15. Ga mij niet voorbij, o Herder!
Maak mij gans van zonden vrij;
vloeit de stroom van zegen
verder, zegen and'ren, maar ook
mij. Ja, ook mij, ja ook mij,
zegen and'ren, maar ook mij.
19. Heer, ik zal Uw lof verbreiden
voor Uw weldaân zonder tal;
wil door mij ook and'ren leiden,
goede Herder, tot Uw stal.
Voeg, tot eer van Uw genade,
onze harten, vroeg en spade,
om Uw weldaân ons geschied,
saam in 't eeuwig vreugdelied.
48. De Here is mijn herder,
mij ontbreekt niets;
Hij doet mij nederliggen
in grazige weiden;
Hij voert mij aan rustige wateren;
Hij verkwikt mijn ziel.
Hij leidt mij in rechte sporen
om zijns naams wil.
49. Zelfs al ga ik door een dal
van diepe duisternis,
ik vrees geen kwaad,
want Gij zijt bij mij;
uw stok en uw staf, die vertroosten
mij.
Gij richt voor mij een dis aan
voor de ogen van wie mij
benauwen.
50. Gij zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
Ja, heil en goedertierenheid
zullen mij volgen,
al de dagen van mijn leven;
ik zal in het huis des Heren
verblijven
tot in lengte van dagen.
51. Ga voor de schapen zorgen
op de ♫
‘t Was nacht in….
52. Allen
1. 'Ga voor de schapen zorgen',
zo was hij aangesteld.
Men vindt hem ied're morgen
opnieuw weer in het veld,
zijn kudde trouw verzorgen,
bewaken als een held.
53. Allen
2. Waar David gaat vergâren
zijn schapen 's avonds laat,
en hij ook op zijn snaren
zijn psalmen horen laat;
en hij ook in gevaren
een leeuw en beer verslaat.
54. Vrouwen
3. Kwam in diezelfde velden
bij herders onverwacht,
een engel, die vertelde:
'Hij kwam in deze nacht,
van Wie Gods Woord vermeldde,
't Lam Gods, Dat wordt geslacht'.
55. Mannen
4. Daar gingen d' englen zingen
het lied: 'Aan God zij d' eer!'
Wat doet Hij grote dingen,
komt Zelf op d' aarde neer;
dat zondaars toch ontvingen
de vreed' in 't harte weer.
56. Vrouwen
5. Hij is de Goede Herder,
Die Zelf Zijn schapen leidt.
Hij voert hen ook veel verder:
in d' eeuw'ge zaligheid!
Dat kan geen aardse herder,
die hier zijn schapen weidt.
57. Mannen
6. 'Ik geef voor hen Mijn leven,
'k ga sterven aan het kruis,
opdat Ik hun kan geven
een plaats in 't Vaderhuis.
En na dit aardse leven
breng Ik hen eeuwig thuis'.
58. Allen
7. O Herder, wil mij weiden,
doen horen naar Uw stem.
Doe mij verstaan Uw lijden,
Uw komst in Bethlehem;
dat ik aan 't eind der tijden
mag zeggen ' 't Is uit Hem!'
59. luisterlied
De Herder en de wetterhûn
https://www.youtube.com/wat
ch?v=0R8WnF0LAMY&ab_chann
el=NoutaVideo
74. De herdertjes lagen bij nachte,
Ze lagen bij nacht in 't veld;
Zij hielden vol trouwe de wachte,
Ze hadden de schaapjes geteld;
Daar horen zij d'Engelen zingen
Hun liederen vloeiend en klaar;
De Herders naar Bethelehem
gingen;
't Liep tegen het Nieuwe Jaar.
75. Toen zij er te Bethlehem kwamen,
Daar schoten drie stralen dooreen;
Een straal van omhoog zij
vernamen,
Een straal uit het kribje beneên;
Toen vlamd' er een straal uit hun
ogen,
En viel op het kindeke teer;
Zij stonden tot schreiens bewogen,
En knielden bij Jezus neer.
79. In de nacht van strijd en zorgen
Kijken wij naar U omhoog
Biddend om een nieuwe morgen
Om een toekomst vol van hoop
Ook al zijn er duizend vragen
Al begrijpen wij U niet
U blijft ons met liefde dragen
U die alles overziet
80. U geeft een toekomst vol van hoop
Dat heeft U aan ons beloofd
Niemand anders, U alleen
Leidt ons door dit leven heen
U heeft ons geluk voor ogen
Jezus heeft het ons gebracht
Mens, als wij, voor ons gebroken
In de allerzwartste nacht
81. U geeft een toekomst vol van hoop
Dat heeft U aan ons beloofd
Niemand anders, U alleen
Leidt ons door dit leven heen
U bent God, de Allerhoogste
God van onbegrensde macht
Wij geloven en wij hopen
Op het einde van de nacht
82. U geeft een toekomst vol van
hoop
Dat heeft U aan ons beloofd
Niemand anders, U alleen
Leidt ons door dit leven heen
3x