3. Lokaliseren
Voor alle vragen geldt: je wilt zien of ze het ‘gesnapt’ hebben, zich een
beeld van de situatie hebben gevormd.
• “Gegeven: blanco kaart van Thailand. Zet een kruisje waar
Naseennan ligt.”
• “Naseennan ligt in Thailand. Wat zijn de buurlanden van Thailand?”
• “Gebruik kaart X. Hoeveel kilometer ligt Thailand van Nederland?”
• “In welke Thaise provincie ligt Naseennan?”
4. Beschrijven
• “Gebruik kaart X. Wat voor klimaat en wat voor reliëf is er bij
Naseennan?”
• “Gebruik de statistiek in de atlas. Wat zijn het BBP/inwoner, de
levensverwachting en de alfabetiseringsgraad in Thailand vergeleken
met Nederland?”
• “Lees het artikel goed. Wat kun je zeggen over de bestuursvorm en de
positie van vrouwen in Naseennan?”
• “Van welke materialen zijn de huisjes in Naseennan gemaakt?”
5. Verklaren
• “In Thailand is Bangkok het economische en politieke centrum. Noem
twee liggingskenmerken die verklaren waarom precies die plaats het
centrum is geworden.”
• “Door buitenlandse investeringen in Thailand kan een dorp als
Naseennan juist armer worden. Leg dat uit.”
6. Beoordelen
Bij een vraag om iets te beoordelen is het belangrijk dat een leerling
iets van meerdere kanten bekijkt, zich dus verplaatst in het standpunt
van verschillende partijen.
• “’Voor een dorp als Naseennan geldt: hoe meer toeristen er komen
hoe beter.’ Bespreek deze stelling.
• “Thailand wil de snelweg naar Laos twee keer zo breed maken. Geef
twee argumenten voor en twee tegen dit plan.”
• “Vind jij het een goede ontwikkeling dat er nu meer onderwijs is in
het dorp?”
7. Toepassen
• “Ook in Europa zijn er plaatsen die ooit geïsoleerd waren, maar waar
nu veel toeristen komen. Een voorbeeld is Zermatt in Zwitserland.
Bestudeer bron X met gegevens over Zermatt en Naseennan en
beantwoord de volgende vragen:
1. Op welke manier en hoe snel nam de relatieve afstand af tussen de dorpen
en hun hoofdstad?
2. Teken voor elk dorp een grafiek met op de X-as de tijd in jaren, en op de Y-
as het inwonertal van het dorp en het aantal toeristen per jaar.
3. Teken voor elk dorp een grafiek met op de X-as de tijd in jaren, en op de Y-
as het inkomen per hoofd in het dorp en in het bijbehorende land.
• Etc. Merk op dat hier heel goed weer een beoordelende vraag
achteraan kan komen.
11. Odd one out / welk woord weg
• Buenos Aires
• Havana
• Lissabon
• Peru
12. Odd one out / welk woord weg
• Duinen
• Neerslag
• Reliëf
• Waterkrachtcentrale
13. Samenhangend en uitvoerig
• Meer dan één oplossing.
Meervoudig antwoord
• Dus ook of juist de bindende factor van de
overige drie woorden.
Enkelvoudig antwoord
• Dus wel het woord dat weg moet, maar niet
op wat de overige drie bindt.
Geen geografisch antwoord
14. Odd one out / welk woord weg
• Maak er zelf één als start voor een les.
• Leg je verzinsel voor aan een buur en bespreek:
• Wat zijn je uitgangspunten geweest bij het ontwerp?
• Hoe kan je je ontwerp nog meer ‘open’ maken?
16. Waarom is Will Gardner boer?
Mysterie van Freek Hartveld, voorjaar 2014
17. Mysterie
• Maak er in een tweetal één voor een les over migratie.
• Leg je verzinsel voor aan een naburig tweetal en bespreek:
• Wat zijn jullie uitgangspunten geweest bij het ontwerp?
• Hoe kunnen jullie je ontwerp nog meer ‘open’ maken?