Presentatie die Ida Terluin, onderzoeker Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en plattelandsontwikkeling, LEI Wageningen UR, gaf op de publieksbijeenkomst over landbouw op 6 februari 2014 in Wageningen.
1. De gevolgen van het GLB-akkoord (2013)
voor de landbouw in Nederland
Presentatie voor de publieksbijeenkomst ‘Landbouw
en natuur van de Europese Commissie in Wageningen
6 februari 2014
Ida Terluin (email: ida.terluin@wur.nl)
2. Ida Terluin (LEI) doet onderzoek naar het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
1. Het GLB bestaat sinds 1962
2. Tot aan jaren ‘70 geleidelijk uitbouw beleid
3. Prijsondersteuning leidt tot
overproductie en hoge budgetkosten
4. Vanaf jaren ‘80 daarom steeds kleine
aanpassingen, zoals:
●
Melkquotering (1984)
●
Mac Sharry-hervorming (1992)
●
Agenda 2000/hervorming 2003/Health Check
(2008)
●
GLB-akkoord (2013) over herziening GLB na 2013
3. Opbouw van deze presentatie
1. Samenvatting hoofdlijnen van het GLB-akkoord
(2013)
2. Hoe wil Nederland het GLB-akkoord uitvoeren?
3. Wat zijn de gevolgen van het GLB-akkoord voor
het aanbod van landbouwproducten door boeren in
Nederland?
4. Hoofdlijnen GLB-akkoord (2013)
Uniforme hectaretoeslag per land of regio
(basispremie plus vergroeningspremie)
Ecologische aandachtsgebieden (EFA’s) op 5% van
het akkerbouwareaal
Marktbeleid: producentenorganisaties
en crisisfonds; suikerquota weg
Plattelandsbeleid in tweede pijler verandert
nauwelijks, alleen kan agrarisch natuurbeheer nu
door collectieven worden uitgevoerd
5. Introductie uniforme hectaretoeslag (1)
Nederlandse boeren ontvangen nu een
bedrijfstoeslag, gebaseerd op een historische
referentie
Omgerekend naar hectares, loopt de bedrijfstoeslag
tussen bedrijfstypen sterk uiteen
1842
6. Introductie uniforme hectaretoeslag (2)
Nederland wil bedrijfstoeslag tussen 2014 en 2019
in vijf gelijke stappen brengen op het niveau van
een uniforme hectaretoeslag van ca. 390 euro per
ha
De uniforme hectaretoeslag
bestaat uit:
● Basistoeslag van 270 euro
● Vergroeningspremie van 120 euro
Sectoren die minder toeslagen krijgen zijn:
● Intensieve melkveehouders
● Kalverenmesters
● Zetmeelaardappeltelers
Overige sectoren krijgen een relatief hoger bedrag
aan toeslagen
8. Gevolgen hectaretoeslag voor aanbod
Nederlandse landbouwproducten
Reactie boeren die straks minder toeslagen
ontvangen:
● efficiënter produceren/schaalvergroting
● overstappen op andere producten
● stoppen met bedrijf als inkomen te laag wordt
→ per saldo zal aanbod landbouwproducten gelijk blijven
Aanbod overige boeren vertoont autonome tendens
tot productiestijging
9. Gevolgen ecologische aandachtsgebieden (EFA’s) voor aanbod
Nederlandse landbouwproducten
Alleen boeren met akkerbouwareaal krijgen met de
verplichting van 5% natuurbraak te maken in de
EFA’s
5% natuurbraak in EFA’s wijkt niet zoveel af van de
huidige praktijk
In Nederland mogen EFA’s mogen ook op
landschapselementen (o.a. sloten) worden
aangelegd
Mogelijkheid van eiwitgewassen op EFA’s
Per bedrijf mag de helft van de EFA collectief
worden ingevuld
gevolgen van EFA’s verwaarloosbaar
voor aanbod landbouwproducten
→
10. Gevolgen andere
veranderingen GLB
voor aanbod van landbouwproducten
Marktbeleid:
producentengroeperingen kennen we al lang in
Nederland, zoals coöperaties
onderhandelingspositie boeren in keten kan
sterker worden
→
Suikerquota weg: verschuiving aanbod
akkerbouwproducten
Tweede Pijler: Nederland wil al het agrarisch
natuurbeheer bij collectieven onderbrengen
organisatorische verandering;
beïnvloedt aanbod niet
→
11. Besluit
GLB-akkoord (2013) heeft
nauwelijks invloed op de
autonome ontwikkeling van
het aanbod van landbouwproducten in Nederland
Mogelijk wel enige verschuiving in samenstelling
van het aanbod (minder kalfsvlees,
zetmeelaardappelen en meer suiker)
Vooruitzichten landbouwprijzen zijn gunstig door
grote vraag op wereldmarkt
Tempo autonome daling landbouwbedrijven zal
waarschijnlijk niet veranderen door GLB-akkoord
12. Over de spreker
Dr. Ida J. Terluin heeft economie en geschiedenis gestudeerd aan
de Rijksuniversiteit van Groningen (RUG). Sinds 1990 werkt ze als
onderzoeker bij het Landbouw-Economisch Instituut (LEI). Haar
onderzoek richt zich enerzijds op analyses van de sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland in Nederland en de
EU en anderzijds op analyses van de eerste en tweede pijler van
het GLB. Daarbij maakt zij vaak gebruik van een internationaal
vergelijkende aanpak. In 2001 heeft zij aan de RUG haar
proefschrift ‘Rural regions in the EU; Exploring differences in
economic development’ verdedigd. Daarin heeft zij onderzocht
waarom de werkgelegenheid in sommige plattelandsregio’s in de
EU
groeit
en
in
andere
stagneert.
Van
1996-2010
vertegenwoordigde ze Nederland in de OECD Working Party on
Territorial Indicators. Jaarlijks maakt zij een analyse van de
recente ontwikkelingen binnen het GLB voor het LandbouwEconomisch Bericht (LEB). Ze voert zowel onderzoeksprojecten
voor de Nederlandse overheid als voor de Europese Commissie uit.
Recente projecten behelzen o.a. een scenariostudie van het GLB in
2020, een evaluatie van het EU-bergboerenbeleid, een studie naar
de bevolkingsontwikkeling op het Europese platteland, een
zoektocht naar een alternatieve evaluatiemethode voor de tweede
pijler van het GLB, en een analyse van groepen boeren in
Nederland die met zelfsturing van het agrarisch natuurbeheer
bezig zijn.
Contactgegevens:
Dr. Ida J. Terluin
Tel. 070 33 58 348
Email:
ida.terluin@wur.nl