2. Een vredig dorp in West-Afrika.Ze leefden van jacht en visserij. Zij leefden in een cultuur zonder geweld.
Tot 1537
De cultuur bloeide en iedereen had het goed.
Zo ook de voorouders van BONI.
3. Slavenhandelaars stroopten het continent af.En hun dorp werd met grof geweld overvallen.
Duizenden
en kinderen
werden gekneveld en
meegenomen.
4. Samen met vele anderen werden zij ingeladen op een klein Europees schip.
6. Maanden, soms langer dan een half jaar duurde hun overtocht.Zij lagen in rijen naast elkaar en boven elkaar.
7. Aan wal aangekomen werden zij verkocht om als slaaf te werken op een plantage.
8. Deze goedkope arbeidskrachten uit Afrika zorgden voor het succes van de plantage.Op het hoogtepunt in 1775 waren er 600 plantages in Suriname waarop suikerriet,
koffie en cacao werden verbouwd.
9. De Nederlandse plantage eigenaren hadden geen beste reputatie.Martelingen en slechte leefomstandigheden maakten van Suriname een schrikbeeld
voor de slaven.
10. Een omgeving waarin zich maar een enkeling staande kon houden.De plantages lagen aan rivieren met daarachter moerassen en oerwouden.
11. en nam een sprong naar de vrijheid.Een van de weinige vrouwen die vluchtte was de moeder van Boni.Het merendeel (90%) was van het mannelijk geslacht.
12. Zij sloot zich aan bij de Marrons.Het was hen WEL gelukt een bestaan op te bouwen langs de rivieren.
13. Tweederde van alle gevluchte slaven keerde na verloop van tijd uit eigen
beweging terug.
Vanwege het harde en eenzame bestaan in het oerwoud.
14. De Marrons hadden het oerwoud en de moerassen leren kennen en stichtten er
ministaatjes.
Van daaruit overvielen zij plantages, plunderden deze en bevrijdden slaven.
16. Boni werd bij de Marrons een groot man en leidde het verzet tegen de
plantage eigenaren.
.
Onder zijn leiding voerden de gevluchte slaven talrijke aanvallen uit op
plantages in het oosten van Suriname.
17. Deze aanvallen vonden plaats vanuit een groot fort op een eiland te midden
van diepe moerassen.
18. Het fort lag midden in verraderlijke moerassen en was nagenoeg onvindbaar.
19. Voor de planters betekende de aanvallen vanuit fort Boekoe een aanzienlijk
kapitaalverlies.
Talrijke expedities werden uitgevoerd om het fort te vinden.
Dat lukte jarenlang niet.
Totdat Boni werd verraden en fort Boekoe dan toch werd overmeesterd.
20. Maar Boni ontsnapte naar het oosten en streed door.Hij verlegde zijn hoofdkwartier en ging nog ruim 20 jaar lang door met zijn
strijd tegen de overheersers.
21. Marron is tegenwoordig een eervolle benaming van de erfgenamen.De marrons wisten zich honderd jaar VÓÓR de afschaffing te ontworstelen
van de slavernij.
22. Zo ontstonden er verschillende Marronstammen.Marrons die in de bossen bleven gingen bij elkaar wonen, bouwden dorpen
en trokken geleidelijk steeds verder het oerwoud in.
23. Tot op de dag van vandaag leven de marrons in het binnenland en zijn zij
één met de natuur.
24. Naast voedsel halen zij nog altijd een groot aantal producten uit het bos.Zoals hout voor hun huizen en korjalen (boten).
26. En om hun heen een prachtig adembenemend uitgestrekt landschap
bestaande uit
kreken
27. Het voortbestaan van de Marrons ondervindt echter nieuwe dreigingen.
De trek van jongeren naar de stad,
een burgeroorlog
en watersnoden
Dit alles leidt tot verwarring.
28. Gebrek aan economische activiteit vormt een serieuze bedreiging voor het
voortbestaan van deze gemeenschap.
29. De mensen van Pikin Santi voelen de kracht van hun natuurlijke
omgeving.
En zien hierin de kansen voor hun ontwikkeling.Hun unieke combinatie van cultuur en natuur geeft hen mogelijkheden en
kansen om zich te ontplooien.
Culturele tradities en cultureel erfgoed trekken toeristen aan en creëren
werkgelegenheid.
De lokale bevolking aan de Cottica onderkent de waarde die toerisme
voor het gebied kan betekenen.
30. En onderhouden zij de doorgang door de kreek
Daarom zijn ze alvast begonnen met de bouw van een gasthuis voor
toeristen
31. Stichting Boekoe, genoemd naar het fort, onderhoudt al jaren een innige
band met de bewoners en probeert hen te helpen.
Maar ze zijn er nog niet.Samen wordt er gewerkt aan een ‘cultural heritage trail’, een toeristische
trekpleister.
32. Zo moeten de
historische vaar- en
wandelroutes naar fort
Boekoe verder worden
opengelegd.
En er moet nog een
fluisterboot worden
aangeschaft waarmee
toeristen delen van de
‘heritage trail’ kunnen
afleggen.
Ook hebben de bewoners uit de
dorpen training nodig in
competenties als hospitality en
elementaire bedrijfsvoering, zodat
zij een succesvolle onderneming
kunnen drijven.