SlideShare a Scribd company logo
1 of 27
Download to read offline
1
Leidraad:
zelfstandig
conflicten oplossen
op de speelplaats
Gemaakt door Lisa De Bock
2
INLEIDING
Beste leerkracht,
Deze leidraad is tot stand gekomen in het kader van mijn bachelorproef rond het stimuleren van leerlingen om
zelfstandig conflicten op te lossen. Na onderzoek heb ik een stappenplan ontwikkeld dat leerlingen stimuleert om
conflicten zelfstandig op te lossen. Uit mijn onderzoek is onder andere gekomen dat er eerst goede begeleiding
moet zijn bij het oplossen van conflicten, alvorens deze zelfstandig kunnen worden opgelost. Deze leidraad bevat
verschillende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: het stappenplan
In het eerste hoofdstuk vindt u het stappenplan terug dat ik ontwikkeld heb. Daarnaast wordt per stap informatie
gegeven. Dit is belangrijke achtergrondinformatie.
Hoofdstuk 2: Introductieles over conflicten en conflicten oplossen (1ste
graad, 2e
graad, 3e
graad)
In dit hoofdstuk zijn er activiteiten uitgewerkt die u kan gebruiken om conflicten aan te halen in de klas voor 1ste
graad, 2e
en 3e
graad. Verder kan u hier ook nog enkele interessante links en een korte omschrijving terugvinden
naar andere activiteiten.
Hoofdstuk 3: Introduceren stappenplan en uitproberen
In het derde hoofdstuk wordt weergegeven hoe u het stappenplan kan introduceren en uitproberen.
Hoofdstuk 4: Wat als het conflict niet zelfstandig kan worden opgelost?
In dit hoofdstuk beschrijf ik verschillende theoretische kaders rond conflicten oplossen waarbij de leerkracht de
bemiddelaar is.
Ik wens u veel succes met het uitproberen van het stappenplan en het gebruiken van de leidraad!
Lisa De Bock
3
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1: Het stappenplan..............................................................................................................................................4
Hoofdstuk 2: Introductieles rond conflicten (1ste
, 2e
en 3e
graad)..................................................................................6
1ste
graad (tijd: 30 – 40 minuten)..........................................................................................................................................6
2e
graad en 3e
graad (tijd: 30 – 40 minuten)........................................................................................................................8
Inspiratie voor andere activiteiten........................................................................................................................................9
Hoofdstuk 3: Introduceren stappenplan en uitproberen ...............................................................................................10
Hoofdstuk 4: wat als het conflict niet zelfstandig kan worden opgelost? .................................................................10
Andere oplossingsstrategieën (buiten het stappenplan)..................................................................................................11
Life space crisis intervention (LSCI) ..............................................................................................................................11
Herstelgericht werken .....................................................................................................................................................12
Literatuurlijst .........................................................................................................................................................................13
Bijlagen...................................................................................................................................................................................14
Activiteit conflicten 2e
en 3e
graad .....................................................................................................................................14
Bordspel...........................................................................................................................................................................14
Achtergrond spel + spelregels........................................................................................................................................15
4
HOOFDSTUK 1: HET STAPPENPLAN
Het stappenplan is geïnspireerd op drie theoretische kaders: het zesstappenplan van Porro1
, het zesstappenplan
van Desmet, D’Haeyer, Melis, Permentier en Vanderheeren en de vier herstelgerichte vragen van Mathijs en
Platteeuw2
. Het is inzetbaar in elke graad van het lager onderwijs. Ik heb gekozen om gebruik te maken van
pictogrammen3
, zodat jongere, anderstalige of taalzwakkere leerlingen zich hieraan kunnen vasthouden. Het
stappenplan bestaat uit vijf verschillende stappen. Deze worden hieronder kort toegelicht.
Stap 1: Stop en kom tot rust!
Bij deze stap stoppen de leerlingen die in conflict zijn, het conflict. Ze proberen hun emoties onder controle te
krijgen. Dit kunnen ze op verschillende manieren doen: tot tien tellen, water drinken, aan iets anders denken,…
Stap 2: Praat met elkaar! Praat elk om beurt. De ander luistert.
De leerlingen begeven zich naar een rustige omgeving waar het conflict uitgeklaard wordt (bijvoorbeeld: ‘de
lummelhoek’). De leerlingen praten met elkaar. Degene die het probleem heeft aangekaart, begint met praten. De
ander luistert actief. Op het stappenplan staan verschillende kernwoorden die de leerlingen hiermee kunnen
helpen. Daarnaast gaan de leerlingen niet alleen na wat er gebeurd is, maar ook wat hun gevoel daarbij is. Op die
manier worden alle individuele zorgen in kaart gebracht en wordt er empathie gecreëerd. Elkaars gevoel wordt
(h)erkend en ze leren verantwoordelijkheid hebben voor elkaars gevoel. Dit zijn twee belangrijke pijlers van de
win-winmethode. Dit is een methode waarbij beide partijen voordelen halen uit een bepaalde situatie4
.
Stap 3: Bedenk oplossingen!
Bij deze fase bedenken de leerlingen mogelijke oplossingen. Hierbij letten ze op dat de oplossingen haalbaar zijn
en voor beide partijen bevredigend zijn. Deze zouden ze kunnen opsommen op een papier, maar dat is niet
verplicht. Het is hier vooral belangrijk dat de leerlingen gestimuleerd worden om verschillende oplossingen aan te
kaarten die voldoen aan beide voorwaarden. Dit is een derde pijler van de win-winmethode, namelijk samen
oplossen.
Stap 4: Kies één oplossing.
De leerlingen kiezen één oplossing die ze beide goed vinden.
Stap 5: Afspraken maken.
De leerlingen bespreken hoe ze de oplossing zullen nastreven. Dit kan door afspraken te maken. Deze hoeven
niet altijd groot te zijn. Een sorry doet al veel. Belangrijk is dat de leerlingen de gemaakte afspraken nakomen en
dat hier later wordt op gereflecteerd.
Niet opgelost? Ga naar de juf of meester
Op het stappenplan heb ik ook een rubriek voorzien wanneer het conflict niet zelfstandig opgelost geraakt, en
waarbij de leerlingen hulp nodig hebben van de juf of meester. Meer hierover lees je in hoofdstuk 4.
1
Porro, B., van Eldik Thieme, C. (2003). Kinderen en … hun rol als bemiddelaar: conflictoplossing in 6 stappen. Hilversum:
Kwintessens.
2
Mathijs, O., & Platteeuw, J. (2019, april 15). Klascement: Hoe een conflict oplossen? De 4 herstelgerichte vragen. Geraadpleegd
op 30 november 2020 via https://www.klascement.net/beeld/86981/hoe-een-conflict-oplossen-de-4-herstelgerichte-
vragen/?previous
3
Scrlera [Website] (2021). Geraadpleegd op 15 mei 2021 via www.sclera.be
4
Desmet, L., D’Haeyer, J., Melis, J., Permentier, L., Vanderheeren, S. (2020). Kijken naar kinderen D: op weg met een groep
[Cursus]. Gent: Arteveldehogeschool
5
EEN PROTOTYPE VAN HET STAPPENPLAN
6
HOOFDSTUK 2: INTRODUCTIELES ROND CONFLICTEN (1STE
, 2E
EN 3E
GRAAD)
In wat volgt, beschrijf ik twee activiteiten (één voor de eerste graad en één voor de tweede en derde graad) die u
kan doen om het onderwerp ‘conflicten’ aan te halen in de klas. Op het einde van dit hoofdstuk, vindt u nog enkele
interessante links met andere activiteiten.
Het doel van de introductieles is om de leerlingen te laten ervaren dat er conflicten zijn en dat deze niet altijd
moeten gezien worden als iets negatief. Wel moet er worden over gepraat en moet het worden opgelost. Deze
oplossingsvaardigheden moeten worden aangeleerd.
1STE
GRAAD (TIJD: 30 – 40 MINUTEN)
- Boek : ‘Schiet op, Belo !’5
5
Aertssen, K. (1994). Schiet op, Belo! Mechelen: Bakermat Uitgeverij
Leerplandoelen:
LOD-SOV-01.04 De leerlingen kunnen respect en waardering opbrengen in omgang met anderen.
LOD-SOV-01.05 De leerlingen kunnen gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen.
LOD-SOV-02.07 De leerlingen kunnen actief luisteren.
DL-WO-MEN-01.13 De leerlingen kunnen zich inleven in en meeleven met gevoelens van anderen.
DL-WO-MEN-01.06 De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens,
verlangens, gedachten en waarderingen uit.
DL-WO-MEN-01.14 De leerlingen kunnen gelijkenissen in gedachten, bedoelingen en gevoelens tussen
zichzelf en de andere(n) herkennen en benoemen.
Benodigdheden:
- Prenten met verschillende gevoelens
Organisatie:
Voortaak: leerlingen observeren op de speelplaats in
verschillende conflict geladen situaties.
Stoelen in een kring of verplaatsen naar zithoek. Hang de
prenten met verschillende gevoelens door de klas.
Verloop :
1) Boek : ‘Schiet op, Belo’
Toon het boek aan de leerlingen en laat hen voorspellen over wat het boek zal gaan. Hierbij kan u enkele
richtvragen stellen:
- Wat zie je allemaal op de cover?
- Waarover denk je dat het verhaal zal gaan?
- …
Daarna leest u het verhaal voor en toont u de prenten aan de leerlingen. Probeer tijdens het verhaal al enkele
richtvragen te stellen, zodat de leerlingen hun aandacht behouden. Na het vertellen, bespreekt u het verhaal.
Enkele richtvragen die u kan stellen:
7
- Wat zie je op de prent?
- Wie zijn de personages?
- Wat doen ze?
- Hoe voelen ze zich?
- …
Optioneel : U kan bij deze fase al inzetten op actief luisteren. Hierbij kan u een voorbeeld geven hoe het voelt
als iemand niet naar u luistert. (bijvoorbeeld : je vertelt over jouw weekend en niemand in de klas luistert naar
jou à hoe voel je je ?) Zo kan u aangeven dat het belangrijk is dat iedereen naar elkaar luistert, zowel naar
de leerkracht als naar elkaar. Belangrijk! Doelen evalueren op het einde van de les.
2) Gevoelens linken aan dagelijkse situaties
Laat de leerlingen door de klas wandelen. Maak hierbij duidelijke afspraken. Benoem enkele situaties. De
leerlingen gaan bij het juiste gevoel staan. Bespreek deze. Laat de leerlingen hier actief naar elkaar luisteren.
Situaties:
- Je mag niet meedoen met een spel op de speelplaats.
- Je speelt een groot spel met heel de klas.
- Je ziet dat iemand wordt uitgesloten.
- …
3) Klasgesprek: conflicten op de speelplaats
Ga terug in de kring zitten met de leerlingen. Vertel enkele situaties die u hebt gezien op de speelplaats (zowel
positieve als negatieve). Gebruik hierbij geen namen, maar probeer dit objectief te vertellen. Laat de leerlingen
hier vrij op reageren. U kan dit proces ondersteunen door enkele richtvragen te stellen:
- Wat is er gebeurd?
- Hoe zou jij je voelen?
- Wat zou je doen in die situatie?
- …
Differentiatie: Als uw klasgroep al op een hoger niveau zit qua groepsvorming en taal, kan u de leerlingen zelf
een situatie laten vertellen waarbij de andere leerlingen reageren.
Kom tot de conclusie dat conflicten / ruzie maken niet te vermijden zijn. Soms kan het eens dat je iemand
minder leuk vindt, maar respect super belangrijk is. De conflicten/ ruzie moeten dan ook worden opgelost.
4) Afronden met groepsactiviteit
Het is veel leuker om samen iets te doen. Sluit de les af met een leuke groepsactiviteit. U kan deze laten
kiezen door de kinderen of zelf kiezen. Enkele mogelijkheden:
- Ga van groot naar klein staan zonder te praten.
- Maak een zo lang mogelijke kledingketting.
- ….
8
2E
GRAAD EN 3E
GRAAD (TIJD: 30 – 40 MINUTEN)
Hieronder vindt u een activiteit6
die u kan doen met 2e
en 3e
graad. Bij deze activiteit is er wel wat
voorbereidingstijd nodig. Toch heb ik voor deze activiteit gekozen, omdat de moeilijke materie rond conflicten
toch op een dragelijke en speelse manier wordt aangebracht.
6
Carmans, L. (2020, 4 december). Bordspel sociale vaardigheden. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/113492/bordspel-sociale-vaardigheden/?previous
Leerplandoelen:
LOD-SOV-01.04 De leerlingen kunnen respect en waardering opbrengen in omgang met anderen.
LOD-SOV-01.05 De leerlingen kunnen gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen.
LOD-SOV-02.07 De leerlingen kunnen actief luisteren.
DL-WO-MEN-01.13 De leerlingen kunnen zich inleven in en meeleven met gevoelens van anderen.
DL-WO-MEN-01.06 De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens,
verlangens, gedachten en waarderingen uit.
DL-WO-MEN-01.14 De leerlingen kunnen gelijkenissen in gedachten, bedoelingen en gevoelens tussen
zichzelf en de andere(n) herkennen en benoemen.
Benodigdheden (te vinden in bijlage)
- Spelborden
- Dobbelstenen
- Pionnen
- Spelkaartjes (21 per groep)
- Spelregels per groepje
Organisatie:
Materiaal klaarleggen.
Leerlingen verdelen in groepjes van 4.
Verloop:
1) Uitleg spel
Vertel aan de leerlingen dat ze een gezelschapsspel zullen spelen over conflicten.
Iedereen kan vrij zeggen wat hij/zij denkt. Als iemand iets wil zeggen of als iemand het niet eens is met een
andere leerling, mag die persoon zijn/haar vinger opsteken. Degene die aan de beurt is zal de persoon
aanduiden om te antwoorden. De leerlingen verwoorden hun mening op een gepaste manier en met respect.
Ze geven suggesties hoe zij zouden omgaan met de situatie.
Geef aan iedereen het nodige materiaal. Zeg expliciet dat de leerlingen eerst in hun groepje de spelregels
moeten lezen vooraleer ze het bordspel spelen.
Meer achtergrondinformatie, het bordspel en de kaarten vindt u in de bijlagen.
Taalzwakke klas? Overloop samen de spelregels.
2) Na het spel: reflectie
De leerlingen ruimen alles op. Daarna is het belangrijk om een klasgesprek te houden waar de leerlingen gaan
reflecteren over het spel. Enkele richtvragen die u zou kunnen stellen zijn:
9
INSPIRATIE VOOR ANDERE ACTIVITEITEN
1) Boektip: kat is weg (1ste
graad)
Korte omschrijving: Het boek gaat over twee vrienden, Noor en Toon die ruziegemaakt hebben en ze
willen het bijleggen. Daarom schrijf Toon een brief aan Noor. De activiteit begint met het voorlezen en
bespreken van het verhaal. Daarna zijn er meerdere verwerkingsopdrachten beschikbaar:
dramaopdracht, ICTopdracht,…
Bron: De Eenhoorn (2019, 3 juni). Kat is weg: lestips bij het boek. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/93301/kat-is-weg-lestips-bij-het-boek/?previous
2) Beestenberg: spel rond conflictenbemiddeling (2e
en 3e
graad) – betalend
Korte omschrijving: Beestenberg werkt met verhalen gebaseerd op dieren, om zo spelenderwijs
moeilijke materie, zoals conflicten aan te brengen. Dit spel is een rollenspel met 50 kaarten waarbij op
de voorkant een afbeelding staat van een dier en op de achterkant de bepaalde rol.
Bron: Pax Christi Vlaanderen (2021, 10 maart). Beestenberg: spel rond conflictenbemiddeling.
Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/fysiek-materiaal/122467/beestenberg-
spel-rond-conflictbemiddeling/?previous
3) Boektip: Twee vechtende eekhoorntjes (1ste
graad)
Korte omschrijving: Het boek gaat over twee eekhoorns die een conflict hebben omdat ze dezelfde
dennenappel willen. De activiteit begint met het voorlezen en bespreken van het verhaal, daarna volgt er
een klasgesprek over conflicten.
Bron: Everart, M. (2021, 8 maart). Twee vechtende eekhoorntjes: lesplan. Geraadpleegd op 14 mei 2021
via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/122307/twee-vechtende-eekhoorntjes-
lesplan/?previous
4) Drama: conflictsituaties (alle graden)
Korte omschrijving: Deze activiteit kan gedaan worden als de leerlingen al redelijk veel bagage hebben
over conflicten. Elke leerling krijgt een kaartje met een bepaalde situatie op (differentiatie: ze kunnen
deze ook zelf verzinnen) en deze moeten ze dan dramatiseren.
Bron: 123lesidee [Website] (2008 – 2021). Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://123lesidee.nl/index.php/site/links/1575
- Hoe vond je het om je in te leven in een bepaalde rol?
- Welk gevoel kreeg je hierbij?
- Welk verhaal van het rollenspel is jou het meeste bijgebleven?
- Waren jullie het meestal eens met elkaar? Wanneer wel/niet?
- …
3) Optioneel: klasgesprek over conflicten op de speelplaats
Ga samen met de leerlingen in de kring zitten en bespreek conflict geladen situaties die zich hebben
afgespeeld op de speelplaats. Laat de leerlingen hun eigen ervaringen en gevoelens vertellen.
Hierbij kan je opnieuw enkele richtvragen stellen:
- Hoe voelde je jou daarbij?
- Wat heb je gedaan in die situatie?
- Wat zou je de volgende keer doen?
- ….
10
HOOFDSTUK 3: INTRODUCEREN STAPPENPLAN EN UITPROBEREN
Na het geven van de introductieles rond conflicten is het tijd om het stappenplan te introduceren en uit te proberen.
Doe dit op een geleidelijke manier. Hieronder vindt u een manier om het stappenplan te introduceren. Dit kan in
elk leerjaar worden toegepast, mits aanpassingen naar de beginsituatie.
1) Geef het doel mee van het stappenplan: ik kan zelfstandig conflicten / ruzie oplossen.
2) Brainstorm eerst samen met de leerlingen over hoe ze een conflict zelfstandig kunnen oplossen. Hebben
ze er een hulpmiddel voor nodig? Kennen ze al stappen? Schrijf hun bedenkingen op het bord.
3) Leg het stap voor stap uit. (zie pagina 4)
a. Geef voorbeelden.
b. Verbind de verschillende stappen met de pictogrammen
4) Observeer de leerlingen op de speelplaats en stimuleer hen om het stappenplan te gebruiken. Noteer de
observaties ergens en bekijk of alles goed loopt.
a. Gebruiken de leerlingen het stappenplan goed?
b. Doen ze dit zelfstandig?
c. Weten ze wie er begint met praten?
d. …
5) Reflecteer (samen met de leerlingen) over wat je gezien hebt. Dit hoeft niet in een aparte les.
HOOFDSTUK 4: WAT ALS HET CONFLICT NIET ZELFSTANDIG KAN WORDEN
OPGELOST?
Waarom het conflict niet zelfstandig kan worden opgelost, kan verschillende redenen hebben. Hieronder vindt u
enkele theoretische kaders die u kunnen helpen om de kleinere conflicten op te lossen. Als het gaat over ernstigere
feiten, zoals pesten, raad ik u aan om u te verdiepen in proactieve maatregelen en reactieve maatregelen rond
pesten.
1) Stappenplan samen bekijken met de leerlingen
Het kan zijn dat het een klein conflict is, maar dat de leerlingen (nog) niet in staat zijn om dit zelfstandig op te
lossen. Onze taak als leerkracht is dan om de leerlingen hier verder in te ondersteunen. Bekijk het stappenplan
samen met de leerlingen en volg samen de stappen. De achtergrondinformatie bij de stappen vindt u op pagina
4. Het is natuurlijk wel belangrijk dat de leerlingen in het vervolg wel het conflict zelfstandig kunnen oplossen.
Probeer hen hierin te stimuleren door aan te geven wat ze al goed doen.
2) Stappenplan zelf toepassen op het conflict
Zijn de leerlingen nog niet in staat om met uw begeleiding het conflict op te lossen, dan kan u de touwen in eigen
handen nemen. Bij het stappenplan kunnen de vier herstelgerichte vragen van Mathijs en Platteeuw u daarbij
helpen: (Mathijs & Platteeuw, 2019)
1) Wat is er gebeurd?
2) Hoe voel je jouw daarbij en hoe zouden anderen zich voelen?
3) Wat heb jij gedaan?
4) Hoe wil je dit oplossen?
Zoals de naam al zegt zijn deze vragen gericht op het herstellen van de schade en niet op het aanduiden van een
schuldige.
11
ANDERE OPLOSSINGSSTRATEGIEËN (BUITEN HET STAPPENPLAN)
Hieronder beschrijf ik nog enkele theoretische kaders die buiten het stappenplan liggen. Beide strategieën zijn
gericht op het herstellen van het gedrag.
LIFE SPACE CRISIS INTERVENTION (LSCI)
Life Space Crisis Intervention of LSCI is een verbale methodiek die toelaat actief in te grijpen in het leven
van jongeren op crisismomenten. Het helpt de jongere de specifieke crisis die hij niet alleen aankon, te
begrijpen en aan te pakken. Een volwassene uit de natuurlijke omgeving van de jongere begeleidt de
LSCI, die zo snel mogelijk na de crisis wordt uitgevoerd. (Fecser, Long & Wood, 2017, p. 103).
LSCI bestaat uit zes fasen. De eerste drie fasen worden ook wel de diagnostische fasen genoemd. Tijdens deze
drie fasen proberen we het soort crisis en het centrale thema vast te stellen. De laatste drie fasen worden ook wel
de nieuwe-kansen-fasen genoemd. Tijdens deze drie fasen focussen we ons op resulaten, oplossingen en het
opstellen van een actieplan. (Fecser, Long & Wood, 2017).
Fecser, Long, Wood (2017). Praten met kinderen en jongeren in crisissituaties. Tielt: Uitgervij Lannoo nv. (p.
108).
Hieronder volgt een beknopte uiteenzetting over de verschillende stappen van het LSCI-proces:
- Fase 1 (ontladen): deze fase heeft als doel om de intense emoties te ontladen door de gevoelens
bij de jongere te erkennen;
- Fase 2 (tijdlijn) : in deze fase maak je gebruik van bevestiging en luistervaardigheden om de
perceptie van de jongere te ontdekken. Daarbij zijn er enkele essentiële vragen behulpzaam:
waar?, wanneer?, doel?, duur?, frequentie?, intensiteit?, en aanstekelijkheid?;
- Fase 3 (centrale thema) : deze fase heeft als doel om het centrale thema te identificeren en de
gepaste nieuwe-kansen-interventie1
te selecteren;
- Fase 4 (inzicht) : in deze fase maak je gebruik van één van de nieuwe-kansen-interventies om de
jongere te helpen om zijn patroon van zelfvernietigend gedrag te ontdekken;
- Fase 5 (nieuwe vaardigheden) : deze fase heeft als doel om de nieuwe vaardigheden aan te leren
die dan leiden tot meer verantwoordelijk gedrag;
- Fase 6 (transfer van het leren) : in deze fase bereid je de jongee voor op een terugkeer naar de
groep. (Fecser, Long & Wood, 2017)
12
Als u hier meer informatie over wil, kan ik u volgend boek aanraden: “Praten met kinderen en jongeren in
crisissituaties: Life Space Crisis Intervention7
van N.J. Long, M.M Wood en F.A. Fecser.
HERSTELGERICHT WERKEN
Ligand (2014) defineert herstelgericht werken als: “Een integrale aanpak waarbij proactie, preventie en curatie
hand in hand gaan. Het opbouwen, onderhouden en herstellen van relaties staan hierbij centraal.” (Ligand, 2014
(p. 19)).
Herstelgericht werken bevat enkele belangrijke principes (Ligand, 2014). Hieronder worden deze kort opgesomd:
- Focus op schade en het herstel hiervan. Belangrijk is dat er gekeken wordt naar het gedrag van de persoon
en niet naar de persoon zelf. Er zijn verschillende soorten schade: fysieke, financiële, emotionele,
relationele;
- Het is een interactief en verbindend proces. Hierbij staan dialoog, ontmoeting en overleg centraal;
- Verantwoordelijkheid voor alle betrokkenen. Niet alleen eigen verantwoordelijkheid, maar ook
verantwoordelijk voor de verantwoordelijkheid van de ander;
- In veiligheid kunnen de betrokkenen vrij hun gevoelens uitdrukken;
- Herstelgericht werken is gericht op de gemeenschap. Het heeft niet alleen betrekking op de direct
betrokkenen bij een conflict, maar ook indirecte betrokkenen zoals de leerkrachten, directie, ouders…
Als u hier meer over wil lezen, raad ik u volgend boek aan: Samen wijs! Herstelgericht werken op school van
Ligand.8
7
Fecser, F.A., Long, N.J., Wood, M.M. (2017). Praten met kinderen en jongeren in crisissituaties: life space crisis intervention.
Leuven: Lannoo Campus.
8
Ligand. (2014). Samen wijs! Herstelgericht werken op school. Leuven: Acco.
13
LITERATUURLIJST
123lesidee [Website] (2008 – 2021). Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://123lesidee.nl/index.php/site/links/1575
Aertssen, K. (1994). Schiet op, Belo! Mechelen: Bakermat Uitgeverij
Carmans, L. (2020, 4 december). Bordspel sociale vaardigheden. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/113492/bordspel-sociale-
vaardigheden/?previous
De Eenhoorn (2019, 3 juni). Kat is weg: lestips bij het boek. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/93301/kat-is-weg-lestips-bij-het-boek/?previous
Desmet, L., D’Haeyer, J., Melis, J., Permentier, L., Vanderheeren, S. (2020). Kijken naar kinderen D: op weg met
een groep [Cursus]. Gent: Arteveldehogeschool
Everart, M. (2021, 8 maart). Twee vechtende eekhoorntjes: lesplan. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/122307/twee-vechtende-eekhoorntjes-
lesplan/?previous
Fecser, F.A., Long, N.J., Wood, M.M. (2017). Praten met kinderen en jongeren in crisissituaties: life space crisis
intervention. Leuven: Lannoo Campus.
Ligand. (2014). Samen wijs! Herstelgericht werken op school. Leuven: Acco.
Mathijs, O., & Platteeuw, J. (2019, april 15). Klascement: Hoe een conflict oplossen? De 4 herstelgerichte vragen.
Geraadpleegd op 30 november 2020 via https://www.klascement.net/beeld/86981/hoe-een-conflict-
oplossen-de-4-herstelgerichte-vragen/?previous
Pax Christi Vlaanderen (2021, 10 maart). Beestenberg: spel rond conflictenbemiddeling. Geraadpleegd op 14 mei
2021 via https://www.klascement.net/fysiek-materiaal/122467/beestenberg-spel-rond-
conflictbemiddeling/?previous
Porro, B., van Eldik Thieme, C. (2003). Kinderen en … hun rol als bemiddelaar: conflictoplossing in 6 stappen.
Hilversum: Kwintessens.
Schoolweb OVSG [Website] (2021). Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
www.schoolweb.ovsg.be/ovsg/leerplan_login.aspx
Scrlera [Website] (2021). Geraadpleegd op 15 mei 2021 via www.sclera.be
14
BIJLAGEN
ACTIVITEIT CONFLICTEN 2E
EN 3E
GRAAD
BORDSPEL
15
ACHTERGROND SPEL + SPELREGELS9
Aantal spelers: Het spel is geschikt voor 2 tot 8 spelers.
Spelinhoud: Speelbord, 1 dobbelsteen, 8 pionnen, 5 categorieën met 21 kaartjes per categorie.
Inleiding
Dit is een gezelschapsspel over conflicten. Sommige vragen zullen misschien moeilijk zijn, andere vragen zijn misschien
makkelijker. Het is de bedoeling dat iedereen vrij kan zeggen wat hij/zij denkt zonder dat anderen daar commentaar op geven. Als
je iets wil zeggen, mag je je vinger opsteken en wachten tot je aan de beurt bent. Er wordt verwacht dat iedereen gepast en
respectvol antwoordt. Denk altijd eerst na wat je gaat zeggen en of dat gepast of ongepast is.
Doel van het spel
Probeer zo snel mogelijk 5 kaartjes in 5 verschillende kleuren te verzamelen. Heb je de kaartjes, haast je dan naar ‘CONFLICT
MASTER’. Met de kaartjes in de hand mag je meteen binnen. Als jij erin slaagt om ‘CONFLICT MASTER’ als eerste te bereiken, dan
ben jij de conflict master van de dag! Maar let op, want onderweg kan je nog altijd een kaartje verliezen. En dan moet je weer op
zoek naar een nieuwe.
Begin van het spel
• Kies een pion en plaats hem op 1 van de startvakjes.
• Werp dan om de beurt met de dobbelsteen om te bepalen wie met het spel mag beginnen: de speler die het hoogste aantal
ogen gooit, begint. Nadien wordt er gespeeld in de richting van de wijzers van de klok.
Spelverloop
• Nadat je de dobbelsteen geworpen hebt, verplaats je je pion in eender welke richting. Je mag zoveel vakjes vooruitgaan als
de dobbelsteen aangeeft. Let wel, tijdens dezelfde beurt mag je niet vooruit én achteruitgaan.
• Komt je pion op een gekleurd vakje, dan mag je een kaartje in de juiste kleur nemen en luidop voorlezen en de vraag
beantwoorden.
o Oranje: Wat doe je?
o Blauw: Rollenspel: Hoe gaat het verder?
o Groen: Conflictvraag
o Paars: Zin aanvullen
o Geel: Doe-opdracht
• Is het antwoord goed, dan krijg je het kaartje. Is het antwoord fout, dan moet je het kaartje weer onderaan de stapel leggen.
Opgelet: heb je al een kaartje van die kleur, dan moet je deze bij een foutief antwoord onderaan de juiste stapel terugleggen.
Speciale vakjes
• Stop: 1 beurt overslaan.
• Dobbelsteen: nog een keer gooien en in dezelfde richting verdergaan.
• Boef: 1 kaartje naar keuze afgeven.
• Leeg vakje: er gebeurt niets, de beurt gaat door naar de volgende speler.
Einde
Het spel eindigt wanneer één speler ‘CONFLICT MASTER’ heeft bereikt met die 5 kaartjes in de 5 verschillende kleuren. Om het
einddoel te bereiken, MOET je het exacte aantal ogen gooien.
9
Carmans, L. (2020, 4 december). Bordspel sociale vaardigheden. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via
https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/113492/bordspel-sociale-vaardigheden/?previous
16
Twee goede vrienden van jou zijn aan
het vechten om een bal. Wat doe je?
Je speelt een nieuw spel op de
PlayStation, maar je vriend heeft niet
goed uitgelegd hoe het werkt en hij
wint van je. Wat doe je?
Je zit midden in een spannend boek en
iemand vraagt je het boek weg te
leggen.
Wat doe je?
Je bent samen met een vriend aan het
spelen en die vriend wil niet meer
verder spelen.
Wat doe je?
Je werkt samen met iemand maar
merkt dat hij/zij zich niet inzet. Wat
doe je?
Je wil heel graag buiten gaan spelen,
maar dat mag niet.
Wat doe je?
Je gooit per ongeluk een bal tegen
iemand en hij/zij wordt boos. Wat doe
je?
Jullie moeten opruimen, maar niet
iedereen helpt mee.
Wat doe je?
Je wil graag meedoen met een spel,
maar de andere kinderen laten dat
niet toe.
Wat doe je?
Je roept iets en de foute persoon
denkt dat het tegen hem/haar was.
Wat doe je?
Je wordt gestraft omdat je gemeen
was.
Wat doe je?
Je wil graag gamen, maar dat mag
niet.
Wat doe je?
Je merkt dat er twee personen van de
groep boos worden.
Wat doe je?
Je vertelt een geheim aan je beste
vriend/vriendin, maar hij/zij vertelt
het door.
Wat doe je?
Je vertelt een mopje en iemand vat
het verkeerd op.
Wat doe je?
Je bent een liedje aan het zingen en
iemand vraagt om te stoppen.
Wat doe je?
Je beste vriend zegt dat hij een extra
drankje heeft genomen en wil dat je
dit geheim houdt. Later op de dag
vraagt de juf aan jou of je hier iets
over weet. Wat doe je?
Iemand maakt een mopje over jou dat
jij niet grappig vindt.
Wat doe je?
Jullie willen alle twee op de computer,
maar er is nog maar 1 plaats.
Wat doe je?
Je maakt veel lawaai in de klas en
iemand vraagt je om te stoppen.
Wat doe je?
Iemand doet iets wat jij niet leuk
vindt, maar stopt niet wanneer jij dat
vraagt.
Wat doe je?
17
WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
18
WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
Je hebt daarnet de tekening van
iemand van de groep stuk gemaakt.
Nu komt het uit dat jij waarschijnlijk
de dader bent. Hoe loopt het af?
Je bent aan het gamen en je
mama/papa vraagt om je kamer op te
ruimen.
Hoe loopt het verder?
Je speelt vals bij een spel en wint
daardoor. Iemand anders beschuldigt
jou.
Hoe loopt het verder?
Jullie doen een spel voor het eerst.
Eén van de twee heeft vals gespeeld
en heeft daardoor gewonnen.
Hoe loopt het af?
Je broer/zus kijkt naar een tv-
programma dat jij niet zo leuk vindt,
maar jij wil ook tv kijken. Hoe loopt
het verder?
Twee vrienden zijn ruzie aan het
maken en jij wil dat ze stoppen.
Hoe loopt het verder?
Je bent aan het spelen en iemand die
je minder goed kent komt vragen om
mee te doen. Hoe loopt het verder?
Je bent een verhaal aan het vertellen.
Je vriend(in) vindt het niet zo’n leuk
verhaal en vraagt om niet meer verder
te vertellen. Hoe loopt het af?
Je wordt gestraft omdat jouw
broer/zus zegt dat je hem/haar
geslagen hebt. Eigenlijk heb je dat niet
gedaan.
Hoe loopt het verder?
Je bent een liedje aan het zingen en
iemand vraagt je om daarmee te
stoppen.
Hoe loopt het af?
Je wil graag buiten gaan spelen, maar
je mama zegt dat je eerst je huiswerk
moet gaan maken. Hoe loopt het
verder?
Je zit stiekem op je iPad te spelen
terwijl je eigenlijk al lang moest
slapen. Je mama komt je kamer
binnen.
Hoe loopt het verder?
Twee kinderen zijn samen aan het
spelen en jij wil graag meespelen.
Hoe pak je dat aan?
Je bent buiten aan het spelen en de
bal vliegt per ongeluk tegen het raam.
Je mama is boos.
Hoe loopt het af?
Iemand zegt tegen jou dat hij/zij niet
met je wil spelen omdat je altijd
valsspeelt.
Hoe loopt het verder?
19
Je bent aan het dansen en botst per
ongeluk tegen iemand anders.
Hoe loopt het verder?
Je vriend(in) is zijn/haar koek vergeten
en vraagt of hij/zij een stukje van jouw
koek mag.
Hoe loopt het verder?
Iemand van de klas heeft een zakje
met snoep mee en dat mag eigenlijk
niet op school.
Wat doe je?
Je broer/zus zit op de computer, maar
jij zou ook graag op de computer
willen spelen.
Hoe pak je dat aan?
Je hebt een zakje snoep gekregen op
school en je broer/zus vraagt of hij/zij
ook een snoepje mag.
Wat doe je?
Je hoort twee kinderen roddelen over
een vriend van jou. Hoe loopt het af?
ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
20
ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
Hoe zorg je er voor dat je niet in
conflict geraakt met anderen?
Vertel over een eigen conflict. Wat
kan je volgende keer beter doen?
Hoe zorg je er voor dat anderen niet
boos op jou worden?
Geef een goede manier om het na een
conflict weer goed te maken.
Geef een goede manier om een
conflict op te lossen.
Hoe zorg je er voor dat je niet in
conflict geraakt met anderen?
Geef een goede manier om het na een
conflict weer goed te maken
Geef een goede manier om een
conflict op te lossen
Met wie heb jij vaak conflicten?
Waarover heb je dan een conflict?
21
Hoe zorg je er voor dat anderen niet
boos op jou worden?
Met wie heb jij vaak conflicten?
Waarover heb je dan een conflict?
Met wie heb jij vaak conflicten?
Waarover heb je dan een conflict?
Vertel over een eigen conflict. Wat
kan je volgende keer beter doen?
Hoe kan je een conflict voorkomen? Waarover heb jij vaak conflicten?
Vertel over een eigen conflict. Wat
kan je volgende keer beter doen?
Hoe vaak heb jij conflicten? Waarover heb jij vaak conflicten?
Vertel over een eigen conflict. Wat
kan je volgende keer beter doen?
Hoe kan je een conflict voorkomen? Waarover heb jij vaak conflicten?
CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
22
CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
23
Met mijn broer of zus heb ik vaak ruzie
over ...
Op school word ik echt kwaad van …
Als iemand zegt dat ik moet stoppen
dan …
Als ik echt kwaad ben dan … Ik kan er niet goed tegen als …
Als iemand beleefd vraagt om met iets
te stoppen dan …
Ik ben bang als mensen ruzie maken
want …
Ik vind ruzie maken …
Als ik vraag om te stoppen,
dan …
Wanneer ik ruzie maak, dan … Na een ruzie …
Als iemand iets doet wat ik niet leuk
vind, dan …
Als mijn vrienden ruzie maken, dan …
Wanneer ik aan het verliezen ben, dan
…
Als ik iets doe wat iemand anders niet
leuk vindt, dan …
Als personen uit de groep ruzie
maken, dan …
Na een conflict …
Als anderen lachen met wat ik zeg,
dan …
Ruzie maken vind ik …
Wanneer andere kinderen mij
uitlachen, dan …
Wanneer ik lach met wat iemand
anders zegt, dan …
24
ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
25
ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
Toon hoe je flink op je stoel moet
zitten in de klas.
Geef een voorbeeld hoe je beleefd kan
zijn in de klas. Je mag dit uitbeelden of
naspelen.
Geef een voorbeeld van iets onbeleefd
in de klas. Je mag dit uitbeelden of
naspelen.
Geef een voorbeeld wat jij al ooit
beleefd hebt gedaan in de klas. Je mag
dit uitbeelden of naspelen.
Geef een voorbeeld wat jij al ooit
onbeleefd hebt gedaan in de klas. Je
mag dit uitbeelden of naspelen.
Je mag even gek doen. Doe eens een
‘onbeleefde gekke aap’ na.
Beeld dit uit, zonder te spreken.
‘Een kind dat spiekt bij een toets’.
Wat vind jij iets heel onbeleefd? Doe
het eens voor.
Geef de speler die voor jou komt een
complimentje.
Geef de speler die na je komt een
compliment.
Geef de speler die na je komt een
compliment.
Geef de speler die voor jou komt een
complimentje.
Geef iemand van de klas een
compliment, het mag niet iemand van
jouw groep zijn.
Geef iemand van de klas een
compliment, het mag niet iemand van
jouw groep zijn.
Geef de juf een compliment.
26
Geef de juf een compliment.
Geef een voorbeeld wat jij al ooit
beleefd hebt gedaan in de klas. Je mag
dit uitbeelden of naspelen.
Geef een voorbeeld wat jij al ooit
onbeleefd hebt gedaan in de klas. Je
mag dit uitbeelden of naspelen.
Je mag even gek doen. Doe eens een
‘onbeleefde gekke aap’ na.
Toon hoe je flink op je stoel moet
zitten in de klas.
Je mag even gek doen. Doe eens een
‘onbeleefde gekke aap’ na.
DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT
DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT
DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT
DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT
27
DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT
DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT
DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT

More Related Content

Similar to Leidraad 'zelfstandig conflicten oplossen op de speelplaats'

JSW artikel Gesprekken met leerlingen
JSW artikel Gesprekken met leerlingenJSW artikel Gesprekken met leerlingen
JSW artikel Gesprekken met leerlingenKaren van Kooten
 
Tno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versieTno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versieMarcel van Marrewijk
 
Handboek Workshopmakers - Plan Nederland
Handboek Workshopmakers - Plan Nederland Handboek Workshopmakers - Plan Nederland
Handboek Workshopmakers - Plan Nederland Plan Youth NL
 
Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2Gerard Dummer
 
Handout empathy@school
Handout empathy@schoolHandout empathy@school
Handout empathy@schoolnelswichers
 
Hoe stel ik een enquête op?
Hoe stel ik een enquête op?Hoe stel ik een enquête op?
Hoe stel ik een enquête op?JulieVandewalle5
 
Power Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 CompetentiesPower Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 Competentiesguest8f9b4f
 
DWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versieDWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versieJaap Verouden
 
Jsw artikel groepjes maken
Jsw artikel groepjes makenJsw artikel groepjes maken
Jsw artikel groepjes makenKaren van Kooten
 
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptxRobert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptxHogeschool Rotterdam
 
Keuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboeken
Keuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboekenKeuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboeken
Keuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboekenVUBrussel
 
Jsw artikel handelingsgerichte intervisie
Jsw artikel handelingsgerichte intervisieJsw artikel handelingsgerichte intervisie
Jsw artikel handelingsgerichte intervisieKaren van Kooten
 
SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'
SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'
SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'Tanja Nolten
 
Leeslink digi slideshare hb1
Leeslink digi slideshare hb1Leeslink digi slideshare hb1
Leeslink digi slideshare hb1HeldrShare
 
De cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evaluerenDe cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evaluerenJudith Gulikers
 
Presentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerling
Presentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerlingPresentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerling
Presentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerlingLiemers College
 
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-pratenHandleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-pratenHester Radstake
 

Similar to Leidraad 'zelfstandig conflicten oplossen op de speelplaats' (20)

JSW artikel Gesprekken met leerlingen
JSW artikel Gesprekken met leerlingenJSW artikel Gesprekken met leerlingen
JSW artikel Gesprekken met leerlingen
 
competenties
competentiescompetenties
competenties
 
Tno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versieTno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versie
Tno basistraining 1, sc middag finaal (maas) 1e versie
 
Handboek Workshopmakers - Plan Nederland
Handboek Workshopmakers - Plan Nederland Handboek Workshopmakers - Plan Nederland
Handboek Workshopmakers - Plan Nederland
 
Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2
 
Handout empathy@school
Handout empathy@schoolHandout empathy@school
Handout empathy@school
 
Hoe stel ik een enquête op?
Hoe stel ik een enquête op?Hoe stel ik een enquête op?
Hoe stel ik een enquête op?
 
Power Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 CompetentiesPower Pointpresentatie 2 Competenties
Power Pointpresentatie 2 Competenties
 
Leeropbrengsten meten 2
Leeropbrengsten meten 2Leeropbrengsten meten 2
Leeropbrengsten meten 2
 
DWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versieDWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versie
 
Jsw artikel groepjes maken
Jsw artikel groepjes makenJsw artikel groepjes maken
Jsw artikel groepjes maken
 
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptxRobert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
Robert - DN2ICT - Bijeenkomst 7 - Slideshare.pptx
 
Keuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboeken
Keuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboekenKeuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboeken
Keuzesessie binnenklasdifferentiatie en handboeken
 
Jsw artikel handelingsgerichte intervisie
Jsw artikel handelingsgerichte intervisieJsw artikel handelingsgerichte intervisie
Jsw artikel handelingsgerichte intervisie
 
SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'
SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'
SMARTCirculair Hackathon 'Ontwerp de School van de Toekomst'
 
B opmaak werkboek
B opmaak werkboekB opmaak werkboek
B opmaak werkboek
 
Leeslink digi slideshare hb1
Leeslink digi slideshare hb1Leeslink digi slideshare hb1
Leeslink digi slideshare hb1
 
De cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evaluerenDe cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evalueren
 
Presentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerling
Presentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerlingPresentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerling
Presentatie IiP | sectie geschiedenis | de actieve leerling
 
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-pratenHandleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
Handleiding-Je-hebt-makkelijk-praten
 

Leidraad 'zelfstandig conflicten oplossen op de speelplaats'

  • 1. 1 Leidraad: zelfstandig conflicten oplossen op de speelplaats Gemaakt door Lisa De Bock
  • 2. 2 INLEIDING Beste leerkracht, Deze leidraad is tot stand gekomen in het kader van mijn bachelorproef rond het stimuleren van leerlingen om zelfstandig conflicten op te lossen. Na onderzoek heb ik een stappenplan ontwikkeld dat leerlingen stimuleert om conflicten zelfstandig op te lossen. Uit mijn onderzoek is onder andere gekomen dat er eerst goede begeleiding moet zijn bij het oplossen van conflicten, alvorens deze zelfstandig kunnen worden opgelost. Deze leidraad bevat verschillende hoofdstukken: Hoofdstuk 1: het stappenplan In het eerste hoofdstuk vindt u het stappenplan terug dat ik ontwikkeld heb. Daarnaast wordt per stap informatie gegeven. Dit is belangrijke achtergrondinformatie. Hoofdstuk 2: Introductieles over conflicten en conflicten oplossen (1ste graad, 2e graad, 3e graad) In dit hoofdstuk zijn er activiteiten uitgewerkt die u kan gebruiken om conflicten aan te halen in de klas voor 1ste graad, 2e en 3e graad. Verder kan u hier ook nog enkele interessante links en een korte omschrijving terugvinden naar andere activiteiten. Hoofdstuk 3: Introduceren stappenplan en uitproberen In het derde hoofdstuk wordt weergegeven hoe u het stappenplan kan introduceren en uitproberen. Hoofdstuk 4: Wat als het conflict niet zelfstandig kan worden opgelost? In dit hoofdstuk beschrijf ik verschillende theoretische kaders rond conflicten oplossen waarbij de leerkracht de bemiddelaar is. Ik wens u veel succes met het uitproberen van het stappenplan en het gebruiken van de leidraad! Lisa De Bock
  • 3. 3 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Het stappenplan..............................................................................................................................................4 Hoofdstuk 2: Introductieles rond conflicten (1ste , 2e en 3e graad)..................................................................................6 1ste graad (tijd: 30 – 40 minuten)..........................................................................................................................................6 2e graad en 3e graad (tijd: 30 – 40 minuten)........................................................................................................................8 Inspiratie voor andere activiteiten........................................................................................................................................9 Hoofdstuk 3: Introduceren stappenplan en uitproberen ...............................................................................................10 Hoofdstuk 4: wat als het conflict niet zelfstandig kan worden opgelost? .................................................................10 Andere oplossingsstrategieën (buiten het stappenplan)..................................................................................................11 Life space crisis intervention (LSCI) ..............................................................................................................................11 Herstelgericht werken .....................................................................................................................................................12 Literatuurlijst .........................................................................................................................................................................13 Bijlagen...................................................................................................................................................................................14 Activiteit conflicten 2e en 3e graad .....................................................................................................................................14 Bordspel...........................................................................................................................................................................14 Achtergrond spel + spelregels........................................................................................................................................15
  • 4. 4 HOOFDSTUK 1: HET STAPPENPLAN Het stappenplan is geïnspireerd op drie theoretische kaders: het zesstappenplan van Porro1 , het zesstappenplan van Desmet, D’Haeyer, Melis, Permentier en Vanderheeren en de vier herstelgerichte vragen van Mathijs en Platteeuw2 . Het is inzetbaar in elke graad van het lager onderwijs. Ik heb gekozen om gebruik te maken van pictogrammen3 , zodat jongere, anderstalige of taalzwakkere leerlingen zich hieraan kunnen vasthouden. Het stappenplan bestaat uit vijf verschillende stappen. Deze worden hieronder kort toegelicht. Stap 1: Stop en kom tot rust! Bij deze stap stoppen de leerlingen die in conflict zijn, het conflict. Ze proberen hun emoties onder controle te krijgen. Dit kunnen ze op verschillende manieren doen: tot tien tellen, water drinken, aan iets anders denken,… Stap 2: Praat met elkaar! Praat elk om beurt. De ander luistert. De leerlingen begeven zich naar een rustige omgeving waar het conflict uitgeklaard wordt (bijvoorbeeld: ‘de lummelhoek’). De leerlingen praten met elkaar. Degene die het probleem heeft aangekaart, begint met praten. De ander luistert actief. Op het stappenplan staan verschillende kernwoorden die de leerlingen hiermee kunnen helpen. Daarnaast gaan de leerlingen niet alleen na wat er gebeurd is, maar ook wat hun gevoel daarbij is. Op die manier worden alle individuele zorgen in kaart gebracht en wordt er empathie gecreëerd. Elkaars gevoel wordt (h)erkend en ze leren verantwoordelijkheid hebben voor elkaars gevoel. Dit zijn twee belangrijke pijlers van de win-winmethode. Dit is een methode waarbij beide partijen voordelen halen uit een bepaalde situatie4 . Stap 3: Bedenk oplossingen! Bij deze fase bedenken de leerlingen mogelijke oplossingen. Hierbij letten ze op dat de oplossingen haalbaar zijn en voor beide partijen bevredigend zijn. Deze zouden ze kunnen opsommen op een papier, maar dat is niet verplicht. Het is hier vooral belangrijk dat de leerlingen gestimuleerd worden om verschillende oplossingen aan te kaarten die voldoen aan beide voorwaarden. Dit is een derde pijler van de win-winmethode, namelijk samen oplossen. Stap 4: Kies één oplossing. De leerlingen kiezen één oplossing die ze beide goed vinden. Stap 5: Afspraken maken. De leerlingen bespreken hoe ze de oplossing zullen nastreven. Dit kan door afspraken te maken. Deze hoeven niet altijd groot te zijn. Een sorry doet al veel. Belangrijk is dat de leerlingen de gemaakte afspraken nakomen en dat hier later wordt op gereflecteerd. Niet opgelost? Ga naar de juf of meester Op het stappenplan heb ik ook een rubriek voorzien wanneer het conflict niet zelfstandig opgelost geraakt, en waarbij de leerlingen hulp nodig hebben van de juf of meester. Meer hierover lees je in hoofdstuk 4. 1 Porro, B., van Eldik Thieme, C. (2003). Kinderen en … hun rol als bemiddelaar: conflictoplossing in 6 stappen. Hilversum: Kwintessens. 2 Mathijs, O., & Platteeuw, J. (2019, april 15). Klascement: Hoe een conflict oplossen? De 4 herstelgerichte vragen. Geraadpleegd op 30 november 2020 via https://www.klascement.net/beeld/86981/hoe-een-conflict-oplossen-de-4-herstelgerichte- vragen/?previous 3 Scrlera [Website] (2021). Geraadpleegd op 15 mei 2021 via www.sclera.be 4 Desmet, L., D’Haeyer, J., Melis, J., Permentier, L., Vanderheeren, S. (2020). Kijken naar kinderen D: op weg met een groep [Cursus]. Gent: Arteveldehogeschool
  • 5. 5 EEN PROTOTYPE VAN HET STAPPENPLAN
  • 6. 6 HOOFDSTUK 2: INTRODUCTIELES ROND CONFLICTEN (1STE , 2E EN 3E GRAAD) In wat volgt, beschrijf ik twee activiteiten (één voor de eerste graad en één voor de tweede en derde graad) die u kan doen om het onderwerp ‘conflicten’ aan te halen in de klas. Op het einde van dit hoofdstuk, vindt u nog enkele interessante links met andere activiteiten. Het doel van de introductieles is om de leerlingen te laten ervaren dat er conflicten zijn en dat deze niet altijd moeten gezien worden als iets negatief. Wel moet er worden over gepraat en moet het worden opgelost. Deze oplossingsvaardigheden moeten worden aangeleerd. 1STE GRAAD (TIJD: 30 – 40 MINUTEN) - Boek : ‘Schiet op, Belo !’5 5 Aertssen, K. (1994). Schiet op, Belo! Mechelen: Bakermat Uitgeverij Leerplandoelen: LOD-SOV-01.04 De leerlingen kunnen respect en waardering opbrengen in omgang met anderen. LOD-SOV-01.05 De leerlingen kunnen gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen. LOD-SOV-02.07 De leerlingen kunnen actief luisteren. DL-WO-MEN-01.13 De leerlingen kunnen zich inleven in en meeleven met gevoelens van anderen. DL-WO-MEN-01.06 De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen uit. DL-WO-MEN-01.14 De leerlingen kunnen gelijkenissen in gedachten, bedoelingen en gevoelens tussen zichzelf en de andere(n) herkennen en benoemen. Benodigdheden: - Prenten met verschillende gevoelens Organisatie: Voortaak: leerlingen observeren op de speelplaats in verschillende conflict geladen situaties. Stoelen in een kring of verplaatsen naar zithoek. Hang de prenten met verschillende gevoelens door de klas. Verloop : 1) Boek : ‘Schiet op, Belo’ Toon het boek aan de leerlingen en laat hen voorspellen over wat het boek zal gaan. Hierbij kan u enkele richtvragen stellen: - Wat zie je allemaal op de cover? - Waarover denk je dat het verhaal zal gaan? - … Daarna leest u het verhaal voor en toont u de prenten aan de leerlingen. Probeer tijdens het verhaal al enkele richtvragen te stellen, zodat de leerlingen hun aandacht behouden. Na het vertellen, bespreekt u het verhaal. Enkele richtvragen die u kan stellen:
  • 7. 7 - Wat zie je op de prent? - Wie zijn de personages? - Wat doen ze? - Hoe voelen ze zich? - … Optioneel : U kan bij deze fase al inzetten op actief luisteren. Hierbij kan u een voorbeeld geven hoe het voelt als iemand niet naar u luistert. (bijvoorbeeld : je vertelt over jouw weekend en niemand in de klas luistert naar jou à hoe voel je je ?) Zo kan u aangeven dat het belangrijk is dat iedereen naar elkaar luistert, zowel naar de leerkracht als naar elkaar. Belangrijk! Doelen evalueren op het einde van de les. 2) Gevoelens linken aan dagelijkse situaties Laat de leerlingen door de klas wandelen. Maak hierbij duidelijke afspraken. Benoem enkele situaties. De leerlingen gaan bij het juiste gevoel staan. Bespreek deze. Laat de leerlingen hier actief naar elkaar luisteren. Situaties: - Je mag niet meedoen met een spel op de speelplaats. - Je speelt een groot spel met heel de klas. - Je ziet dat iemand wordt uitgesloten. - … 3) Klasgesprek: conflicten op de speelplaats Ga terug in de kring zitten met de leerlingen. Vertel enkele situaties die u hebt gezien op de speelplaats (zowel positieve als negatieve). Gebruik hierbij geen namen, maar probeer dit objectief te vertellen. Laat de leerlingen hier vrij op reageren. U kan dit proces ondersteunen door enkele richtvragen te stellen: - Wat is er gebeurd? - Hoe zou jij je voelen? - Wat zou je doen in die situatie? - … Differentiatie: Als uw klasgroep al op een hoger niveau zit qua groepsvorming en taal, kan u de leerlingen zelf een situatie laten vertellen waarbij de andere leerlingen reageren. Kom tot de conclusie dat conflicten / ruzie maken niet te vermijden zijn. Soms kan het eens dat je iemand minder leuk vindt, maar respect super belangrijk is. De conflicten/ ruzie moeten dan ook worden opgelost. 4) Afronden met groepsactiviteit Het is veel leuker om samen iets te doen. Sluit de les af met een leuke groepsactiviteit. U kan deze laten kiezen door de kinderen of zelf kiezen. Enkele mogelijkheden: - Ga van groot naar klein staan zonder te praten. - Maak een zo lang mogelijke kledingketting. - ….
  • 8. 8 2E GRAAD EN 3E GRAAD (TIJD: 30 – 40 MINUTEN) Hieronder vindt u een activiteit6 die u kan doen met 2e en 3e graad. Bij deze activiteit is er wel wat voorbereidingstijd nodig. Toch heb ik voor deze activiteit gekozen, omdat de moeilijke materie rond conflicten toch op een dragelijke en speelse manier wordt aangebracht. 6 Carmans, L. (2020, 4 december). Bordspel sociale vaardigheden. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/113492/bordspel-sociale-vaardigheden/?previous Leerplandoelen: LOD-SOV-01.04 De leerlingen kunnen respect en waardering opbrengen in omgang met anderen. LOD-SOV-01.05 De leerlingen kunnen gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen. LOD-SOV-02.07 De leerlingen kunnen actief luisteren. DL-WO-MEN-01.13 De leerlingen kunnen zich inleven in en meeleven met gevoelens van anderen. DL-WO-MEN-01.06 De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen uit. DL-WO-MEN-01.14 De leerlingen kunnen gelijkenissen in gedachten, bedoelingen en gevoelens tussen zichzelf en de andere(n) herkennen en benoemen. Benodigdheden (te vinden in bijlage) - Spelborden - Dobbelstenen - Pionnen - Spelkaartjes (21 per groep) - Spelregels per groepje Organisatie: Materiaal klaarleggen. Leerlingen verdelen in groepjes van 4. Verloop: 1) Uitleg spel Vertel aan de leerlingen dat ze een gezelschapsspel zullen spelen over conflicten. Iedereen kan vrij zeggen wat hij/zij denkt. Als iemand iets wil zeggen of als iemand het niet eens is met een andere leerling, mag die persoon zijn/haar vinger opsteken. Degene die aan de beurt is zal de persoon aanduiden om te antwoorden. De leerlingen verwoorden hun mening op een gepaste manier en met respect. Ze geven suggesties hoe zij zouden omgaan met de situatie. Geef aan iedereen het nodige materiaal. Zeg expliciet dat de leerlingen eerst in hun groepje de spelregels moeten lezen vooraleer ze het bordspel spelen. Meer achtergrondinformatie, het bordspel en de kaarten vindt u in de bijlagen. Taalzwakke klas? Overloop samen de spelregels. 2) Na het spel: reflectie De leerlingen ruimen alles op. Daarna is het belangrijk om een klasgesprek te houden waar de leerlingen gaan reflecteren over het spel. Enkele richtvragen die u zou kunnen stellen zijn:
  • 9. 9 INSPIRATIE VOOR ANDERE ACTIVITEITEN 1) Boektip: kat is weg (1ste graad) Korte omschrijving: Het boek gaat over twee vrienden, Noor en Toon die ruziegemaakt hebben en ze willen het bijleggen. Daarom schrijf Toon een brief aan Noor. De activiteit begint met het voorlezen en bespreken van het verhaal. Daarna zijn er meerdere verwerkingsopdrachten beschikbaar: dramaopdracht, ICTopdracht,… Bron: De Eenhoorn (2019, 3 juni). Kat is weg: lestips bij het boek. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/93301/kat-is-weg-lestips-bij-het-boek/?previous 2) Beestenberg: spel rond conflictenbemiddeling (2e en 3e graad) – betalend Korte omschrijving: Beestenberg werkt met verhalen gebaseerd op dieren, om zo spelenderwijs moeilijke materie, zoals conflicten aan te brengen. Dit spel is een rollenspel met 50 kaarten waarbij op de voorkant een afbeelding staat van een dier en op de achterkant de bepaalde rol. Bron: Pax Christi Vlaanderen (2021, 10 maart). Beestenberg: spel rond conflictenbemiddeling. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/fysiek-materiaal/122467/beestenberg- spel-rond-conflictbemiddeling/?previous 3) Boektip: Twee vechtende eekhoorntjes (1ste graad) Korte omschrijving: Het boek gaat over twee eekhoorns die een conflict hebben omdat ze dezelfde dennenappel willen. De activiteit begint met het voorlezen en bespreken van het verhaal, daarna volgt er een klasgesprek over conflicten. Bron: Everart, M. (2021, 8 maart). Twee vechtende eekhoorntjes: lesplan. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/122307/twee-vechtende-eekhoorntjes- lesplan/?previous 4) Drama: conflictsituaties (alle graden) Korte omschrijving: Deze activiteit kan gedaan worden als de leerlingen al redelijk veel bagage hebben over conflicten. Elke leerling krijgt een kaartje met een bepaalde situatie op (differentiatie: ze kunnen deze ook zelf verzinnen) en deze moeten ze dan dramatiseren. Bron: 123lesidee [Website] (2008 – 2021). Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://123lesidee.nl/index.php/site/links/1575 - Hoe vond je het om je in te leven in een bepaalde rol? - Welk gevoel kreeg je hierbij? - Welk verhaal van het rollenspel is jou het meeste bijgebleven? - Waren jullie het meestal eens met elkaar? Wanneer wel/niet? - … 3) Optioneel: klasgesprek over conflicten op de speelplaats Ga samen met de leerlingen in de kring zitten en bespreek conflict geladen situaties die zich hebben afgespeeld op de speelplaats. Laat de leerlingen hun eigen ervaringen en gevoelens vertellen. Hierbij kan je opnieuw enkele richtvragen stellen: - Hoe voelde je jou daarbij? - Wat heb je gedaan in die situatie? - Wat zou je de volgende keer doen? - ….
  • 10. 10 HOOFDSTUK 3: INTRODUCEREN STAPPENPLAN EN UITPROBEREN Na het geven van de introductieles rond conflicten is het tijd om het stappenplan te introduceren en uit te proberen. Doe dit op een geleidelijke manier. Hieronder vindt u een manier om het stappenplan te introduceren. Dit kan in elk leerjaar worden toegepast, mits aanpassingen naar de beginsituatie. 1) Geef het doel mee van het stappenplan: ik kan zelfstandig conflicten / ruzie oplossen. 2) Brainstorm eerst samen met de leerlingen over hoe ze een conflict zelfstandig kunnen oplossen. Hebben ze er een hulpmiddel voor nodig? Kennen ze al stappen? Schrijf hun bedenkingen op het bord. 3) Leg het stap voor stap uit. (zie pagina 4) a. Geef voorbeelden. b. Verbind de verschillende stappen met de pictogrammen 4) Observeer de leerlingen op de speelplaats en stimuleer hen om het stappenplan te gebruiken. Noteer de observaties ergens en bekijk of alles goed loopt. a. Gebruiken de leerlingen het stappenplan goed? b. Doen ze dit zelfstandig? c. Weten ze wie er begint met praten? d. … 5) Reflecteer (samen met de leerlingen) over wat je gezien hebt. Dit hoeft niet in een aparte les. HOOFDSTUK 4: WAT ALS HET CONFLICT NIET ZELFSTANDIG KAN WORDEN OPGELOST? Waarom het conflict niet zelfstandig kan worden opgelost, kan verschillende redenen hebben. Hieronder vindt u enkele theoretische kaders die u kunnen helpen om de kleinere conflicten op te lossen. Als het gaat over ernstigere feiten, zoals pesten, raad ik u aan om u te verdiepen in proactieve maatregelen en reactieve maatregelen rond pesten. 1) Stappenplan samen bekijken met de leerlingen Het kan zijn dat het een klein conflict is, maar dat de leerlingen (nog) niet in staat zijn om dit zelfstandig op te lossen. Onze taak als leerkracht is dan om de leerlingen hier verder in te ondersteunen. Bekijk het stappenplan samen met de leerlingen en volg samen de stappen. De achtergrondinformatie bij de stappen vindt u op pagina 4. Het is natuurlijk wel belangrijk dat de leerlingen in het vervolg wel het conflict zelfstandig kunnen oplossen. Probeer hen hierin te stimuleren door aan te geven wat ze al goed doen. 2) Stappenplan zelf toepassen op het conflict Zijn de leerlingen nog niet in staat om met uw begeleiding het conflict op te lossen, dan kan u de touwen in eigen handen nemen. Bij het stappenplan kunnen de vier herstelgerichte vragen van Mathijs en Platteeuw u daarbij helpen: (Mathijs & Platteeuw, 2019) 1) Wat is er gebeurd? 2) Hoe voel je jouw daarbij en hoe zouden anderen zich voelen? 3) Wat heb jij gedaan? 4) Hoe wil je dit oplossen? Zoals de naam al zegt zijn deze vragen gericht op het herstellen van de schade en niet op het aanduiden van een schuldige.
  • 11. 11 ANDERE OPLOSSINGSSTRATEGIEËN (BUITEN HET STAPPENPLAN) Hieronder beschrijf ik nog enkele theoretische kaders die buiten het stappenplan liggen. Beide strategieën zijn gericht op het herstellen van het gedrag. LIFE SPACE CRISIS INTERVENTION (LSCI) Life Space Crisis Intervention of LSCI is een verbale methodiek die toelaat actief in te grijpen in het leven van jongeren op crisismomenten. Het helpt de jongere de specifieke crisis die hij niet alleen aankon, te begrijpen en aan te pakken. Een volwassene uit de natuurlijke omgeving van de jongere begeleidt de LSCI, die zo snel mogelijk na de crisis wordt uitgevoerd. (Fecser, Long & Wood, 2017, p. 103). LSCI bestaat uit zes fasen. De eerste drie fasen worden ook wel de diagnostische fasen genoemd. Tijdens deze drie fasen proberen we het soort crisis en het centrale thema vast te stellen. De laatste drie fasen worden ook wel de nieuwe-kansen-fasen genoemd. Tijdens deze drie fasen focussen we ons op resulaten, oplossingen en het opstellen van een actieplan. (Fecser, Long & Wood, 2017). Fecser, Long, Wood (2017). Praten met kinderen en jongeren in crisissituaties. Tielt: Uitgervij Lannoo nv. (p. 108). Hieronder volgt een beknopte uiteenzetting over de verschillende stappen van het LSCI-proces: - Fase 1 (ontladen): deze fase heeft als doel om de intense emoties te ontladen door de gevoelens bij de jongere te erkennen; - Fase 2 (tijdlijn) : in deze fase maak je gebruik van bevestiging en luistervaardigheden om de perceptie van de jongere te ontdekken. Daarbij zijn er enkele essentiële vragen behulpzaam: waar?, wanneer?, doel?, duur?, frequentie?, intensiteit?, en aanstekelijkheid?; - Fase 3 (centrale thema) : deze fase heeft als doel om het centrale thema te identificeren en de gepaste nieuwe-kansen-interventie1 te selecteren; - Fase 4 (inzicht) : in deze fase maak je gebruik van één van de nieuwe-kansen-interventies om de jongere te helpen om zijn patroon van zelfvernietigend gedrag te ontdekken; - Fase 5 (nieuwe vaardigheden) : deze fase heeft als doel om de nieuwe vaardigheden aan te leren die dan leiden tot meer verantwoordelijk gedrag; - Fase 6 (transfer van het leren) : in deze fase bereid je de jongee voor op een terugkeer naar de groep. (Fecser, Long & Wood, 2017)
  • 12. 12 Als u hier meer informatie over wil, kan ik u volgend boek aanraden: “Praten met kinderen en jongeren in crisissituaties: Life Space Crisis Intervention7 van N.J. Long, M.M Wood en F.A. Fecser. HERSTELGERICHT WERKEN Ligand (2014) defineert herstelgericht werken als: “Een integrale aanpak waarbij proactie, preventie en curatie hand in hand gaan. Het opbouwen, onderhouden en herstellen van relaties staan hierbij centraal.” (Ligand, 2014 (p. 19)). Herstelgericht werken bevat enkele belangrijke principes (Ligand, 2014). Hieronder worden deze kort opgesomd: - Focus op schade en het herstel hiervan. Belangrijk is dat er gekeken wordt naar het gedrag van de persoon en niet naar de persoon zelf. Er zijn verschillende soorten schade: fysieke, financiële, emotionele, relationele; - Het is een interactief en verbindend proces. Hierbij staan dialoog, ontmoeting en overleg centraal; - Verantwoordelijkheid voor alle betrokkenen. Niet alleen eigen verantwoordelijkheid, maar ook verantwoordelijk voor de verantwoordelijkheid van de ander; - In veiligheid kunnen de betrokkenen vrij hun gevoelens uitdrukken; - Herstelgericht werken is gericht op de gemeenschap. Het heeft niet alleen betrekking op de direct betrokkenen bij een conflict, maar ook indirecte betrokkenen zoals de leerkrachten, directie, ouders… Als u hier meer over wil lezen, raad ik u volgend boek aan: Samen wijs! Herstelgericht werken op school van Ligand.8 7 Fecser, F.A., Long, N.J., Wood, M.M. (2017). Praten met kinderen en jongeren in crisissituaties: life space crisis intervention. Leuven: Lannoo Campus. 8 Ligand. (2014). Samen wijs! Herstelgericht werken op school. Leuven: Acco.
  • 13. 13 LITERATUURLIJST 123lesidee [Website] (2008 – 2021). Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://123lesidee.nl/index.php/site/links/1575 Aertssen, K. (1994). Schiet op, Belo! Mechelen: Bakermat Uitgeverij Carmans, L. (2020, 4 december). Bordspel sociale vaardigheden. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/113492/bordspel-sociale- vaardigheden/?previous De Eenhoorn (2019, 3 juni). Kat is weg: lestips bij het boek. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/93301/kat-is-weg-lestips-bij-het-boek/?previous Desmet, L., D’Haeyer, J., Melis, J., Permentier, L., Vanderheeren, S. (2020). Kijken naar kinderen D: op weg met een groep [Cursus]. Gent: Arteveldehogeschool Everart, M. (2021, 8 maart). Twee vechtende eekhoorntjes: lesplan. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/122307/twee-vechtende-eekhoorntjes- lesplan/?previous Fecser, F.A., Long, N.J., Wood, M.M. (2017). Praten met kinderen en jongeren in crisissituaties: life space crisis intervention. Leuven: Lannoo Campus. Ligand. (2014). Samen wijs! Herstelgericht werken op school. Leuven: Acco. Mathijs, O., & Platteeuw, J. (2019, april 15). Klascement: Hoe een conflict oplossen? De 4 herstelgerichte vragen. Geraadpleegd op 30 november 2020 via https://www.klascement.net/beeld/86981/hoe-een-conflict- oplossen-de-4-herstelgerichte-vragen/?previous Pax Christi Vlaanderen (2021, 10 maart). Beestenberg: spel rond conflictenbemiddeling. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/fysiek-materiaal/122467/beestenberg-spel-rond- conflictbemiddeling/?previous Porro, B., van Eldik Thieme, C. (2003). Kinderen en … hun rol als bemiddelaar: conflictoplossing in 6 stappen. Hilversum: Kwintessens. Schoolweb OVSG [Website] (2021). Geraadpleegd op 14 mei 2021 via www.schoolweb.ovsg.be/ovsg/leerplan_login.aspx Scrlera [Website] (2021). Geraadpleegd op 15 mei 2021 via www.sclera.be
  • 15. 15 ACHTERGROND SPEL + SPELREGELS9 Aantal spelers: Het spel is geschikt voor 2 tot 8 spelers. Spelinhoud: Speelbord, 1 dobbelsteen, 8 pionnen, 5 categorieën met 21 kaartjes per categorie. Inleiding Dit is een gezelschapsspel over conflicten. Sommige vragen zullen misschien moeilijk zijn, andere vragen zijn misschien makkelijker. Het is de bedoeling dat iedereen vrij kan zeggen wat hij/zij denkt zonder dat anderen daar commentaar op geven. Als je iets wil zeggen, mag je je vinger opsteken en wachten tot je aan de beurt bent. Er wordt verwacht dat iedereen gepast en respectvol antwoordt. Denk altijd eerst na wat je gaat zeggen en of dat gepast of ongepast is. Doel van het spel Probeer zo snel mogelijk 5 kaartjes in 5 verschillende kleuren te verzamelen. Heb je de kaartjes, haast je dan naar ‘CONFLICT MASTER’. Met de kaartjes in de hand mag je meteen binnen. Als jij erin slaagt om ‘CONFLICT MASTER’ als eerste te bereiken, dan ben jij de conflict master van de dag! Maar let op, want onderweg kan je nog altijd een kaartje verliezen. En dan moet je weer op zoek naar een nieuwe. Begin van het spel • Kies een pion en plaats hem op 1 van de startvakjes. • Werp dan om de beurt met de dobbelsteen om te bepalen wie met het spel mag beginnen: de speler die het hoogste aantal ogen gooit, begint. Nadien wordt er gespeeld in de richting van de wijzers van de klok. Spelverloop • Nadat je de dobbelsteen geworpen hebt, verplaats je je pion in eender welke richting. Je mag zoveel vakjes vooruitgaan als de dobbelsteen aangeeft. Let wel, tijdens dezelfde beurt mag je niet vooruit én achteruitgaan. • Komt je pion op een gekleurd vakje, dan mag je een kaartje in de juiste kleur nemen en luidop voorlezen en de vraag beantwoorden. o Oranje: Wat doe je? o Blauw: Rollenspel: Hoe gaat het verder? o Groen: Conflictvraag o Paars: Zin aanvullen o Geel: Doe-opdracht • Is het antwoord goed, dan krijg je het kaartje. Is het antwoord fout, dan moet je het kaartje weer onderaan de stapel leggen. Opgelet: heb je al een kaartje van die kleur, dan moet je deze bij een foutief antwoord onderaan de juiste stapel terugleggen. Speciale vakjes • Stop: 1 beurt overslaan. • Dobbelsteen: nog een keer gooien en in dezelfde richting verdergaan. • Boef: 1 kaartje naar keuze afgeven. • Leeg vakje: er gebeurt niets, de beurt gaat door naar de volgende speler. Einde Het spel eindigt wanneer één speler ‘CONFLICT MASTER’ heeft bereikt met die 5 kaartjes in de 5 verschillende kleuren. Om het einddoel te bereiken, MOET je het exacte aantal ogen gooien. 9 Carmans, L. (2020, 4 december). Bordspel sociale vaardigheden. Geraadpleegd op 14 mei 2021 via https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/113492/bordspel-sociale-vaardigheden/?previous
  • 16. 16 Twee goede vrienden van jou zijn aan het vechten om een bal. Wat doe je? Je speelt een nieuw spel op de PlayStation, maar je vriend heeft niet goed uitgelegd hoe het werkt en hij wint van je. Wat doe je? Je zit midden in een spannend boek en iemand vraagt je het boek weg te leggen. Wat doe je? Je bent samen met een vriend aan het spelen en die vriend wil niet meer verder spelen. Wat doe je? Je werkt samen met iemand maar merkt dat hij/zij zich niet inzet. Wat doe je? Je wil heel graag buiten gaan spelen, maar dat mag niet. Wat doe je? Je gooit per ongeluk een bal tegen iemand en hij/zij wordt boos. Wat doe je? Jullie moeten opruimen, maar niet iedereen helpt mee. Wat doe je? Je wil graag meedoen met een spel, maar de andere kinderen laten dat niet toe. Wat doe je? Je roept iets en de foute persoon denkt dat het tegen hem/haar was. Wat doe je? Je wordt gestraft omdat je gemeen was. Wat doe je? Je wil graag gamen, maar dat mag niet. Wat doe je? Je merkt dat er twee personen van de groep boos worden. Wat doe je? Je vertelt een geheim aan je beste vriend/vriendin, maar hij/zij vertelt het door. Wat doe je? Je vertelt een mopje en iemand vat het verkeerd op. Wat doe je? Je bent een liedje aan het zingen en iemand vraagt om te stoppen. Wat doe je? Je beste vriend zegt dat hij een extra drankje heeft genomen en wil dat je dit geheim houdt. Later op de dag vraagt de juf aan jou of je hier iets over weet. Wat doe je? Iemand maakt een mopje over jou dat jij niet grappig vindt. Wat doe je? Jullie willen alle twee op de computer, maar er is nog maar 1 plaats. Wat doe je? Je maakt veel lawaai in de klas en iemand vraagt je om te stoppen. Wat doe je? Iemand doet iets wat jij niet leuk vindt, maar stopt niet wanneer jij dat vraagt. Wat doe je?
  • 17. 17 WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE?
  • 18. 18 WAT DOE JE? WAT DOE JE? WAT DOE JE? Je hebt daarnet de tekening van iemand van de groep stuk gemaakt. Nu komt het uit dat jij waarschijnlijk de dader bent. Hoe loopt het af? Je bent aan het gamen en je mama/papa vraagt om je kamer op te ruimen. Hoe loopt het verder? Je speelt vals bij een spel en wint daardoor. Iemand anders beschuldigt jou. Hoe loopt het verder? Jullie doen een spel voor het eerst. Eén van de twee heeft vals gespeeld en heeft daardoor gewonnen. Hoe loopt het af? Je broer/zus kijkt naar een tv- programma dat jij niet zo leuk vindt, maar jij wil ook tv kijken. Hoe loopt het verder? Twee vrienden zijn ruzie aan het maken en jij wil dat ze stoppen. Hoe loopt het verder? Je bent aan het spelen en iemand die je minder goed kent komt vragen om mee te doen. Hoe loopt het verder? Je bent een verhaal aan het vertellen. Je vriend(in) vindt het niet zo’n leuk verhaal en vraagt om niet meer verder te vertellen. Hoe loopt het af? Je wordt gestraft omdat jouw broer/zus zegt dat je hem/haar geslagen hebt. Eigenlijk heb je dat niet gedaan. Hoe loopt het verder? Je bent een liedje aan het zingen en iemand vraagt je om daarmee te stoppen. Hoe loopt het af? Je wil graag buiten gaan spelen, maar je mama zegt dat je eerst je huiswerk moet gaan maken. Hoe loopt het verder? Je zit stiekem op je iPad te spelen terwijl je eigenlijk al lang moest slapen. Je mama komt je kamer binnen. Hoe loopt het verder? Twee kinderen zijn samen aan het spelen en jij wil graag meespelen. Hoe pak je dat aan? Je bent buiten aan het spelen en de bal vliegt per ongeluk tegen het raam. Je mama is boos. Hoe loopt het af? Iemand zegt tegen jou dat hij/zij niet met je wil spelen omdat je altijd valsspeelt. Hoe loopt het verder?
  • 19. 19 Je bent aan het dansen en botst per ongeluk tegen iemand anders. Hoe loopt het verder? Je vriend(in) is zijn/haar koek vergeten en vraagt of hij/zij een stukje van jouw koek mag. Hoe loopt het verder? Iemand van de klas heeft een zakje met snoep mee en dat mag eigenlijk niet op school. Wat doe je? Je broer/zus zit op de computer, maar jij zou ook graag op de computer willen spelen. Hoe pak je dat aan? Je hebt een zakje snoep gekregen op school en je broer/zus vraagt of hij/zij ook een snoepje mag. Wat doe je? Je hoort twee kinderen roddelen over een vriend van jou. Hoe loopt het af? ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL
  • 20. 20 ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL ROLLENSPEL Hoe zorg je er voor dat je niet in conflict geraakt met anderen? Vertel over een eigen conflict. Wat kan je volgende keer beter doen? Hoe zorg je er voor dat anderen niet boos op jou worden? Geef een goede manier om het na een conflict weer goed te maken. Geef een goede manier om een conflict op te lossen. Hoe zorg je er voor dat je niet in conflict geraakt met anderen? Geef een goede manier om het na een conflict weer goed te maken Geef een goede manier om een conflict op te lossen Met wie heb jij vaak conflicten? Waarover heb je dan een conflict?
  • 21. 21 Hoe zorg je er voor dat anderen niet boos op jou worden? Met wie heb jij vaak conflicten? Waarover heb je dan een conflict? Met wie heb jij vaak conflicten? Waarover heb je dan een conflict? Vertel over een eigen conflict. Wat kan je volgende keer beter doen? Hoe kan je een conflict voorkomen? Waarover heb jij vaak conflicten? Vertel over een eigen conflict. Wat kan je volgende keer beter doen? Hoe vaak heb jij conflicten? Waarover heb jij vaak conflicten? Vertel over een eigen conflict. Wat kan je volgende keer beter doen? Hoe kan je een conflict voorkomen? Waarover heb jij vaak conflicten? CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
  • 22. 22 CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG CONFLICTVRAAG
  • 23. 23 Met mijn broer of zus heb ik vaak ruzie over ... Op school word ik echt kwaad van … Als iemand zegt dat ik moet stoppen dan … Als ik echt kwaad ben dan … Ik kan er niet goed tegen als … Als iemand beleefd vraagt om met iets te stoppen dan … Ik ben bang als mensen ruzie maken want … Ik vind ruzie maken … Als ik vraag om te stoppen, dan … Wanneer ik ruzie maak, dan … Na een ruzie … Als iemand iets doet wat ik niet leuk vind, dan … Als mijn vrienden ruzie maken, dan … Wanneer ik aan het verliezen ben, dan … Als ik iets doe wat iemand anders niet leuk vindt, dan … Als personen uit de groep ruzie maken, dan … Na een conflict … Als anderen lachen met wat ik zeg, dan … Ruzie maken vind ik … Wanneer andere kinderen mij uitlachen, dan … Wanneer ik lach met wat iemand anders zegt, dan …
  • 24. 24 ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN
  • 25. 25 ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN ZIN AANVULLEN Toon hoe je flink op je stoel moet zitten in de klas. Geef een voorbeeld hoe je beleefd kan zijn in de klas. Je mag dit uitbeelden of naspelen. Geef een voorbeeld van iets onbeleefd in de klas. Je mag dit uitbeelden of naspelen. Geef een voorbeeld wat jij al ooit beleefd hebt gedaan in de klas. Je mag dit uitbeelden of naspelen. Geef een voorbeeld wat jij al ooit onbeleefd hebt gedaan in de klas. Je mag dit uitbeelden of naspelen. Je mag even gek doen. Doe eens een ‘onbeleefde gekke aap’ na. Beeld dit uit, zonder te spreken. ‘Een kind dat spiekt bij een toets’. Wat vind jij iets heel onbeleefd? Doe het eens voor. Geef de speler die voor jou komt een complimentje. Geef de speler die na je komt een compliment. Geef de speler die na je komt een compliment. Geef de speler die voor jou komt een complimentje. Geef iemand van de klas een compliment, het mag niet iemand van jouw groep zijn. Geef iemand van de klas een compliment, het mag niet iemand van jouw groep zijn. Geef de juf een compliment.
  • 26. 26 Geef de juf een compliment. Geef een voorbeeld wat jij al ooit beleefd hebt gedaan in de klas. Je mag dit uitbeelden of naspelen. Geef een voorbeeld wat jij al ooit onbeleefd hebt gedaan in de klas. Je mag dit uitbeelden of naspelen. Je mag even gek doen. Doe eens een ‘onbeleefde gekke aap’ na. Toon hoe je flink op je stoel moet zitten in de klas. Je mag even gek doen. Doe eens een ‘onbeleefde gekke aap’ na. DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT
  • 27. 27 DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT DOE-OPDRACHT