12. Meet je prototype:
21 3
Wie was betrokken? Wat verandert er?
Conclusies
(verbeterpunten)
13. Bedenk wat je wilt prototypen
idee > aanname > instrument
14. Bedenk wat je wilt prototypen
idee > aanname > instrument
idee: vrijwilligers helpen signaleren
aanname: vrijwilligers hebben een
training nodig om nieuwe skills te
leren
instrument: een wekelijkse training
voor vrijwilligers en bewoners
15. Bedenk hoe je wilt prototypen
op papier > in praktijk > optimaliseren
20. • Je denkt te snel dat je de ‘oplossing’ hebt
Prototypen is een proces van testen, leren en verbeteren
• Je wil meteen iets ‘af’ maken
Omdat je eerst wilt testen en leren, maak je een eenvoudig
model
• Je idee is te moeilijk of vaag
Om te testen is het belangrijk dat je product, dienst etc. duidelijk
en concreet is.
• Je vergeet (een deel van) de eindgebruikers
Je wilt testen óf je idee werkt, maar ook voor wie! Vergeet dus
niet wie je wilt bedienen!
Een paar valkuilen