4. 4
Elektrische installaties – specifieke wetgeving :
a. > 1/1/1983 (1/10/1981) : AREI
b. < 1/1/1983 (1/10/1981) : ARAB (T. III – Hfst. I – Afd. 1)
ARAB-voorschriften :
* noodzaak aan inhoudelijke update
(groeiend verschil in veiligheidsniveau ARAB <-> AREI)
* kadert in proces van Codificatie
invoeging in Codex :
Titel III : Arbeidsplaatsen
Hoofdstuk II : Elektrische installaties
opheffing KB OEI van 02/06/2008
5. 5
Elektrische installaties – algemene wetgeving :
a. Wet welzijn van 4/8/1996 (preventiehiërarchie, werken met derden, …)
b. KB welzijnsbeleid van 27/03/1998 (risico-analyse en –evaluatie,
opleidingen, bekwaamheid, instructies, toezicht HL, …)
c. KB Arbeidsmiddelen van 12/08/1993
Elektrische installatie = installatie = arbeidsmiddel (def. art 2 KB AM)
d. KB tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan
arbeidsplaatsen moeten beantwoorden van 10/10/2012, art. 7
7. 7
Afdeling 1 : Toepassingsgebied en definities
• Toepassingsgebied :
(a) WG – WN (cf. wet welzijn)
(b) Elektrische installaties
* bestemd voor productie, omvorming,
transport, verdeling of gebruik van
elektrische energie
* nominale frequentie < 10.000 Hz
* gelegen in gebouwen of op de terreinen van
de onderneming of de inrichting van WG
• Definities : verwijzing naar AREI
8. 8
Afdeling 2 : Risicobeoordeling
• WG voert een risico-analyse (art. 4) uit van elke
elektrische installatie waarvan hij houder is. Hij spoort
ten minste de volgende risico’s op en evalueert ze :
1. rechtstreekse aanraking
2. onrechtstreekse aanraking
3. ontladingen en lichtbogen
4. potentiaalspreiding
5. ophoping van energie (bv. condensatoren)
6. overspanningen
7. oververhitting, brandwonden, brand, ontploffing
8. overstromen
9. spanningsdaling en wederopkomen van de spanning
10. gebruik van elektr. energie en werkzaamheden aan elektr. install.
11. niet elektrische risico’s te wijten aan fout v/e elektr. component
9. 9
• Risico-evaluatie : parameters (art. 5)
1. de spanningsgebieden;
2. de absolute conventionele grensspanning en de relatieve
conventionele grensspanning;
3. het systeem van de aardverbindingen;
4. de uitwendige invloeden;
5. de inplanting v/d elektrische installatie i/e exclusieve ruimte
v/d elektrische dienst;
6. de eventueel aanwezige andere factoren die de ernst van de
risico's kunnen beïnvloeden, inzonderheid de aanwezigheid
van andere elektrische of niet elektrische installaties en
vreemde geleidende delen
10. 10
Afdeling 2 : Algemene preventiemaatregelen
(art. 6)
• Principe :
Risico-analyse WG treft alle nodige
preventiemaatregelen
• WG toont doeltreffende bescherming WN aan
• WG houdt rekening met KB AM
11. 11
Afdeling 3 : Minimale voorschriften betr. de uitvoering
• Uitvoering elektrische installatie: voldoet, voor elk
te evalueren risico, ten minste aan het AREI
(art. 7)
• Oude elektrische installatie: voldoet aan bijlage I
uiterlijk op 31/12/2016
(art. 8)
• NVT op elektrische installaties uitgesloten volgens
art. 1.02 van het AREI
(art. 9)
12. 12
Afdeling 4 : Werkzaamheden aan elektr. Installaties
art. 10 & 11
• Zelfde als AREI :
– AREI art 192 : voorzorgsmaatregelen bij werken i/d nabijheid van :
luchtlijnen / ondergrondse kabels
– AREI art 193 : kennisgeving van de uitvoering van een werk
– AREI art 194 : uitvoeringswijzen
– AREI art 195 : controle
– AREI art 196 : tijdelijke voorzorgen
– AREI art 197 : kennisgevingen in geval van ongeval
– AREI art 266 : algemeen
• “Werken met derden” (vlgs art 9 §1 Welzijnswet) : WG verschaft
informatie omtrent :
– delen v/d elektr. installatie die niet voldoen aan AREI, en de lokalisatie van
deze delen;
– de bijzondere preventiemaatregelen daarbij horend
13. 13
Afdeling 5 : Controles van elektrische installaties
• Uitvoering controles + geheel v/d installatie: verantwoordelijkheid
WG (art. 12)
• Nieuwe elektr. install. : gelijkvormigheidsonderzoek door EO
(LS: AREI, art. 270; HS: AREI, art. 272) (art. 13)
• Oude elektr. Install. : eerste controle door EO (art. 14)
Doel: overeenstemming met bijlage I ten laatste op 01/01/2014
• Periodieke controles door EO (art. 15)
Doel: overeenstemming met afdeling III
Frequentie vlgs. AREI
– HS : jaarlijks
– LS : 5-jaarlijs
– “ex-installaties: jaarlijks
– tijdelijke/mobiele installaties: jaarlijks
• Elke controle : controleverslag
14. 14
Afdeling 5 : Controles van elektrische installaties
• Indien controleverslag met tekortkomingen : (art. 16)
- zo snel mogelijk conform stellen
- maatregelen nemen om intussen de veiligheid te verzekeren
• WG, gemachtigde of verantwoordelijke: HS : 3-maandelijks bezoek
(AREI, art. 267) (art. 17)
15. 15
Afdeling 6 : Bekwaamheid, opleiding en instructies
• Principieel (art. 18-19) : vrij analoog met KB Welzijnsbeleid van
27/3/1998 :
- nodige opleiding
- nodige instructies
- WN’s met de nodige bekwaamheid
• Bekwaamheid personen en bevoegdheidsverklaring (art. 19) : vlgs
AREI, art. 47 (BA4/BA5)
• Taak WG : zich vergewissen dat WN’s reglementering en instructies
kennen (art. 20)
• taak HL en instructies : reglementering en instructies kennen +
naleven + doen naleven (art. 20)
• Uithangen van EHBO-instructies (art. 21)
16. 16
Afdeling 7 : Documentatie
(art. 22 en bijlage II)
De WG stelt een dossier samen, op een geschikte
drager, bewaart het en stelt het ter beschikking :
1. schema’s en plannen van de installatie (AREI art 16 & 17)
2. identificatie van de delen van de installatie die niet volledig voldoen aan
het AREI + conclusies v/d RA + verantwoording v/d maatregelen
3. berekeningsnota’s en andere documenten die aantonen dat de
uitvoeringsvoorschriften uitgevoerd zijn
4. het verslag van het eerste, het voorlaatste en het laatste controlebezoek.
5. de instructies
6. de lijst van BA4 en BA5 WN’s met de bekwaamheidsdomeinen en de
evaluatie die geleid heeft tot het toekennen ervan
17. 17
Afdeling 8 : Slotbepalingen
• Elke OEI voldoet uiterlijk op:
– 31 december 2014 a/d bepalingen van afd. II
– 31 december 2016 a/d bepalingen van art. 8 & 9
– 31 december 2018 a/d bepaling van art. 8 & 9:
• mits opstelling gedetailleerd uitvoeringsplan op
advies van bevoegde PA en CPBW;
• Zolang OEI niet voldoet a/d bepal. van art. 8 & 9
→ voldoen aan V-voorschriften van ARAB, T. III,
H. I, Afdel. I
18. 18
Belangrijkste verschillen met KB OEI
• Nieuw KB voert eenzelfde veiligheidsregime in voor
nieuwe én oude elektr. installaties
• uitstel voor RA en PM
– Oud KB 02/06/2008 : 29/06/2013
– Nieuw KB 04/12/2012 : 31/12/2014
• Uitstel conformiteit oude elektr. Installaties met bijlage I
(min. veiligheidsvoorschriften)
– Oud KB 02/06/2008 : 29/06/2013
– Nieuw KB 04/12/2012 : 31/12/2016
of 31/12/2018 (gedetailleerd uitvoeringsplan)
19. 19
Belangrijkste verschillen met KB OEI
• Uitstel eerste controle oude elektr. installaties:
– Oud KB 02/06/2008 : 29/06/2013
– Nieuw KB 04/12/2012 : 01/01/2014
• Risico-evaluatie houdt rekening met de inplanting v/d
elektrische installatie i/e exclusieve ruimte v/d
elektrische dienst
OEI: elektrische installaties, waarvan de uitvoering ter plaatse is aangevangen:
ten laatste op 01/01/1981: geen elektriciteitsdienst met BA4 of BA5
ten laatste op 01/01/1983: andere installaties
Art. 7.- De elektrische installatie moet zodanig zijn ontworpen en uitgevoerd dat zij geen brand- en ontploffingsgevaar oplevert en dat personen op afdoende wijze worden beschermd tegen ongevallenrisico’s die uit directe of indirecte aanraking kunnen voortvloeien.
Bij het ontwerp, de uitvoering en de keuze van het materiaal en de beschermingsvoorzieningen moet rekening worden gehouden met de spanning, de externe invloeden en de deskundigheid van de personen die toegang hebben tot delen van de installatie.
Elektr. installatie (AREI, art. 3): een geheel bestaande uit elektrische machines, toestellen en leidingen, dus ook: stroomaggregaten, kabelhaspels, … zijn mee te keuren!