2. Zeestromen: water verandert niet zo snel van temperatuur als het vaste land, waardoor bij een aanlandige wind
de temperatuur op het land sterk beïnvloed wordt door aanwezigheid van een koude~ of warme zeestroom.
WinterWinter
ZomerZomer
6. De wind: (in combinatie met de zeestromen) aanvoer van kou of warmte vanuit een ander gebied.
Voor Nederland is de windrichting erg belangrijk.
Welk weersoort krijgen we uit de verschillende windrichtingen?
NW
Z
O
ZO
8. Frontale regen
1. Warme lucht en koude lucht botsen.
2. De warme lucht is lichter en gaat omhoog.
3. De warme lucht koelt af, het vocht gaat condenseren en er ontstaat frontale regen.
Warmtefront
Koufront
9. Gematigd zeeklimaat
· Koele zomers en zachte winters. In de zomer boven de 18° C en in de winter boven de -3° C.
· Het hele jaar door neerslag. 500 tot 1000 mm neerslag.
· Loofbomen, die in de winter hun bladeren verliezen.
Zeeklimaat in de wereld.