en
behoeftebevrediging onder invloed van het eeuwige tekort d
uurzaamheid hechten en ook bereid zijn hiervoor een
aan middelen. De economische wetenschap is niet bij prijs te betalen.’
machte rationeel van irrationeel gedrag te onderscheiden.’ Glebbeek ziet de toekomst vooral somber in. Dit is vooral
Onder de regie van Heertje verdwijnen zowel de homo te wijten aan de eerder genoemde preferentieproblemen
economicus als de homo sociologicus dus van het die in tijden van crisis wellicht nog sterker naar voren
w
etenschappelijke toneel. komen. Want geeft Jan Modaal, alle welvaartsover
In tegenstelling tot Heertje ziet Gelauff wel dat er binnen wegingen ten spijt, in deze tijden van crisis niet de
de economie behoefte is aan meer sociaal-wetenschappe- p
rioriteit aan 100 euro per maand extra op zijn loon in
lijke invloeden. Hij vraagt zich echter af of de sociale plaats van het behoud van natuur? Glebbeek: ‘Deze crisis
wetenschap zich al voldoende heeft ontwikkeld om dit zou een ideaal moment zijn om het wat rustiger aan te
ook goed te kunnen doen. De door Glebbeek genoemde doen. Dit betekent niet dat dit ook gebeurt. De menselijke
preferentieproblemen blijken vaak lastig te implementeren behoefte aan inkrimping van de economische groei
in economische welvaartsanalyses. Gelauff: ‘Gedrag sluit strookt helaas niet met de prikkel die een crisis geeft voor
niet altijd aan bij de uitgangspunten van de welvaarts een versterkte vraag naar groei. Een vergelijkbare situatie
theorie. Mensen kiezen bijvoorbeeld inconsistent tussen deed zich voor bij de economische crisis in de jaren
meerdere alternatieven of vertonen reciproque gedrag dat t
achtig. In de jaren hiervoor was er veel aandacht
tegen hun eigenbelang ingaat.’ Hij vervolgt: ‘Het CPB g
ekomen voor natuur, milieu en vrije tijd, maar deze crisis
houdt ontwikkelingen in de sociale wetenschap echter zorgde ervoor dat de prioriteit toch weer bij geld kwam te
nauwkeurig in de gaten. Daar waar het mogelijk is liggen. Van alle goede voornemens kwam vervolgens
e
xperimenteren wij zelfs al met nieuwe methoden niets terecht.’
g
ebaseerd op invloeden vanuit de sociale wetenschap.’
Michiel Fokke Zwaan is masterstudent Sociologie
aan de Rijksuniversiteit Groningen
Kansen en valkuilen van de kredietcrisis Jan Kornelis Dijkstra is Universitair Docent aan de
Terug naar de kredietcrisis. Want wat staat de Nederlandse Rijksuniversiteit Groningen en redacteur van
burger allemaal te wachten? Volgens Heertje herbergt de S
ociologie Magazine
kredietcrisis een keerpunt van uitsluitend kwantitatieve
groei naar een kwalitatieve, economische ontwikkeling,
waarin de zorg voor het nageslacht centraal staat. ‘Deze
ontwikkeling kenmerkt zich door een grotere aandacht
voor duurzaamheid, leefbaarheid en cultuur.’ Heertje staaft
zijn uitspraken door te wijzen op de groter wordende Oprichting van het Centraal Plan Bureau
actiegroepen die strijden voor natuurbehoud, het verzet
tegen het calculerende regime in de zorg en de groeiende Het Centraal Plan Bureau (CPB) werd kort na de Tweede
populariteit van elektrische auto’s in de Verenigde Staten. Wereldoorlog opgericht om de overheid te voorzien van
‘De mensen beginnen weer te begrijpen waar het allemaal wetenschappelijk gefundeerde economische adviezen.
om draait. Zeker kan ik het natuurlijk niet weten. Uitein- De crisis in de jaren dertig had geleerd dat ook in een
delijk moet de toekomst uitwijzen of de kredietcrisis ook markteconomie een actief economisch overheidsbeleid
daadwerkelijk het begin van het einde is. Het einde van de noodzakelijk is. De latere Nobelprijswinnaar voor de
welvaartscrisis.’ E
conomie Jan Tinbergen, en tevens de eerste directeur
Hoewel Gelauff het eens is met de positieve effecten die van het CPB, werd verzocht een plan op te stellen voor
Heertje noemt, verwijst hij ook naar de welvaartskosten de oprichting van het CPB.
als keerzijde van de kredietcrisis. ‘Een aantal, vooral arme, De taak van het CPB is om de politiek te voorzien van
Amerikanen wordt hun huis uit gezet, mensen zijn soms economische adviezen die bijdragen aan de welvaart.
een flink deel van hun vermogen kwijt geraakt, anderen Niet alleen door de kritiek van Heertje over de beperkte
verliezen hun baan of vrezen dat ze komend jaar op straat opvatting van dit begrip welvaart, maar ook door
komen te staan. Denk ook aan de belemmeringen voor de u
itspraken van minister van Financiën Wouter Bos kwam
kredietverlening, de mogelijke kosten van steunmaat het CPB de laatste tijd onder vuur te liggen. Bos pleitte
regelen door de overheid voor de belasting betalende voor het relativeren van het belang dat werd gehecht
burger en de onzekerheid over het financiële systeem dat aan economische modellen, omdat deze modellen te
in zijn voegen kraakt.’ weinig rekening houden met niet kwantificeerbare
Belangrijker is echter de vraag of de positieve gevolgen a
specten van welvaart, zoals onderwijs, broeikasgassen en
beklijven. Gelauff: ‘Gaan we niet allemaal weer even veel gettovorming in steden (de Volkskrant, 2 oktober 2007).
en even hard rijden als voorheen, wanneer de crisis
23 Sociologie Magazine juni 2009