4. moment van boete en vergeving (samen)
Gij zijt de ene,
God die ons tot leven roept,
die ons schenkt aan elkaar.
Gij gaat voor ons uit
en baant een weg
door de woestenij
van deze wereld.
gezongen
Keer U om naar ons toe,
keer ons toe naar elkaar.
5. Breng ons terug
van onze dwaalwegen,
richt ons weer op,
kom met uw kracht
onze zwakheid tegemoet.
Laat uw licht
alle duisternis verdrijven.
gezongen
Keer U om naar ons toe,
keer ons toe naar elkaar.
6. Da nos un corazon,
grande par amar.
Da nos un corazon,
fuerte para luchar.
Geef ons een ruim hart
om lief te hebben,
geef ons een sterk hart
om te strijden.
10. Broeders die op uittocht gaat
uit het land der slaven,
uit de ban van dood en kwaad:
wie toch zal u laven?
Heer, die met ons gaat,
't water uit de rotsen slaat,
Heer, Gij zult ons laven.
11. Wie Gods woord niet leven wil,
smachtend gaat verloren.
Maar als God zich geven wil,
worden wij herboren.
Heer, die met ons gaat,
't water uit de rotsen slaat,
laat ons niet verloren.
12. Wie Gods woord wil waardig zijn,
zal tot leven komen.
Hij wordt bron in de woestijn,
eeuwig zal hij stromen.
Heer, die met ons gaat,
't water uit de rotsen slaat,
eeuwig zult Gij komen.
14. Heer, in Uw Woord is licht en
leven.
Het roept ons op en vuurt ons
aan,
dat wij in U worden herboren
en altijd nieuwe wegen gaan.
15.
16. Wij geloven in God,
de Enige, de Eeuwige.
Al wat bestaat leeft door Hem:
hemel en aarde,
mensen als wij
geboren als geroepen,
op liefde gebouwd.
17. Wij leren zijn Naam
van Israël, zijn volk,
dat Hij bevrijdde
en in zijn hart sloot.
Wij kennen zijn aangezicht
door Jezus Messias,
zijn Eerste, zijn liefste,
die zijn ontferming
onder ons leefde.
18. Hem hebben mensen
verlaten, gekruisigd
en aan hun ontrouw
is Hij gestorven.
God hield Hem vast
op zijn weg door de dood,
kroonde zijn trouw
met het licht
van de morgen.
19. Ons is zijn sterven
de weg naar het leven.
En zijn gezindheid
wordt door Gods Geest
ons ingeademd,
vandaag en voorgoed.
20. Dat houdt ons in leven
tot aan de Dag
dat Hij zal komen,
de aarde zal richten
en wij zullen zingen
de Ene, de Eeuwige,
tot al wat bestaat
nieuw is geworden
en Hij zal zijn
alles in allen!
21.
22. Waar is de plaats die vrede lacht?
Waar wordt aan mensen
recht verschaft?
Waar is de God die leven geeft?
In elke mens die liefde deelt.
Ik zoek de plek waar vrijheid heerst,
waar elke mens van angst geneest,
ik zoek de God die armen heelt,
in elke mens die liefde deelt.
23. Ik zoek het land dat vreugde heet,
vrij van geweld en oorlogsleed,
ik zoek de stad waar God regeert,
in elke mens die liefde deelt.
Hier is de plaats die vrede lacht,
hier wordt aan mensen
recht verschaft,
hier is de God die leven geeft,
in elke mens die liefde deelt.
24.
25.
26.
27. Laten we opstaan
voor het grote dankgebed…
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
We zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God
Hij is onze dankbaarheid waardig.
28. Om recht te doen aan uw heerlijkheid,
Heer onze God,
om heil en genezing te vinden,
willen wij u danken, altijd en overal,
door Jezus, de Gezalfde, onze Heer.
29. Ieder jaar opnieuw
nodigt Gij alle gelovigen uit
om vol vreugde
en met een zuiver hart
naar het paasfeest toe te gaan.
Aan U en aan elkaar
toegewijd en trouw
hopen wij eens ten volle
uw kinderen te mogen zijn,
in U verenigd en voltooid.
30. Daarom,
met alle engelen en heiligen,
verkondigen ook wij uw heerlijkheid
en zingen U toe vol vreugde:
31. Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde
van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge !
Gezegend Hij die komt
in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge !
32. Ja, Gij Heer zijt de Heilige
en U looft heel de schepping
want Gij geeft aan alles en allen
de adem van het leven.
Gij laat niet af bijeen te brengen
uw volk overal op aarde.
33. Van de opgang van de zon
tot haar dalen
wordt aan uw Naam lof gebracht
door Hem die onze Meester is,
Jezus, de Messias, uw Zoon
in wie de kracht doorbreekt
van uw scheppende heilige Geest.
34. Zo bidden wij:
neem deze gaven aan,
heilig ze door uw Geest
om lichaam en bloed te worden
van onze Heer.
36. Verkondigen wij het mysterie
van het geloof:
Heer Jezus,
wij verkondigen uw dood
en wij belijden tot Gij wederkeert
dat Gij verrezen zijt.
We gaan zitten…
37. Nu wij het lijden van Jezus
ter harte nemen, Heer onze God,
zijn verrijzenis en
zijn opstanding ten hemel,
nu wij zijn komst verwachten,
brengen wij U onze dank
en bieden wij U deze gaven aan.
38. Zie neer op de gaven
van deze gemeenschap,
verzameld in de zelfgave
van uw Zoon.
Geef dat wij dank zij hem
vervuld worden van
de heilige Adem van het leven
en één lichaam worden,
één geest in Christus.
39. Dat Hij ons mag maken
tot een eeuwige gave aan U.
Dat wij met alle gelovigen
het toekomstland
tegemoet mogen gaan,
samen met Maria, de moeder
van de Heer, met de heilige Jozef,
haar bruidegom,
met de apostelen, de martelaren
en met alle heiligen
in die grote gemeenschap
van liefde en dank.
40. Dat deze eucharistie
ons verzoening geven mag
en genezing en vrede brengen
aan heel de wereld.
Bevestig uw kerk die in ballingschap is
en maak haar één in liefde en geloof,
samen met de paus,
met onze bisschoppen
en met alle mensen die
toegewijd en dienstbaar zijn.
41. Geef kracht en vertrouwen
aan onze gemeenschap.
Verenig al uw verstrooide kinderen
in uw ontferming,
Vader vol barmhartigheid.
42. En onze dierbaren
die ons zijn voorgegaan,
allen die uit deze wereld
zijn overgegaan naar uw rijk,
het aangezicht tegemoet
van de Messias,
ontvang hen in uw heerlijkheid,
waar ook wij hopen
eens te mogen thuiskomen...
43. Voor hen en voor alle mensen
bidden wij, Vader,
in de eenheid van Jezus, onze Heer,
in wie Gij de wereld rijkelijk wilt geven
alles wat goed is.
44. Door hem en met hem en in hem
zal uw naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
46. Bron in de woestijn,
laat ons dat voor elkander zijn.
In brood en in wijn
zal liefde voor ons redding zijn.
47.
48. Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is leven van genade
buiten de eeuwigheid,
is leven van de woorden
die opgeschreven staan
en net als Jezus worden
die 't ons heeft voorgedaan.
49. Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is komen uit het water
en staan in de woestijn,
geen god onder de goden,
geen engel en geen dier,
een levende, een dode,
een mens in wind en vuur.
50. Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de Geest aanvaarden
die naar het leven leidt;
de mensen niet verlaten,
Gods Woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde
de duivel wederstaan.
54. Indios que con valentía
y fuerza’en sus corazones,
por justicia’y pervivencia,
hoy empuñan los bastones.
Indianen die met moed
en met kracht in hun hart
Voor rechtvaardigheid en leven
vandaag hun bastones ter hand nemen
55. Son amigos de la paz,
van de frente con valor.
Y levantan los bastones,
con orgullo’y sin temor.
Zij zijn vrienden van de vrede
Met volle moed gaan zij vooruit
Heffen hun bastones richting hemel
Vol van trots en zonder vrees
56. Pa’delante compañeros
Dispuestos a resistir.
Defender nuestros derechos,
así nos toque morir.
Vooruit, beste vrienden
Die weerstand willen bieden
Opkomen voor onze rechten
Tot we zo eens zullen sterven
57. Guardia (Guardia)
Fuerza (Fuerza)
Por mi raza
Por mi tierra x2 …
¡Y qué viva la guardia indígena!
Wacht (Wacht)
Kracht (Kracht)
Voor mijn ras
Voor mijn grond x2…
Leve de inheemse wacht!
58. Compañeros han caído,
pero no nos vencerán.
Porque por cada indio muerto,
otros miles nacerán.
Onze vrienden zijn gesneuveld,
Maar overwinnen zullen ze ons niet
Want voor elke dode indiaan
Zullen duizend nieuwe opstaan
59. Totoroes y Paeces,
Yanaconas y Guambianos.
Coconucos, Siapidaras,
todos indios colombianos.
Totoroën en Paezen
Yanaconen en Guambianen
Coconucen, Siapidaren
Allemaal Colombiaanse indianen
60. Pa’delante compañeros
Dispuestos a resistir.
Defender nuestros derechos,
así nos toque morir.
Vooruit, beste vrienden
Die weerstand willen bieden
Opkomen voor onze rechten
Tot we zo eens zullen sterven