In deze interactieve sessie kijken we vooruit: wat zijn de trends en vernieuwingen die in het onderwijs op ons af komen? Aan de hand van de Trendradar gaan we in op vragen als: hoe disruptief zijn de trends en hoeveel invloed hebben we er zelf op? Welke trends bieden kansen voor vernieuwing en verbetering van hoger onderwijs? Welke trends vragen om samenwerking binnen SURF en welke trends niet? Een leuke en nuttige sessie om trends op waarde te schatten en dit mee te nemen in de (meer)jarenplannen binnen je instelling.
2. 2
Voortdurende technologische ontwikkeling
Algemene beschrijving
Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Waar deze zich vroeger ‘lineair’ voltrokken, gaat
het nu ‘exponentieel’. Traditionele sectoren worden verrast door nieuwe diensten en bedrijven,
vaak vanuit een hele andere industrie. Nu zijn het blockchain, kunstmatige intelligentie en het
internet der dingen die ons leven verrijken en hele sectoren ontwrichten. Over tien jaar zijn het
misschien nanobiologie en de kwantumcomputer die ons verbazen. Eén ding is zeker, er zullen
voortdurend nieuwe technologieën bij komen. Deze groei gaat steeds sneller, want
technologieën bouwen mee aan de volgende generatie innovaties. Zij bieden kansen en
tegelijkertijd bedreigingen. Er is aandacht, tijd en geld nodig om ervoor te zorgen dat nieuwe
technologie een positieve bijdrage levert aan maatschappelijke vraagstukken.
Invloed op het onderwijs
Ook het onderwijs wordt voortdurend beïnvloed door nieuwe technologieën. Indirect door de
veranderingen op de arbeidsmarkt zoals automatisering, robotisering en de vraag naar nieuwe
vaardigheden. En direct door de impact op hoe, waar en waarom onderwijs wordt gegeven.
Onderwijslogistieke processen veranderen. Ook komen er steeds meer nieuwe systemen bij. De
onderlinge connectiviteit hiervan wordt steeds belangrijker. Het onderwijs moet voldoende
flexibel en kundig zijn nieuwe technologieën te absorberen en dit is nu nog onvoldoende het
geval. De vraag is hoe de onderwijssector in Nederland deze weerbaarheid kan vergroten. Wie
houdt in de gaten welke nieuwe ontwikkelingen er zijn? Wie gaat hier als eerste mee aan de slag,
instellingen zelf of sectorbrede organisaties? Hoe bereidt het onderwijs zich voor op de
technologieën van de toekomst?
Bronnen
• KPMG, The Changing Landscape of Disruptive Technologies
(2018)
• PwC, The Essential Eight (2019)
• The Singularity Hub, Technology Feels Like It’s Accelerating –
Because It Actually Is (2016)
• World Economic Forum, How can we regulate disruptive
technologies? (2019)
3. 3
Toenemende aandacht voor privacy
Algemene beschrijving
Er wordt steeds meer data over ons verzameld. Niet alleen door Facebook en Google, maar ook
door de energieleverancier en de universiteit waar we studeren. Hacks van overheidsinstanties of
bedrijven laten zien dat onze data lang niet altijd veilig wordt bewaard. Dit leidt tot een
toenemende zorg over onze privacy. Het delen van data gaat vaak zo onopgemerkt, dat we
vergeten stil te staan bij of we onze data eigenlijk wel willen delen. En met wie we dat zouden
willen doen. Veel mensen vinden het lastig de afweging te maken tussen het gemak dat
organisaties bieden wanneer we onze data geven en het waarborgen van onze privacy. In het
publieke debat is hier steeds meer aandacht voor. Wetgeving als de Algemene Verordening
Gegevensbescherming is een eerste stap onze privacy meer geïnstitutionaliseerd te beschermen.
Invloed op het onderwijs
Ook in het onderwijs wordt steeds meer data verzameld. Deze data bestaat nu nog voornamelijk
uit studieresultaten, maar de verwachting is dat data in de toekomst een steeds grotere rol gaat
spelen in het onderwijs. Gepersonaliseerd leren op basis van learning analytics, voor alles zal
data van de student worden opgeslagen en toegepast. Veilig en verantwoord gebruik van data
heeft hierbij de aandacht, maar instellingen en studenten worstelen met hoe ze dit in de praktijk
vorm moeten geven. Wie beschikt over hun gegevens? Hoe hebben ze invloed op hun digitale
identiteit en waar bestaat deze dan uit?
Bronnen
• EM, Studenten hechten aan hun privacy, tot het onhandig
wordt (2017)
• Kennisnet, Trends die het onderwijs beïnvloeden (2019)
• ScienceGuide, Data voor de student, niet over de student
(2019)
• SURF, Hoe data de kwaliteit van het onderwijs kunnen
verbeteren (2019)
• Volkskrant, DUO overtreedt privacyregels met volgsoftware
in e-mails aan studenten (2019)
4. 4
Fysieke en digitale leeromgeving lopen door elkaar
Algemene beschrijving
Leren gebeurt al lang niet meer alleen in het klaslokaal. Door digitalisering kunnen we overal,
tijd- en plaatsonafhankelijk, kennis tot ons nemen en vaardigheden ontwikkelen. De
leeromgeving is niet langer alleen fysiek, maar ook digitaal. Dit biedt mogelijkheden om deze
persoonlijker te maken en meer af te stemmen op de individuele student. Digitaal toetsen gaat
sneller en creëert ruimte voor leeranalyses en gerichte feedback. AR en VR, maar ook
gamification en teleapprenticeships veranderen het didactische proces. Zij maken leren in een
realistische oefenomgeving mogelijk en maken het makkelijker vaardigheden te trainen.
Kennisoverdracht verandert. Studenten leren thuis en komen naar de onderwijsinstelling voor
coaching en interactie.
Invloed op het onderwijs
De veranderende leeromgeving dwingt onderwijsinstellingen na te denken over hoe zij hun
leerprocessen inrichten in de fysieke en digitale leeromgeving. Meer dan vroegen is de vraag hoe
de instellingen kunnen investeren in geschikte klaslokalen en fysieke ruimtes. De veranderende
leeromgeving vraagt om meer flexibiliteit. Dit geldt zowel voor fysieke ruimten als voor de
digitale infrastructuur die het tijd- en plaatsonafhankelijk leren ondersteunt. De opkomst van
learning spaces, lokalen en ruimtes die veel meer zijn ingericht op samenwerken en digitaal leren
is een van de uitwerkingen van de veranderende leeromgeving.
Bronnen
• Lifelong Learning Platform, 21st Century Learning
Environments (2019)
• SCP, De toekomst tegemoet (2016)
• SURF, Onderzoek naar technologierijke learning spaces in het
Nederlandse hoger onderwijs (2018)
• VSNU, Digitalisering in universitair onderwijs (2017)
• SURF, VH, VSNU, Versnellingsagenda voor onderwijsinnovatie
(2017)
5. 5
Leven lang leren
Algemene beschrijving
De positie van leren in de levensloop verandert. Formeel en informeel leren lopen meer door
elkaar, de verdeling van leerdoelen over levensfasen staat volledig op zijn kop. Konden we ons
leven voorheen in drie fasen indelen: onderwijs, arbeid, pensioen, is er nu sprake van een
multifase-indeling, waar werken, ontspanning en leren regelmatig gelijktijdig plaatsvinden. We
leren niet alleen op andere momenten dan vroeger, de eisen die de maatschappij stelt aan wat
mensen moeten leren, veranderen ook. Een leven lang leren gaat niet om het halen van
meerdere diploma’s, maar om het voortdurend bijschaven en aanvullen van je kennis en
vaardigheden. Alleen dan blijf je aantrekkelijk op de arbeidsmarkt.
Invloed op het onderwijs
Leren houdt niet op en is iets wat een leven lang terug blijft komen. Het huidige stelsel met een
focus op diploma’s is onvoldoende flexibel ingericht om een leven lang leren te faciliteren. Een
leven lang leren vraagt om een meer modulaire opbouw van curricula. Maatwerk is nodig om het
aanbod aan te laten sluiten bij wat professionals nodig hebben om hun arbeidsmarktwaarde te
behouden of vergroten. Daarnaast vraagt het erkennen en waarderen van kennis en
vaardigheden om een nieuwe benadering. Tot slot moet de financiering worden heroverwogen,
bijvoorbeeld door te gaan werken met een persoonlijk ontwikkelbudget. Er zijn veel initiatieven,
maar een overkoepelende aanpak ontbreekt tot nu toe.
Bronnen
• Financieel Dagblad, Een leven lang leren, maar hoe dan?
(2019)
• Lynda Gratton & Andrew Scott, The 100-year life: Living and
working in an age of longevity (2016)
• SCP, Grenzen aan een leven lang leren (2019)
• World Economic Forum, Realizing Human Potential in the
Fourth Industrial Revolution: An Agenda for Leaders to Shape
the Future of Education, Gender and Work (2017)
6. 6
Gepersonaliseerd leren
Algemene beschrijving
Er komt steeds meer data beschikbaar over leerlingen en hoe zij leren. Gecombineerd met
digitale lesvormen en –materiaal maakt dit het mogelijk onderwijs steeds verder te
personaliseren. Van PO tot post-initieel onderwijs bestaat de mogelijkheid leerlingen en
studenten op hun eigen niveau te laten studeren en zo de student optimaal te laten
functioneren. Adaptieve leertechnologieën in een persoonlijke leeromgeving schotelen precies
die stof en toetsen voor die optimaal aansluiten bij de leercapaciteiten van de leerling. Dit wil
niet zeggen dat leerlingen alleen nog maar dingen hoeven te doen die zij leuk vinden of die het
best passen, maar wel dat zij worden geholpen zich te ontwikkelen in de richting van een gesteld
doel.
Invloed op het onderwijs
Gepersonaliseerde leerwegen zijn op sommige scholen al aan de orde van de dag. Deze
ontwikkeling zal de komende jaren wijdverspreid worden. Vraag is hoe de precieze invulling vorm
krijgt. Gaat het alleen om het optimaliseren van de indeling van het leerpad naar een verder
gelijk doel voor alle leerlingen? Of bepalen kenmerken van de leerling welke persoonlijke doelen
hij of zij wil behalen. Denk hierbij aan een leerling die zich volledig specialiseert in wiskunde. En
hoe gaan we dit dan vastleggen? Hierbij is de ontwikkeling van een Edu-ID van belang. Wat
betekent dit voor diploma’s? Samen leren is nu een fundamenteel onderdeel van
schoolonderwijs. Zal dit verdwijnen als iedereen zijn eigen leerpad volgt en samen leren
misschien niet meer mogelijk is?
Bronnen
• Educause Learning Initiative, 7 Things You Should Know
About… (2015)
• Kennisnet, Technologiekompas 2019-2020 (2019)
• NMC, Horizon Report: 2017 Higher Education (2017)
• SCP, De toekomst tegemoet (2016)
7. 7
Ontbundeling van het onderwijsaanbod
Algemene beschrijving
Naast het traditionele (in Nederland grotendeels publieke) onderwijs komen er andere vormen
van onderwijs op. Onder invloed van ontwikkelingen als een leven lang leren, open access en
technologische ontwikkelingen neemt het aanbod en de kwaliteit van online en open onderwijs
toe. Dit leidt tot een ontbundeling van het onderwijsaanbod, waarmee het traditionele
‘businessmodel’ van onderwijs onder druk komt te staan. Studenten hebben met bijvoorbeeld de
MOOC’s van onder andere EdX de mogelijkheid te leren wat ze maar willen en wanneer. Andere
voorbeelden zijn PleitVRij van RUG en de VU, waar rechtenstudenten met behulp van VR pleiten
kunnen oefenen, en Labrador, waar studenten van de TU Delft basisvaardigheden leren met
behulp van automatische feedback en een chatbot.
Invloed op het onderwijs
De ontbundeling leidt tot een groter, maar gefragmenteerder onderwijs aanbod. Open en online
onderwijs concurreert met traditionele instellingen, maar deze richten zich zelf ook op het
aanbieden hiervan. Het is de vraag of alleen online onderwijs voldoende is om studenten voor te
bereiden op de praktijk. Het ontwikkelt zich momenteel, waarbij het niet langer alleen om online
massacollege’s draait, maar juist ook om persoonlijke feedback en coaching. De erkenning van
deze ontbundelde vormen van onderwijs is nog niet altijd voldoende geïnstitutionaliseerd. De
losse onderdelen vragen om een microkwalificatie die breed wordt (h)erkend. Een groot aantal
partijen (accreditatieorganisaties, onderwijsaanbieders, wetgevers en werkgevers) zal hier
overeenstemming over moeten bereiken.
Bronnen
• Forbes, Online Education: From Good To Better To Best?
(2019)
• Rijksoverheid, Extra geld voor twaalf nieuwe open en online
onderwijsprojecten (2018)
• Sociaal en Cultureel Planbureau, De toekomst tegemoet
(2016)
• SURF, Edubadges: nationale aanpak voor inzet van badgets
(2016)
• www.openaccess.nl, Open onderwijs
8. 8
Verschuiving in de markt voor digitale leermiddelen & tools
Algemene beschrijving
De digitalisering in het onderwijs leidt tot verschuivingen op de markt voor leermiddelen.
Traditionele uitgevers worden voorbijgestreefd door kleine EdTech bedrijven en ook grote
technologiebedrijven als Google en Amazon krijgen steeds meer invloed. Er ontstaan nieuwe
businessmodellen rondom onderwijs en technologie. In 2018 werd 9,5 miljard $ geïnvesteerd in
EdTech. Bedrijven als ‘I Hate Statistics’ en ‘FeedbackFruits’ maken gebruik van de mogelijkheden
van technologie om studenten op nieuwe wijze te betrekken bij hun onderwijs. De
verschuivingen in de markt zijn niet altijd ten faveure van onderwijsinstellingen. Zij hebben niet
volledig grip op wat er wordt ontwikkeld en als er geen aanbod is, kunnen instellingen zelf weinig
uitrichten.
Invloed op het onderwijs
De verschuiving in de markt en de opkomst van tal van nieuwe bedrijven vormen een uitdaging
voor instellingen. Vroeger waren methodes vergelijkbaar, nu zijn er tal van mogelijkheden van
verschillende orde grootte. Instellingen zullen kennis op moeten bouwen over de markt en een
visie moeten ontwikkelen over hoe zij onderwijs vorm willen geven. Het is voor een instelling niet
wenselijk een lappendeken aan initiatieven te gebruiken. Er bestaat dan ook een groeiende
behoefte aan technologische standaarden om het makkelijker te maken een combinatie van
digitale leermiddelen in te zetten. Mede hierdoor zijn instellingen in toenemende mate
afhankelijk van marktpartijen voor ontwikkeling. Commerciële partijen hebben echter hun eigen
agenda, waardoor de vraag niet altijd aansluit bij het aanbod.
Bronnen
• Entrepreneur, 8 Ways EdTech Startups Are Setting
Classroom-Innovation trends (2019)
• Kennisnet, Zo verandert de leermiddelenmarkt onder invloed
van technologie (2018)
• Metaari, Metaari’s 2018 Advanced Learning Technology
Research Taxonomy (2018)
• SURF, Benut de kansen van digitale leermiddelen (2018)
9. 9
De ethische kant van data
Algemene beschrijving
Er wordt steeds meer gemeten. Van smartphone tot fitbit, van thermostaat tot auto, alles wat we
doen wordt geregistreerd en opgeslagen. Dit biedt voordelen, zoals het niet meer hoeven
intoetsen van je huisadres in je navigatie, maar we moeten ons ook bewust zijn van de nadelen.
Data is niet vanzelfsprekend neutraal. Algoritmen, kunstmatige intelligentie en machine learning
kunnen allemaal dezelfde (menselijke) vooroordelen hanteren. Dit is een relevant vraagstuk,
aangezien steeds meer automatisch en op basis van data wordt bepaald. Dit kan leiden tot het
onterecht discrimineren van mensen of organisaties op basis van onvolledige informatie of
onjuist verwerkte informatie.
Invloed op het onderwijs
Ook in het onderwijs worden steeds meer datapunten verzameld en dezelfde ethische
vraagstukken leven hier. Learning analytics maken gepersonaliseerd leren en uitgebreider
onderzoek naar leren mogelijk. Maar hoewel data kan signaleren of een student zijn vak
waarschijnlijk zal halen of niet, vertelt data uiteindelijk nooit het hele verhaal. Onderwijs is meer
dan alleen dat wat kan worden gemeten. Toch zijn meetbare resultaten de afgelopen jaren
steeds belangrijker geworden. Van dashboards voor leerlingen, tot examenresultaten van
instellingen en scores van landen internationale rankings. Daarnaast is het de vraag of dat wat we
meten daadwerkelijk relevant is om studenten beter te ondersteunen in hun ontwikkeling of dat
we vooral meten omdat we kunnen meten. Het onderwijs zal zich hierop moeten bezinnen.
Bronnen
• De Correspondent, Zo voorkomen we dat het onderwijs Black
Mirror wordt (2018)
• Educause, Educase Horizon Report: 2019 Higher Education
Edition (2019)
• Plaform Onderwijs2032, Eindadvies (2016)
• ScienceGuide, Wie gebruikt er straks de data van studenten
(2019)
• The New York Times, When Algorithms Discriminate (2015)
10. 10
Veranderende vaardigheden
Algemene beschrijving
De wereld verandert voortdurend en het onderwijs ook. Elke dag komen er nieuwe functies bij
op de arbeidsmarkt, terwijl tegelijkertijd banen verdwijnen door automatisering. Het is soms
moeilijk te bepalen voor welke banen studenten worden opgeleid. Via het internet heeft bijna
iedereen toegang tot kennis en informatie, het draait om de vaardigheden hiermee op
verantwoorde wijze mee om te kunnen gaan. De veranderende wereld vraagt in toenemende
mate flexibiliteit en wendbaarheid van zowel studenten als instellingen. Als gevolg van
technologische ontwikkelingen komt er steeds meer nadruk te liggen op het belang van digitale
vaardigheden, naast kennis. Het draait nu om 21st Century Skills, je kunnen aanpassen en een
leven lang leren.
Invloed op het onderwijs
Leren wordt meer modulair en multidisciplinair. Als gevolg van deze ontwikkelingen worden
nieuwe eisen gesteld aan docenten en studenten. Studenten krijgen meer verantwoordelijkheid
om zelfstandig te leren en dit vereist zelfdiscipline. De rol van de docent is meer gericht op
coaching en begeleiding. Daarnaast zullen docenten zich thuis moeten voelen in en de juiste
competenties hebben voor de digitale leeromgeving. Digitale geletterdheid is van groot belang
om technologie op veilige en nuttige wijze te kunnen inzetten. Dit is niet vanzelfsprekend. De
vraag is wie eigenlijk wie wegwijs maakt in een digitale wereld, de docent de student of
andersom?
Bronnen
• Kennisnet, Handboek Digitale Geletterdheid 2017/2018
(2018)
• Lifelong Learning Platform, 21st Century Learning
Environments (2019)
• SURF, VH, VSNU, Versnellingsagenda voor onderwijsinnovatie
(2017)
• Versnellingszone Faciliteren en Professionaliseren, Plan van
aanpak (2019)
11. 11
Internationalisering
Algemene beschrijving
De wereld wordt steeds kleiner en het bereik van communicatiemiddelen om kennis en
informatie met elkaar te delen wordt groter. Hierdoor ontstaan steeds meer culturele, politieke
en economische uitwisselingen. Trends, ideeën en merken verspreiden zich sneller en verder en
worden over de hele wereld gemeengoed. In grote internationale hoofdsteden is sprake van een
monocultuur met dezelfde merken die het straatbeeld domineren. Tegelijkertijd leidt deze
internationalisering tot een voortdurende vergelijking van en concurrentie tussen regio’s. Er is
sprake van voorlopers en achterblijvers, zowel op het niveau van landen als binnen gezinnen en
tussen generaties.
Invloed op het onderwijs
Het hoger onderwijs en onderzoek kent al lang een internationaal karakter. De afgelopen jaren is
het aantal internationale studenten sterk toegenomen. Waren het er in 2009 nog zo’n 45.000, in
2019 is dit aantal bijna verdubbeld. Ook zijn er steeds meer instellingen die transnationaal
onderwijs, buiten de landgrenzen, aanbieden. Het onderwijs moet goed nadenken over hoe zij
internationalisering vorm wil geven. Het brengt allerlei uitdagingen met zich mee op het gebied
van taal (verengelsing), financiering en de (h)erkenbaarheid van kwalificaties van studenten. Ook
organisatorisch heeft dit een significante impact op instellingen, zo wisselen zij gegevens uit met
partijen van over de hele wereld en staan zij 24 uur per dag in contact met partijen van over de
hele wereld.
Bronnen
• Nether, Transnationaal onderwijs: how it’s done (2015)
• Nuffic, Incoming degree student mobility in Dutch higher
education 2018-2019 (2019)
• Nuffic, Internationalisering in beeld: Feiten en cijfers uit het
onderwijs (2018)
• Trouw, Onderwijsraad: De internationalisering van het
onderwijs moet sneller (2019)
• VH, VSNU, Internationaliseringsagenda Hoger Onderwijs
(2018)