2. Personages
Onderscheid naar rol of functie:
Hoofdfiguren
Bijfiguren
Achtergrondfiguren
Onderscheid naar karakterontwikkeling:
Rond karakter
Vlak karakter
Type
3. Plaats en ruimte
Plaats van handeling
concrete aardrijkskundige plaats
Ruimte
symbolische functie
verbonden met:
handelingen
personages
[typering van het personage door te beschrijven hoe hij de
ruimte waar neemt]
4. Tijd
Vertelde tijd
Tijdsduur [versnelling – vertraging – tijdsprong]
tijdsvolgorde [chronologisch – flashback –
flashforward]
Historische tijd
periode
tijd van de dag