2. Inhoud
Inleiding 7
Samenvatting en aanbevelingen 10
Hoofdstuk 1: Het referentiekader taal en rekenen 16
1.1 Onderwijsambities en het referentiekader 17
1.2 Het referentiekader taal en rekenen 20
1.2.1 Achtergrond 20
1.2.2 Inhoud van het referentiekader 23
1.2.3 Wettelijke veranderingen 28
1.2.4 Reactie van scholen op het referentiekader 35
1.2.5 Scenario’s van het steunpunt taal en rekenen vo 39
1.3 Ambities realiseren 42
1.3.1. Acht succesfactoren 43
1.3.2 De quick scans taal en rekenen 43
1.3.3 De rol van de leraar 44
1.3.4 Effectief onderwijs 45
1.3.5 Opbrengstgericht werken 48
1.3.6 Doorlopende leerlijn realiseren 49
1.4 Vragenlijst voor schoolleiders 50
Hoofdstuk 2: Personeelsbeleid en hogere opbrengsten 52
2.1 Het strategische niveau: de school 53
2.1.1 Opbrengstgericht werken en het referentiekader 56
2.2 Het tactische niveau: het middenmanagement 62
2.2.1. De middenmanager 62
2.2.2 De taal- en rekencoördinator 64
2.2.3 Teams, afdelingen en secties 66
2.3 Het operationele niveau: de leraar 69
3. 4
Hoofdstuk 3: Verschillen in de kwaliteiten van leraren en
de invoering van de referentieniveaus 72
3.1 Goede en excellente leraren 73
3.2 Verschillen in kwaliteit en lerarenfuncties 76
3.2.1. Drie componenten van het leraarschap 77
3.2.2 Van start naar ervaren: de goede leraar 79
3.2.3 Een excellente leraar: het topniveau 80
3.2.4 Wat mag ik verwachten van leraren op
de verschillende functieniveaus? 81
3.3 Wat mogen leraren verwachten van de organisatie? 84
3.4 Sturen van de verschillen in teams 85
3.5 Aansturen en beoordelen 86
3.6 Hoe wordt excellentie beloond? 87
Hoofdstuk 4: Actoren in alle sectoren 90
4.1 De interne toezichthouder 91
4.2 Het bestuur 92
4.3 De directie/schoolleiders 94
4.4 De middenmanager 95
4.5 De vaksectie (vo en mbo) 96
4.6 De interne begeleider (po) 98
4.7 De taal- of rekencoördinator 98
4.8 De taal-/lees-/rekencoach 100
4.9 De leraar 101
4.10 Wie doet wat? 103
4. 5
Bijlage 1: Format taalbeleidsplan 107
Bijlage 2: Format rekenbeleidsplan 119
Bijlage 3: Checklist leiderschapstaken in een taalverbetertraject 133
(voortgezet onderwijs)
Bijlage 4: Rol van de interne begeleider in effectief rekenonderwijs 135
(basisonderwijs)
Bijlage 5: Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs 140
(basisonderwijs)
Bijlage 6: Rol van de schoolleider in effectief rekenonderwijs 145
(basisonderwijs)
Bijlage 7: Rol van de schoolleider in effectief leesonderwijs 149
(basisonderwijs)
Bijlage 8: Vensters voor Verantwoording 153
Bijlage 9: Format persoonlijk ontwikkelplan (POP) 156
Bijlage 10: De leerwijzer 162
Bijlage 11: Voorbeeld functioneringsgesprek 175
vragen over vakinhoudelijke ontwikkeling
Literatuur 168
5. 7
Inleiding
Inleiding
De komende jaren krijgen scholen te maken met ingrijpende wijzigingen
op het gebied van taal en rekenen. In het Actieplan Beter Presteren:
opbrengstgericht en ambitieus (OCW, 2011) staat de ambitie om de
leerlingprestaties te verbeteren en om meer aandacht te hebben voor
excellentie en voor een opbrengstgerichte manier van werken in een
ambitieuze leercultuur. Veel leraren en alle leidinggevenden krijgen hier-
mee te maken. De resultaten van het taal- en rekenonderwijs werken door
in de resultaten bij de overige vakgebieden. De invoering van de referentie-
niveaus is dus een hulpmiddel voor scholen om de opbrengsten van hun
onderwijs te verhogen. Helaas denken nog veel scholen dat de referentie-
niveaus alleen bedoeld zijn om de resultaten van zwakke leerlingen te
verbeteren. Het is echter van belang dat scholen bij het opzetten van hun
taal- en rekenbeleid álle leerlingen uitdagen om tot betere prestaties te
komen. Alleen dan zal ook het niveau van de goede en excellente leerlingen
omhoog gaan.
Het referentiekader is ook een hulpmiddel om de doorlopende leerlijn van
primair naar voortgezet onderwijs, van vmbo naar mbo en van voortgezet
onderwijs naar hbo/wetenschappelijk onderwijs te verstevigen. Daarom
richt dit boek zich op iedereen die een rol heeft bij de invoering van de
referentiekaders in het primair onderwijs (po), het voortgezet onderwijs
(vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo): van taal- en rekencoördina-
toren, via teamleiders en directie, naar bestuurders en toezichthouders.
Maar uiteindelijk is het de leraar voor de klas die zorgt voor beter taal- en
rekenonderwijs. Tussen leraren onderling zijn grote verschillen: in kwali-
teiten en intussen ook in functieniveaus. Dit boek besteedt veel aandacht
aan de manier waarop scholen van die verschillen tussen leraren optimaal
gebruik kunnen maken. Daarbij is het personeelsbeleid, met daarin de
gesprekscyclus, de cruciale factor. Als een school de opbrengsten wil
verhogen, zullen er resultaatgerichte plannen op alle niveaus moeten
komen: een schoolplan met heldere doelen voor het taal- en rekenbeleid
met de vertaling naar de teams of afdelingen. Leraren geven aan welk
aandeel zij kunnen leveren in de realisering van deze plannen.
6. 8
De gesprekscyclus is het handvat hiervoor, met resultaatafspraken, moni-
toring en evaluatie of beoordeling van die afspraken.
De gesprekscyclus is het hart van actief personeelsbeleid en dus een
essentieel onderdeel van de opbrengstgerichte school. Daarmee heeft
de leidinggevende middenmanager een krachtig analyse- en sturings-
instrument in handen. Hierdoor kan hij ten volle gebruikmaken van de
kwaliteiten en functies die in zijn team aanwezig zijn. En alleen zo kunnen
de ambities waargemaakt worden om tot betere prestaties te komen.
Met dit boek willen we een bijdrage leveren aan de verbetering van de taal- en
rekenresultaten in Nederland en wel door een verdere professionalisering
van het personeelsbeleid in de scholen. Door actief personeelsbeleid
creëren scholen een aantrekkelijke en inspirerende werkomgeving met een
resultaatgerichte cultuur.
Leeswijzer
Heeft u geen tijd om op korte termijn dit boek te lezen? Dan is de
managementsamenvatting de oplossing. Hiermee kunt u de kern van
dit boek en de aanbevelingen van de auteurs snel tot u nemen. Zij is ook
bruikbaar als achtergrondmateriaal bij overleg binnen uw school over dit
onderwerp.
In hoofdstuk 1 wordt de achtergrond van het referentiekader taal en
rekenen belicht en het belang ervan voor alle leerlingen: sterke, zwakke en
gemiddelde leerlingen. Ook wordt kort ingegaan op de opbouw van het
referentiekader. Vervolgens schetsen we de grote veranderingen die in
po, vo en mbo op stapel staan (eindtoetsen, examens, aanpassingen in de
uitslagregel, tussentijdse toetsen). Het hoofdstuk sluit af met een schets
van de rol die het referentiekader speelt in de doorgaande leerlijn po-vo,
vmbo-mbo en vo-hbo/wo.
Hoofdstuk 2 gaat over de taken en verantwoordelijkheden bij de invoering van
de referentieniveaus. We maken onderscheid tussen de verantwoordelijk-
heden op strategisch niveau (interne toezichthouder, bestuurder), tactisch
niveau (directie, middenmanager) en operationeel niveau (de leraar).
De middenmanager is de schakel tussen nieuw beleid en de werkvloer;
hij vertaalt de beleidsmaatregelen naar de werkvloer. De gesprekscyclus is
hierbij het belangrijkste middel.
7. 9
In hoofdstuk 3 bespreken we de verschillen in kwaliteiten tussen leraren.
Inleiding
Hoe kunt u bij het behalen van de taal- en rekendoelen zo optimaal mogelijk
gebruikmaken van die verschillen? Hoe kunt u als leidinggevende eisen
stellen aan leraren in verschillende functies en met verschillende kwaliteiten?
En hoe kunt u leraren de ruimte geven om hun kwaliteiten zo goed mogelijk
in te zetten?
Hoofdstuk 4 is een samenvatting van de rollen die alle actoren hebben bij de
invoering van de referentieniveaus. U kunt dit ook als naslagwerk gebruiken.
De bijlagen tot slot bevatten veel praktische instrumenten en concrete
handvatten. Deze bijlagen zijn ook digitaal beschikbaar op
www.cps.nl/metdereferentieniveausnaarschoolsucces
Corine Ballering
René van Drunen