1. “Treat the earth well: we do not inherit the
Earth from our Ancestors, we borrow it from
our Children.”
Indian Chief Seattle
www.welovepaper.be
www.paperchainforum.org
www.welovepaper.be
Gedrukt op MaxiSilk, 200 gr en 135 gr, verdeeld door Igepa belux.
2. 3
eantwoorden aan de noden van de hedendaagse samenleving en er tegelijk voor
zorgen dat de generaties van morgen ook in hun behoeften kunnen voorzien, dat is
de visie op de rol en de verantwoordelijkheid van de papiersector in België aan het begin van
het derde millennium.
Door te steunen op oud papier als voornaamste grondstoffen dus prioriteit aan recyclage en
herwaardering, zet de papiersector nog een stap verder in de richting van duurzame ontwikkeling
en spaarzaam gebruik van natuurlijke rijkdommen.
Door natuurlijke en hernieuwbare grondstoffen in te zetten voor de rest van zijn bevoorrading,
kiest de papiersector vrijwillig voor een model dat ingaat tegen de traditionele westerse
consumptiewijze die steeds meer gebaseerd zijn op de ontginning van niet-hernieuwbare
middelen.
Al in 2003 was de Belgische papiersector de eerste die akkoorden ondertekende met het
Waals en Vlaams gewest, met de bedoeling te streven naar een verlaging van de CO2-uitstoot
per geproduceerde ton papier, door gebruik te maken van groene energie en te mikken op
efficiënter energieverbruik.
Door te ijveren naar een permanente beperking van zijn ecologische voetafdruk, werkt de
papiersector aan de vereiste groene bakens voor de ontwikkeling van de komende generaties.
Ons recyclagepercentage bedraagt 76,1%, onze beboste oppervlakte is in 50 jaar tijd met
30% toegenomen, onze CO2 voetafdruk is sinds 1990 met 35% gedaald en het gros van de
energie die we verbruiken is hernieuwbaar. Aldus de balans van een industrie die erin slaagt
volledig te beantwoorden aan de noden van de huidige generatie en tegelijk zorg draagt voor
de volgende.
En toch stemt deze realiteit niet altijd overeen met de perceptie van het publiek. Waar loopt
het mis?
Terwijl duurzame ontwikkeling als concept veel inspanningen vroeg van de spelers die inzagen
hoe dringend ze het moesten in de praktijk brengen, bracht het een vorm van greenwashing
met zich mee bij diegenen die voor een gemakkelijkere weg kozen. Als het om milieubewustzijn
gaat, kunnen we vandaag alleen maar vaststellen dat de meest duurzame spelers niet altijd
diegenen zijn die er het vaakst over praten.
Misschien moeten we een aantal feiten nader bekijken
k e r n c i j f e r s
Inzamelingsgraad papier en karton in 2012: 76,1% .
Inzamelingsgraad ICT: 13,6% grootteorde.
Gronstoffenaanvoer via recyclage: 51% voor papier en karton.
Voor plastic: 20% grootteorde.
91% van onze grondstoffen zijn afkomstig uit Europa.
25% van de grondstoffen voor ICT zijn afkomstig uit Europa (grootteorde).
Een vel papier heeft 3,5 levens, een ICT produkt slechts 1 leven.
30% meer bossen in de afgelopen 30 jaar - 57% van de bossen zijn gecertificeerd.
De CO2 voetafdruk is voor papier met 40% gedaald, het energieverbruik
met 14% Tegenover een verdubbeling voor ICT.
D uurzaamheid is uitgegroeid tot een prioritair thema binnen onze samenleving, nu de omvang
van de ecologische en maatschappelijke crisis wereldwijd duidelijk wordt. Denk maar aan de
klimaatverandering, de uitputting van de natuurlijke rijkdommen, waterschaarste, de nakende
oliepiek, de kloof tussen de rijke en de ontwikkelingslanden, voedselveiligheid, ontbossing en de
dramatische daling van de biodiversiteit of de groei van de wereldbevolking en een aantal industriële
en natuurrampen…
In die context werd duurzame ontwikkeling opgenomen als een van de Millenniumdoelstellingen inzake
ontwikkeling zoals die bepaald werden door de UNO-lidstaten. Er wordt gewerkt rond drie pijlers:
Doeltreffendheid (efficiëntere technieken);
Spaarzaamheid (zuinig gebruikte technieken);
Inzet van hernieuwbare bronnen.
B
2
3. Zij geeft een meerwaarde aan de bijprodukten van het bos...
raditiegetrouw leveren de bossen kwalitatief hoog-staand
hout aan zagerijen die dit verwerken tot meube-len,
trappen, planken en gebinten. Maar om dit kwaliteits-hout
te verkrijgen dienen de bossen op regelmatige
tijdstippen uitgedund te worden teneinde de resterende bo-men
zo optimaal mogelijk tot volwassenheid te brengen (zie
schema). Deze uitdunning van de bossen levert bomen van
beperkte omvang, die ingezet worden bij de produktie van
papier en spaanderplaat. Dit uitdunnings- en snoeihout
vertegenwoordigt 50% van de grondstoffen voor de euro-pese
papierindustrie.
80 jaar Papier vernietigt de bossen.
aarenboven gaat het grootste gedeelte van de stam van
Mythe: wordt
een volwassen boom naar de zagerijen. De takken en
ontbossing de wortels worden aangewend voor verwarming en voor het
neen, de aanmaken van papierpulp. De verkregen inkomsten uit
Realiteit: Wel europese
snoei- en uitdunningshout moedigen de boseigenaars aan
door de om hun bossen optimaal te beheren.
veroorzaakt ijdens het zagen van boomstammen tot planken ontstaan
niet bijprodukten, die later in kleine plakjes (chips) versneden
papierindus trie.
Principe van uitdunningen in het bos
worden. Deze chips worden voornamelijk ingezet voor de
fabricatie van houtpulp. Dit bijprodukt vertegenwoordigt
meer dan 25% van de grondstoffen voor de europese
papierindustrie.
Eén van de voornaamste k is dat haar grondstof herenniemuewrkbeana rv aenn praecpyiecrleerbaar is
20 jaar
40 jaar
e Europese bossen zijn met meer dan 30% gegroeid sedert 1950. Dit vertegenwoordigt meer dan
13 maal de totale oppervlakte van België. De jaarlijkse aangroei komt overeen met de oppervlakte
van 1.500.000 voetbalvelden. De aangroei van de europese bossen is niet enkel kwantitatief. Ook de
kwaliteit van onze bossen gaat er op vooruit. Volgens het Europees Agentschap voor Milieu (EEA)
”Evolueert het beheer van de bossen in Europa in gunstige zin voor de biodiversiteit”
94% van ons papier wordt in Europa geproduceerd
Bron: Commerciële statistieken van CEPI, 2011
82,7% van de houtpulp, aangewend voor de papierproductie, is afkomstig uit Europa. Het saldo wordt
geleverd door duurzaam beheerde plantages, die beheerd worden volgens internationaal erkende
certificeringssystemen. Deze certificaties garanderen dat én de houtpulp én het papier afkomstig zijn van
duurzame en hernieuwbare bosarealen. Deze plantages zijn vaak het enige economisch volwaardig
alternatief voor kaalkapping.
“Indien deze plantages op gunstige lokaties duurzaam beheerd worden, verminderen zij de kans dat
natuurlijke bossen zouden sneuvelen”
“Aanplanting van bossen kan een bijzonder waardevolle bron zijn voor hernieuwbare energie en voor
industriële grondstoffen”
Bron: WWF, Living Forest Report 2012, chapter 4
Ontbossing, buiten Europa en met andere doelstellingen
e ontbossing is een fenomeen dat zich meestal voordoet in tropische regios en dit voor diverse
redenen. De voornaamste reden voor ontbossing is de nood aan vruchtbare landbouw- en
veeteeltgronden en aan brandhout. ”Ontbossing wordt in 90% van de gevallen veroorzaakt door
niet-duurzame landbouwpraktijken”
Bron: Underlying causes of deforestation, World Rainforest Movement
5
4
Doorsnede van een boomstam
1 Meer dan de helft van de vezels nodig voor de produktie van papier
is afkomstig van het recycleren van oud papier
2 De papierindustrie gebruikt grotendeels afgeleide produkten van het bos
en van de hout-zagerijen
3 De oppervlakte van de Europese bossen is sedert 1950
met 30% toegenomen, wat het equivalent is van meer
dan 13 maal de oppervlakte van België.
De hele industrie is gebaseerd op recyclage
en op hernieuwbare grondstoffen...
e europese papierindustrie is de industrie met het hoogste
recyclagepercentage. Mede door een selectieve inzameling heeft
het dit percentage gestaag weten te verbeteren. Vandaag zijn meer
dan de helft van de benodigde vezels afkomstig van oud papier.
4. 7
Gebruik staat niet synoniem voor verbruik...
ater speelt, zoals ook in diverse andere industrietakken, een zeer belangrijke rol bij
de fabrikatie van papier. De papiersector is effectief een groot gebruiker van water.
Dit water wordt in feite niet verbruikt maar wordt, zowel tijdens de fabrikage van
papierpulp als tijdens de produktie van papier, aangewend als een voertuig om de vezels
te doseren en te transporteren. Water is uiterst kostbaar. Net zoals de papierfabrikanten
grote zorg besteden aan het vrijwaren van de bossen, zo ook gaan ze te werk met water. Het
overgrote deel van het water wordt dus ”geleend”, met andere woorden het aangewende
water wordt onttrokken aan de natuur, nadien gebruikt en hergebruikt en tenslotte gezuiverd
terug in het milieu gebracht. Slechts 15 procent van het geleend water wordt effectief verbruikt,
deels in het produkt deels door verdamping.
Meer dan 85 procent van het gebruikte water gaat terug naar rivieren en kanalen. Voor sommige
parameters is dit water in een zuiverdere staat als bij onttrekking van de waterlopen
Steeds minder... Steeds beter...
i n de afgelopen 30 jaar zijn de papierfabrikanten erin geslaagd om de hoeveelheid water
per geproduceerde ton papier met 56 procent te doen dalen. En terzelfdertijd zijn ze er
ook in geslaagd om de uitstoot van schadelijke stoffen met 80 procent te verminderen.
6
Evolutie
van het watergebruik
(m3/ton)
Evolutie
van de sectorspecifieke vuilvracht
(kg/ton)
Mythe: Bij de produktie van papier
wordt te veel water gebruikt.
Realiteit: Het o vergrote deel
van het aangewende water gaat na zuivering
terug naar de natuur
1 85% van het water, nodig voor de produktie van papier, wordt ontleend
aan de natuur. Na gebruik en hergebruik in het produktieproces
en na grondige zuivering komt het terug in het milieu.
2 De hoeveelheid water nodig voor de produktie van papier is in de loop
van de laatste 30 jaar met 56 procent verminderd.
3 Bij de produktie van papier zijn de hoeveelheden geloosde schadelijke stoffen
in de afgelopen 30 jaar met 4/5de verminderd.
100
50
0
100
50
0
5. Een enorm potentieel, maar ook beperkingen...
e europese papierindustrie is de industrie met het hoogste recyclagepercentage.
Vandaag reeds vertegenwoordigt oud papier meer dan de helft van de grondstoffen
voor de papierindustrie.
Maar eindeloos recycleren is in de praktijk niet haalbaar. De vezels, die aanwezig zijn in papier,
zijn cellulosevezels afkomstig van hout. Doorheen het recyclageproces worden deze vezels
verzwakt en kunnen zij slechts 2 à 5 keer in het proces worden aangewend. Nieuwe vezels,
afkomstig van hout, zijn dus noodzakelijk om een onberispelijke papierkwaliteit te waarborgen.
In 2012 werd een papiervezel gemiddeld 3,5 keer gerecycleerd in Europa.
Zowel beperkingen in theorie als in de praktijk... I n Europa wordt 70,4% van alle papier gerecupereerd voor recyclage. Negen van de tien
golfkartonnen dozen alsook negen van de tien kranten worden met gerecycleerde vezels
op basis van oud papier gemaakt. In België is de recyclagegraad zelfs 76,1%. De
belgische papierproducenten recycleren jaarlijks zowat 1.200.000 ton oud papier. Dit is vijf
maal meer dan twintig jaar geleden. Deze recyclagepercentages zijn nog steeds groeiende,
doch specialisten neigen om te zeggen dat het théoretisch maximum recyclagepercentage rond
de 80% ligt. Wij zijn er bijna...
De doelstelling van de europese papierindustrie is om het huidig recyclagepercentage rond de
70% te handhaven, doordat circa 20% van de papierconsumptie niet kan worden gerecupereerd.
Deels omdat wij graag een aantal werken bewaren - zoals boeken, dokumenten,fotos - deels
omdat het aangewende papier niet recupereerbaar is omdat het verdwijnt of verbrandt - zoals
sigarettenpapier en hygiënisch papier.
Inbreng van nieuwe vezels
B epaalde papiersoorten vereisen, omwille
van hun technische eigenschappen, een
min of meer groot aandeel nieuwe vezels.
Afhankelijk van toepassing en gebruik worden
nieuwe vezels en gerecycleerde vezels volgens
welbepaalde verhoudingen ingezet bij de
diverse papier- en kartonfabricaties.
8
Recyclage piramide
9
D Mythe: laat ons uitsluitend gerecycleerd
papier gebruiken.
Realiteit: o m het recyclageproces te
waarborgen, is de aanvoer van nieuwe
vezels een”must”.
1 Houtvezels kunnen slechts 2 à 5 keer gerecycleerd worden. Hierdoor is
ongelimiteerd recycleren uit den boze.
2 De aanvoer van gerecycleerde vezels wordt ook beperkt doordat één vijfde
van de papierconsumptie niet gerecupereerd kan worden.
3 Met een recyclagegraad van 70,4% is de europese papierindustrie heel dicht
tot het hoogst technisch haalbare gekomen.
4 De verhouding recycleerde versus nieuwe vezels variëert sterk naargelang
de toepassing voor het papier of het karton.
.
6. 11
10
Relativiseren...
d e produktie van papier is een industriële activiteit. Daardoor is men geneigd om
verontrustende cijfers te verwachten. Niets is minder waar. Voor de produktie van 200
kilo papier, wat overeenstemt met het jaarlijks verbruik per inwoner / per jaar, is
gemiddeld 500 kilowattuur (kWh) vereist aan warmte en electriciteit.
Dit is slechts de helft van het verbruik van alle toestellen in slaapstand bij een gemiddeld gezin
per jaar. Of maar de helft van het jaarlijks verbruik van een constant aangesloten PC - computer.
Daarenboven behoren de sectoren pulp- en papierproduktie alsook die van de drukkerijen tot
één van de sectoren met de laagste uitstoot van broeikasgassen in de wereld.
Steeds minder …..
d e papierindustrie investeert constant om haar energie-efficiëntie te verbeteren. In België
heeft het overgrote deel van de papierketen hiervoor toezeggingen gedaan richting
overheid. In Wallonië zijn de meeste federaties van de sector overeengekomen hun
inspanningen voor energie - efficiëntie te verdubbelen. En in Vlaanderen, hebben de ondernemingen
uit de sector ook dergelijke afspraken gemaakt, ja zelfs toegezegd om in deze
materie tot de wereldtop te behoren. Het gaat hier om duidelijk, welomlijnde en geloofwaardige
toezeggingen.
Eén van de mooiste inspanningen op het gebied van energie is de ontwikkeling van de
cogeneratie, met andere woorden de gecombineerde produktie van electriciteit en warmte.
De belgische papierindustrie produceert zelf 65 procent van haar behoeften in electriciteit
en warmte door het toepassen van deze hoogwaardige technologie. Zij valoriseert aldus de
vrijgekomen warmte tijdens de productie van haar eigen energie. Dit in tegenstelling met de
klassieke energieproduktie waarbij deze warmte verloren gaat.
Een hernieuwbare energie....
d e energie die geproduceerd wordt door de papierindustrie is daarenboven in grote mate
hernieuwbare energie met een laag CO2 gehalte: meer dan de helft van de energie,
nodig voor de europese papierfabrikage, is afkomstig van hernieuwbare bronnen. Op
nationaal vlak produceert de papierindustrie zelfs 8 procent van de totale hernieuwbare
energie, een niet geringe milieubijdrage vanwege deze bescheiden sector.
Door steeds minder en minder energie te gebruiken en door steeds meer beroep te doen op
hernieuwbare energie, is de papiersector er tijdens de laatste 20 jaren in geslaagd om haar
CO2 uitstoot per kilogram geproduceerd papier met 40 pocent te reduceren.
“De pulp- en papierindustrie ”boosten” het gebruik van bio-energie in Europa. De energie
nodig voor de papierindustrie is voor 52 procent afkomstig van biomassa en de hele
papiersector levert 27 procent van de totale produktie van biomassa in de EU.”
Bron: CEPI Paperonline, 2010
Mythe: fabrikatie van papier
vereist heel veel energie.
Realiteit: Papier maken kan niet
zonder energie, maar het overgrote deel
ervan is herbruikbaar.
1 De gemiddelde consumptie papier in België is 200 kg per inwoner. De produktie
van deze 200 kg papier vereist 500 kilowattuur. Dit is maar de helft van de
consumptie van alle toestellen in slaapstand voor één gemiddeld gezin per jaar.
2 De papierindustrie verbetert voortdurend haar energie - efficiëntie.
3 52% van de energie, nodig voor de papierproduktie in België,
is hernieuwbaar.
7. 12
De groene koolstofvoorraad...
d oor het natuurlijk proces van fotosynthese nemen bomen een grote hoeveelheid
carbondioxyde (CO2) uit de atmosfeer. De duurzaam beheerde bossen, waarin de
volwassen bomen worden vervangen door nieuwe aanplantingen absorberen een
grotere hoeveelheid CO2 dan de onbeheerde bossen, waar de verhoudingen uitstoot en
absorptie ongeveer in evenwicht liggen. Teneinde een netto opname van CO2 te bekomen, met
een positief effect op het milieu, moeten bossen op een duurzame manier beheerd en
heraangeplant worden.
Eénmaal de koolstof opgeslorpt is door de houtvezels, blijft de CO2 opgeslagen in het papier
en de bijprodukten. De Raad van de Europese Unie heeft deze CO2 opslag officieel erkend in
haar nieuwe boekhoudregels en heeft de houtketen herkend als ”climate friendly”.
carbon footprint toes as graphs
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
37
187
114
22
298
Transport-related GHG
emissions
GHG emissions
associated with
purchased or sold
electricity and steam
GHG emissions
associated with
producing other raw
materials
GHG emissions
associated with
producing virgin or
recovered fibre pulp
GHG emissions from
pulp & paper production
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
Carbon Footprint of European
Graphic Papers Sector in units
of CO2e / tonne paper produced
Carbon stored by European
Graphic Papers Sector in units
of CO2e / tonne paper produced
13
Carbon footprint toes as graphs
Bron: Cepifine
“Goed beheerde bossen, waar de bomen regelmatig worden uitgedund en heraangeplant,
absorberen meer CO2 dan een onbeheerd bos. Tenslotte zijn bossen tot op heden de enige
natuurlijke en wetenschappelijk bewezen opvangplaatsen voor koolstof. Op wereldvlak schat
men dat de private bosbouw één miljard ton CO2 opslorpt per jaar.“
Bron: Australian Paper Industry Association (APIA)
Steeds minder … Steeds beter …
D ankzij de inspanningen van de papierindustrie is de hoeveelheid CO2 uitgestoten om een
ton pulp en papier te produceren sedert 1990 met 40 procent gedaald.
Een ton papier, waarvoor bij de produktie 440 kg CO2 uitgestoten is, slaat in de houtvezels het
equivalent van 1400 kg CO2 op. Een ton papier slaat dus 3 maal zoveel CO2 in zijn vezels op
dan werd uitgestoten bij de produktie.
Als conclusie kunnen wij stellen dat papier deel uitmaakt van de oplossing, niet van het
probleem !
Mythe: De CO2 voetafdruk van papier
is aanzienlijk.
Realiteit: De uitgestoten CO2 w o r dt
opnieuw geabsorbeerd door de bossen
en he t p ap ier
1 Eén ton papier slaat in de houtvezels het equivalent
van ongeveer 1400 kg CO2 op.
2 De hoeveelheid CO2 uitgestoten om een ton pulp en papier te produceren
is tussen 1990 en 2010 gedaald met 40 procent.
3 Eén ton papier slaat dus meer dan 3 maal zoveel CO2 op dan wordt
uitgestoten bij de produktie ervan.
8. 15
14
Mythe: Digitaal is beter voor het milieu.
Realiteit: Digitaal heeft ook
een impact op het milieu.
1 Vele zeldzame en niet hernieuwbare grondstoffen worden aangewend
voor de produktie van electronisch materiaal.
2 Het gebruik van electronische toestellen verbruikt heel wat energie.
Data centers hebben hun energieverbruik verdubbeld tussen 2000 en 2006
en dit zal verviervoudigen tegen 2020.
3 Electronisch afval is de snelst groeiende afvalstroom en groeit drie maal
sneller dan de totale afvalberg.
4 Kostbare electronische apparatuur eindigt vaak op de stortplaats, mede
doordat slechts een heel klein deel van de apparatuur kan worden
gerecycleerd.
Niet hernieuwbaar en energieverslindend...
“De ICT-industrie (Informatie en Communicatie Technologie) heeft een nadelige invloed op
het milieu, ondanks alle positieve berichtgeving afkomstig uit deze sector. De ontwikkeling
van ICT, met haar huidig groeiritme, legt momenteel reeds een zware hypotheek op het
milieu: de vraag naar zeldzame grondstoffen voor de sector groeit aanzienlijk en kan niet
verzoend worden met wat onze planeet kan leveren en recycleren. Wat zal er aan dit
ritme overblijven voor de generaties na ons ?”
Milieu-impact van ICT, Groupe EcoInfo, Edp Sciences
lectronische communicatiemiddelen moeten aangewend worden omwille van hun
doeltreffendheid en niet omwille van hun duurzaamheid.
E
De grondstoffen voor de ICT - apparatuur zijn eerder zeldzaam, zijn moeilijk te ontginnen, kostbaar
om te produceren en ze zijn niet hernieuwbaar. De servers, de laptops en de iPhones worden
nadien over de hele aardbol verzonden en worden aangedreven en gekoeld via energie van
lokale electriciteitscentrales, die vaak nog draaien op basis van steenkool. Vooral de servers
zijn echte energievreters. Volgens een studie van de Stanford University zouden de 500.000
bestaande data centers in de wereld jaarlijks 30 miljard watt electriciteit verbruiken, zowat het
equivalent van de produktie van 30 atoomcentrales. De energie, nodig voor het aandrijven van
alle ICT over de hele wereld, slorpt nagenoeg 10 procent van het totale electriciteitsverbruik
op en vertegenwoordigt meer dan 2 procent van de totale CO2 uitstoot. Dit is 50 procent meer
dan de ganse luchtvaartsector. Daarenboven is de groei van de sector aanzienlijk en mede
door de ontwikkeling van internet op de mobiele toestellen en de steeds groeiende vraag
naar stockage van gegevens, zal de energieconsumptie nog sterk groeien. Er was reeds een
verdubbeling tussen 2000 en 2006 en men verwacht een verviervoudiging tegen 2020.
Bron: Gartner report 2007, IDC US and Worldwide Server Installed Base 2007-2011 Forecast, McKinsey Analysis
Met een slechte score op gebied van recyclage…
De electronische afvalberg is de snelst groeiende stroom van afval met een jaarlijkse
toename van 3 tot 5 procent per jaar. Deze aangroei is drie keer sterker dan het gemiddelde
percentage van alle afval. Volgens schattingen, wordt er in de wereld 20 tot 50 milloen ton
electronisch afval op jaarbasis geproduceerd. Deze cijfers zijn indrukwekkend en worden
mede aangezwengeld door de steeds kortere levensduur van de electronische apparaten. De
recyclagegraad van electronische componenten is 13 procent, tegenover meer dan 70 procent
voor de papierindustrie. Daar bovenop wordt electronisch afval niet meegenomen in het circuit
van het klassiek afval en vereist het een specifieke en zeer technische aanpak. Electronisch
afval vertegenwoordigt 2 procent van de afvalberg in kwantiteit, maar 70 procent in toxiciteit.
Bron: Greenpeace,”The e-waste problem”2009, Commission Européenne, CEPI, Raud - Dugal J-P (2007).
L’Inde, poubelle de la planète.
Wist u dat ?
Eén uur per week op Youtube evenveel energie verbruikt
dan twee koelkasten die permanent werken.
Bron: The Cloud Begins with Coal, Digital Power Group, 2013
“In het algemeen, is de impact van het lezen van een digitale krant
gedurende 30 minuten even hoog als het lezen
van een papieren krant”
Bron: Moberg A.”Et al”, 2007
9. 16
17
Mythe: papier en de digitale
wereld zij n vijanden .
dig itale me dia
n
atuurlijk verschillen papier en karton fundamenteel van de digitale wereld. We gaan
Re al it e it elkaar : p ap ier perfect e n vullen aan. trouwens prat op deze verschillen: papier en drukwerk zijn langzaam, natuurlijk, vragen
tijd, dienen om te genieten. Digitale media gaan snel, zijn er om weg te happen. Papier is
tijdloos, internet is vluchtig.
Print raakt, digital bereikt. Maar ook al zijn deze media zo fundamenteel verschillend, ze zijn in
de eerste plaats ongelooflijk complementair. De zwakke punten van het ene, zijn net de troeven
van het andere, en omgekeerd.
Direct Mail and E-Mail are highly complementary media, each supporting the others weaknesses
Attributes associated with: Mail Email
53
49
48
47
46
43
43
41
37
37
36
30
20
15
6
Gives me better impression of the company
More professional means of communication
Permet Easy to take in the information
Likely to really grab my attention
I'm likely to spend a lot of time reading it
It makes me feel more valued
I am more likely to do something as a result
Appropriate if I'm not already a customer
Better for sending reminders
I enjoy receiving and reading it
More appropriate if a customer already
Easy to file so I can go back to it later
Better for confirmation / follow-up messages
Easier to respond to
Better at communicating brief messages
8
14
20
19
14
7
17
20
43
12
32
53
64
68
82
10. N o Wonder
You Lo ve Paper
18
e ‘No Wonder You Love Paper’ campagne is een initiatief van de Belgische
papierindustrie. Ze wil de duurzame relatie tussen papier en het milieu toelichten. Met
deze campagne wil de Belgische papiersector aantonen dat papier wel degelijk een evidente
plaats heeft naast de nieuwe media.
Papier en print zijn unieke dragers: van kranten tot magazines, van fotokopieën tot folders, niets
kan de beleving, de flexibiliteit, de stijl en de impact van papier evenaren. En hun duurzame
aard maakt print en papier nog mooier.
Wat is Paper Chain Forum?
Paper Chain Forum is een vzw die al vijftien jaar alle deelnemers aan de papierketen in
België groepeert. Dit zijn de eigenaars van bossen, producenten, invoerders, verwerkers en
groothandelaren van papier en karton, de grafische industrie, uitgevers van de geschreven pers
en recuperatiebedrijven van oud papier. PCF vertegenwoordigt meer dan 5.000 ondernemingen
en biedt in globaal werk aan meer dan 60.000 personen. PCF heeft als doel het grote publiek
beter en correct te informeren over de relatie tussen papier en milieu.
De leden van Paper Chain Forum zijn:
VDP (Vlaamse Dagblad Pers), JFB (Journaux francophones belges), The PPress (Beroepsfederatie
van Uitgevers van magazines & gratis pers), FEBELGRA (Federatie van de Belgische Grafische
Industrie), COBELPA (Vereniging van de Belgische Fabrikanten van Papierdeeg, Papier en
Karton), FETRA (Federatie der Papier- en Kartonverwerkende Bedrijven), KBBM (Koninklijke
Belgische Bosbouw Maatschappij), COBEREC FEBEM PAPIER (Federatie voor Bedrijven voor
Milieubeheer & Federatie der Recuperatiebedrijven van Papier en Karton), BENECELL (Belgian-
Dutch Association of Raw Material Agents for the Paperindustry), UPP (Unie van de Uitgevers van
de Periodieke Pers) en ACE Belgium (Federatie van de drankkartons), FILPAP (papier recyclage).
www.paperchainforum.org
19
D